Bibliografie

PRIMAIRE BIBLIOGRAFIE

==

Zie ook Herman Erinkveld en Walter van de Laar, Albert Alberts, een eerste poging tot een volledige beschrijving van leven en werk, Nijmegen 1979 (doctoraalscriptie); Walter van de Laar en Henk Jansen, ‘A. Alberts’. In: Kritisch Literatuur Lexicon, Alphen aan den Rijn, mei 1982, augustus 1986 en november 2007; Jozien Moerbeek en Aloys van den Berk, A. Alberts-Bibliografie. In: Bzzlletin, jrg. 11, nr. 106, mei 1983, p. 5361 (Alberts-nummer); www.hjansen.info (Alberts- en Friedericy-website); Gillis Dorleijn en Mirjam van Hengel (bezorging), Verzameld werk 3. Memoires en beschouwingen (met woordenlijst, verantwoording en bibliografie). Amsterdam 2005, p. 594603.

==

1. AFZONDERLIJK VERSCHENEN WERKEN

Baud en Thorbecke, 18471851. Utrecht 1939.

De eilanden, Amsterdam 1952.

De bomen, Amsterdam 1953.

Namen noemen. Zo maar wat ongewone en openhartige herinneringen aan het leven in een verloren paradijs, dat Nederlands-Indië heette, 19391947, Amsterdam 1962 (tweede, gewijzigde druk onder de titel In en uit het paradijs getild. Amsterdam 1975).

Wilhelmina, Koningin der Nederlanden, Vorstin in oorlog en vrede, ’s-Gravenhage 1963.

De Franse slag. Zo maar wat ongewone en openhartige herinneringen van een Nederlander in Franse Staatsdienst, 19371939, Amsterdam 1963 (tweede, gewijzigde druk onder de titel Aan Frankrijk uitgeleverd. Amsterdam 1975; derde druk: Aan Frankrijk uitgeleend. Amsterdam 1995).

Koning Willem III. ’s-Gravenhage 1964.

Koning Willem II. ’s-Gravenhage 1964.

Johan Rudolf Thorbecke, ’s-Gravenhage1965.

In de tijd gezet. Gedenkboek, uitgegeven t.g.v. het 100-jarig bestaan van de oudste vakbond van ons land, de Algemene Nederlandse Grafische Bond. Amsterdam 1966.

Nederland tussen verleden en toekomst. Foto’s Cas Oorthuys. Amsterdam/Antwerpen 1966.

Laten we vrede sluiten. De merkwaardige voorgeschiedenis van de Vrede van Breda, Amsterdam 1967.

Het einde van een verhouding. Indonesië en Nederland tussen 1945 en 1963. Alphen aan den Rijn 1968.

Een eeuw in beweging (met H. Barlevink). Uitgegeven t.g.v. het 100-jarig bestaan van de Koninklijke Machine-fabriek Stork N.V. Hengelo, Hengelo en Nijmegen 1968.

Semper mare navigandum. De zee moet steeds bevaren worden. Uitgegeven t.g.v. het 100-jarig bestaan van de N.V. Stoombootmaatschappij Nederland. Amsterdam 1970.

Futatsu no kuni. Nihon to Orlando [=Twee landen, Japan en Nederland]. Geschreven in opdracht van het ministerie van Buitenlandse Zaken t.g.v. de Wereldtentoonstelling in Osaka. Osaka 1970 (vertaling M. Vos).

De Plantage als sieraad van de Amstel. Uitgegeven t.g.v. het 100-jarig bestaan van drukkerij Kampert en Helm. Amsterdam 1972.

De huzaren van Castricum. Een geschiedenis van de Nederlandse Republiek van 1780 tot 1800. Amsterdam 1973.

Leven op de rand. Uit de geschiedenis van Apeldoorn. ’s-Gravenhage 1973.

De vergaderzaal. Amsterdam 1974.

De Hollanders komen ons vermoorden. De scheiding tussen Noord- en Zuid-Nederland 15851648. Amsterdam 1975.

Haast hebben in september. Amsterdam 1975.

Een camera vol stilte. Nederland in het begin van de fotografie 18391875 (met Jan Coppens). Amsterdam 1976.

Een koning die van geen nee wil horen. De Europese ambities van Lodewijk XIV 16381715. Amsterdam 1976.

Per mailboot naar de Oost. Reizen met de Lloyd en de Nederlanden tussen 1920 en 1940. Bussum 1979.

De honden jagen niet meer. Amsterdam 1979.

Maar geel en glanzend blijft het goud. Amsterdam 1981.

Het zand voor de kust van Aveiro. Amsterdam 1982.

De Utrechtse herinneringen van A. Alberts. Amsterdam 1983.

De zilveren kogel. Amsterdam 1984.

Geerten Gossaert. Het ambacht en de liefde. Oosterhesselen 1986.

Inleiding tot de kennis van de ambtenaar. Amsterdam 1986.

Een venster op het Buitenhof. Amsterdam 1987.

