HOOFDSTUK 27
==
Joep van den Nieuwenhuijzen is een opgewekt mens. Wie hem gedurende zijn strafzaak volgt, ontmoet steevast een vriendelijke, goedgemutste, maar vooral optimistische man. Onverwoestbaar optimistisch. Ogenschijnlijk ontspannen ook, alsof hij de druk van zijn vervolging niet op zijn schouders voelt rusten. Want die strafzaak tegen hem, blijft hij herhalen, dat is natuurlijk één grote farce.
Dat zegt Van den Nieuwenhuijzen tegen iedereen die het wil horen, ook op die dag in maart 2011 dat zijn proces begint met een regiezitting, vijf maanden na de veroordeling van Willem Scholten. Dat vonnis is een tegenvaller geweest: de rechtbank meende dat de havendirecteur door het gebruik van het Antwerpse appartement is omgekocht. Als zijn rechters tot hetzelfde oordeel komen, hangt de zakenman een celstraf boven het hoofd. Maar daar wil hij niet aan denken: ‘Die straf van Scholten zal in hoger beroep nooit stand kunnen houden. Ik heb hem dat appartement toegezegd, toen het nog helemaal niet klaar was. Het werd pas tweeënhalf jaar later opgeleverd. Als je iemand omkoopt, dan heb je toch direct iets aan te bieden? Nee, als dit mag, dan raad ik iedereen aan nooit het gras van zijn buurman te maaien. Want dan zien ze dat ook als omkoping.’[109]
De omkoping van Scholten is niet de enige verdenking van het om tegen Van den Nieuwenhuijzen. Net als bij de havenbaas staat ook bij hem valsheid in geschrifte (de duikbotenovereenkomst tussen de rdm en het Havenbedrijf) op de tenlastelegging. Voorts wordt hij beschuldigd van faillissementsfraude bij sp Aerospace and Vehicle Systems – evenals zijn medeverdachten, de financieel directeur en de controller van de rdm – en van meineed, omdat hij tegenover de rechter in Den Bosch over dat faillissement zou hebben gelogen. Ook bij SS Rotterdam en Lamoenchi ziet het om dat er is gefraudeerd bij het faillissement van deze aan het Havenbedrijf overgedragen bv’s. Het laatste feit op de tenlastelegging is wel een heel bijzondere: het bezit van een vals paspoort van de Federale Islamitische republiek der Comoren. Dat was in beslag genomen bij zijn arrestatie in 2007. Een paar maanden daarvoor had hij het nog gebruikt bij een verkeerscontrole in Middelharnis. Op dat moment was het een ongeldig paspoort; de marechaussee ontdekt dat in de vervaldatum van het reisdocument het jaartal 2006 met een pennetje is veranderd in 2008.
Maar het paspoort is een bijzaak, en daarover gaat het dan ook nauwelijks in de publiciteit rond de regiezitting, die voor Van den Nieuwenhuijzen niet ongunstig afloopt. Zijn voorlopige hechtenis wordt opgeheven, hij krijgt de vier jaar eerder betaalde borgsom van 10 miljoen euro terug en – belangrijk voor het proces – hij krijg toegang tot de zogenoemde dataroom, de ruimte waar de fiod de in beslag genomen stukken heeft opgeslagen. De rechter wijst tweeëntwintig nieuwe, door de verdachte opgeroepen getuigen toe en houdt de strafzaak voor onbepaalde tijd aan. ‘Dit betekent dat we nu aan het werk kunnen gaan om de waarheid aan het licht te brengen. Om stukken te mogen inzien die we tot nu toe niet mochten zien. Om getuigen te horen die dingen hebben gezegd zonder dat wij ze daarover vragen mochten stellen’, reageert Van den Nieuwenhuijzen als hij na de zitting plaatsneemt in Café Rotterdam voor een interview met Nieuwsblad Transport.
De kansen voor de rdm om onderzeeërs aan Taiwan te leveren, de boycot van Nederland waarmee China dreigt als die levering door zou gaan, de weigering van ‘Den Haag’ om de rdm te compenseren, de bereidheid van de directeur van het Rotterdamse Havenbedrijf om dat wel te doen: Van den Nieuwenhuijzen legt het allemaal nog eens rustig uit. Dat de duikbotenovereenkomst vertrouwelijk was, en dat Scholten de garanties onder de pet hield, wijst nog niet op corruptie. ‘Natuurlijk niet, waarom? Als er iemand niet omkoopbaar is, was het Willem Scholten wel. Die een enorme salarisval voor lief nam toen hij van de raad van bestuur van Smit naar het Havenbedrijf ging. Dat deed-ie niet, omdat hij zo aan geld gehecht was. Het om weet alles van Scholtens financiën, er is helemaal niets gevonden van corruptie. Behalve die betaling van mij op de Zwitserse rekening, en het verhaal van het Antwerpse appartement.’
