16
De spirituele liefdesrelatie
Op het moment dat je dit ontzagwekkende iets in je
hart hebt dat we liefde noemen, en de diepte, de vreugde,
de extase daarvan voelt, zul je ontdekken dat de
wereld getransformeerd is.
Jiddu Krishnamurti 18
Geen verschijnsel is zo verweven met onze gebruikelijke dualistische misvatting als de liefdesrelatie. Van andere veel gebruikte vlucht- en toedekkingsmethoden – zoals daar zijn: drugs, roken, alcohol, en excessief gebruik van seks, tv kijken, internetten, hobby’s en sport – is het vrij algemeen bekend dat ze op korte of langere termijn schadelijk zijn. Maar de liefdesrelatie waarin je voor altijd verbonden bent met die ene ware geliefde die er altijd voor je is en die onvoorwaardelijk van je houdt, geldt in onze samenleving nog steeds als een onbetwist ideaalbeeld. Terwijl er toch minstens evenveel ellende uit voortvloeit als uit al die andere verslavingen. Het standaardbeeld van de liefdesrelatie is volledig verweven met onze denkverslaving. En die vloeit weer voort uit onze vermeende identiteit en uit onze diepste behoeftigheid die er de kern van vormt. Hoe werkt deze illusie?
De Engelsen noemen het zo treffend to fall in love, en dat is inderdaad wat er gebeurt als je in de valkuil van de verliefdheid terechtkomt. Je ontmoet een persoon die jou diep in je aangeleerde identiteit raakt: je allerdiepste gevoelens van behoeftigheid en afhankelijkheid worden opgewekt terwijl van de potentiële geliefde tevens de belofte uitgaat die behoeftigheid volledig te zullen vervullen. Een onweerstaanbare combinatie van intense behoefte en de belofte van totale bevrediging wordt door dezelfde persoon in je wakker gemaakt. Vóór die ontmoeting had je misschien een redelijk stabiel leven zonder al te veel last van eenzaamheid, maar zodra je verliefd bent lijkt het of je ineens zonder de ander niet meer gelukkig kunt zijn! En als de liefde niet beantwoord wordt, kun je zelfs lange tijd in deze pijnlijke behoeftigheid blijven hangen.
Wat er in feite gebeurt is dat je deze diepe gevoelens van afhankelijkheid niet herkent als de negatieve zelfovertuiging die je in je jeugd heb aangeleerd. In plaats daarvan loop je in de val van de denkverslaving, en splits je de zuivere ervaring in een ik-bewustzijn met een werkelijk bestaand gemis, en een andere persoon die je werkelijk nodig hebt om van dat gemis af te komen. Deze kunstmatige scheiding in een behoeftige ‘ik’ en een bevredigende ander is de werkelijke oorzaak van de beknelling in zo’n situatie. Dat is de reden dat je zo verschrikkelijk vaak moet denken aan de persoon op wie je verliefd bent: je probeert de verlossende gedachte te vinden uit deze beknelling, terwijl die juist door het denken erover veroorzaakt wordt, en vooral door het volledig geloven in de inhoud van je gedachtestroom.
En wat een ongelooflijke vreugde als de verliefdheid wederzijds blijkt te zijn! Nu blijkt je diepe behoeftigheid inderdaad volledig vervuld te worden. Je levenslange streven naar liefde en erkenning van anderen om je diepste negatieve overtuigingen over jezelf toe te dekken, vindt nu zijn ultieme succes! Een bijzonder effect van deze gebeurtenis is dat je hele identiteit door dit succes tijdelijk transparant wordt en min of meer oplost in deze totale bevrediging. Daardoor ontstaat er heel even een open verbinding met je natuurlijke staat van zijn, en kan je liefde vrij stromen. Maar omdat dit niet als zodanig herkend wordt en je in plaats daarvan meent dat het de liefde van de ander is die jou zo gelukkig maakt, versterk je juist je geloof in je afhankelijkheid van de ander. Dat heeft desastreuze gevolgen: van meet af aan ga je elke bedreiging van deze gelukzalige situatie bestrijden of omzeilen. Je maakt afspraken over elkaar nooit in de steek laten, en over welk gedrag wel en welk gedrag niet bijdraagt aan het in stand houden van de relatie. En voor zover deze afspraken niet expliciet gemaakt worden, komen ze onbewust tot stand, omdat aanvaardbaar gedrag beloond wordt met goedkeuring en veiligheid, terwijl bedreigend gedrag beantwoord wordt met afkeuring en verwijdering.
