HOOFDSTUK 20
==

Codenaam Haven

Willem Scholten lijkt van de aardbodem verdwenen. Sinds hij in 2004 het veld heeft moeten ruimen, laat hij zich in Rotterdam nog maar zelden zien. Althans niet in het openbaar. Hij zit veel in het buitenland. In zijn huis in Molières in Frankrijk, of in Zuid-Afrika, waar hij een nieuw bestaan als havenadviseur poogt op te bouwen.

Af en toe moet Scholten in Nederland zijn. Zo ook op dinsdag 22 november 2005. Op die dag, meer dan een jaar na zijn vertrek als directeur van het Havenbedrijf Rotterdam, wordt hij voor het eerst verhoord als verdachte. In de maanden daarna volgen nog tien sessies waarin opsporingsambtenaren van de fiod-ecd hem doorzagen over zijn connecties met Joep van den Nieuwenhuijzen, en over de garanties die hij voor leningen aan het rdm-concern van de zakenman had verstrekt.

Het Openbaar Ministerie (om) is – als opdrachtgever van het onderzoek – niet op eigen houtje daaraan begonnen. Aanleiding is de aangifte die de gemeente en het Havenbedrijf Rotterdam begin 2005 hebben gedaan. De onderzoeken door onder meer professor Lemstra en PwC hebben een dusdanige verdenking van strafbare feiten opgeleverd, dat de hoofdofficier van justitie van het Functioneel Parket in Den Haag wordt ingelicht. Het Functioneel Parket is een specialistisch onderdeel van het om dat zich richt op complexe fraudezaken. Over de verdenkingen zelf komt de buitenwereld op dat moment niets te weten. ‘Gemeente en Havenbedrijf willen, uit het oogpunt van zorgvuldigheid én in het belang van het onderzoek, naar buiten toe niet ingaan op de vraag om welke specifieke feiten het gaat’, staat er in het persbericht dat zij uitgeven.

De fiod-ecd laat er geen gras over groeien. Een kleine vijftig getuigen, waaronder uiteraard ook Joep van den Nieuwenhuijzen, moeten zich melden voor verhoor. Bij twintig bedrijven en instellingen nemen rechercheurs documenten in beslag. Het onderzoek naar Scholten krijgt de codenaam Haven mee. Maar daar blijft het niet bij. Het bevoegd gezag heeft op dat moment ook Van den Nieuwenhuijzen al in het vizier. Bij het Meldpunt Ongebruikelijke Transacties (mot) zijn eind 2003 al meldingen binnengekomen van banken over verdachte overboekingen van en naar de bankrekening van Lamoenchi. Een ervan is een storting van 11.750.000 euro afkomstig van Mainport Holding Rotterdam, de commerciële dochter van het Havenbedrijf, gedaan door Scholten zelf. De meldingen komen op het bureau van het Bureau Landelijk Officier mot-zaken (blom), maar blom besluit na enig wikken en wegen de zaak niet uit te spitten. De officier denkt ermee te kunnen volstaan om via openbare bronnen te achterhalen of er soms iets speelt rond het Rotterdams Havenbedrijf. Verdacht is het wél dat er veel geld wegvloeit van het Havenbedrijf naar Lamoenchi, zonder dat er enige omschrijving bij de transactie wordt gegeven, vinden de mensen bij blom. ‘Het betreft hier wel een semi-overheidsbedrijf en het zou slordig zijn als later blijkt dat er enige vorm van fraude zou spelen en er is niets mee gedaan.’[73] Dat er iets mee gedaan wordt, blijkt als de meldingen over Lamoenchi als Dossier Delphi terechtkomen op het bureau van de korpschef van de Rotterdamse politie, Aad Meijboom. Of de melding destijds – dus nog vóór het vertrek van Scholten – via Meijboom in het zogeheten driehoeksoverleg tussen politie, justitie en burgemeester is besproken, blijft een open vraag. Opstelten verklaart daarover later dat de term Delphi hem ‘in de verte bekend voorkomt’.[74] Hoe dan ook, de politie draagt het dossier in maart 2005 over aan de fiod-ecd, die dan net met Scholten aan de slag is gegaan.

Zijn verdachte banktransacties en zijn rol als ontvanger van de door het Havenbedrijf gegarandeerde leningen zijn niet het enige dat de opsporingsambtenaren op het spoor van Van den Nieuwenhuijzen en zijn rdm-concern zetten. Er ligt ook een faillissementsverslag van sp Aerospace, waarin curator Louis Deterink schrijft bij het bankroet van deze dochter aanwijzingen te hebben voor ‘paulianeus’ handelen: het juridische begrip voor het voortrekken van bepaalde schuldeisers. Van den Nieuwenhuijzen zou zichzelf hebben voorgetrokken door 18 miljoen euro aan de boedel te onttrekken, en daarmee andere schuldeisers hebben benadeeld. Ook de manier waarop twee andere rdm-bedrijven, SS Rotterdam en Lamoenchi, ten onder zijn gegaan, trekt de aandacht van de fiod. Justitie pakt het groot aan: tientallen rechercheurs gaan aan het werk om de gangen van Willem en Joep na te trekken. In binnen- en buitenland volgen zij de sporen die zij hebben achtergelaten. Justitie krijgt daarbij de hulp van het Havenbedrijf Rotterdam, waar Scholtens opvolger Hans Smits zo goed is geweest om een asset tracing te bekostigen: een duur onderzoek naar de internationale geldstromen van en naar de rdm.

