133

oudergewoonte, aan het hoofdeinde van de tafel.

Bidden, kinderen.

Ze sloten de oogen en vouwden de handen, maar Kruimeltje gluurde naar Buikie, die weer de hand naar den schotel uitstak, snel een greep deed en drie dikke sneden op zijn bord legde. Daarop sloot hij de oogen stijf. Kruimeltje deed ook een snellen greep, hij legde de sneden brood weer op den schotel en kneep ook zijn oogen stevig dicht. Toen de Vader Amen zei, vond Buikie z'n bord nog net zoo leeg als tevoren. Hij keek achterdochtig naar Kruimeltje, maar die staarde naar den zolder en fl oot zachtjes.

Toen deelde de Moeder brood en soep rond en Kruimeltje bemerkte tot zijn groote voldoening, dat ditmaal Buikie evenveel brood kreeg als de anderen. Na de soep werd er een schotel hutspot op tafel gezet.

Er was zoowaar ook vleesch in, meest kleine stukjes, maar er was ook een grooter stuk bij en dat kwam toevalligerwijze(?) op Buikies bord terecht. Een oogenblik later voelde Kruimeltje iets tegen zijn been wrijven en tot zijn schrik bemerkte hij, dat Moor ongemerkt de eetzaal binnengeslopen was en zich onder zijn baasjes stoel verschool. Gelukkig hield de hond zich doodstil.

Juist wou Buikie aan het stuk vleesch beginnen, toen Kruimeltje hem op den arm

tikte.

Wat isser? vroeg Buikie.

Jò, zei Kruimeltje langzaam en geheimzinnig, daar zit me toch een reuzespinnekop in die hoek van de kamer... kijk es dáárheen...

Buikie keek in de aangewezen richting, maar zag niets. 'k Zie niks, zei-die.

O, dan is-tie zeker al weg, zei Kruimeltje, 'n kànjer was het.

Chr. van Abkoude, Kruimeltje