99

Dertiende hoofdstuk.

Het oude leven begint weer.

I n een half uur waren Kruimeltje en Moor weer terug in de stad. De jongen besloot, nooit weer naar het Gesticht terug te keeren, maar het oude straatleven van vroeger voort te zetten. Hier was vrijheid, blijheid, hier waren de winkels en de menschen en alles, wat je noodig had en alles, wat prettig was.

Tien uur sloeg de torenklok, en waar buiten de stad, bij het Hondepark, alles doodsch en verlaten was, daar was het leven op straat nog in vollen gang. Om te beginnen zetten ze koers naar hun oude buurt, de Doelensteeg.

Ondanks het late uur waren er nog verscheidene kinderen aan het spelen met

sleden, zooals kinderen in armere buurten gewend zijn.

De onverwachte verschijning van Kruimeltje en zijn hond verwekten een heele opschudding onder de kinderen. Ze staakten hun spel en kwamen in een groep om hem heen staan.

Waar ben jij geweest?

Jonges, Kruimeltje is 'r weer.

Hou je sjakies, jonges, zei Kruimeltje voor-

Chr. van Abkoude, Kruimeltje