Na verloop van tijd verdwijnt de liefde steeds meer achter een muur van wederzijdse geruststelling en zelfbescherming. Je schermt je vermeende ‘ik’ af tegen de angst voor het verlies van wat je meent niet te kunnen missen in je leven: de liefde van de ander, terwijl dit hele proces van afscherming je juist isoleert van je natuurlijke staat van zijn en van de liefde die daarin overvloedig aanwezig is.
In mijn vorige boek Verslaafd aan liefde heb ik uitvoerig geschreven over de emotionele implicaties van deze vergissing. In dit boek kijken we naar de cognitieve misvatting die daar weer aan ten grondslag ligt: het geloof in de juistheid van onze dualiserende gedachtestroom. Hoe kun je deze relatievalkuil voorkomen of – als je er al inzit – eruit komen? Het belangrijkste hulpmiddel hierbij is het herkennen van beknellende of bedreigende gevoelens, en vervolgens het niet geloven in de juistheid van de eruit voortkomende gedachten. Stel, je zit in de beginfase van een wederzijdse verliefdheid. Je hebt al fijne en bijzondere ontmoetingen gehad, maar er zijn ook dagen dat je elkaar niet ziet. Het is heel normaal dat je af en toe vreugdevolle gedachten hebt over het elkaar weerzien. Maar ongetwijfeld zul je ook af en toe onrust en onzekerheid voelen over of het allemaal wel goed zal komen. De gebruikelijke reactie hierop is contact te zoeken en van de ander een of andere vorm van geruststelling los te peuteren. Als de verliefdheid wederzijds is en de mate van onzekerheid bij de beide partners ongeveer even sterk (dat geeft het gevoel dat je ‘bij elkaar past’), gaat dat heel gemakkelijk: jouw ongerustheid is geruststellend voor de ander en omgekeerd. Ongemerkt en razendsnel kom je beiden in de valkuil van de wederzijdse afhankelijkheid terecht.
Maar als je dit mechanisme door begint te krijgen, en je herkent je gevoel van ongerustheid en onzekerheid als je eigen aangeleerde behoeftigheid, als je ‘kind-bewustzijn’ dat de kern vormt van je aangeleerde identiteit, dan loop je hier niet voor weg, dan zoek je geen toedekking ervan bij de ander. In plaats daarvan gebruik je je spirituele beoefening om contact te maken met deze behoeftigheid en erbij aanwezig te blijven vanuit het open en vriendelijke gewaarzijn. Je herkent daarbij ook de neiging om allerlei onzekere en ongeruste verhalen te gaan denken, maar omdat je niet meer gelooft in de juistheid van deze verhalen, gaan ze voorbij zonder de beknelling te vergroten. Iedere keer als je op deze wijze geoefend hebt met je angstige en afhankelijke gevoelens en ze zelf hebt kunnen omhelzen en oplossen in je natuurlijke staat, kun je vanuit liefde en onafhankelijkheid weer contact maken met de ander. En als de ander ook met dit spirituele proces bezig is, kan er tussen jullie het mooiste ontstaan wat er is: een spirituele liefdesrelatie.
