![]() | ![]() |
De Slock blijkt inderdaad pal naast ons restaurant te zitten. Een zachte motregen daalt neer uit de hemel terwijl Mees en ik ons één pand verder haasten. Een paar diehard rokers staan buiten met een peuk, maar verder is het terras verlaten.
We begeven ons naar binnen, waar een gezellige bruine kroeg tevoorschijn komt met een lange, zigzaggende bar. Daar vinden we Alex en Karsten, die in gesprek zijn met de kastelein. Iets verderop aan de toog zitten Barry en Zafer, met naast hen een groepje dames. Op de bar staan volle shotglazen.
‘Ah, daar zijn jullie. Kom vlug zitten, ik heb de eerste ronde alvast besteld,’ zegt Barry opgetogen als hij ons ziet binnenkomen. Hij knikt opzij, naar de vrouwen. ‘Dit zijn trouwens Lara, Iris en Bernadette. Dames, dit zijn Mees en Kitty.’
‘Hoi,’ zeg ik bedeesd. Wantrouwig werp ik een blik op de shotglaasjes. Ze hebben toch niet ook voor mij besteld? Ik moet nog rijden. En met mijn depressieve gevoelens momenteel is drank ook niet het beste idee, aangezien drinken je gemoedstoestand versterkt.
‘Alsjeblieft,’ zegt hij grijnzend en duwt Mees en mij allebei een glaasje in onze handen. ‘Bottoms up!’
‘Eh, dankjewel, maar ik ben met de auto,’ zeg ik vlug, blij met het excuus, en zet het glaasje terug op de bar.
‘Een glaasje kan toch wel?’ vraagt Barry met een smekende blik.
Ik schud mijn hoofd. ‘Ik reageer niet altijd goed op sterke drank, dus laat ik dat maar niet gokken.’ Ik wend me tot de barman. ‘Mag ik een groene ijsthee, alstublieft?’
Terwijl hij een glas volschenkt, klinken achter me de shotglaasjes, gevolgd door een hoop gejoel. Ik begin me gelukkig te prijzen dat ik met eigen vervoer gekomen ben, want ik weet niet hoelang ik zin heb om hier te blijven tussen allemaal dronken figuren.
‘Nog een rondje!’ roept Zafer enthousiast. ‘Heb je een shotje met banaan of iets dergelijks?’
‘Ik kan alles maken waar je van droomt, behalve je droomvrouw,’ zegt de barman grijnzend.
Hij schenkt een nieuw rijtje shotglaasjes in. Net als de vorige ronde ook eentje voor mij. En net als bij de vorige ronde verdwijnt ook dit drankje in Barry’s keel. Die gaat lekker zo.
De drie dames laten het zich ook goed smaken en smeken de barman of de muziek wat harder mag. Een of ander R&B-nummer knalt uit de speakers en ze slepen Barry en Zafer mee.
‘Laat maar eens zien wat voor moves jullie hebben,’ zegt de vrouw met lang, blond haar. Haar naam ben ik allang vergeten.
Barry en Zafer laten zich dat geen twee keer zeggen. Enthousiast dansen ze om de drie dames heen, waarbij Zafer me verrast met zijn soepele heupen en Barry vooral met zijn niet echte ‘ik ben getrouwd en ik word vader’-houding.
‘Ik denk dat we hem even in de gaten moeten houden,’ bromt Mees naast me. ‘Claudia vergeeft het me nooit als het uit de hand loopt dit weekend.’
Dat zal de aanstaande moeder wel zijn. ‘Nee, dat denk ik ook niet,’ mompel ik. Dat lijkt me ook niet echt leuk; gun je je vent een gezellig weekend met zijn vrienden, duikt hij meteen op de eerste de beste vrouw die hij tegenkomt in een kroeg.
‘Kijk eens, nog een ronde shotjes,’ zegt Alex grijnzend en schuift de glaasjes over de bar. ‘Zuipen!’
Barry is als eerste terug en slaat zijn drankje achterover. Als Mees te kennen geeft dat hij liever een ronde skipt, gaat dat drankje erachteraan. In mijn hoofd zet ik zes streepjes. Dat gaat snel zo.
‘Ik heb zo’n vermoeden dat we hier niet zo lang gaan blijven,’ zucht Mees. ‘Volgens mij gaat die klap voor hem niet zo lang uitblijven.’
Dat vrees ik ook. Als hij voor die tijd tenminste niet hele stomme dingen gaat doen.
Ineens heb ik helemaal geen zin meer om te blijven. Van de gezellige sfeer die er eerder op de avond was, voel ik weinig meer. Voor mijn gevoel zit ik nu vooral af te wachten wat er eerst gaat gebeuren: dat Barry’s lampje uitgaat door de vele shotjes of dat hij een ongepaste move maakt naar één van die wulpse vrouwen.
Als Karsten ook een rondje shotjes haalt en Barry er opnieuw twee achteroverslaat, gaat het ineens hard. Hij staat minder vast op zijn benen en valt een paar keer tegen de vrouw met het lange blonde haar aan. Zij lijkt het vooral grappig te vinden, vooral als hij zichzelf staande weet te houden door haar borsten te grijpen.
