145

Het leven is soms vol raadsels, meende Winters, terwijl hij een sigaar aanstak. We kunnen ons lot niet vooruit bepalen, en ofschoon heel vaak ons leven is wat wij er zelf van maken, toch zijn er heel vaak omstandigheden en feiten, die we niet controleeren kunnen en die ons beletten, van een voorgenomen richting af te wijken. Tegenslag en teleurstelling zijn er slechts een paar van. In sommige gevallen zien we ten slotte, dat alles ten goede is geweest en dat het zoo heeft moeten zijn. Niet altijd, echter. We moeten het leven nemen, zooals het zich aan ons voordoet, al krijgen we soms geheel andere resultaten, dan we verwacht hebben. De moeder van Kruimeltje, voor zoover ik uit uw verhaal heb kunnen opmaken, was een slachtoffer der omstandigheden. Als ze niets meer van zich heeft laten hooren, zal ze daarvoor wel redenen gehad hebben. Wat was ze voor een vrouw?

Ik weet niet veel van haar, sprak Wilkes, Harry was nooit erg spraakzaam op dat gebied. De beste kerel weet denkelijk niet eens, dat hij een zoon heeft, ik heb er hem tenminste nooit over hooren spreken. Alles wat ik weet is, dat z'n vrouw heel jong was, toen ze trouwden, zoowat negentien jaar, geloof ik. Gedurende de eerste maanden kreeg hij brieven, maar hij zei me nooit, wat erin stond. Toen werden de brieven schaarscher en de laatste maand hoorde hij niets meer. Soms kon-ie langen tijd met de oude brieven in zijn hand zitten en piekeren, maar hij zei nooit veel. Ik herinner me echter, dat ik eens aan hem vroeg, hoe zijn vrouw het maakte. Harry schudde het hoofd en zei: Die heeft heel andere ideeën in haar hoofd dan ik, Wilkes. Ze was misschien nog wat erg jong. Wat hij daarmee bedoelde, weet ik niet en ik drong er ook niet verder op aan, omdat het me heelemaal niet aanging. Nu

Chr. van Abkoude, Kruimeltje