Dit hele boek gaat over onze onwetendheid en ontkenning van onze natuurlijke staat, die helder en liefdevol is. In christelijke termen zou je dat ‘een staat van genade’ kunnen noemen. De meeste mensen zijn permanent vervreemd van die staat. In plaats daarvan dragen we heel ons leven een diep gevoel van gemis en behoeftigheid bij ons, dat zó pijnlijk is dat we er constant voor op de vlucht zijn, waarmee we het juist in stand houden. Hoe hardnekkig is deze pijnlijke vicieuze cirkel van ons onjuiste zelfbeeld! En hoe hardnekkig dus ook het ideaalbeeld van de ware liefde die altijd blijft duren! Het is de projectie naar buiten van onze diepste behoeftigheid, van het gemis aan onze ware natuur. Maar de ware liefde kan nooit buiten ons gevonden worden, omdat die in werkelijkheid ons diepste wezen is. Die ene die jou altijd omvat met helder en liefdevol gewaarzijn, die er altijd voor je is en je nooit in de steek zal laten, die jou beter kent dan je jezelf kent en alles aan jou onvoorwaardelijk en zonder oordeel bemint, dat is je natuurlijke staat van zijn, je boeddha-natuur. Dat ben je in werkelijkheid zelf! Het mooie van het spirituele pad is dat je langzaam maar zeker steeds meer contact krijgt met die innerlijke bron van liefde en helderheid, waardoor het pijnlijke sprookje van de liefdesrelatie steeds meer doorzien en losgelaten kan worden.
Betekent dit dat je voortaan als een happy single door het leven gaat en je neus optrekt voor de romantische liefde? Absoluut niet. Het betekent alleen dat een liefdesrelatie niet langer het hoogste doel is in je leven. Dat komt veel meer in het teken te staan van het realiseren van je natuurlijke staat, de meest fundamentele liefdesrelatie met jezelf en met alles wat je ervaart. Hoe meer je die staat van zijn af en toe kunt ervaren, hoe autonomer je wordt in je relatie met anderen. Het is een logisch gevolg van het niet meer weglopen voor je diepste negatieve gevoelens. Door te oefenen in het omhelzen van je pijnlijkste ‘kind-gevoelens’ met liefdevol gewaarzijn, leer je het illusoire karakter ervan te doorzien en kom je steeds meer in contact met je natuurlijke staat.
Maar betekent dit echt niet dat je dan genoeg hebt aan jezelf en gelukkig gaat zitten zijn op een mooie bergtop? Wel, als je dat leuk zou vinden, zou je daar zeker toe in staat zijn en er is niets op tegen. Ik doe het elk jaar minstens een paar weken. Maar een bijzonder kenmerk van die natuurlijke liefdevolle staat is dat hij geneigd is zich te willen delen met anderen, in elke vorm van contact en dus soms ook in een liefdesrelatie. Het grote verschil hierbij is dat de ander niet langer gebruikt hoeft te worden voor het toedekken van je negatieve geloof, omdat je deze illusie zelf al doorzien hebt. De ander hoeft ook niet langer jouw diepste behoeftigheid te vervullen, want dat heb je inmiddels zelf geleerd in je spirituele beoefening. Liefde geven en ontvangen gebeurt op die manier steeds meer in vrijheid, en bloeit op tot een gezamenlijk verblijven in die natuurlijke staat van liefde.
