14
Verlichte emoties
Uiteindelijk ontdekt de geest dat hij vrij is, oneindig vrij van controle en oneindig vreugdevol. Uiteindelijk wordt hij verliefd op het onbekende. En komt daarin tot rust. En omdat hij niet langer gelooft in zijn eigen gedachten, blijft hij altijd vredig, wat er ook gebeurt.
Byron Katie 38
Als het je gelukt is om tot hier dit boek door te lezen zonder gek of wanhopig te worden, dan heb je beslist al flink kunnen oefenen met ongemakkelijke gedachten en gevoelens. Het onderwerp van dit boek, het doorzien van onze meest fundamentele misvattingen over onszelf en de werkelijkheid, is best ingewikkeld. Om je denkverslaving te doorzien moet je meestal eerst heel veel denken. En daarna dat denken ook weer loslaten, anders word je een filosoof in plaats van verlicht. Het afwisselend denken in de vorm van contemplatie, en loslaten van denken tijdens de natuurlijke meditatie, is de essentie van het spirituele pad. Waarbij het denken op den duur minder belangrijk wordt en steeds meer plaatsmaakt voor ‘weten’ – wat in dit verband synoniem is met ‘Zijn’, het verblijven in je natuurlijke staat.
Dit ‘weten’ kent zijn eigen ‘lege’ natuur en tevens alles wat in die natuur verschijnt, alle manifestaties van die natuur. Het is één met alle verschijnselen zonder zichzelf kwijt te raken in die verschijnselen. Een sterk, niet-geïdentificeerd en daarom autonoom besef van je ‘zelf’ valt volledig samen met de ervaring van alle verschijnselen. ‘Jij bent dat,’ zegt de Tao.39 Ervaar je bijvoorbeeld op dit moment, tijdens het lezen van deze regels, jezelf én de werkelijkheid om je heen? Dat tezamen is wat je werkelijk bent! Op dit niveau valt er met de conceptuele geest niets meer te doen. Concepten zijn hier slechts een van de vele vluchtige verschijnselen in de voortdurende stroom van het Zijn in gewaarzijn. Alleen zo wordt de denkverslaving overstegen: zien, begrijpen, vertrouwen en rusten in dit weten. Alleen zo wordt denken wat het eigenlijk altijd al was: een leuke en soms handige maar vaak ook tamelijk overbodige bezigheid binnen het adembenemend mooie spel dat werkelijkheid heet.
Omdat dit boek gaat over het doorzien van onze denkverslaving, ligt de nadruk begrijpelijkerwijs op denken, contempleren en kijken naar je geest. Daardoor krijg je misschien de indruk dat emoties alleen maar een rol spelen als oefenobject op het spirituele pad teneinde hun illusoire natuur te doorzien. Er zijn echter ook ‘verlichte emoties’, die zowel een uitvloeisel zijn van realisatie als ook een hulpmiddel op de weg daar naartoe. Het zijn liefde, compassie, vreugde en gelijkmoedigheid. Een gerealiseerd iemand ervaart liefde als spontane reactie op de aanwezigheid van mensen of dieren; het is de wens om ze gelukkig te zien. Compassie is de spontane reactie op het zien van lijden: de wens om het te helpen beëindigen. Vreugde is de spontane reactie op het geluk van anderen, en gelijkmoedigheid is de basishouding van vriendelijke openheid ten opzichte van elke emotionele of stressvolle situatie. Op het spirituele pad worden deze emoties soms opgewekt en geoefend als hulpmiddel om de geest te bevrijden van zijn ingesleten verkrampingen.40 Als je bijvoorbeeld de pest hebt aan iemand, kun je liefde oefenen door je in je fantasie situaties voor te stellen waarin de ander gelukkig is. Je zult versteld staan van het effect van zo’n oefening, die immers rechtstreeks ingaat tegen je gebruikelijke gevoelens ten aanzien van iemand met wie je een probleem hebt.
En als je iemand in je nabijheid ziet lijden, kun je compassie oefenen. Doorgaans reageren we op het lijden van anderen met onverschilligheid, medelijden, schuldgevoel, verantwoordelijkheid en machteloosheid of een mengeling van deze gevoelens. Compassie is echter een vorm van wijsheid waardoor je ziet dat het lijden veroorzaakt wordt door onbekendheid met en ontkenning van onze volmaakte natuur, en dat iedereen zelf verantwoordelijk is voor de manier waarop hij zijn omstandigheden ervaart. Dit bevrijdt je van schuldgevoelens en zelfafwijzing over het lijden van anderen, en van eventuele onverschilligheid of medelijden die je als toedekking gebruikt voor die schuldgevoelens. In plaats daarvan ontwikkel je een warme liefdevolle houding voor de persoon die lijdt, en zelfs een vorm van respect voor iemands lijden. Tenslotte is lijden de grote motor achter spirituele groei. Je weet niet hoeveel lijden iemand eerst moet doorstaan voordat het inzicht wakker wordt dat er iets mis is met de manier van kijken naar de werkelijkheid. Compassie is dus een ‘wijze emotie’ en ze geeft je enorm veel ruimte om daadwerkelijk of in aspiratie de ander bij te staan in diens lijden en op het pad naar realisatie.
