82

ten ze het laten, het was hem volkomen hetzelfde.

Was je bij Wilkes? vroeg de commissaris. Kruimeltje keek op en knikte.

Twee dage, zei-die, en toen kwam d'r brand... Wilkes gaat naar Amerika... asdie

beter is... om me vader te zoeke. Je vader? Is je vader in Amerika?

Ja... Wilkes heit 'm gekend... ze hebbe same goud gegrave... 'n heeleboel... wel honderd miljoen... maar dieve hebbe het me vader weer afgenome... en toen heit Wilkes hem niet meer gezien.

Dus het zou best kunnen zijn, dat je vader nog in leven is? En ben je ooit nog iets

van je moeder te weten gekomen?

Nee..., moeder wou niks van me weten...

Wel Kruimeltje, we zullen eens zien, of we morgen niet wat voor je doen kunnen, want zoo kun je toch niet voort blijven leven, nu je pleegmoeder dood is en Wilkes in het Ziekenhuis.

Ik ga met Wilkes naar Amerika... vader zoeke... zei Kruimeltje slaperig. Ja? Wel, dat zullen we dan wel zien. Om te beginnen zal ik je een bed geven, dan kan je eerst eens lekker uitslapen en morgen zal ik zien, wat ik voor je doen kan. Er werd voor Kruimeltje een bed in een der cellen opgemaakt en weldra was hij weer ter ruste. Het was hier in elk geval beter dan buiten in den sneeuwstorm, al was het dan ook maar een cel in het politiebureau.

----------

Volgens belofte trachtte de commissaris den volgenden morgen iets te doen, om het lot van Kruimeltje te verzachten. De goede man kwam echter al gauw tot de ontdekking, dat dit gemakkelijker gezegd was, dan gedaan. Kruimeltje behoorde tot geen kerk, en dat scheen wel het voornaamste bezwaar te zijn, hem in een weeshuis geplaatst te

Chr. van Abkoude, Kruimeltje