182
‘ Hier met me pet... ’
Bom... daar tuimelde de slagersjongen met fi ets en al omver... 't mandje met vleesch over de straat... Kruimeltje was er in een sprong bij en griste zijn pet weg... Moor deed een hap en had een fl inken biefstuk te pakken...
‘ Hooliaadiééé!!!!! ’ Ze renden de straat uit en verdwenen in de menigte. Op de Hoogstraat kwamen ze nu, die vol was van avondwandelaars. Kruimeltje zette koers naar de oude, geliefde bioscoop, waar je naar binnen snappen kon. Moor kon wel wachten en zich in de buurt wat vermaken met andere honden. In het zijsteegje naast het gebouw, waar een nooduitgang was, vatte hij post. Zoodra er een groepje bezoekers naar buiten kwam, glipte hij naar binnen en sloop in het donker naar een zitplaats. ----------
Een uur later kwam hij er weer uit en fl oot Moor. De hond kwam aanrennen en samen gingen ze weer op stap. Het werd inmiddels later en later en toen Kruimeltje de torenklok tien uur hoorde slaan, meende hij, dat het tijd werd, een slaapplaats op te zoeken. Het eenvoudigste was, in een der onbewoonde schuiten aan de binnenhavens een beschut plekje in het vooronder op te zoeken. Meestal vond je daar genoeg zeildoek om een bed te maken en je was er beschut tegen regen en wind. Midden in een straat stak hij over, zonder links of rechts te kijken. Toen weerklonk opeens het snerpende geluid van een auto-claxon en Kruimeltje voelde zich met een hevigen bons opzij geslingerd. Hij kwam met zijn hoofd tegen den trottoirband terecht en bleef bewusteloos liggen...
Vrouwen gilden, mannen schoten toe... de auto stopte. Het was dezelfde rijke, majestueuze machine,
Chr. van Abkoude, Kruimeltje