157

Het duurde zes dagen voordat ik vaders kamer weer in kon gaan om in de hemdendoos in de kast te kijken.

Op de eerste dag, dat was een woensdag, trok Joseph Fleming in de kleedkamer zijn broek uit en ging op de grond naar de wc en wilde het gaan opeten, maar meneer Davis hield hem tegen.

Joseph eet alles op. Een keer had hij zo’n desinfecterend blauw blokje opgegeten dat in de wc-pot hing. En een keer had hij een briefje van £50 uit de portemonnee van zijn moeder opgegeten. En hij eet touw en elastiekjes en zakdoekjes en schrijfpapier en verf en plastic vorkjes. Ook slaat hij op zijn kin en krijst hij veel.

Tyrone zei dat er een paard en een big in de poep zaten, dus zei ik dat hij stom deed, maar Siobhan zei van niet. Het waren plastic beestjes uit de bibliotheek die de leerkrachten gebruiken om ons verhaaltjes te laten maken. En Joseph had ze opgegeten.

Dus zei ik dat ik de wc in de kleedkamer niet inging omdat er poep op de grond lag, en ik vond het onprettig als ik daaraan dacht, ook al was meneer Ennison het komen schoonmaken. En ik plaste in mijn broek en moest een reservebroek aantrekken uit het kastje met extra kleren in de kamer van mevrouw Gascoyne. Dus zei Siobhan dat ik twee dagen de leraren-wc mocht gebruiken, maar niet langer, en daarna moest ik de kinder-wc weer gebruiken. En dat spraken we af.

Op de tweede, derde en vierde dag, dat was donderdag, vrijdag en zaterdag, gebeurde er niets interessants.

Op de vijfde dag, dat was zondag, regende het heel hard. Ik vind het leuk als het hard regent. Het klinkt alsof er overal witte ruis is, wat net als stilte is maar niet leeg.

Ik ging naar boven en op mijn kamer zitten kijken naar het water dat op straat viel. Het viel zo hard dat het op witte vonken leek (en dit is ook een vergelijking, geen metafoor). En er was niemand op straat want iedereen bleef binnen. En ik moest eraan denken dat al het water ter wereld verbonden was, en dat dit water was verdampt uit de oceaan ergens midden in de Golf van Mexico of de Baffinbaai, en nu viel het voor ons huis en zou het via de goten weglopen en naar een rioolwaterzuiveringsinstallatie stromen waar het zou worden gereinigd en dan zou het een rivier ingaan en weer teruggaan naar de oceaan.

En op maandagavond werd vader gebeld door een mevrouw met een ondergelopen kelder en moest hij de deur uit om het noodgeval op te lossen.

Als er maar één noodgeval is gaat Rhodri erheen om het op te lossen want zijn vrouw en kinderen zijn in Somerset gaan wonen wat betekent dat hij ‘s-avonds niets anders te doen heeft dan snookeren en drinken en televisie kijken, en hij moet overuren maken om geld te verdienen om naar zijn vrouw te sturen zodat zij voor de kinderen kan zorgen. En vader moet voor mij zorgen. Maar deze avond waren er twee noodgevallen, dus zei vader dat ik me moest gedragen en hem op zijn mobiele telefoon moest bellen als er iets was, en ging toen weg in zijn bestelwagen.

Dus ging ik zijn slaapkamer in en deed de kast open en tilde de gereedschapskist van de hemdendoos en maakte de hemdendoos open.

Ik telde de brieven. Het waren er 43. Op allemaal stond mijn naam in hetzelfde handschrift.

Ik pakte er een en maakte hem open.

In de envelop zat deze brief:

3 mei

Chapter Road 451c

Londen NW2 5NG

0208 887 8907

Lieve Christopher,

We hebben eindelijk een nieuwe ijskast en een nieuw fornuis. Roger en ik zijn van het weekend naar de vuilnisbelt gereden om de oude weg te gooien. Dat is waar mensen alles weggooien. Er staan enorme bakken voor drie verschillende kleuren flessen en karton en motorolie en tuinafval en huishoudelijk afval en grotere spullen (daar hebben we de oude ijskast en het oude fornuis in gedaan).