Op deze plek heeft een gedicht gestaan. Utrecht-Antwerpen 1989.

Een kolonie is ook maar een mens. Amsterdam 1989.

Op weg naar het zoveelste Reich. Amsterdam 1990.

De daken. Woubrugge 1991.

De vrouw met de parasol. Amsterdam 1991.

Een tocht naar Keureutòe. Atjeh 1910. Oosterhesselen 1992.

Libretto voor een gewezen koningin. Een keuze uit eigen werk. Amsterdam 1992.

Achter de horizon. Nijmegen 1992.

Twee jaargetijden minder. Amsterdam 1992.

De klant uit het hiervoormaals. Belevenissen van P.W. Iwolgin. Oosterhesselen 1995.

Gillis Dorleijn en Mirjam van Hengel (bezorging), Verzameld werk. Amsterdam 2005:

Deel 1. Romans en verhalen (De eilanden, De bomen, De vergaderzaal, Haast hebben in september, De honden jagen niet meer, Maar geel en glanzend blijft het goud, Het zand voor de kust van Aveiro, De zilveren kogel, Een venster op het Buitenhof, De vrouw met de parasol);

Deel 2. Historische vertellingen en verspreid werk (De huzaren van Castricum, De Hollanders komen ons vermoorden, Een koning die van geen nee wil horen, tijdschriftpublicaties, selectie uit De Groene Amsterdammer, losse bijdragen);

Deel 3. Memoires en beschouwingen (In en uit het paradijs getild, Aan Frankrijk uitgeleend, De Utrechtse herinneringen van A. Alberts, Inleiding tot de kennis van de ambtenaar, Een kolonie is ook maar een mens, Op weg naar het zoveelste Reich, Twee jaargetijden minder, Woordenlijst, Verantwoording, Bibiografie).

==

2. VERTALINGEN

Raymond Postgate, 1848. De geschiedenis van een bewogen jaar. Amsterdam 1956 (en bewerking, met F. Kool).

Régine Pernoud, De glans der Middeleeuwen. Utrecht/Antwerpen 1956.

Guy Chapman, De zaak Dreyfus. Utrecht/Antwerpen 1957 (en bewerking).

Abel Lefranc, Het dagelijks leven in de Renaissance. Utrecht/Antwerpen 1957.

Robert L. Heilbroner, De wereld jaagt naar geld. Amsterdam 1957.

Hilaire Pierre Belloc, Marie Antoinette. Utrecht/Antwerpen 1959.

Albert von Haller, De nieuwe wereld van de Afrikaan. Amsterdam 1961.

Vance Packard, De afvalmakers. Amsterdam 1962.

Vance Packard, Het menselijke in het dier. Amsterdam 1962.

Barbara W. Tuchman, De kanonnen van augustus. Amsterdam 1962.

Kanada (pseudoniem), Nehroe. ’s-Gravenhage 1963.

Vance Packard, De piramidebeklimmers. Amsterdam 1963.

André Marois, Napoleon. ’s-Gravenhage 1964 (en inleiding).

F.E. Halliday, Geïllustreerde geschiedenis van Engeland. ’s-Gravenhage 1966.

Rafaël Sabatini, Sabatini Omnibus. Kapitein Bloed. De zwarte zwaan. De huid van de beer. ’s-Gravenhage 1966 (en redactie en bewerking).

Maria Sibylla Merian, Het nieuwe bloemenboek. ’s-Gravenhage 1966.

Denis Diderot, De non. ’s-Gravenhage 1967.

Samuel Pepys, Dagboek van een levensgenieter, 16601669. Amsterdam 1967 (en bewerking).

Andrew Sinclair, Geïllustreerde geschiedenis van Amerika. ’s-Gravenhage 1968.

C.R. Boxer, Jan Compagnie in oorlog en vrede. Beknopte geschiedenis van de VOC. Bussum 1977.

Edgar Allan Poe, Het reisverhaal van Arthur Gordon Pym. Bussum 1978.

Daniel Defoe, De avonturen van kapitein Singleton. Bussum 1979.

Frederick Marryat, Jonker Wijsgeer. De avonturen van Mr. Midshipman Easy. Bussum 1979.

==

3. BEWERKINGEN

Cd. Busken Huet, Het land van Rembrandt. Studiën over de Noordnederlandse beschaving in de zeventiende eeuw. ’s-Gravenhage 1965 (en inleiding).

Jacob van Lennep, Elisabeth Musch. Amsterdam 1968 (en inleiding).

==

4. LOSSE BIJDRAGEN

‘Schuld en ereschuld: Nederland en Indië van ca. 1880 tot 1980’ (A. Alberts en J.M. Pluvier). In: Van liberaal naar sociaal getij: 18851914. Algemene geschiedenis der Nederlanden, deel 11, Zeist-Antwerpen 1956, p. 317332.

‘De onbekende maarschalk’. In: Moderne Nederlandse verhalen (samenst. C.J. Kelk), Utrecht 1959, p. 1420 (eerder in De Groene Amsterdammer, 24 december 1955, later in Barbarber, nr. 83, 1970, p. 25, 2831 en Haast hebben in september).

