Juli
Zaterdagmiddag

Ziezo, vakantie, een opluchting.

Niets meer aan m’n kop dan het examen Frans en als ik weer naar school moet, dit achter de rug tenminste. Bijna drie weken alleen voor mezelf beschikbaar.

Het is vanmorgen als een nachtkaars uitgegaan. Zonder enige geestdrift is die laatste ochtend geweest. De kinderen waren tam en terneergeslagen. Frans de Wit was er niet. Ik heb maar niet geïnformeerd of iemand wat van hem wist; ik was bang dat ze dan zouden denken dat ik in angst zat over dat van gistermiddag…Zo half-en-half verwachtte ik wel Frans z’n moeder, om ‘verhaal te halen’ – nou ja, dacht ik, dan leg ik haar even uit dat het feitelijk een ongelukje was, dat ik er niets aan doen kon, dat hij zelf bij het bukken met z’n hoofd tegen de bank sloeg. Toen het tegen twaalven liep en ze er nog niet geweest was, begreep ik dat ik me nodeloos ongerust had gemaakt. Nog wel zo prettig, het zou toch een beroerde geschiedenis zijn geweest als de moeder was komen klagen. Het bleek nu dus een gewoon verzuim geweest te zijn. Er waren trouwens meer verzuimen. Ik heb dat maar laten lopen en geen briefjes gestuurd: na de vakantie zou dat toch niet meer uit te zoeken zijn geweest.

Nu maar deze weken alle school uit m’n gedachten en geen dagboekerij ook. Enkel grammaire en idioom, woordenrijtjes. De Wilde gaat vrijdag pas de stad uit. Woensdag kan ik nog bij hem komen voor de laatste repetitie, hij zal dan voor de aardigheid eens examinatortje spelen, twee uur lang…