Toen zijn we naar een winkel voor tweedehands spullen gegaan en hebben we een nieuw fornuis en een nieuwe ijskast gekocht. Nu voelt het huis wat meer als ons huis. Ik zat gisteravond wat oude foto’s te bekijken, waar ik verdrietig van werd. Toen vond ik een foto van jou met die modelspoorbaan die we een paar jaar geleden met Kerstmis voor je hebben gekocht. En daar werd ik blij van want toen hadden we het echt fijn samen.

Weet je nog dat je er de hele dag mee speelde en dat je ‘s-avonds weigerde om naar bed te gaan omdat je er nog steeds mee aan het spelen was? En weet je nog dat we je over spoorboekjes vertelden en jij een spoorboekje maakte en je een klok had en je de treinen op tijd liet rijden? En er was ook een houten stationnetje bij, en we lieten je zien hoe mensen die met de trein wilden naar het station gingen en een kaartje kochten en dan in de trein stapten. En toen pakten we een kaart en lieten we je de lijntjes zien en dat waren de sporen die alle treinstations met elkaar verbonden. En je speelde er wekenlang mee en we kochten nog meer treinen voor je en je wist waar ze allemaal heen gingen.

Ik vond het heel fijn om daar weer aan te denken.

Ik moet nu stoppen. Het is half-vier ‘s-middags. Ik weet dat je altijd precies wil weten hoe laat het is. En ik moet naar de Co-op om ham voor Roger te kopen voor het eten vanavond. Ik doe deze brief op de bus op weg naar de winkel.

Liefs,

Je mam xxxxxx

Toen maakte ik nog een envelop open. Dit was de brief die erin zat:

Flat 1, Lausanne Rd 312

Londen N8 5BV

0208 756 4321

Lieve Christopher,

Ik schreef dat ik je wilde uitleggen waarom ik ben weggegaan als ik de tijd had om dat goed te doen. Nu heb ik een heleboel tijd. Dus zit ik hier op de bank met deze brief en de radio aan en ga ik het proberen uit te leggen.

Ik was niet zo’n goede moeder, Christopher. Als het anders was geweest, als jij anders was geweest, had ik het misschien beter gedaan. Maar zo is het nu eenmaal gegaan.

Ik ben niet zoals je vader. Je vader heeft veel meer geduld dan ik. Hij doet gewoon wat gedaan moet worden en laat het niet merken als hij ergens niet tegen kan. Maar zo ben ik niet en dat kan ik niet veranderen.

Weet je nog die keer dat we samen in de stad gingen winkelen? Dat we Bentalls in gingen en het er heel druk was en we een kerstcadeautje voor oma moesten kopen? En jij was bang vanwege al die mensen in de winkel. Het was vlak voor Kerstmis en iedereen moest in de stad cadeautjes kopen. En ik praatte met meneer Land die op de keukenafdeling werkt en bij wie ik vroeger in de klas zat. En jij kroop op de grond in elkaar en hield je handen voor je oren en je zat iedereen in de weg. Dus ik werd boos, want ik hou ook niet van kerstinkopen doen en ik zei dat je je moest gedragen en ik probeerde je op te tillen en daar weg te krijgen. Maar jij schreeuwde en je stootte die mixers van de plank en er was een enorm kabaal. En iedereen keek naar ons om te zien wat er aan de hand was. En meneer Land bleef heel aardig maar er lagen dozen en scherven van kommen op de grond en iedereen staarde naar ons en ik zag dat je in je broek had geplast en ik was zo boos en ik wilde je mee die winkel uit nemen maar ik mocht je niet aanraken en je lag alleen maar op de grond te gillen en met je handen en voeten op de grond te beuken en toen kwam de bedrijfsleider en vroeg wat het probleem was en ik had het gewoon niet meer en ik moest twee kapotte mixers betalen en we moesten gewoon wachten tot je ophield met gillen. En toen moest ik helemaal met je naar huis lopen wat uren duurde want ik wist dat je de bus terug niet in zou gaan.