‘De auto van de zusters’. In: Kinderen van ons eigen volk: plant hen in uw hart (bijdragen van J.H. Kraak (et al.)). ’s Gravenhage 1959, p. 120-135 (eerder in De Groene Amsterdammer, 21 december 1957; later, herzien, in Namen noemen).

‘Het koningssprookje’. In: Jan van Hillo (samenst.) Juliana, Koningin der Nederlanden 19481973. Achter de schermen van de NOS-documentaire. Leiden/Apeldoorn 1973, p. 155165.

Willem van Oranje, Apologie of verantwoording van de prins van Oranje, 1581. Gevolgd door het Plakkaat van Verlating, 1581. (bewerking drs. J.E. Verlaan; historische indelingen en aantekeningen Dr. A. Alberts). Nieuwkoop 1980.

C.L.M. Bijl de Vroe, Rondom de Buitenzorgse troon. Indisch dagboek 19141919, Haarlem 1980 (woord vooraf).

‘Willem I’, ‘Willem II’, ‘Willem III’, ‘Wilhelmina’. In: Graven, stadhouders, koningen red. Jan van Herpen), Zutphen 1982, p. 5663.

‘Ephraim Mackellar’. In: Het favoriete personage van vijfenzeventig Nederlandse schrijvers, dichters en uitgevers van A. Alberts tot Ad Zuiderent (samenstelling en woord vooraf Carel Peeters en Doeschka Meijsing, Amsterdam 1983, p. 9.

‘Tien jaar eerder’. In: Er is niets poëtischer dan de waarheid: schrijvers over Multatuli. Amsterdam 1986, p. 7881.

‘Reorganisatie in de verte’. In: Op deze plek heeft een gedicht gestaan. Utrecht 1988, p. 1114.

‘Blaricum, dorp in drieën’. Noord-Holland in proza, poëzie en prenten. Haarlem 1993.

‘Geert lacht niet, Geert lacht’. In: Geert van Oorschot, Brieven van een uitgever, Amsterdam 1995.

‘Dankwoord’. In: Dankwoord bij de uitreiking van de P.C. Hooft-prijs 1995 uitgesproken in het Letterkundig Museum te ’s-Gravenhage op 22 mei 1995, p. 56. Amsterdam 1995.

==

5. TIJDSCHRIFT- EN KRANTENPUBLICATIES

Zie ook Herman Erinkveld en Walter van de Laar, Albert Alberts, Nijmegen 1979 voor een uitgebreidere maar onvolledige bibliografie van Groene-artikelen tussen 1951 en 1961; Verzameld werk 2. Historische vertellingen en verspreid werk, p. 539841. In het Letterkundig Museum bevinden zich alle gesigneerde en ongesigneerde Groene-artikelen vanaf 1953 tot en met 1958. De meeste essays, artikelen en verhalen die hieronder vermeld staan komen in de biografie aan de orde (een volledige weergave van alle Alberts-bijdragen aan De Groene is niet nagestreefd).

‘Alarmsein Pasoendan’. In: De Groene Amsterdammer, 31 mei 1947 (ongesigneerd).

‘Herhaalt de geschiedenis zich?’. In: De Groene Amsterdammer, 30 augustus 1947 (ongesigneerd).

‘Het raadsel van de dertiende maart’. In: De Groene Amsterdammer, 13 maart 1948.

‘Herleeft feodalisme op Java?’. In: De Groene Amsterdammer, 3 april 1948 (gesigneerd met A.A.).

‘De veertiende juli’. In: De Groene Amsterdammer, 10 juli 1948.

‘Batavia contra Den Haag’. In: De Groene Amsterdammer, 10 juli 1948.

‘De ontmaskering te Batavia’. In: De Groene Amsterdammer, 11 september 1948 (ongesigneerd).

‘Indonesië – wat nu?’. In: De Groene Amsterdammer, kerstnummer 1948.

‘Slotgebaar in Indonesië’. In: De Groene Amsterdammer, 19 februari 1949.

‘Roem voor Van Royen’. In: De Groene Amsterdammer, 14 mei 1949.

‘De stand van de Indonesische kwestie’. In: De Groene Amsterdammer, 16 juli 1949.

‘Batavia en Djakarta’. In: Libertinage, jrg. 2, nr. 4, augustus-september 1949, p. 298308 (verhaal).

‘Zo is het leven... rond een Madoerees graf’. In: De Groene Amsterdammer, 22 oktober 1949 (memoires).

‘Afscheid van Nederlandsch-Indië’. In: De Groene Amsterdammer, kerstnummer 1949.

‘Soekarno, staatshoofd van Nederlands souvereine wederhelft’. In: De Groene Amsterdammer, 31 december 1949 (ongesigneerd).

‘Valuta Merdeka’. In: De Groene Amsterdammer, 18 maart 1950.

‘De jacht’. In: Libertinage, jrg. 3, nr. 3, mei-juni 1950, p. 161180.

