November
Zaterdagavond

In Daatje Rijkens haar taalschrift vond ik eergisteren bij het corrigeren haar catalogus. Met een glimlach bekeek ik even het blaadje; de boeken die Daatje al gelezen had, waren blijkbaar doorgehaald. Leuk toch, dat idee van administratie, dacht ik. Maar tegelijk viel het me op dat er al zoveel titels waren doorgehaald, veel meer dan van de stuk of zeven boeken die Daatje gelezen kon hebben. Betekende dat doorhalen wat anders dan: al gelezen?

Ik heb m’n dikke boek uit de kast gehaald en vergeleken met Daatjes bibliotheeklijstje. Jawel, de doorgehaalde boeken in Daatjes catalogus waren de gelezene, maar bovendien had Daatje er nog twaalf andere doorgehaald die ze niet gelezen had. Dan moest dat doorhalen toch iets anders betekenen, dacht ik.

Ik legde haar catalogus apart in het laatje van m’n tafel – zou bij Daatje zelf wel informeren.

“Waarom heb je al die titels doorgehaald, eigenlijk?” vroeg ik haar gistermorgen bij het teruggeven van de vergeten catalogus.

“Al gelezen,” zei Daatje onbevangen.

“Toch niet hier uit de bibliotheek?” vroeg ik met bevreemding.

“Nee, ik geloof vroeger al eens,” zei Daatje, maar ze kreeg een kleur.

Ik deed net of ik het niet zag en sprak er niet verder over. Ik dacht: “Die andere zijn zeker boeken die je niet wilt lezen omdat je er op de één of andere manier tegen gewaarschuwd bent. Wacht maar, over enige tijd moet je toch wel in die minder geliefde nummers vervallen.”

Maar vanochtend, toen tegen het eind van de schooltijd Fok met uitdelen begon en het hele stel met z’n catalogus voor zich zat, viel het me toch op dat een heel clubje meisjes al zo abnormaal veel titels had doorgehaald en plotseling begreep ik: de jongedames ruilden tussentijds de boeken met elkaar, natuurlijk.

Ik kreeg een kleur, alsof de één of ander me een grove belediging had toegevoegd. “Wacht eens even, Fok,” zei ik, uiterlijk welwillend, “ik moet eens even iets onderzoeken. Haal jij eens al de cataloguspapiertjes op, maar gauw een beetje.”

Ze zijn nog zo onnozel, dat er niemand enig idee van had wat ik wilde onderzoeken. Toch keek Fok me telkens ongerust aan, terwijl hij de papiertjes ophaalde; en heel schuchter vroeg hij: “Nou kunnen ze niet kiezen, hoe moet het nou?”

Ik keek vluchtig de papiertjes door – op verreweg de meeste stonden veel en veel meer titels doorgestreept dan een stuk of zeven.

“Hoe het moet?” zei ik met een valse glimlach tegen Fok, “Hoe het moet? Doe jij de kast maar dicht, er worden vandaag geen bibliotheekboeken gegeven. En misschien in deze klas helemaal nooit meer.”

Er ging duidelijk sensatie door de klas.

“Steek eens je vinger op: wie ruilt er middenin de week wel eens z’n bibliotheekboek met een ander?” vroeg ik, kalm weer.

Er kwam geen enkele vinger.

“Wie heeft z’n boek wel eens tussentijds aan een ander laten lezen?” schreeuwde ik kwaad.

Nu begonnen de vingers te komen; eerst aarzelend, maar dan was er weer wat gewijs en gefluister, en er verrezen meer vingers, totdat eindelijk meer dan de halve klas zondaar bleek. Het zat echter voornamelijk onder de meisjes.

Ik nam zwijgend de cataloguspapiertjes en legde ze in m’n dikke boek. “Ik zal het wel eens op m’n gemak uitzoeken later, maar om te beginnen krijgt er vandaag niemand een boek. Eén ding weet ik wel, ik heb een aardige klas. Och, wat heb ik een aardige klas, wat een lieve eerlijke meisjes zitten er in, hè, die nooit hun meester voor de gek houden.”

Enfin, ik bleef foeteren totdat de bel ging; voor de helft was het komedie van me, maar ik had toch ook wel werkelijk het land. Daar ga je zo gewoon mogelijk met ze om, je denkt zo die bibliotheek erg goed geregeld te hebben, je slooft je uit om eerlijk ieder z’n beurt te geven van de eerste keus, enfin, je wil nou eens niet op droge schoolmeestersmanier boeken uitgeven – en je ontdekt dat ze gemoedelijk achter je rug misbruik maken van je…van je onnozelheid eigenlijk. Dat ergert me nog het meest, zo onnozel als ze me moeten hebben gevonden, elke zaterdag weer met dat ‘laten kiezen’…Tot Fok toe heeft z’n vinger moeten opsteken – dat heb ik nog het beroerdste van alles gevonden.