Ik had zin om te gillen toen ik de groepsindeling kreeg. Ik sliep bij Berna en Heleen. De twee meest valse meiden uit de klas. De andere drie meiden, die Sarah, Emmy en Irma heetten, kende ik nauwelijks. Sarah was nogal een muurbloempje. Ze zei nooit veel, maar haalde goede cijfers. Het waren meiden die ik nooit in het fietsenhok zag en daar leerde je elkaar toch het beste kennen. Je wist bij wie je kon bietsen of niet en tijdens het roken werd er altijd gezellig geroddeld. Ik wist dat Sarah vaak gepest werd door meiden uit de derde. Ze was niet mooi. Op haar wangen lag een waaier van kleine pukkeltjes en ze kleedde zich alsof ze uit de jaren vijftig was weggewandeld. En dan die eeuwige vlechten. Je zou ze in het museum kunnen hangen. Emmy en Irma waren vriendinnen, en volgens mij alleen omdat ze niemand anders hadden.
Bijna iedereen was blij met de groepsindeling. Berna en Heleen waren al plannen aan het maken voor de indeling van het huisje. Victor en Rik omhelsden elkaar terwijl ze door de klas sprongen. Ik zag Berna en Heleen even naar me kijken; toen ik terugkeek waren ze heel druk bezig met de plattegrond van de huisjes. Ze zouden mij vast op de wc laten slapen. Ik kreeg ineens zin om te huilen toen Victor naast me kwam zitten.
“Wattisser?” vroeg hij. Victor was echt lief. We hadden een keer met elkaar gezoend en nog iets meer dan dat, tot we erachter kwamen dat we alleen vrienden wilden zijn. We kregen geen ruzie. Ik had niet eens gehuild.
“Niks,” zei ik, terwijl ik mijn tranen wegveegde met mijn mouw. Ik schaamde me dood en liep de klas uit. Victor kwam achter me aan en legde in de hal een hand op mijn schouder. Ik draaide me om en huilde. Tegen de zwarte trui van Victor. Mijn ex. Even dacht ik dat het niet erger kon, totdat Smit de gang op kwam.
“Wat is er aan de hand?” vroeg hij, niet eens onvriendelijk.
“Niks!” Ik veegde de mascaravlekken van Victors schouder.
“Ik weet het niet,” zei Victor, “maar ik denk dat…”
“Er is niks! Echt niet,” bleef ik zeggen terwijl mijn tranen bleven stromen.
“Maar, Maria,” probeerde Victor. “Het wordt echt leuk op Texel.”
“Jajaja…” zei ik terwijl ik bij Victor en Smit wegliep.
Op het toilet bekeek ik mijn dikke ogen en de uitgelopen mascara. Ik veegde met een stukje pleepapier onder mijn ogen. Mijn wangen zagen rood en ruw. Ik wou dat ik naar huis kon, maar mijn tas stond nog in het lokaal.