‘Indonesië, Europa en de Moerdijk’. In: Libertinage, jrg. 3, nr. 3, mei-juni 1950, p. 228231.

‘Groen’. In: Libertinage, jrg. 3, nr. 4, juli-augustus 1950, p. 241262.

‘De Parisienne en het Marshall-plan’. In: De Groene Amsterdammer, 11 november 1950 (verhaal gesigneerd met A.).

‘Een onbekend eiland. Herinnering aan de Japanse aanval’. In: De Groene Amsterdammer, 9 december 1950 (memoires).

‘Het einde van een oorlog. Soerabaja 17 maart 1942’. In: De Groene Amsterdammer, 3 maart 1951 (memoires).

‘De mens’. In: De Nieuwe Stem, jrg. 6, nr. 3, maart 1951, p. 169175.

‘De eieren en het rek. De verantwoordelijkheid van P. S. Gerbrandy’. In: De Groene Amsterdammer, 18 augustus 1951.

‘Weer en wind op Tristan da Cunha. Napoleon en het meisje van Kelso’. In: De Groene Amsterdammer, 1 september 1951 (verhaal).

‘Onze Lieve Vrouwe van de zeven bochten’. In: De Groene Amsterdammer, 29 september 1951 (verhaal).

‘Het wandelend bos van Mba’mbawango’. In: De Groene Amsterdammer, 19 januari 1952 (verhaal).

‘Een avond met Frederik’. In: De Nieuwe Stem, jrg. 7, nr. 3, maart 1952, p. 149159 (verhaal).

‘Het feest van de jongere dochter’. In: De Groene Amsterdammer, 23 mei 1953.

‘Utrecht’s Dom is een fabrieksproduct’. In: De Groene Amsterdammer, 25 juli 1953.

‘De Fransen staken’. In: De Groene Amsterdammer, 22 augustus 1953.

‘De stakingen der vacantie’. In: De Groene Amsterdammer, 29 augustus 1953.

‘Mohammad Hatta. Vicepresident van de Republik Indonesia’. In: De Groene Amsterdammer, 26 september 1953.

‘De koning uit de Blauwbaardskamer’. In: De Groene Amsterdammer, 24 december 1953 (geschrapt hoofdstuk uit De bomen).

‘Kind van een levende geest’. In: De Groene Amsterdammer, 2 januari 1954.

Andries Bestebloem (ps. van A. Alberts), ‘Volgt mijn spoor terug’. In: De Groene Amsterdammer, 2 januari 1954 (‘Brieven uit IJdijke’-column).

Andries Bestebloem, ‘Raad der rederijkers’. In: De Groene Amsterdammer, 9 januari 1954.

Andries Bestebloem, ‘Kiezen om te kiezen’. In: De Groene Amsterdammer, 16 januari 1954.

‘Een welvaartsplan voor Indonesië’. In: De Groene Amsterdammer, 16 januari 1954.

Andries Bestebloem, ‘Zij, die als Keizerin’. In: De Groene Amsterdammer, 23 januari 1954.

Andries Bestebloem, ‘De vreze der pleinen’. In: De Groene Amsterdammer, 30 januari 1954.

‘De oude Scheveningse weg’. In: De Groene Amsterdammer, 30 januari 1954 (verhaal).

Andries Bestebloem, ‘Zwijgt Domwijk!’ In: De Groene Amsterdammer, 20 februari 1954.

‘Menigte en menselijkheid. De Februaristaking van 1941’. In: De Groene Amsterdammer, 20 februari 1954.

Andries Bestebloem, ‘De lust van lof’. In: De Groene Amsterdammer, 27 februari 1954.

Andries Bestebloem, ‘Een hoed vol pruimen’. In: De Groene Amsterdammer, 6 maart 1954.

Andries Bestebloem, ‘Lof van de hoofdstad’. In: De Groene Amsterdammer, 13 maart 1954.

Andries Bestebloem, ‘Veel te veel treinen’. In; De Groene Amsterdammer, 27 maart 1954.

Andries Bestebloem, ‘Besloten loftuiting’. In: De Groene Amsterdammer, 3 april 1954.

‘...Natuur...’. In: De Groene Amsterdammer, 17 april 1954.

Andries Bestebloem, ‘De provincie is de stad’. In: De Groene Amsterdammer, 1 mei 1954.

Andries Bestebloem, ‘Verkeer in eeuwen’. In: De Groene Amsterdammer, 15 mei 1954.

Andries Bestebloem, ‘Fatamorgana’. In: De Groene Amsterdammer, 22 mei 1954 (laatste ‘Brieven uit IJdijke’-column).

‘Les amis du plein air’. In: De Groene Amsterdammer, 17 augustus 1954 (verhaal).

‘Tegen broeders palmhouten pruik. Wolff en Deken 18041954’. In: De Groene Amsterdammer, 20 november 1954.

‘Tussen het licht en het donker’. In: De Groene Amsterdammer, 27 november 1954.