Het onderzoek is complex en duurt lang. Zo lang dat justitie Van den Nieuwenhuijzen pas twee jaar later, in mei 2007, als verdachte aanmerkt. Maar dan gaat het snel. De zakenman is inmiddels verhuisd van Curaçao naar Zwitserland. Hij woont daar naar eigen zeggen om fiscale redenen; naar boze tongen beweren om persoonlijke aansprakelijkheid voor vorderingen op zijn op de Antillen gevestigde rdm Holding te ontlopen. Op 23 oktober 2007 staan er Zwitserse politieagenten en Nederlandse fiod-rechercheurs op de stoep van het chalet in Château-d’Oex, niet ver van Montreux. Van den Nieuwenhuijzen moet mee. Om opnieuw te getuigen in de zaak Haven, denkt hij eerst nog. Maar op het bureau in Lausanne wordt hem te verstaan gegeven dat hij verdachte is in zijn eigen zaak, het dossier-Golf. Van den Nieuwenhuijzen is gearresteerd. Op officiële verdenking van fraude na het faillissement van enkele rdm-bedrijven. ‘Het vermoeden bestaat’, licht het Openbaar Ministerie in een kort persbericht toe, ‘dat door de gefailleerde bedrijven betalingen zijn gedaan aan gelieerde bedrijven en/of aan de verdachten in privé.’

Tweeënhalve maand zit Van den Nieuwenhuijzen vast. De eerste vier weken in een cel in Lausanne, en na zijn uitlevering aan Nederland in de Schie, het huis van bewaring in Rotterdam. Het jaar 2005 is een week oud als hij vrijkomt. Op borgtocht. Familie en vrienden brengen de 10 miljoen euro op die daarvoor nodig is. Zijn paspoorten – het zijn er meerdere – moet hij inleveren bij officier van justitie Broekhuijsen. De zakenman die gewoonlijk de hele wereld afreist, moet in Nederland blijven. Hij heeft alle tijd om zich voor te bereiden op zijn strafzaak.[75]

Officier van justitie Robert Hein Broekhuijsen is een zware jongen, om in criminele termen te spreken. Behalve het havenschandaal heeft hij nog een groot en berucht dossier op zijn bureau liggen: de Klimop-vastgoedfraude. Hij was advocaat bij dla SchutGrosheide toen hij in 2005 overstapte naar het Functioneel Parket van het Openbaar Ministerie. ‘Zoals je weet, houd ik van grote stinkzaken’, lichtte hij zijn transfer op advocatenwebsite advocatie.nl toe. Om daar in een intern blad van het Functioneel Parket aan toe te voegen: ‘Ik heb een hekel aan graaiers en oplichters.’

In de dossiers Haven en Golf trekt Broekhuijsen samen op met een collega die enige landelijke bekendheid geniet. Koos Plooij werkt al sinds de jaren negentig bij het Openbaar Ministerie. Samen met ‘crimefighter’ Fred Teeven vervolgde hij Willem Holleeder. Hij was aanklager in het proces tegen Volkert van der G., de moordenaar van Pim Fortuyn. De vasthoudende Plooij moest zelfs enige tijd worden beveiligd omdat criminelen het op zijn leven hadden gemunt.

Broekhuijsen en Plooij voeren het woord als er vóór de schermen eindelijk weer iets gebeurt. De extra beveiligde zaal van de rechtbank in Rotterdam is op 29 oktober 2008 volgestroomd voor de eerste zitting in de zaak-Scholten. Niet dat er iemand extra beveiliging nodig heeft. De zaal is gekozen omdat er veel mensen in kunnen en de publieke belangstelling groot is. Willem Scholten zelf is niet aanwezig op de regiezitting, waar de agenda voor de inhoudelijke behandeling wordt getrokken. Hij werkt in Mozambique aan een project om de rivier Zambezi bevaarbaar te maken, legt zijn advocaat Pieter Baauw uit.