Dit klinkt je misschien allemaal wel mooi in de oren, maar hoe doe je dat nu als beginner op het spirituele pad, terwijl je al jarenlang je best doet in een traditionele relatie? Het mooie van spiritualiteit is dat elke hindernis op het pad tevens een hulpmiddel tot realisatie kan zijn. Je traditionele relatie, met haar afhankelijkheid en wederzijdse claims gericht op trouw en veiligheid, is beslist een hindernis op het spirituele pad als je er niet mee aan het werk gaat. Doe je dat wel, dan wordt je relatie een spirituele: niet langer gericht op veiligheid, niet eens gericht op het zo lang mogelijk in stand houden ervan, maar puur op spirituele ontplooiing. Dan wordt je liefdesrelatie een van de krachtigste hulpmiddelen op het spirituele pad. Dat pad gaat immers vooral om het opgeven van je verzet tegen je diepste pijnlijke gevoelens, en het leren doorzien ervan als een dualistische illusie. En wie kan er beter op je diepste pijnlijke knoppen duwen dan de persoon met wie je een liefdesrelatie hebt? Dat diepste pijnlijke zelfafwijzende gevoel dat je in een standaardrelatie zoveel mogelijk bij elkaar en jezelf probeert toe te dekken, wordt in een spirituele relatie juist het belangrijkste hulpmiddel bij je beoefening. Zo’n spirituele relatie kan alleen ontstaan als jij en je partner het eens zijn over enkele cruciale grondbeginselen. Je moet ze niet zien als regels waar je je aan moet houden, maar meer als uitgangspunten die je in je relatie tot uiting probeert te brengen. Dit zijn ze.
1De relatie is geen doel maar een middel
Gebruikelijk is dat de relatie belangrijker wordt gevonden dan de individuele partners. In een standaardrelatie moet je soms dingen van jezelf opgeven om de relatie te redden. Dit heet dan: investeren in de relatie. Het is een eufemisme voor jezelf afwijzen en onderdelen van jezelf amputeren uit angst de ander te verliezen. Het leidt onherroepelijk tot verlies van liefde en toename van onderhuidse angst voor verlating. In een spirituele relatie staat de persoonlijke spirituele ontwikkeling van beide partners voorop, en is er een sterke motivatie om elkaar daarbij te helpen. Dat betekent niet dat je geen rekening met elkaar mag houden, alleen doe je dat vanuit zelfstandigheid en niet vanuit angst om de ander te verliezen.
2Beide partners zijn volwassen mensen, autonoom en zonder recht op de ander
In een standaardrelatie menen de partners na verloop van tijd dat ze recht hebben op elkaar en voor sommige zaken zelfs elkaars toestemming nodig hebben. In feite wordt de liefdesrelatie steeds meer een herhaling van de situatie waarin je als kind bij je ouders leefde: afhankelijk en met angst voor afwijzing. Soms noemen partners elkaar zelfs papa en mama! Het belangrijkste kenmerk van zo’n relatie is veiligheid: toedekking van onze kinderlijke angst voor verlating. ‘Ik hou van jou’ wordt steeds meer: ‘Ik kan niet leven zonder jou.’ ‘Ik ook van jou’ verandert in ‘Ik zal je nooit in de steek laten.’ Het bizarre is dat deze veiligheid, dit ten koste van alles willen voorkomen van afwijzing en verlating, een schijnveiligheid is: relaties lopen er juist sneller door stuk!
Een spirituele relatie kan alleen ontstaan en opbloeien als beide partners autonoom zijn, of tenminste die autonomie nastreven, en is daardoor veel duurzamer dan een standaardrelatie. Hoeveel waardevoller is de liefde van de ander als die ook in staat is om alleen te leven! En hoeveel gemakkelijker blijft jouw liefde stromen voor een partner die onafhankelijk is.
3Je bent alleen verantwoordelijk voor je eigen geluk en lijden, en niet voor dat van je partner
Dit druist volledig in tegen het standaardbeeld van de relatie. Liefde wordt daarin immers afgemeten aan de mate waarin de ander mij gelukkig maakt en mij een veilig gevoel geeft. Als de ander iets doet wat mijn angst en zelfafwijzing oproept (bijvoorbeeld als ze interesse krijgt in een ander) dan vinden we dat de ander hier fout bezig is en daarmee op moet houden! We menen dat we standaard het alleenrecht hebben op de liefde van onze partner!
