5

Eerste hoofdstuk. Kruimeltje.

D 'r uit of ik trap je d'r uit!

Geef me 'n krentebol, smeekte het jongetje. Woedend stoof de dikke bakker op hem af en zou zeker de daad bij het woord gevoegd hebben, als niet een goedhartige juffrouw tusschenbeide gekomen was.

Geef den stumper maar een krentebol, bakker, ik zal 't wel betalen. De bakker keek haar verbaasd aan, scheen zich toen te bezinnen.

Niet noodig, zei hij, voor ditmaal zal ik hem er een geven, maar warme

krentebollen worden niet voor dat tuig gebakken.

En met deze woorden wierp hij het jongetje een der bollen toe. Als een havik vloog

de knaap er op aan en verliet den winkel.

Lekker warm was het daar binnen en buiten was Decemberkou en sneeuw. Groote witte vlokken daalden gestaag neer als een eindeloos gordijn. De straten waren bedekt met dik, wit dons, dat pakte en plakte onder je schoenen. De lijnen van

Chr. van Abkoude, Kruimeltje