Vreugde is de verlichte reactie op het geluk van anderen. Vaak als we mensen om ons heen zien die succesvol zijn of heel erg rijk, die bezitten wat wij graag zouden hebben of vrij zijn van iets waar wij onder gebukt gaan, reageren we met afgunst en jaloezie. Dit is een tamelijk destructieve, zelfafwijzende emotie: je voelt je minder dan die ander, een mislukking of een loser, of je projecteert je zelfafwijzing en bedenkt redenen waarom de ander eigenlijk een sukkel is. Als tegengif hiervoor kun je vreugde beoefenen: blij zijn met het geluk van een ander. Ook hier kan het effect van zo’n beoefening enorm bevrijdend zijn. Telkens als je je afgunstige verkramping kunt loslaten, zijn er immers zoveel méér redenen om je te verheugen dan als je alleen je eigen geluk belangrijk vindt!
Gelijkmoedigheid ten slotte is misschien wel de meest verkeerd begrepen eigenschap van de verlichte geest. We zijn geneigd te denken dat je dan in allerlei hectische situaties volkomen onaangedaan blijft, en dat het dus een soort afgevlakte gemoedstoestand is. In werkelijkheid staat een gerealiseerd iemand volkomen open voor al haar emoties. Het verschil is dat zij deze herkent als een uitstraling van het gewaarzijn zelf, waardoor er geen identificatie mee plaatsvindt. Zonder identificatie wordt zichtbaar dat heftige emoties niets anders zijn dan bewegingen in de geest, golven van heldere energie. En al deze golfbewegingen in de geest worden herkend en omhelsd vanuit de oceaan van het allesomvattende oorspronkelijke gewaarzijn.
De vier verlichte emoties – liefde, compassie, vreugde en gelijkmoedigheid – zijn niet alleen bruikbaar in relatie tot andere mensen en omstandigheden, ze zijn ook heel erg nuttig bij het kijken naar je eigen geest, vooral als zich daar beklemmende gedachten in afspelen. We hebben daarbij immers meestal een sterke neiging om van die rotgedachten af te willen, maar dat versterkt ze juist. Als je dit kijken echter kunt doen vanuit liefde en compassie, wordt het ineens veel gemakkelijker. Als je met liefde naar jezelf kunt kijken en met compassie naar je eigen beklemming, wordt je gewaarzijn als vanzelf opener en ruimer en kunnen beklemmende emoties en pijnlijke gedachten veel gemakkelijker oplossen in je natuurlijke staat. ‘Ha lieverd, ben je weer aan het worstelen met je gedachten, en probeer je er weer vanaf te komen met een meditatietrucje? Geeft niks hoor, heel normaal, je bent een schat!’41 Zo’n houding tegenover jezelf geeft zoveel meer ruimte en openheid dat oorspronkelijk gewaarzijn spontaan opbloeit in je gedachtestroom.
In dit boek wordt regelmatig verwezen naar het oorspronkelijk gewaarzijn als ‘open en vriendelijk’ of als ‘oordeelvrij en liefdevol’. Dat is omdat die twee kanten altijd spontaan in onze natuur aanwezig zijn: helderheid en liefde, licht en warmte, ‘leegte’ en ‘weten’, niets zijn en alles zijn, overstijgen en omvatten. Helderheid overstijgt de verschijnselen maar heeft als ze zichzelf niet herkent de neiging om te stollen in zelfafwijzing en dissociatie. Liefde omvat alle verschijnselen, maar liefde die zichzelf kwijtraakt, leidt tot versmelting met je zelfbeeld. Dissociatie en versmelting zijn de twee vormen van identificatie met een onjuist zelfbeeld. Maar zodra het gewaarzijn zich niet langer verliest in zijn eigen manifestaties, en zichzelf herkent als de ontstaansgrond van alle verschijnselen, komen helderheid en liefde spontaan tot bloei. Zo kun je met liefde naar je helderheid kijken, of met helderheid naar je liefde, en merken dat er geen verschil tussen beide is in het oorspronkelijke gewaarzijn. Op het spirituele pad kun je ze soms apart beoefenen, als een hulpmiddel om je te realiseren dat ze uiteindelijk onscheidbaar zijn, zoals licht en warmte onscheidbare eigenschappen zijn van de zon. Helderheid en liefde zijn onze ware natuur. Longchenpa beschrijft het zo:
Als erover nagedacht wordt, zijn het concepten. Als erop gemediteerd wordt, is dat je gewone bewustzijn. Als het beschreven wordt, zijn het slechts woorden. Als ernaar gekeken wordt, is er dualistische perceptie. Als het met rust gelaten wordt, is het de ware natuur van alle verschijnselen, terwijl als je er iets aan probeert te doen, het Samsara is. Wat altijd blijft is bewustzijn van het bewustzijn, zo ruim als het firmament, een vreugdevolle en warme openheid.
