17

Der hölle Rache kocht in meinem Herzen

Het raadsel van het verdwenen tientje zit me dwars. We hebben allemaal alles nog eens nageteld. Ik voel me natuurlijk een hannes van jewelste. Misschien denken ze wel dat ik dat tientje heb gepikt om sigaretten te kopen. Verontwaardigd wordt deze nonsens naar de prullenbak verwezen. Maar wat er wel is gebeurd, wordt niet duidelijk. Als ik ‘s-avonds in mijn eigen kamer zit, wordt er geklopt. Robbie vraagt of hij binnen mag komen. “Je weet natuurlijk wel wie dat gedaan heeft,” meldt hij.

Het schijnt zo logisch te zijn, dat ik niet durf toe te geven geen idee te hebben. Ik heb een vermoeden, maar aangezien het niet meer is dan dat, en gebaseerd op uiterst persoonlijke voorkeuren, ben ik niet van plan er ook maar iets mee te doen.

“Natuurlijk, het is helemaal duidelijk, we snappen wel wat we bedoelen,” lieg ik tegen Robbie. “Duidelijk toch?”

“Nou, dan weten we genoeg,” besluit Robbie de discussie. “Tering, zo zit dat dus.”

Raadsels. Ik begrijp er niets van.

Klop, klop.

Rik komt binnen.

“Jij weet ook wel hoe het zit, hè?”

“Ja, vertel maar niets, alles is me duidelijk.”

Agatha Christie had het niet geheimzinniger kunnen maken.

Klop, klop. Sjors.

“Nou, je snapt toch wel dat ik het niet heb gedaan, toch, Jacob?”

Ik begrijp helemaal geen ene bal meer van wat er aan de hand is. En waarom komen ze allemaal bij mij biechten? Heb ik dat feestje?

Ik slaap slecht, die nacht.

De volgende middag haal ik een was uit de droger die er door Robbie de vorige avond is ingedaan. Hoe huiselijk, al die verschillende herenonderbroeken, hemden, theedoeken en T-shirts. Ook zit er een brandschoon briefje van tien tussen de slips met tijgerprint en geinige teksten. Hmm…

Aan tafel vertel ik dat de boeken weer kloppen en dat de droger een tafeltje-dek-je, ezeltje-strek-je is. Iedereen gniffelt, roept verbaasde dingen of knikt begrijpend.

Later op de avond komt de hele stoet weer mijn kamer bezoeken om te vertellen dat ze het nu zeker weten. En niemand noemt andermans naam. We weten het toch gewoon?