En ik weet nog dat ik die hele avond heb gehuild en gehuild en je vader was eerst heel lief en maakte eten voor je en bracht je naar bed en zei dat zulke dingen gebeurden en dat het wel weer goed kwam. Maar ik zei dat ik er niet meer tegen kon en uiteindelijk werd hij boos en zei dat ik niet zo stom moest doen en dat ik me moest vermannen en ik sloeg hem, wat fout was, maar ik was zo overstuur.

We hadden veel van zulke ruzies. Omdat ik vaak dacht dat ik er niet meer tegen kon. En je vader heeft veel geduld maar ik niet, ik word boos, ook al wil ik dat niet. En op het eind praatten we niet veel meer met elkaar want we wisten dat het toch altijd op ruzie uitliep en dat we er niks mee opschoten. En ik voelde me heel eenzaam.

En toen begon ik veel met Roger om te gaan. Ik bedoel, natuurlijk waren we altijd al veel met Roger en Eileen omgegaan. Maar ik begon Roger alleen te ontmoeten, omdat ik met hem kon praten. Hij was de enige met wie ik echt kon praten. En als ik bij hem was, voelde ik me niet eenzaam meer.

En ik weet dat je hier misschien niets van snapt, maar ik wilde proberen het uit te leggen, zodat je het weet. En al snap je het nu misschien niet, dan kun je deze brief bewaren en later nog eens lezen en misschien snap je het dan wel.

En Roger vertelde me dat hij en Eileen niet meer verliefd op elkaar waren en dat ze al heel lang niet meer verliefd op elkaar waren. Wat betekende dat hij zich ook eenzaam voelde. Dus hadden we een heleboel gemeen. En toen beseften we dat we verliefd op elkaar waren. En hij stelde voor dat ik bij je vader wegging en dat we gingen samenwonen. Maar ik zei dat ik niet bij jou weg kon, en dat vond hij heel jammer maar hij begreep wel dat jij heel belangrijk voor me was.

En toen hadden wij die ruzie. Weet je nog wel? Het ging over je avondeten. Ik had iets voor je gekookt en jij wou het niet opeten. En je had al dagenlang niet gegeten en je zag er zo mager uit. En je begon te schreeuwen en ik werd boos en smeet het eten door de kamer. Wat ik niet had moeten doen, dat weet ik. En jij pakte het hakbord en smeet daarmee en het kwam op mijn voet terecht en ik brak mijn tenen. Toen moesten we natuurlijk naar het ziekenhuis en kreeg ik dat gips om mijn voet. En naderhand kreeg ik thuis enorme ruzie met je vader. Hij nam het me kwalijk dat ik boos op jou was geworden. En hij zei dat ik je gewoon moest geven wat je wilde, ook al was het maar een bord sla of een aardbeienmilkshake. En ik zei dat ik je alleen maar wat gezonds probeerde te laten eten. En hij zei dat jij er niets aan kon doen. En ik zei dat ik er ook niets aan kon doen en gewoon kwaad werd. En hij zei als hij zich kon beheersen kon ik dat verdomme toch ook wel. En zo ging het maar door.

En ik kon een maand niet normaal lopen, weet je nog wel, en je vader moest voor je zorgen. En ik weet nog dat ik naar jullie twee keek en jullie samen zag en dacht hoe anders je met hem was. Veel rustiger. En jullie schreeuwden niet tegen elkaar. En daar werd ik zo verdrietig van want het was net of je mij eigenlijk helemaal niet nodig had. En ergens was dat nog erger dan dat wij de hele tijd ruzieden want het was net of ik onzichtbaar was.

