171

beter weten als je niet een vreemdeling was. Waar kom je vandaan... ben je een Duitscher? Je spreekt Engelsch als een Duitsche...

Mis, Lefty, Hollander hoor je, mijn voorouders stichtten New York en Hendrik Hudson was mijn overgrootvader. Je mes en gauw ook, anders kan je je laatste gebedje wel doen.

Lefty was stom van verbazing, maar gaf ten slotte zijn mes over, dat hij onder zijn

shirt verborgen had.

Steeds de revolver gereed houdend, betastte Wilkes de kleeren van den bandiet en zocht naar verborgen wapens. Alles bleek verder veilig te zijn, en nadat hij zijn pistool opgeborgen had, zei hij tot Lefty: Ziezoo, makker, en nou gaan we eten. Ik heb niet veel over van mijn voorraad, maar je zult wel zoo vriendelijk willen zijn, mij wat te leenen.

Krijg het zelf, als je niet te lui bent, zei Lefty, daar in dien zak is genoeg. Wilkes stond op en ging den zak halen, maar steeds hield hij een oogje op den

kerel, dien hij geen seconde vertrouwde.

Hij droeg den zak naar het kampvuur en vond er een bus kof fi e, biscuits,

geconserveerde vruchten en suiker in. In korten tijd had hij van een en ander een maal bereid, dat hij zich goed liet smaken. Onderwijl keek Lefty naar hem met loerenden blik.

Daarop stopte Wilkes zijn pijp en dampte er weldra lustig op los. Hij gevoelde zich meester van den toestand en wilde juist den bandiet gaan ondervragen, toen het geplof-plof van paarden op het zand naderde.

Lefty liet een luid gelach hooren, toen Wilkes snel opsprong en zijn pistool trok. Bij het schijnsel van het vuur zag hij een drietal mannen van hun paarden springen

en op het

Chr. van Abkoude, Kruimeltje