Precies een jaar na de arrestatie van Van den Nieuwenhuijzen, en bijna drie jaar na het eerste verhoor van Scholten, laat justitie voor het eerst iets los over de resultaten van al het opsporingswerk. De officieren leggen uit waarom het zo lang heeft geduurd. Aanvankelijk dachten ze dat ze de zaken Haven en Golf tegelijk voor inhoudelijke behandeling bij de strafrechter konden aanbrengen. Het onderzoek naar Van den Nieuwenhuijzen bleek echter keer op keer omvangrijker en tijdrovender dan gedacht. Om de afdoening van de zaak-Scholten niet nodeloos nog meer te vertragen, hebben ze uiteindelijk besloten om Haven en Golf los te koppelen. ‘Natuurlijk realiseren wij ons dat een verdachte liever veel eerder dan drie jaar na zijn eerste verhoor weet waar hij aan toe is. En ook begrijpen wij dat andere belanghebbenden, onder wie de gemeente Rotterdam en de gemeenteraad, liever veel eerder een behandeling van de strafzaak hadden gezien. Het is echter de vraag of het sneller had gekund.’[76] Niet dus, meent het om.

In het belang van beide zaken – Haven en Golf – is het om al die tijd zwijgzaam naar buiten toe geweest, stellen Broekhuijsen en Plooij. Maar nu, op deze eerste openbare zitting, kunnen de officieren eindelijk prijsgeven waarvan Willem Scholten eigenlijk wordt verdacht. Zij grijpen daarvoor terug naar waar het allemaal mee begon: de raamovereenkomst die Scholten en Van den Nieuwenhuijzen op 28 december 2002 hadden gesloten. De afspraak om de rdm te compenseren voor het niet-leveren van duikboten aan Taiwan. De deal op basis waarvan het Havenbedrijf de garanties verstrekte voor de bankleningen aan het concern van zijn zakenvriend. Van die overeenkomst treffen de opsporingsambtenaren meerdere varianten aan: een waarin sprake is van compensatie door garanties van maximaal 20 miljoen euro, een van maximaal 60 miljoen euro, een van minimaal 100 miljoen euro. Er zijn zo veel versies dat het vermoeden rijst dat de als origineel gepresenteerde overeenkomst achteraf is gefabriceerd. Achteraf, omdat de meeste leningen toen al waren verstrekt. Het stuk is geantedateerd, is daarom vals en – zo vermoedt het om – daarmee is ook de inhoud van de overeenkomst vals.

Vals zijn ook certificaten die Scholten afgaf over zijn bevoegdheid om de garanties af te geven, en de garanties zelf, want – stelt het om – hij wás daartoe niet bevoegd. Ook de door hem ondertekende bevestigingsbrieven als bewijs van de juistheid en de volledigheid van de jaarrekeningen van het Havenbedrijf zijn vals. Omdat hij de garanties verborgen hield en buiten de jaarverslagen, wáren die niet juist en volledig. ‘Het vermoeden bestaat dat hij, door het samenstellen van stukken waarin een onjuiste voorstelling van zaken werd weergegeven, zowel de gemeente Rotterdam heeft bewogen om schulden aan te gaan, als enkele banken heeft bewogen om leningen te verstrekken, en dus de gemeente en die banken heeft opgelicht.’[77]

Valsheid in geschrifte en oplichting. Dat zijn de formele aanklachten. Maar waarom zou Scholten die delicten hebben gepleegd? Waarom moest de compensatieovereenkomst achteraf worden opgemaakt? Hoe zat het met die dreigende boycot van de Rotterdamse haven? Hoe reëel was die? Handelde Scholten in het algemeen belang, of had hij ook een eigen belang? De officieren Broekhuijsen en Plooij suggereren van wel. Hun onderzoek naar de privécontacten tussen Scholten en Van den Nieuwenhuijzen neemt nog wat meer tijd in beslag en daarom vragen zij de rechtbank toestemming voor uitstel van de inhoudelijke behandeling. Maar één opmerkelijk resultaat willen de officieren alvast met de rechters en de buitenwereld delen: in de jaren 2000-2002 bewoont Scholten een appartement in de concurrerende havenstad Antwerpen. Inmiddels gescheiden van zijn vrouw leeft hij er samen met zijn nieuwe liefde Rianne. Zij is het die bij de notaris haar handtekening onder de akte van overdracht zet en de architect de opdracht geeft voor de inrichting. Maar het is niet zijn vriendin, noch Scholten die de rekeningen van in totaal 400.000 euro betaalt. Dat doet Van den Nieuwenhuijzen via zijn bedrijf Lamoenchi.[78]

[73] Pleitnota Van den Nieuwenhuijzen, 6 juni 2013, p. 3.

[74] Pleitnota hoger beroep, Scholten feit 5, p. 40.

[75] Voor Van den Nieuwenhuijzens arrestatie zie: Joep! Van held tot hoofdverdachte (Prometheus 2010), Philip de Witt Wijnen, pp. 276-279.

[76] Toelichting van het om op regiezitting rechtbank Rotterdam, 29 oktober 2008.

[77] Idem.

[78] Zie requisitoir zaak-Scholten, 16 september 2010, pp. 19-23.