En ik denk dat ik toen besefte dat je vader en jij waarschijnlijk beter af waren als ik niet bij jullie woonde. Dan hoefde hij maar voor één iemand te zorgen in plaats van twee.

Toen zei Roger dat hij de bank om overplaatsing had gevraagd. Dat betekent dat hij vroeg of hij in Londen kon gaan werken en dat hij wegging. Hij vroeg of ik met hem mee wilde. Ik heb er lang over nagedacht, Christopher. Eerlijk waar. En ik vond het vreselijk, maar uiteindelijk besloot ik dat het voor ons allemaal beter was als ik wegging. Dus zei ik ja.

Ik had afscheid willen nemen. Ik wilde terugkomen om wat kleren op te halen als jij uit school gekomen was. En dan had ik willen uitleggen wat ik deed en zeggen dat ik zo vaak als ik kon zou terugkomen om jou te zien en dat jij weleens naar Londen mocht komen om bij ons te logeren. Maar toen ik je vader belde zei hij dat ik niet terug mocht komen. Hij was heel kwaad. Hij zei dat ik niet met jou mocht praten. Ik wist niet wat ik moest doen. Hij zei dat ik egoïstisch was en dat ik nooit meer een voet in huis mocht zetten. Dus dat heb ik niet gedaan. Maar in plaats daarvan heb ik je deze brieven geschreven.

Ik vraag me af of je hier iets van snapt. Ik weet dat het heel moeilijk voor je zal zijn. Maar ik hoop dat je het toch een klein beetje begrijpt.

Christopher, ik heb je nooit pijn willen doen. Ik dacht dat wat ik deed het beste voor ons allemaal was. Ik hoop dat dat zo is. En ik wil zeggen dat dit niet jouw schuld is.

Ik droomde vroeger dat alles beter zou worden. Weet je nog dat jij altijd zei dat je astronaut wilde worden? Nou, ik droomde vaak dat jij astronaut was en dat je op de tv was en ik dacht dat is mijn zoon. Ik vraag me af wat je nu wilt worden. Nog steeds hetzelfde? Doe je nog steeds wiskunde? Ik hoop van wel.

Schrijf me alsjeblieft eens, Christopher, of bel me eens op. Het nummer staat boven aan de brief.

Liefs en kusjes,

Je moeder xxxxxx

Toen maakte ik een derde envelop open. Dit was de brief die erin zat:

18de september

Flat 1

Lausanne Road 312

Londen N8

0208 756 4321

Lieve Christopher,

Nou, ik schreef dat ik je elke week zou schrijven, en dat heb ik gedaan. Dit is zelfs de tweede brief deze week, dus ik doe het nog beter dan ik beloofde.

Ik heb een baan gevonden’. Ik werk in Camden, bij Perkin en Rashid, wat een beëdigd taxateurbedrijf is. Dat betekent dat ze huizen bekijken en uitrekenen hoeveel die moeten kosten en wat eraan moet worden opgeknapt en hoeveel dat gaat kosten. En ook rekenen ze uit hoeveel het kost om nieuwe huizen en kantoren en fabrieken te bouwen.

Het is een mooi kantoor. De andere secretaresse is Angie. Haar bureau staat vol met teddybeertjes en pluchen beestjes en foto’s van haar kinderen (dus heb ik een foto van jou in een lijst op mijn bureau gezet). Ze is heel aardig en we gaan tussen de middag altijd samen eten.

Maar ik weet niet hoe lang ik hier blijf. Ik moet een hoop getallen optellen voor als we rekeningen naar klanten sturen en daar ben ik niet zo goed in (jij zou het beter kunnen dan ik!).

Het bedrijfis van twee mannen die meneer Perkin en meneer Rashid heten. Meneer Rashid komt uit Pakistan en is heel streng en wil altijd dat we sneller werken. En meneer Perkin is een griezel (Angie noemt hem meneer Vies Peukin). Als hij naast me komt staan om iets te vragen legt hij altijd zijn hand op mijn schouder en zakt door zijn knieën zodat zijn gezicht vlak naast het mijne is en ik zijn tandpasta ruik waar ik de kriebels van krijg. En ik verdien ook niet zoveel. Dus zodra ik de kans krijg ga ik op zoek naar iets beters.