‘De Jaarbeurs in de kinderschoenen: 1919 – Utrecht versus Amsterdam’. In: De Groene Amsterdammer, 2 april 1955.

‘Tien jaar na de bevrijding. Een opinie-onderzoek in 1823’. In: De Groene Amsterdammer, 30 april 1955.

‘Het avontuur van een boom. De kinabast reist door de wereld’. In: De Groene Amsterdammer, 14 mei 1955 (gesigneerd met A.).

‘De gevangenen in Indonesië’. In: De Groene Amsterdammer, 25 juni 1955.

‘Huzaren, acteurs en Oranjeklanten’. In: De Groene Amsterdammer, 30 juli 1955.

‘De stemmen, de zee en de vissen’. In: De Groene Amsterdammer, 24 september 1955 (memoires).

‘In Utrecht woont altijd wel een professor’. In: De Groene Amsterdammer, 23 juli 1955 (memoires).

‘Als ’t Zondag is en heel mooi weer’. In: De Groene Amsterdammer, 13 augustus 1955.

‘De Gezagvoerder’. In: De Groene Amsterdammer, 8 oktober 1955 (verhaal).

‘Het hart van de stad’. In: De Groene Amsterdammer, 8 oktober 1955 (verhaal).

‘Van Spitsuur naar Pampus. Een dagje verkeer in Amsterdam’. In: De Groene Amsterdammer, 12 november 1955.

‘Vertrouwen voor landgenoten’. In: De Groene Amsterdammer, 26 november 1955.

‘Dat leger van overwinnaars’. In: De Groene Amsterdammer, 3 december 1955.

‘Dom en onfatsoenlijk’. In: De Groene Amsterdammer, 17 december 1955.

‘Klaar voor de engelen’. In: De Groene Amsterdammer, 4 februari 1956 (over H.L. Mencken).

‘Op het allerlaagste niveau. Een Nederlands-Indonesische onderhandeling in 1946’. In: De Groene Amsterdammer, 11 februari 1956.

‘Debet en credit. Honderdvijftig jaar Nederland-Indonesië’. In: De Groene Amsterdammer, 25 februari 1956.

‘De integratie van ons mensen’. In: De Groene Amsterdammer, 24 maart 1956 (over William Faulkner).

‘Het fatsoen van de dichter’. In: De Groene Amsterdammer, 19 mei 1956 (over A. Roland Holst).

‘’Gefascineerd door Nieuw-Guinea’. In: De Groene Amsterdammer, 30 juni 1956.

‘Geen abdicatie’. In: De Groene Amsterdammer, 1 september 1956.

‘Een boom in het bos’. In: De Groene Amsterdammer, 8 september 1956.

‘De herfst van het heimwee’. In: De Groene Amsterdammer, 13 oktober 1956.

‘Op 1500 meter afstand van de wereldstad’. In: De Groene Amsterdammer, 1 december 1956 (herdrukt in: Rob Hartmans, Trinette Koomen en Xandra Schutte, Houd op, gij daar met uw houweel en andere verhalen uit De Groene Amsterdammer over veranderend Nederland, Amsterdam 2011, p. 7885).

‘De daken’. In: De Gids, jrg. 120, juli 1957, p. 5053.

‘Indonesië en de mensen’. In: De Groene Amsterdammer, 7 december 1957.

‘Een stedebouwer van Parijs, Georges, Baron Hausmann’. In: De Groene Amsterdammer, 8 maart 1958

‘Begraven met hun plezier’. In: De Groene Amsterdammer, 9 augustus 1958.

‘Professor Gerretson en Geerten Gossaert’. In: De Gids, jrg. 125, nr. 11, november 1958, p. 269273.

‘De pen en het zwaard’. In: De Groene Amsterdammer, 15 november 1958 (over Jonathan Swift).

‘De eenzaamheid der Oranjes’. In: De Groene Amsterdammer, 14 februari 1959.

‘De goede week en de cavaleristen’. In: De Groene Amsterdammer, 28 maart 1959.

‘Overgrootvader koning Willem II’. In: De Groene Amsterdammer, 24 april 1959.

‘De gast van heinde en verre’. In: De Groene Amsterdammer, 30 mei 1959.

‘Fruin en de partijen in de Republiek’. In: De Groene Amsterdammer, 29 augustus 1959.

‘Ligt het mes al op tafel? De Europese economische organisatie’. In: De Groene Amsterdammer, 23 januari 1960.

‘Kunnen detectives nog iets doen?’. In: De Groene Amsterdammer, 18 februari 1960.

‘Het pocketboek van de toekomst of de toekomst van het pocketboek?’. In: De Groene Amsterdammer, 19 maart 1960.

‘Ons Goudeneeuwse leven van alledag bezien vanuit Franse ogen’. In: De Groene Amsterdammer, 16 april 1960.

‘Friesland, o Friesland. Steden, dorpen en dijken in de Greidhoek’. In: De Groene Amsterdammer, 23 april 1960.

‘Multatuli, de man van Menado’. In: De Groene Amsterdammer, 14 mei 1960.