In een spirituele relatie is de liefde nooit vanzelfsprekend en daardoor wordt deze telkens weer als een geschenk ervaren. In een spirituele relatie wordt de pijn en onzekerheid die ik voel als de ander zich van mij terugtrekt, volledig gezien als mijn eigen verantwoordelijkheid en een hulpmiddel bij mijn spirituele beoefening. Anderzijds: als de ander het moeilijk heeft met bepaalde keuzes van mij, hoef ik mij niet te wentelen in schuldgevoel. Ik kan natuurlijk wel vragen: ‘Hoe kan ik je hierbij helpen?’ Ik kan eventueel zelfs mijn keuze aanpassen, maar dan niet uit angst de ander te verliezen, maar uit liefde voor mezelf en de ander.
Een spirituele relatie kan alleen ontstaan als beide partners het eens zijn over deze beginselen. Natuurlijk zal het in de praktijk soms hartstikke moeilijk zijn om je eraan te houden, en vallen we soms terug in onze kinderlijke egopatronen. Een beetje vriendelijkheid en geduld voor elkaar als we het even niet redden op de spirituele manier is onontbeerlijk.
Ook het vermogen om elkaar regelmatig met rust te laten draagt bij aan het succes van een spirituele relatie. Alleen zijn is een net zo fundamentele behoefte als samen zijn, en bovendien onontbeerlijk voor een spirituele beoefenaar. In een spirituele relatie gaat de wens om alleen te zijn altijd boven de wens om samen te zijn. Of anders gezegd: je bent alleen samen als je dat allebei wenst, en anders niet. In de praktijk betekent dit dat samenwonen, zeker als er geen aparte ruimte is voor beide partners, funest is voor de liefde. Als je kinderen hebt en niet apart wilt of kunt wonen, kun je een noodoplossing kiezen en het ouderschap voor een deel in wisseldiensten uitvoeren. Regel het zo dat je om de beurt af en toe een tijdje ergens alleen kunt zijn en weer bij jezelf kunt komen. Echt, alleen zijn is onontbeerlijk voor een gelukkige liefdesrelatie.
Uit het bovenstaande kan misschien de indruk ontstaan dat een spirituele relatie vooral keihard werken is met je eigen pijnlijke en angstige emoties. Hoewel dat soms inderdaad het geval is, is er nog iets anders dat de spirituele relatie uniek maakt, namelijk de liefde. Telkens als ik merk dat mijn partner zelf verantwoordelijkheid neemt voor haar pijnlijke gevoelens, bloeit mijn liefde en bewondering voor haar op. Telkens als mijn partner merkt dat ik haar volledig vrijlaat zonder enige vorm van afstandelijkheid en zonder dat ik me afsluit voor haar, word ik overspoeld door haar liefde en waardering. Dit is dus heel iets anders dan de vrijblijvendheid die in de hippietijd als ideaal gold. In de spirituele relatie zorgt de wederzijdse liefdevolle autonomie voor sterke gevoelens van kameraadschap en verbondenheid zonder dat daar claims en beknellende verwachtingen uit voortvloeien. Telkens weer je hart openen voor elkaar, en telkens ook weer elkaar loslaten, kan niet anders dan leiden tot spirituele groei en geluk in de liefde.
Bovendien is daar die bijzondere spirituele beoefening die ontstaat als je meditatie combineert met vrijen. Er zijn vele methoden bekend uit de wereld van de tantra waarmee je je begeerte kunt transformeren tot liefde en extase. Deze kunnen heel nuttig zijn als voorbereiding op de meest essentiële methode: te verblijven in natuurlijke meditatie terwijl jullie lichamen met elkaar verbonden zijn. Seksuele opwinding wordt hier niet langer getransformeerd door bepaalde technieken toe te passen, maar volledig omhelsd met liefdevol gewaarzijn. De liefde die je voor elkaar voelt vermengt zich dan steeds meer met de liefde die inherent is aan je natuurlijke staat. Vrijen wordt steeds vrijer van behoeftigheid, vrij van de obsessie een orgasme te moeten bereiken of dat bij de ander op te wekken. In plaats daarvan ontstaat een ervaring van samenzijn die zo helder en liefdevol is, dat je hele identiteit er tijdelijk in oplost. Als je dat meemaakt, zie je ook duidelijker hoe je in de gebruikelijke ‘samsarische’ manier van vrijen voortdurend beperkt wordt door je denkverslaving.
