70
van een vettig papier. Dat was lekker voedsel voor het vlammetje en daarom likte het nog eens en nog eens en nu begon het papiertje ook te branden en de zaak begon gevaarlijk te worden. En nu het windje zag, welk een pret het had met de vonkjes en de vlammetjes, begon het een beetje sterker te blazen en dat deed het vette papier eerst goed vlamvatten. Er lag juist een houtje dwars overheen, een splinter van een kist, en na een oogenblik begon ook dat den smaak ervan beet te krijgen en brandde weldra lustig mee. Het werd een heel vuurpartijtje daar in dien hoek en het mooiste was, dat er in de onmiddellijke nabijheid een olievat stond. De vloer er omheen was vettig, en het vuurtje was nu al groot genoeg geworden, om den bodem van het olievat te bedreigen. Onderwijl verbreidden de kleine dartele vlammetjes zich ook in andere richtingen over den vloer, die helaas op dat gedeelte niet al te zindelijk was en het vuur maar al te veel gelegenheid gaf om voort te woekeren. En de tocht blies de miniatuurvlammetjes aan tot grootere en grootere, het olievat zelve begon te branden, stak een kist met houtwol aan, waaruit een groote vuurzuil plotseling hoog oplaaide...
Wilkes was juist in slaap gevallen, maar het was geen rustige, diepe slaap.
Onbewust draaide hij heen en weer, gekweld door droomen omtrent Kruimeltje en zijn vader... Hij wentelde zich in zijn bed om en om, en stootte daarbij ten slotte zijn hoofd zoo hard tegen den muur, dat hij ervan ontwaakte. Het trof hem, dat de lucht, die hij inademde, benauwd was en rookerig en dat zijn oogen er pijn van deden. Verschrikt door die gewaarwording sprong hij snel het bed uit. Een blik op de glazen deur, die het winkeltje van de kamer scheidde, verklaarde hem in een seconde wat er aan de hand was. Hij wierp de deur open, waardoor het vuur plotseling nieuwen toevoer van
Chr. van Abkoude, Kruimeltje