Geen kwaad woord over Willem Scholten. Omgekeerd heeft die zich tijdens zijn proces laten ontvallen dat hij het Van den Nieuwenhuijzen verwijt dat hij hem in deze situatie gebracht heeft. ‘En dat begrijp ik. Maar hij heeft het wel zelf gedaan. Ik heb hem niet gedwongen. We hebben beiden gemeend het zo te moeten doen.’
Hoe gemoedelijk de Brabander doorgaans ook is, begin over het om en de fiod, of over de gemeente en het Havenbedrijf Rotterdam, en hij windt zich op. Over justitie omdat zij een eenzijdig dossier heeft samengesteld, waaruit al het ontlastende materiaal is weggelaten, en waarmee de rechtbank en het publiek worden misleid. Over de gemeente en het Havenbedrijf omdat die de ogen sluiten voor wat ze wel degelijk hebben geweten, en omdat ze afspraken hebben geschonden. Van den Nieuwenhuijzen kan het Scholtens opvolger Hans Smits niet vergeven dat die de zekerheden die waren overgedragen aan het Havenbedrijf – het schip, het datahotel en rdm tds – failliet heeft laten verklaren of heeft verpatst. Omdat ze zogenaamd waardeloos waren. ‘Waardeloos? Dat gaan we dan allemaal eens op tafel leggen. En dan wil ik ook weten of de directeur dat ook heeft verteld aan zijn bazen bij de gemeente, de burgemeester, de wethouder, de gemeentelijke controlling. Want dat vind ik dan pas echt een havenschandaal.’
Het woord ‘schande’ valt, niet voor het eerst en niet voor het laatst tijdens het interview: ‘Dat het Havenbedrijf die vennootschappen even snel failliet liet gaan en de activa voor ramsjprijzen heeft verkocht. De ss Rotterdam, voor 1,5 miljoen, ver onder de schrootwaarde. Natuurlijk heb ik een vermoeden waarom ze dat geflikt hebben, en dat ga ik allemaal boven tafel krijgen.’
Waren de garanties dan niet in het geheim verstrekt en geheim gebleven totdat Scholten ze opbiechtte? ‘Wat een belachelijk verhaal. Alsof je 100 miljoen zo even kan verdonkeremanen. We kunnen aantonen dat meer dan honderdvijftig man precies wisten wat er aan de hand was. Bij de banken, de gemeente. Wij gaan precies vertellen wie het wél allemaal wisten.’
Van den Nieuwenhuijzen kent zijn reputatie. Hij weet dat er velen zijn die hem spuugzat zijn. Omdat hij zijn rekeningen niet betaalt, omdat hij bedrijven failliet laat gaan, omdat hij schuldeisers met lege handen achterlaat. Zien die het allemaal fout? ‘Nee, men is verkeerd geïnformeerd. Bewust. Ik heb inderdaad alle schijn tegen, dat weet ik. Mensen vinden mij een oplichter, en dat ga ik dus weerleggen. Daarom ben ik zo blij dat ik van deze rechtbank nu alle stukken mag zien, mag inbrengen in mijn zaak, en al die getuigen mag horen. Dat is waarheidsvinding. Ik heb voldoende vertrouwen in de rechtsstaat dat de waarheid, als die op tafel komt, volledig beoordeeld wordt. Ik zal mij helemaal onderwerpen aan de rechtspraak. Maar ik heb ook vertrouwen in de uitspraak.’
Meesteroplichter. Zo noemen mensen hem. Omdat hij anderen altijd weer weet te overtuigen met zijn charme, met zijn verhalen. Van den Nieuwenhuijzen schudt zijn hoofd. ‘Zo werkt dat niet. Om mensen in dit soort zaken te overtuigen, heb je stukken nodig. Je moet aantonen dat het echt zo is. Je kunt een rechtbank niet overtuigen met mooie verhalen. Je hebt documenten nodig, getuigen. En die hebben we nu. Dáármee ga ik het aantonen. En dan mag iedereen nog een keer zijn oordeel geven.’
Heeft hij dan helemaal niets fout gedaan? ‘Natuurlijk, ik heb honderden fouten gemaakt in mijn leven. Maar niet die in de aanklachten opgesomd staan. Ik heb op de Staat vertrouwd. Stom, nooit moeten doen. Ik heb het Havenbedrijf zekerheden gegeven, die ze vervolgens verkwanseld hebben. Stom! Ik had ze lekker zelf de rekening moeten laten betalen. Maar ik heb in Nederland nooit de wet overtreden.’[110]