Als je wat beter kijkt naar hoe partners in een traditionele relatie met elkaar vrijen, dan valt op dat ze eigenlijk maar weinig contact met elkaar hebben en dat ze vooral vrijen met hun eigen projecties. De ander fungeert voornamelijk als toedekking van je eigen diepe behoeftigheid, en binnen een relatie dient de seks ook nog eens als bezegeling van de al dan niet expliciete overeenkomst elkaar nooit in de steek te laten, als bezwering van de angst verlaten te worden. Daarbij projecteert elke partner zijn behoeftigheid op de ander. Mannen zullen tijdens het vrijen de werkelijkheid dikwijls toedekken met veroveringsfantasieën; hun seksuele handelingen worden vooral gestuurd door de gedachten aan wat opwindend is voor henzelf en de ander. Soms worden die fantasieën expliciet uitgespeeld, vaak gebeurt dat ook stiekem of zelfs onbewust. Vrouwen doen hetzelfde, ook al ligt bij hen de nadruk vaak meer op emotionele samensmelting. Zoals ik in mijn vorige boek al schreef: vrouwen hebben warme emoties nodig om bij hun seks te komen, terwijl mannen seks nodig hebben om bij hun warme emoties te komen. In het gunstigste geval bereiken ze elkaar heel even eventjes tijdens het hoogtepunt van het vrijen als het denken kortstondig oplost in extase.
Ik zeg dit niet als een veroordeling van de gebruikelijke manier van vrijen. Ik heb er zelf jarenlang veel plezier in gehad en er is beslist soms ook liefde en samenzijn, maar eerder ondanks dan dankzij het vrijen. Ik wil alleen duidelijk maken dat er een manier van vrijen is die zo ongelooflijk veel intenser, liefdevoller en ‘werkelijker’ is dan de gebruikelijke manier, dat het jammer is als je die nooit zou meemaken in je leven. Deze spirituele manier ontstaat spontaan als je tijdens het vrijen je geest kunt laten rusten in de natuurlijke staat van zijn. Als je elk streven naar bevrediging van je opwinding kunt loslaten, als de werkelijkheid niet langer overdekt wordt door erotische fantasieën en emotionele behoeftigheid, als je gewaarzijn zich vermengt met liefde en je liefde zich verheldert tot gewaarzijn, als de illusie van twee afgescheiden mensen oplost in de eenheid van de natuurlijke staat, dan heb je echt samenzijn meegemaakt. Dan ken je de extatische vreugde van een spirituele liefdesrelatie.
Ik heb in mijn leven veel oppervlakkige relaties gehad, en een paar hele hechte die zowel liefdevol als pijnlijk waren. De laatste ging uit toen ik de vijftig gepasseerd was en al enkele jaren bezig was op het spirituele pad. Ik overwoog toen om maar helemaal op te houden met dat relatiegedoe en me volledig te wijden aan spirituele beoefening. Maar ja, natuurlijk werd ik weer verliefd. Toch maakte het besluit om geen traditionele relatie meer aan te gaan, in combinatie met mijn spirituele beoefening, plus de fortuinlijke omstandigheid dat zij er net zo over dacht, dat de verliefdheid van meet af aan werd getransformeerd in een spirituele relatie. Wat een verbijsterend vreugdevolle ontdekking was dat! Alles waar ik heel mijn leven lang naar had gezocht in traditionele relaties en vrijblijvende contacten, en nooit heb kunnen vinden omdat het daar domweg niet te vinden is, bleek moeiteloos te ontstaan in deze spirituele relatie. Echt, het is zó leuk om op het spirituele pad te zijn!