‘De steeds veranderende verhouding tussen studenten en politiek’. In: De Groene Amsterdammer, 4 juni 1960.

‘Wat Friese gleiers bakken. Aardenwerktentoonstelling in Makkum’. In: De Groene Amsterdammer, 11 juni 1960.

‘De bevrijding van de Hollanders. Indonesië augustus 1945’. In: De Groene Amsterdammer, 20 augustus 1960.

‘Broeder Willem, een monnik uit Ter Apel’. In: De Groene Amsterdammer, 24 december 1960.

‘Raad voor Nieuw-Guinea’. In: De Groene Amsterdammer, 8 april 1961.

‘De Métro van Bienvenüe’. In: De Groene Amsterdammer, 5 augustus 1961.

‘Monna Paola, het meer en de liefde’. In: Bouquet, nr. 16, 1961, p. 1419 (herdrukt in Tirade, jrg. 44, nr. 387, december 2000, p. 434436).

‘Een knorrige keizer op Kerstmis’. In: De Groene Amsterdammer, 23 december 1961.

‘Onze Europese familie’. In: De Groene Amsterdammer, 6 januari 1962.

‘De kamer zonder deuren’. In: De Groene Amsterdammer, 20 januari 1962 (verhaal; eerder als ‘Cádiz’ in De Gids, jrg. 120, nr. 3, maart 1957, p. 145149; later in Haast hebben in september).

‘Bewoners van wagens van A tot Z. Omdat ze een huis op wielen willen hebben’. In: De Groene Amsterdammer, 21 april 1962.

‘In memoriam William Faulkner’. In: De Groene Amsterdammer, 14 juli 1962.

‘Vaarwel Nieuw-Guinea’. In: De Groene Amsterdammer, 4 augustus 1962.

‘Eugène en de tuin van zijn oom’. In: Bouquet, nr. 18, 1962, p. 49 (herdrukt in Tirade, jrg. 44, nr. 387, december 2000, p. 430433).

‘In de schaduw van het bekende’. In: De Groene Amsterdammer, kerstnummer 1962.

‘Tussen schouwburg en bank. Weteringschans en omgeving’. In: De Groene Amsterdammer, 23 november 1963.

1813: Het verzet tegen een bondgenootschap’. In: De Groene Amsterdammer, 30 november 1963.

‘De herdenking van een mislukking’. In: De Groene Amsterdammer, 14 december 1963.

‘De zilveren kogel van James Graham Claverhouse’. In: De Groene Amsterdammer, 28 december 1963.

‘Het kind in Indië’. In: De Groene Amsterdammer, 9 mei 1964.

‘De man die de trap niet af kwam’. In: De Groene Amsterdammer, 12 september 1964 (verhaal).

‘Lachend Paapje op ’t proscenium. Een oude voorstelling van Ubu Roi’. In: De Groene Amsterdammer, 31 oktober 1964.

‘Tweehonderd verdoemden en Notre Dame de Chartres’. In: De Groene Amsterdammer, kerstnummer 1964.

‘O Wildernis. Het zeer bijzondere innerlijk leven van de huursoldaat’. In: De Groene Amsterdammer, 23 januari 1965.

‘Het wonder van het argeloos gewone’. In: De Groene Amsterdammer, 27 maart 1965 (over Leo Vroman).

‘Via de Overtoom naar het honderdjarig Vondelpark’. In: De Groene Amsterdammer, 10 april 1965.

19451940 of het verloren gaan van een terugkerende zoon’. In: De Groene Amsterdammer, 1 mei 1965 (herdrukt in Haast hebben in september).

‘Als een paus in ballingschap’. In: De Groene Amsterdammer, 5 juni 1965 (in memoriam H.J. van Mook).

‘Ik wil nog 1000 jaar leren. De geboorte van de Indonesische republiek’. In: De Groene Amsterdammer, 14 augustus 1965.

‘Ik brand ligt voor de Pruis zijn nigt’. In: De Groene Amsterdammer, kerstnummer 1965.

‘Te haastig voor de historie. Napoleon Bonaparte na 200 jaar’. In: De Groene Amsterdammer, 16 augustus 1969.

‘Het mooiste verhaal’. In: De Groene Amsterdammer, 12 december 1970 (in memoriam Rients Dijkstra).

‘Met Anton Koolhaas op avontuur’. In: De Groene Amsterdammer, 21 november 1972.

‘Een lastpak naar het zuiden’. In: Tirade, jrg. 20, nr. nr. 214, april 1976, p. 242256 (herdrukt in Libretto voor een gewezen koningin).

‘Het gelijk van W.F. Hermans in de zaak Multatuli’. In: Hollands Diep, 22 mei 1976.

‘Van observatie naar engagement: 19521963’. In: De Groene Amsterdammer, 28 december 1976.

‘Honderd jaar De Groene Amsterdammer; een morgen, een middag en weer een morgen’. In: Hollands Diep, jrg. 2, nr. 27, 31 december 1976.

