Drieënveertig

Als ik geld wil halen, gebeurt er iets dat ik niet verwacht: U KUNT NOG 0 EURO OPNEMEN geeft het apparaat pinnig te kennen. Ik had van de week nog snel even gekeken naar mijn saldo. Het salaris van de boekhandel was gestort. Terwijl ik terugloop naar de Keizersgracht om via internetbankieren nog wat van mijn spaarrekening over te hevelen naar mijn gewone rekening, vraag ik me af waar het geld is gebleven. Ik heb alleen wat geshopt en gegeten met Ginger. Nu wilde ik pinnen om Desirée te betalen.

§

Online zie ik wat er aan de hand is. Ik had een keer ‘s nachts 150 euro gepind.

Wat heb ik daar dan mee gedaan? Ik heb een jurkje gekocht, bij de Bijenkorf meer dan vijfhonderd euro uitgegeven en het etentje met Ginger betaald.

Zuchtend loop ik naar mijn kamer voor mijn Random Reader en ik tik mijn pincode in. Ik maak vijfduizend euro over, dan hoef ik me voorlopig geen zorgen te maken.

Ik betaal Desirée, maak een afspraak bij de kapper voor nieuwe extensions en SMS Ginger of we samen kunnen eten die avond. Ze laat meteen weten dat haar dat erg gezellig lijkt, maar ze heeft een date met William. Dat lijkt verdorie nog serieus te worden ook.

Plotseling voel ik me alleen. Ik verlang ernaar om ‘s ochtends wakker te worden naast een man. Om zwanger te zijn en samen een meisjeskamer in te richten. Ik duw de herinneringen aan Ruurlo weg. Maar hoe meer ik probeer niet aan de notenboom te denken en aan het warme lichaam van Erik, hoe meer het gemis als een broodmes door mijn hart zaagt.

Ik doe de laptop dicht en loop weer naar buiten.

§

Ik begin iets harder te lopen als het gaat regenen en sta net op tijd in een tramhokje te wachten. Ik merk dat ik tranen in mijn ogen heb als ik in mijn ogen wrijf.

“Gaat het?” informeert een vriendelijke stem naast mij. Een man in een zwart pak geeft me zowaar een papieren zakdoekje.

“O jawel,” stamel ik. “Het gaat wel weer.”

“Het is niet altijd makkelijk hè,” zegt hij.

Ik kijk hem aan.

“Leven.”