199
nam Harry Volker Wilkes mee naar buiten.
En daar vertelde Wilkes hem voor het eerst, dat er in Holland een alleraardigste jongen op hem wachtte, een jongen van al tien jaar nu, een echte rakker met een hartje van goud, die al maar over zijn vader in Amerika sprak.
Harry Volker luisterde in spanning naar heel dat lange, lange verhaal van Wilkes.
Hij drukte hem de handen en vroeg toen: ‘ En z i j ? Heb je ooit iets van háár gehoord? ’
Wilkes schudde het hoofd. ‘ Nooit, ’ zei-die, ‘ nooit. ’
‘ Luister, Wilkes, ’ sprak Harry Volker. ‘ Ik heb er vroeger nooit zoo met je over gesproken, maar nu dien je het te weten. Mijn vrouw had, toen we trouwden, groot talent voor muziek. Ze hoopte, dat ik nog eens zooveel verdienen zou, dat ze in het buitenland kon gaan studeeren. Na twee maanden getrouwd te zijn, verloor ik mijn betrekking. We deelden het kleine kapitaal, dat we op de bank hadden en ik ging naar de goudvelden. Een jaar na mijn vertrek kreeg ik geen antwoord meer op mijn brieven en hoorde ik ook niets meer van haar. Ik heb ook eenige malen geschreven naar vrienden en kennissen in Holland, maar ook die hebben haar niet kunnen vinden. ’ ‘ Beste vriend, je weet niet, hoe ook ik getracht heb, je te vinden. Na dien nacht in het hotel te Denver hebben we elkaar niet meer gezien. Wat is er toch toen met je gebeurd? ’
‘ Dat zal ik je vertellen, Wilkes. Je herinnert je zeker wel die vechtpartij met Lefty in de danszaal? Welnu, nadat we ons te bed begeven hadden, schijnen de bandieten onze kamer binnengeslopen te zijn. Hoe zij het gedaan gekregen hebben, weet ik niet, maar toen ik ontwaakte, lag ik in een goederentrein op een bos stroo. Natuurlijk hadden de roovers mij alles afgenomen en ik
Chr. van Abkoude, Kruimeltje