35

Mikami’s ogen voelden droog aan.

Hij was op weg naar de stad. Naar Akama’s huis. Zijn brein was op zijn bestemming gefocust, zijn gevoelens had hij nog altijd niet op orde. Zijn tranen hadden Amamiya op andere gedachten gebracht. Ze waren onverwacht geweest. Dit is voor Ayumi. Voor Minako. Doe alles wat maar nodig is. Had iets in hem zo gedacht? Het had Amamiya ontroerd. Hij had de tranen als excuses gezien en zijn standpunt heroverwogen. Het was angstaanjagend. Mikami had het voor elkaar gekregen zonder een doelbewuste aanpak. Hij had Amamiya zover gekregen…

Hij vrolijkte op naarmate hij het huis verder achter zich liet. Hij had toch maar mooi bereikt wat hij wilde, wat maakte het dan uit hoe? Hij had de overwinning die hij al bijna had opgegeven uit het vuur gesleept. Tegen de tijd dat hij het dorpje bereikte waar de directeur woonde meende hij door het wolkendek wat zonlicht te zien. Een deel van hem was blij met zijn schaamteloosheid. Hij was door iets bevangen geraakt. Om zomaar ten overstaan van een andere man in tranen uit te barsten. Dat had hij nog nooit gedaan, en hij wilde het ook nooit meer doen.

Zijn haast om verslag uit te brengen werd mede ingegeven door berekening. Een incompetente persofficier. De tijd leek tussen hen in stil te staan sinds Akama’s uitbarsting van twee dagen eerder. Hij had bovendien geen enkele zekerheid dat hij het voor het bezoek van de commissaris weer goed kon maken met de Persclub. Amamiya’s instemming stelde niets voor als de pers het bezoek zou boycotten. Daarom wilde hij zich vergewissen van Akama’s reactie nu Amamiya’s besluit nog vers was. Deed hij dat niet, dan zouden zijn verplichtingen aan Criminele Recherche opnieuw de kop opsteken. Hij wilde nu hij de galg had opgebouwd niet accepteren dat Akama de ware reden achter het bezoek van de commissaris voor hem bleef verzwijgen. De misdaad en de straf van Criminele Recherche. Een ontmoeting met Akama was de enige manier om de waarheid te achterhalen.

Er heerste weekendstilte in de wijk waar de directeuren woonden. Mikami parkeerde op straat, liep tien meter naar de intercom van Akama’s huis en drukte op het knopje.

‘Mikami? Waar denkt u in vredesnaam mee bezig te zijn?’ Akama, overduidelijk geïrriteerd. Hij had vast al de hoop opgegeven dat Mikami voor een positief resultaat zou zorgen. Carrièrejagers hadden een hekel aan bezoek in hun vrije tijd, maar Mikami wist dat Akama Ishii had gebeld om te vragen of er al schot in zat met Amamiya.

‘Ik heb nieuws over Amamiya.’

‘Ja? Wat?’

Misschien hadden ze een slechte verbinding. Akama leek hem niet te verstaan. Na een korte pauze ging de voordeur open. Het duurde even voordat Mikami hem herkende. Hij droeg een trui en een ruim­zittende broek en hij had zijn bril niet op. Mikami’s ogen gingen als vanzelf naar Akama’s gebogen schouders en zijn schriele borst, die onderstreepten hoe bepalend zijn peperdure maatpakken en de bril met gouden montuur waren voor het gezag dat hij doorgaans uitstraalde. Toen hij sprak kon er echter geen twijfel meer bestaan over wie hij was.

‘Wat mankeert u dat u hier zomaar opduikt? U zou verslag moeten uitbrengen aan divisiechef Ishii.’

‘Amamiya heeft toestemming gegeven,’ zei Mikami snel.

Akama keek hem verbaasd aan. Hij gebaarde dat Mikami binnen moest komen maar bleef een stap hoger staan. Hij droeg slippers. Hij maakte geen aanstalten om Mikami te vragen verder te komen.

‘De commissaris is welkom in zijn huis. Hij mag wierook branden op het altaar.’

‘Ja?’

‘Hij heeft me zijn woord gegeven.’

Ergens in het huis lachte een vrouw. Akama had vermoedelijk voor het weekend zijn gezin uit Tokio laten komen. Hij maakte nog altijd een geïrriteerde indruk, vermoedelijk omdat een ondergeschikte zijn privéleven had betreden.

‘Oké. Hebben we genoeg ruimte voor alle auto’s?’

‘Die passen allemaal voor het huis.’

‘Dat is te dichtbij. Wilt u het zo regelen dat de commissaris na het verlaten van het huis eerst een stukje kan wandelen voordat de verslaggevers erbij komen?’

‘Als ze op de straat parkeren, zou er genoeg ruimte moeten zijn.’

‘Is het huis dan zichtbaar op de achtergrond?’

Mikami vond Akama’s aandacht voor de details bemoedigend. Het was voor Tokio van groot belang om Amamiya’s huis te gebruiken als locatie voor de aankondiging.