Ik ging laatst naar Alexandra Park. Dat is een groot park om de hoek van onze flat, en het park is een enorme heuvel met bovenop een groot congrescentrum en ik moest aan jou denken want als je hier kwam zouden we erheen kunnen gaan om te vliegeren of naar de vliegtuigen te kijken die op vliegveld Heathrow gaan landen en ik weet dat je dat leuk zou vinden.

Ik moet nu stoppen, Christopher. Ik schrijf dit in mijn lunchpauze (Angie ligt thuis met griep, dus we kunnen niet samen gaan lunchen). Schrijf me alsjeblieft eens om te vertellen hoe het met je gaat en wat je op school doet.

Ik hoop dat je het cadeautje hebt gekregen dat ik je heb gestuurd. Heb je hem al opgelost? Roger en ik zagen hem in een winkel op de markt van Camden en ik weet dat je puzzels altijd leuk vindt. Roger probeerde de twee stukken van elkaar te krijgen voordat we hem inpakten en het lukte hem niet. Hij zei dat je een genie was als je het voor elkaar kreeg.

Heel erg veel liefs,

Je moeder xxxx

En dit was de vierde brief:

23ste augustus

Flat 1

Lausanne Road 312

Londen N8

Lieve Christopher,

Het spijt me dat ik vorige week niet heb geschreven. Ik moest naar de tandarts om twee kiezen te laten trekken. Misschien weet je niet meer toen we met jou naar de tandarts moesten.

Je wilde niemand een hand in je mond laten steken dus moesten we je wegmaken zodat de tandarts een van je tanden kon trekken. Nou, ze maakten mij niet weg, ze gaven me alleen een plaatselijke verdoving zoals dat heet wat betekent dat je niks in je mond voelt en dat is maar goed ook want ze moesten het bot doorzagen om de kies te kunnen trekken. En het deed helemaal geen pijn. Ik moest zelfs lachen omdat de tandarts zo hard moest rukken en trekken en zwoegen en dat vond ik heel grappig. Maar toen ik thuiskwam begon de pijn terug te komen en moest ik twee dagen op de bank liggen en een heleboel pijnstillers nemen…

Toen las ik niet meer verder omdat ik me misselijk voelde.

Moeder had geen hartaanval gehad. Moeder was niet gestorven. Moeder leefde gewoon de hele tijd nog. En vader had hierover gelogen.

Ik probeerde heel diep na te denken of er een andere verklaring was maar ik kon er geen een bedenken. En toen kon ik helemaal niet meer denken omdat mijn hersens niet goed werkten.

Ik voelde me duizelig. Het was of de kamer van de ene kant naar de andere zwaaide, alsof hij boven in een heel hoog gebouw was en het gebouw heen en weer zwaaide in een harde wind (dit is ook een vergelijking). Maar ik wist dat de kamer niet heen en weer kon zwaaien, dus moest het iets zijn wat in mijn hoofd gebeurde.

Ik rolde op het bed en kroop in elkaar tot een balletje.

Mijn buik deed zeer.

Ik weet niet wat er daarna gebeurde want er zit een gat in mijn geheugen, alsof er een stukje band is gewist. Maar ik weet dat er een hoop tijd verstreken moet zijn want later, toen ik mijn ogen weer opendeed, zag ik door het raam dat het buiten donker was. En ik had gekotst want op het hele bed en op mijn handen en armen en gezicht zat kots.

Maar daarvoor hoorde ik vader het huis binnenkomen en mijn naam roepen, en daardoor weet ik ook dat er een hoop tijd was verstreken.