‘Waarom zou ik naar Indonesië gaan?’. In: Bzzlletin, jrg. 5, nr. 42, januari 1977, p. 5758.

‘De Waarzegster’. In: Tirade, jrg. 22, nr. 234, maart 1978, p. 140147.

‘Met waterverf’. In: NRC Handelsblad, 11 december 1981.

‘Klokken luiden soms vanzelf’. In: De Groene Amsterdammer, 30 december 1981 (verhaal).

‘En, had de koningin gezegd, als ik spreek over theedrinken, dan bedoel ik theedrinken’. In: Vrij Nederland, 11 augustus 1984 (Apeldoornse herinneringen).

‘H.J. Friedericy: bestuursambtenaar, schrijver, verteller’. In: Ons Erfdeel, jrg. 29, nr. 3, mei-juni 1986, p. 322326.

‘A. Koolhaas en de omgekeerde verrekijker’. In: Tirade, jrg. 31, nr. 312, september-oktober 1987, p. 473476.

‘Een veldslag van Napoleon’. In: Tirade, jrg. 33, nr. 324, september-oktober 1989, p. 416440.

‘Feest’. In: Twintig feestverhalen (Heere Heeresma, A. Alberts, S. Carmiggelt...(et al.)). Bulkboek, nr. 200, Amsterdam 1991, p. 67.

‘De aangelegde tuin’. In: NRC Handelsblad, 11 oktober 1991 (deel 1 van ‘Een koning en zijn sprookjes’).

‘De prins en de generaals’. In: NRC Handelsblad, 25 oktober 1991.

‘Diner op het stadhuis’. In: NRC Handelsblad, 8 november 1991.

‘De diamanten van de prinses’. In: NRC Handelsblad, 29 november 1991.

‘Onweer in het zuiden’. In: NRC Handelsblad, 20 december 1991.

‘Gesprek met de vader’. In: NRC Handelsblad, 10 januari 1992.

‘De stiefmoeder’. In: NRC Handelsblad, 24 januari 1992.

‘Het nut van nestels’. In: NRC Handelsblad, 14 februari 1992.

‘De hofnar’. In: NRC Handelsblad, 6 maart 1992.

‘Het water was veel te diep: de verloren Indische jaren van Rudy Kousbroek’. In: De Volkskrant, 6 maart 1992 (over Het Oostindisch kampsyndroom).

‘Een avond aan het hof’. In: NRC Handelsblad, 3 april 1992.

‘De samenzweerders’. In: NRC Handelsblad, 17 april 1992.

‘Trommels en fakkels’. In: NRC Handelsblad, 15 mei 1992 (slotdeel van ‘Een koning en zijn sprookjes’).

‘A. Alberts over atletiek’. In: NRC Handelsblad, 3 augustus 1992.

‘Herinnering aan A. Koolhaas’. In: Tirade, jrg. 37, nr. 344, januari-februari 1993, p. 4.

‘Ons Indisch kader’. In: NRC Handelsblad, 11 december 1993.

==

6. VERTALINGEN

The Islands. vert. Hans Koning (inl. E.M. Beekman). Massachusetts 1983 (Library of the Indies).

Die Inseln, vert. Waltraud Hüsmert, Frankfurt am Main 2003.

Îles, vert. Kim Andringa (postface de Rob Nieuwenhuys), uitg. Paris 2015.

Een vertaling naar het Roemeens is in voorbereiding.

==

7. INTERVIEWS

J. Bernlef en K. Schippers, ‘Gesprek met A. Alberts’. In: J. Bernlef en K. Schippers, Wat zij bedoelen, Amsterdam 1965, p. 2746 (eerder verschenen in De Gids, jrg. 127, nr. 1, januari 1964, p. 2945).

anoniem, ‘“Wij schrijven uit heimwee,” zegt indoloog A. Alberts’. In: Algemeen Handelsblad, 15 februari 1964.

K. Schippers, ‘A. Alberts schrijft zijn boeken tussen de middag op het departement’. In: Haagse Post, 25 augustus 1971.

L. van Duinhoven, ‘Dr. A. Alberts: Noem mij geen schrijver’. In: Drentse en Asser Courant, 24 mei 1973.

Ada van Benthem-Jutting, ‘De Vergaderzaal na twintig jaar toch nog voltooid dankzij blik op de kaart’. In: Het Parool, 16 december 1974.

Hanneke Wijgh, ‘A. Alberts, schrijver: Ik heb niet zoveel woorden nodig’. In: De Nieuwe Linie, 16 december 1974.

G. Brands, ‘Bestseller’ (in zijn rubriek ‘Eerste mélange’). In: Haagse Post, 25 januari 1975.

Jaane Krook, ‘De plattegronden en notulen van “De vergaderzaal”’. In: De Gooi- en Eemlander, 1 maart 1975.

Vera Illés, ‘Ik denk nooit meer aan mijn verhalen’. In: NRC Handelsblad, 15 augustus 1975.

anoniem, ‘Blaricummer A. Alberts kreeg de Constantijn-Huygensprijs’. In: Laarder Courant De Bel/Nieuwsblad voor Huizen, 12 december 1975.