‘Het draait allemaal om het plaatje voor de camera’s. Als de commissaris bij het altaar de laatste eer heeft gebracht, verlaat hij het huis waardig om buiten te antwoorden op de vragen van de pers. Zou u het zo kunnen regelen?’

‘Dat mag geen probleem zijn. Als we de camera’s op straat laten zetten, is het huis zichtbaar op de achtergrond, lijkt me.’

‘Líjkt me is niet goed genoeg, Mikami. Test het de dag voor het bezoek uit. We moeten het absoluut zeker weten voordat we actie ondernemen.’

Akama had hem nog met geen woord bedankt. Niettemin keek hij minder nors. Het was duidelijk dat hij niet ontevreden was. Over de voorgestelde boycot leek hij het niet meer te gaan hebben. Misschien vertrouwde hij erop dat het tijdens het rondetafelgesprek dat een dag later zou plaatsvinden allemaal geregeld zou worden, wanneer ze de kans zouden krijgen de zaak te bespreken met de redactiechefs. Tenzij hij iets anders in zijn schild voerde.

Er werd opnieuw gelachen in het huis.

‘Als u verder niets te melden heeft, mag u gaan. Ik moet nog…’

‘Meneer,’ onderbrak Mikami hem. Hij kon zijn kans niet laten lopen. ‘Sorry, maar er is nog iets wat ik u wil vragen.’

‘Wat dan?’ Akama keek achterom het huis in. Hij werd rusteloos.

‘Wat wil de commissaris met zijn aankondiging bereiken?’

Akama’s ogen verraadden een kortstondige besluiteloosheid. Maar daar bleef het bij. ‘Wat probeert u te zeggen? U zou beter moeten nadenken voordat u spreekt, Mikami. De commissaris komt om de vragen van de pers te beantwoorden.’

‘Ja, uiteraard.’ Mikami wist dat hij niets zou bereiken door Akama boos te maken. Maar toch… ‘Criminele Recherche wordt nerveus.’

‘O ja, is dat zo?’

‘De situatie dreigt uit de hand te lopen. Als we ze blijven bedreigen met de Koda-memo…’

‘De wat?’ Tot zijn verbijstering keek Akama hem verward aan. Hield hij zich van de domme? Of had hij er werkelijk nooit van gehoord? ‘Ik heb geen idee waar u het over heeft. Het zou helpen als u zich wat coherenter uitdrukte, Mikami.’

‘Maar…’

Daar liet Mikami het bij. Als Akama het werkelijk niet wist, zou het de zaak alleen maar compliceren. En Mikami was primair geïnteresseerd in de reden van het bezoek van de commissaris.

‘Ik wil als persofficier graag het hele plaatje overzien. Het zou enorm helpen als u me zou kunnen vertellen wat Tokio’s doelstellingen in dezen zijn.’

‘Zo is het genoeg. Het is hoog tijd dat u het eens begreep, Mikami.’ Akama sprak alsof hij het beu was. ‘Wat hebben we eraan als u die kennis heeft? Mediarelaties is slechts een doorgeefluik. De echte uitzending vindt elders plaats. Alleen enkele uitverkorenen maken gebruik van de microfoon.’

Een doorgeefluik. Enkele uitverkorenen. Mikami wist niet hoe hij moest reageren en keek naar zijn voeten. Op dat moment gleed een paar witte sokken de gang in.

‘Papa, bent u nog bezig?’ zei een stem.

De sokken zaten aan de voeten van een meisje van een jaar of tien. Haar enorme ogen ontmoetten die van Mikami en ze dartelde achter een trapleuning, waar ze zich speels in de schaduw verstopte. Akama’s blik verloor zijn strengheid.

‘Het spijt me, liefje. Papa is bijna klaar.’

‘We missen het begin als we niet nu gaan.’

‘Dat valt wel mee, het begint niet precies op tijd.’

‘Mama maakt zich zorgen over de drukte op de weg.’

‘Oké Achan, ga maar vast met Yoshi in de auto zitten.’

Mikami was te lang gebleven. Hij had genoeg bereikt. Met dat in gedachten boog hij bij wijze van afscheid.

‘Sorry dat ik u heb gestoord.’

Toen hij zich omdraaide, hoorde hij een onderdrukt gegiechel. Hij zag het kleine meisje, dat zich nog altijd verborgen hield en hem met één oog aankeek. Ze had een hand voor haar mond geslagen om haar lachen te onderdrukken. Hij werd overspoeld door een onuitsprekelijke emotie. Hij sidderde. Het was alsof hij zichzelf had gezien door de ogen van het meisje. Zoals anderen hem zagen, niet zoals hij zichzelf zag in een spiegel of op een foto.

Plotseling leek Ayumi heel dichtbij. Hij voelde de behoefte om zich met iets te bedekken. De sikkelvormige ogen van het meisje, vol van een schalkse charme, leken op die van een misdadiger of een duivel.