En het was raar want hij riep: “Christopher…? Christopher…?” en ik zag mijn naam geschreven terwijl hij die zei. Vaak zie ik wat iemand zegt geschreven staan als op een computerscherm, vooral als het iemand in een andere kamer is. Maar dit was niet op een computerscherm. Ik zag het heel groot geschreven staan, alsof het reclame op de zijkant van een bus was. En het was in het handschrift van mijn moeder, zo:

En toen hoorde ik vader de trap op komen en de kamer in lopen.

Hij zei: “Christopher, wat doe je hier?”

En ik wist dat hij in de kamer was, maar zijn stem klonk heel zwak en ver weg, zoals stemmen soms klinken als ik kreun en geen mensen in de buurt wil hebben.

En hij zei: “Wat doe je verdomme…? Dat is mijn kast, Christopher. Dat zijn…O, shit…Shit, shit, shit, shit, shit.”

Toen zei hij een tijdje niets.

Toen legde hij zijn hand op mijn schouder en draaide me op mijn zij en hij zei: “O, Jezus.” Maar het deed geen zeer toen hij me aanraakte, zoals normaal. Ik zag dat hij me aanraakte, alsof ik naar een film keek van wat er in de kamer gebeurde, maar ik voelde zijn hand amper. Het was net of de wind tegen me aan blies.

En toen zweeg hij weer een tijdje.

Toen zei hij: “Het spijt me, Christopher. Het spijt me vreselijk.”

En toen merkte ik dat ik had gekotst want ik voelde iets nats over mijn hele lichaam en ik rook het, zoals wanneer iemand op school heeft gekotst.

Toen zei hij: “Je hebt de brieven gelezen.”

Toen hoorde ik dat hij huilde omdat zijn adem helemaal bubbelend en nat klonk, zoals wanneer iemand verkouden is en een heleboel snot in zijn neus heeft.

Toen zei hij: “Ik heb het om jou gedaan, Christopher. Eerlijk waar. Ik wilde helemaal niet liegen. Ik dacht alleen…Ik dacht alleen dat je het beter niet kon weten…dat…dat…Ik wilde niet…Ik wou ze je laten zien als je ouder was.”

Toen zweeg hij weer.

Toen zei hij: “Het ging per ongeluk.”

Toen zweeg hij weer.

Toen zei hij: “Ik wist niet wat ik zeggen moest…Ik was zo overstuur…Ze had een briefje achtergelaten en…Toen belde ze en…Ik zei dat ze in het ziekenhuis lag omdat…omdat ik niet wist hoe ik het moest uitleggen. Het was zo ingewikkeld. Zo moeilijk. En ik…ik zei dat ze in het ziekenhuis lag. En ik wist dat het niet waar was. Maar toen ik dat eenmaal had gezegd…kon ik niet…kon ik niet meer terug. Snap je…Christopher…? Christopher…? Het liep gewoon…Het liep uit de hand en ik wou…”

Toen zweeg hij heel lang.

Toen raakte hij mijn schouder weer aan en zei: “Christopher, we moeten zorgen dat je schoon wordt, oké?”

Hij schudde een beetje aan mijn schouder maar ik bleef liggen.

En hij zei: “Christopher, ik ga naar de badkamer en ik maak een warm bad voor je klaar. Dan kom ik terug en neem ik je mee naar de badkamer, oké? Dan kan ik de lakens in de wasmachine doen.”

Toen hoorde ik hem opstaan en naar de badkamer lopen en de kranen openzetten. Ik luisterde naar het water dat het bad inliep. Hij bleef een tijdje weg. Toen kwam hij terug en raakte mijn schouder weer aan en zei: “We gaan dit heel voorzichtig doen, Christopher. Als je overeind bent trekken we je kleren uit en zorgen we dat je in bad gaat, oké? Ik moet je wel aanraken, maar het komt goed.”

Toen tilde hij me op en liet me op de rand van het bed zitten. Hij trok mijn trui en mijn hemd uit en legde die op bed. Toen liet hij me opstaan en naar de badkamer lopen. En ik gilde niet. En ik vocht niet. En ik sloeg hem niet.