Rob Nieuwenhuys/K. Schippers, ‘De geschiedenis van A. Alberts’. In: Hollands Diep, jrg. 1, nr. 4, 20 december 1975.

Hansmaarten Tromp, ‘Ik heb in mijn leven meer meegemaakt dan gedaan’. In: De Tijd, 27 februari 1976.

Jan Roelands in gesprek met A. Alberts, VARA-radio 22 en 29 december 1976. In: Herman Erinkveld en Walter van de Laar, Albert Alberts: eerste poging tot een volledige beschrijving van leven en werk. Nijmegen 1979 (bijlage II).

I. Sitniakowsky, ‘De wonderlijke schrijver A. Alberts: “Ik houd wel van een beetje ouderwets”’. In: De Telegraaf, 25 januari 1980.

Anneriek de Jong, ‘In gesprek met Albert Alberts. “Ik schrijf zo prozaïsch mogelijk, nuchter en gewoon”’. In: Hervormd Nederland, 22 maart 1980.

Frits Abrahams, ‘Scepsis heb ik steeds gehad, want ook me zelf kan ik lang niet altijd vertrouwen’. In: Vrij Nederland, 21 november 1981.

Wiel Kusters, radio-interview: Spektakel, KRO, 16 maart 1982.

Johan Diepstraten, ‘Als ik een gefortuneerd mens was, schreef ik alleen nog maar geschiedenisboeken’. In: Bzzlletin, jrg. 11, nr. 106, mei 1983, p. 37.

G. Brands, ‘Het heilig vuur’. In: Bzzlletin, jrg. 11, nr. 106, mei 1983, p. 5360.

W. Ramaker, Marja Käss e.a., ‘De invulbare omtrekkarakters van A. Alberts’. In: Literama, jrg. 18, nr. 4/5, augustus-september 1983, p. 177187 (interview en analyse thematiek)

H.M van den Brink, ‘In de Herenstraat lagen houten klinkers’. Met A. Alberts terug naar Utrecht. In: NRC Handelsblad, 30 december 1983.

Janet Luis, ‘Nu Alberts tijd heeft, herschrijft hij alles zes keer’. In: Het Parool, 19 juni 1985.

Ewald Pironet, ‘Ik had wel graag wat meer tamtam gemaakt’. In: NRC Handelsblad, 15 augustus 1986.

René ’t Sas, ‘De mensen denken dat ik zoveel weglaat in mijn verhalen om hen te pesten’. In: Vrij Nederland, 16 augustus 1986.

Wim Noordhoek, ‘Overheid kan niet lezen en schrijven’. In: Het Parool, 19 september 1986.

Addy Adriaansen en Huub de Jonge, ‘“Die Indische verhalen heb ik helemaal uit mezelf geschreven”. Een gesprek met A. Alberts over zijn tropenjaren’. In: Indische Letteren, jrg. 5, nr. 2, juni 1990, p. 7384.

Wim Alings, ‘Die Duitsers gaan de lakens uitdelen met hun grote bek en eigenlijk kunnen ze er niet eens iets aan doen’. In: Vrij Nederland, 13 oktober 1990.

Janet Luis, ‘Wat ik schrijf is altijd te kort’. In: NRC Handelsblad, 23 augustus 1991.

Peter-Erik Neyssen, ‘Het moet een beetje grappig blijven’. In: Boekblad, 7 februari 1992.

Hans Born in gesprek met A. Alberts. NCRV-tv-programma ‘Boek in Waterland’, 10 februari 1992.

Armand Heijnen, ‘Je maakt niet zelf uit of je stopt met schrijven’. Schrijver A. Alberts verrast door Utrechts huldebetoon. In: Utrechts Universiteitsblad, 17 maart 1994.

Remco Meijer, ‘A. Alberts’. In: Remco Meijer, Oostindisch doof. Het Nederlandse debat over de dekolonisatie van Indonesië. Amsterdam 1995, p. 3039.

Wam de Moor, ‘Nooit meer naar het verloren paradijs. In gesprek met P.C. Hooftprijswinnaar A. Alberts.’ In: Tsjip, jrg. 5, nr. 2, juli 1995, p. 720.

==

==

SECUNDAIRE BIBLIOGRAFIE

==

Op www.hjansen.info is een groot aantal recensies in dag- en weekbladen, Alberts-interviews, essays en twee scripties te raadplegen. In het Alberts-nummer van Bzzlletin (jrg. 11, nr. 106, mei 1983) publiceerden Jozien Moerbeek en Aloys van den Berk ‘A. Alberts – bibliografie’, p. 5360. In M.J. Meeuwsens doctoraalscriptie Stilistische procedés bij Albert Alberts (Nijmegen 1986) staat een lijst van interviews en recensies. Zie ook Walter van de Laar en Henk Jansen, ‘A. Alberts’. In: Kritisch Literatuur Lexicon, Alphen aan den Rijn mei 1982, augustus 1986 en november 2007.