Het is zoals het is zonder dat het zo gemaakt is. Het kan niet gezien worden als je ernaar zoekt. Het is geen vrijheid die ontwikkeld wordt in meditatie. Het is geen vrijheid die bereikt wordt door ontspanning. Het kan niet veilig gesteld worden door bevestiging. Het kan niet weerlegd worden door ontkenning. Wat altijd blijft is puur bewustzijn in al zijn naaktheid, waarin de soliditeit van verschijnselen oplost.
Het is vrij in zijn ontstaan, open in zijn manifestatie, en vluchtig zelfs als het zich roert. Het ‘is’ net zozeer als het ‘niet is’, terwijl het net zomin ‘niet is’ als ‘is’. Het is niet bestaand zelfs in zijn aanwezigheid, terwijl het niettemin aanwezig is in zijn onbestaandheid. Het roert zich in het kalm verblijven, terwijl het ook verblijft in zijn eigen beroering. Wat altijd blijft is moeiteloze meditatieve stabiliteit als een constante stroom van natuurlijk onverdeeld gewaarzijn.
Je kunt erop mediteren als werkelijk bestaand, maar het is onmogelijk te bevestigen. Je kunt erop mediteren als niet-bestaand, maar het is onmogelijk te ontkennen. Je kunt het zien als zowel bestaand als niet-bestaand, maar het valt niet binnen deze uitersten. Laat het bestaan, laat het niet bestaan. Laat het zich manifesteren, laat het leeg en open zijn. Laat het zijn, laat het niet zijn. Laat het goed zijn, laat het slecht zijn. Laat het gerealiseerd worden, laat het niet gerealiseerd worden. Wat altijd blijft is een natuurlijke zuivere naakte staat: gewaarzijn dat leeg en vluchtig is; een alles omhelzende open dimensie waarin geen sporen achterblijven.42
Longchenpa is een verlichte leraar die leefde van 1308 tot 1364, en die prachtige boeken heeft geschreven over zijn spirituele pad. Omdat ze uit een heel andere tijd en cultuur komen, zijn ze soms moeilijk toegankelijk; je moet ze wel een aantal keren lezen voordat ze hun geheimen prijsgeven.
Daarnaast kleeft er soms een nadeel aan citaten van verlichte leraren: hoewel ze enerzijds inspirerend kunnen zijn, staan ze soms ook ver af van onze dagelijkse werkelijkheid. Ze kunnen je soms zelfs enigszins moedeloos maken door de gedachte dat zoiets moois en diepzinnigs nooit voor een gewoon mens is weggelegd. En dat is dan weer een vertekening van de werkelijkheid die ontstaat als je verlichting beschouwt als een magistraal einddoel van een buitengewoon langdurig spiritueel pad. Terwijl in werkelijkheid de resultaten van spirituele studie en beoefening al heel snel zichtbaar worden in je leven.
Om dat duidelijk te maken kunnen we veel beter te rade gaan bij beginners op het spirituele pad. Vandaar dat ik tijdens het schrijven van dit boek aan de deelnemers van een van mijn meditatiecursussen heb gevraagd of ze eens wilden opschrijven wat ze er eigenlijk aan hebben. De vraag was: ‘Wat voor invloed heeft het spirituele pad op jouw dagelijkse leven en op de manier waarop je kijkt naar moeilijke emoties en omstandigheden?’ Hier volgt een bloemlezing uit hun reacties:
Studie van spirituele boeken en meditatie hebben op mij de invloed van een anker aan een schip. Ik kan nog steeds flink overvallen worden door angstige emoties of sombere gedachten, maar de stormen hebben niet meer echt vat op mij. In plaats van te blijven hangen in een stroom van negatieve gedachten, lukt het steeds beter om te kijken naar mijn gedachten. Dat geeft opening om veel rustiger, helderder en frisser te reageren.