‘Yep, tijd om te gaan,’ zegt Mees beslist tegen mij en staat op van zijn kruk. ‘Alex, Karsten, zullen we die anderen meeslepen naar het huisje? Volgens mij is het wel mooi geweest zo.’
‘Nu al?’ vraagt Karsten teleurgesteld. ‘Ik heb het eigenlijk nog wel naar mijn zin.’
Alex zegt niets, maar kijkt alsof hij liever ook nog wat langer blijft. Mees zucht en mompelt tegen mij: ‘Alex is de bob en de afspraak is dat hij kiest wanneer we terugrijden.’
Zijn blik flitst terug naar de dansvloer en ik draai me om. Barry is inmiddels begonnen om tegen de blondine aan te rijden. Het kan nooit lang meer duren voordat dit echt verkeerd gaat.
Ik wacht niet af wat Mees doet, maar stap op de aanstaande vader af.
‘Wat denk je ervan, paps?’ vraag ik. ‘Volgens mij heb je genoeg gehad voor vanavond. Zullen we naar huis gaan voor je je huwelijk schade toebrengt?’
De blonde vrouw doet verschrikt een stapje naar achteren. ‘Is hij getrouwd?’ vraagt ze vol afschuw.
‘En hij wordt vader,’ voeg ik daaraan toe.
Ze zegt niets, maar haar afkeurende blik zegt genoeg.
‘Maar het is nog zo ges...selliggg,’ zegt Barry met dubbele tong. ‘Waarom doe je niet mee?’
Hij slingert een arm om mijn nek en probeert me te laten dansen, maar het voelt vooral alsof er een juk op mijn schouders terecht is gekomen. Man, wat is hij zwaar!
‘Dat is genoeg, Barry,’ zegt Mees resoluut. ‘Zo te zien vindt Kitty dat niet zo prettig.’ Hij pakt de arm van zijn vriend en bevrijdt me van de onderdrukking. Meteen probeert Barry weer met de dames te dansen.
Arme Claudia... ‘Zal ik je anders even afzetten bij je huisje?’ stel ik voor, voordat ik mezelf kan tegenhouden.
‘Jij?’ vraagt Barry verrast.
Ik knik twijfelend en hoop dat ik nu geen stomme vergissing bega. Als hij maar niet mijn hele auto onderkotst. Of op me gaat leunen onderweg.
‘Ja. Dan kunnen je vrienden nog even blijven, maar dan kan jij vast lekker je bed in kruipen.’ En dan kan je tenminste niet iets stoms doen. ‘Het is nog niet zo laat; misschien wil je Claudia nog even appen. Dat zal ze vast fijn vinden.’
Het noemen van haar naam is als een toverspreuk. Er trekt een glimlach over zijn gezicht en hij kijkt me dromerig aan. ‘Die vrouw is geweldig,’ zegt hij. ‘Ik weet nog steeds niet wat ze in me ziet.’
‘Zal ik je afzetten?’ herhaal ik mijn vraag. ‘Ik wilde toch net teruggaan naar mijn huisje.’
‘Ik ga met jullie mee,’ zegt Mees. ‘Ik heb het hier ook wel gezien.’
Ik weet niet goed of ik opgelucht ben bij zijn woorden of dat ik afschuw voel. Het is fijn dat ik straks niet alleen ben met een ladderzatte Barry, maar aan de andere kant... Het lijkt de afgelopen dagen wel alsof ik niet van hem af kan komen. Toegegeven, de afgelopen twee dagen heb ik mijn irritante collega wel van een heel andere kant gezien. Een kant waarvan ik niet verwacht had dat hij deze bezat.
‘Oké dan,’ geeft Barry zich gewonnen. Zijn woorden trekken me uit mijn gedachten en ik adem opgelucht uit. Ik heb in elk geval een huwelijk gered vanavond.
Mijn geduld wordt flink op de proef gesteld tijdens de terugweg naar De Cocksdorp. De shotjes zijn zo ingeslagen, dat we Barry moeten ondersteunen op weg naar de auto en eenmaal in de Polo valt hij als een blok in slaap. Ik hoop maar dat het betekent dat hij in elk geval niet gaat overgeven.
Mees zit zwijgzaam naast me. Ik ben inmiddels zo moe, dat ik ook geen energie meer heb om een gesprek te beginnen. In plaats daarvan zet ik mijn rustige afspeellijst opnieuw aan en draai het volume wat hoger.
‘Hmmm,’ zegt Mees. Zijn ogen zijn genietend gesloten. ‘Eigenlijk is dit best fijne muziek. Het is alsof ik mijn hersenen zich voel ontspannen.’
Ik glimlach. ‘Dat is ook waarom ik dit zo graag luister momenteel.’ Mijn mond spert zich zo wijd open voor een gaap, dat mijn ogen ervan tranen.
‘Je bent echt moe, of niet?’ vraagt hij bezorgd.
Ik knik. ‘Ik ben kapot. Maar ik vond het wel een gezellige avond.’
Vlak voor De Cocksdorp is de ingang naar hun vakantiepark. Mees blijkt het pasje voor de slagboom bij zich te hebben. ‘Rij maar verder als je wilt,’ zegt hij. ‘Dan ga ik straks met jou wel mee terug naar de ingang om je eruit te laten. Ik weet niet of hij dat hele stuk nog trekt om te lopen.’
Dat betwijfel ik ook, dus ik volg zijn instructies op door de doolhof tussen de verschillende huisjes. Bij een achtpersoonshuisje kom ik uiteindelijk tot stilstand en zet de motor uit.
‘Barry, wakker worden. We zijn er!’
Uiteraard denkt Barry daar heel anders over; die vindt mijn auto wel een fijne slaapplek. Wanhopig kijk ik naar de bult mens op mijn achterbank. Die ga ik nooit naar buiten krijgen en ik betwijfel of Mees wel is opgewassen tegen die taak.
Ik stap uit en trek het achterportier open. Barry snurkt oorverdovend en is zo te zien diep in slaap. Mees komt naast me staan en neemt de situatie in ogenschouw.
‘Hij zal wel mee moeten werken, want ik ga hem zo nooit naar binnen krijgen,’ moppert hij en hij port zijn vriend net zolang in zijn zij totdat die wakker schrikt.
‘Kom op, luiwammes,’ zegt Mees plagend. ‘Je moet eruit.’
‘Wat?’ Slaapdronken kijkt Barry naar buiten. Hij is nog maar amper wakker, of zijn gezicht vertrekt.
‘O hemel, volgens mij moet hij kotsen,’ zeg ik verstikt.
Mees grijpt Barry’s hand en sleurt hem de auto uit. Net op tijd, want zijn vriend leegt zijn maag net over de drempel in het gras.
‘Ik voel me niet zo goed,’ mompelt Barry.
‘Nee, dat dachten we al,’ zegt Mees. ‘Ga je mee naar binnen?’
Hij kijkt me smekend aan. ‘Loop je even mee? Dan zorg ik eerst dat hij in zijn bed ligt.’
Eigenlijk wil ik echt graag naar huis. De vermoeidheid heeft zich tot in mijn beenderen genesteld en ik zit tegen huilen aan. Maar ik kan moeilijk van Mees verwachten dat hij zijn vriend zo achterlaat in de tuin om mij terug te begeleiden naar de ingang van het park. Dus ik knik. ‘Is goed.’
Ik gooi het achterportier dicht en zet de auto op slot. Mees heeft de voordeur van het huisje inmiddels opengemaakt en helpt Barry naar binnen. Hun stommelende voetstappen verdwijnen meteen via de trap naar boven. Besluiteloos blijf ik staan in het halletje. Zou Mees meteen naar beneden komen?
Boven klinkt gebonk en de lallende stem van Barry schalt er bovenuit. Zo te horen gaat het naar bed brengen nog niet helemaal zonder slag of stoot.
Zuchtend sluit ik de deur en loop naar de woonkamer. Ik kan net zo goed even op de bank wachten.
Ik ga zitten en nestel me in de kussens. Hmmm, het is hier lekker warm. En de kussens liggen fijn. Mijn ogen doen pijn van moeheid en heel even sluit ik mijn oogleden om ze wat verlichting te bieden. Zie, nu weer open. Ik ga niet slapen.
Maar ze vallen opnieuw dicht en voor ik het weet, ben ik vertrokken.
***
Als ik de volgende morgen wakker word, rek ik me genietend uit. Ik heb zin in vandaag, want er staat een uitstapje naar het natuurcentrum Ecomare op de planning. Maar dan open ik mijn ogen en weet ik niet waar ik ben. Ik lig in een bed, zoals ik verwachtte, maar in een kamer die ik nog nooit eerder heb gezien en ik heb geen idee meer hoe ik daar gekomen ben.
Ik verstijf over mijn hele lichaam als achter me een geluid klinkt. O mijn... Was dat nu een zacht gesnurk? Dat betekent dat ik niet alleen in dit bed lig. Dat betekent...
Tergend langzaam draai ik me op mijn andere zij. Mijn adem bevriest als ik de andere helft van het tweepersoonsbed zie. Er ligt inderdaad iemand. Een man. Met bruin haar en een kort baardje. Nee! Hoe ben ik bij mijn collega in bed terechtgekomen? Is er iets gebeurd?
Mijn handen glijden naar beneden en raken blote huid. In paniek tast ik verder en adem opgelucht uit als ik constateer dat ik in elk geval nog een T-shirt en mijn slipje draag. Mijn spijkerbroek, trui en sokken zijn verdwenen.
Paniek giert opnieuw door me heen. Wie heeft dat bij me uitgetrokken? Waarom lig ik hier, in bed bij Mees? Dit had nooit mogen gebeuren! Ik had nooit...
Op dat moment besef ik dat Mees niet langer slaapt. Zijn ijsblauwe ogen staren me klaarwakker aan.