Simon
Sinds ik mediteer, bijna iedere dag, is mijn leven een stuk minder dramatisch. Ik schiet minder snel in een emotie en kan met meer helderheid zien wat er bij mezelf gebeurt. Als er door mijn partner, ex-partner of mijn puberkinderen op een van mijn vele knoppen wordt gedrukt, wordt het lastiger, maar ook dan merk ik dat de emotionele rollercoaster korter is dan voorheen, omdat ik er eerder uit kan stappen.
Ik ervaar over het algemeen meer rust, helderheid van geest en kan veel beter met mezelf door een deur.
Yvonne
Als ik er één woord voor zou moeten kiezen, zou ik zeggen: relativering. Vertrouwen hebben in je persoonlijke pad: de weg en de uitkomsten. Bewust zijn van je emoties, je bent ze niet, je hebt ze. Door aandachtig te zijn kan ik beter naar mezelf en de wereld kijken. In de stilte komen inzichten, soms inspiratie en altijd rust. Het is wat het is, meer dankbaarheid en tevredenheid.
Daarnaast geeft het me ook een royalere blik op de wereld en anderen. Het niet oordelen en liefdevol zijn naar momenten en mensen die de dingen ‘anders’ doen dan ik, is echt een cadeautje! Ik betrap mezelf er nog weleens op dat ik verval in oud gedrag. Maar die bewustwording geeft me een glimlach en dat is dan ook weer een mooi moment.
Ina
De belangrijkste les van het mediteren is wel het besef dat ik niet mijn gedachtes ben. Gedachtes is iets wat ik doe en niet wat ik ben.
Tijdens het mediteren en vooral als ik net ga zitten merk ik dat mijn mind het erg druk heeft met allerlei gedachtes. Voorheen volgde ik die automatisch en vond ik er ook van alles van, wat vervolgens weer nieuwe oordelen opleverde waar ik ook weer van alles van vond. En dat ging maar door. Druk, druk, druk dus.
Tijdens de lessen meditatie leerde ik hoe ik die gedachtes gewoon kon laten gebeuren zonder ermee bezig te zijn. Als ik dit doe vormen er zich ook geen oordelen en klaar ben ik ermee. De rust die dit creëert geeft me ruimte en kracht.
In het begin ervoer ik dit tijdens de meditatie, als ik er echt voor ging zitten. Later kon ik het ook tijdens mijn dagelijkse bezigheden doen of zelfs in gesprek met iemand. Er kwam meer ruimte om in het hier en nu te zijn en in bijv. een gesprek meer samen met de ander te zijn, meer intimiteit, i.p.v. druk te zijn met mijn gedachtes en oordelen over het gesprek.
Margreet
Ik maakte voordat ik aan de cursus begon de beginnersfout door te denken dat meditatie een training is die ervoor zou zorgen dat de dingen die om je heen gebeuren minder hard binnen zouden komen. Gaandeweg mijn beoefening kreeg ik daar vragen bij, want het leven bestaat toch uit het je laten raken door mensen, gebeurtenissen en andere mooie en minder mooie dingen van het leven. Het afsluiten daarvoor leek me ineens een slecht idee. Vrij recentelijk heb ik ervaren dat het niet gaat om afsluiten maar om openstellen. Ik ben het leven voller gaan leven. Er is wel een verschil met voor de cursus. Wanneer er nu dingen gebeuren die me verdrietig, kwaad of onzeker maken dan verzet ik me daar niet tegen, maar bekijk het rustig. Meestal is dat heftige gevoel dan ook weer snel vertrokken en hoef ik niet bang te zijn dat ik ga handelen uit kwaadheid of onzekerheid. Het is een grappig verschijnsel: door mezelf minder te beschermen tegen het ongewisse van het leven is er juist meer rust gekomen in het verwerken van alles wat er dan binnenkomt.
Eline
Wat al deze reacties gemeen hebben is die toegenomen ruimte en vriendelijkheid die mensen ervaren ten opzichte van zichzelf en moeilijke situaties in hun leven. En dat zijn precies die twee aspecten van onze natuurlijke staat van zijn: helderheid en liefde, die al vrij snel na aanvang van spirituele studie en beoefening beginnen door te sijpelen in ons dagelijkse bewustzijn. Dat gebeurt dus al voordat je deze kwaliteiten rechtstreeks kunt waarnemen als je natuurlijke staat van zijn. Gewoon gaan zitten en je aandacht bij jezelf brengen, laten zijn wat er is, blijkt al voldoende om die natuurlijke ‘verlichte’ eigenschappen te laten opbloeien in de stroom van je bewustzijn. Die onscheidbare eenheid van helderheid en liefde wordt daardoor steeds duidelijker herkenbaar in alles wat je ervaart, zowel in pijnlijke als in vreugdevolle ervaringen. Daarover gaat het derde deel van dit boek.