Het moet rond 1989 zijn geweest dat ik samen met een collega van VPRO-radio een uitnodiging kreeg voor een huisconcert van een Russische pianist. Mij werd verteld dat hij beroemd was. Ik associeerde dit soort kunstenaars onwillekeurig met grandeur en statige buitenverblijven, maar de taxirit voerde ons naar een non-descripte buitenwijk van Moskou vol zielloze hoogbouw. Eenmaal in het trapportaal viel er een deken van bruinkoollucht, vermengd met de geur van gekookte kool over ons heen. De geur van het Oostblok.
We hadden geluk, want de lift deed het. Zo werd ons de klim naar de tiende verdieping bespaard. De roem van de beroemde pianist zorgde voor verwachtingsvolle nervositeit bij het gezelschap. Toen de spanning bijna ondraaglijk werd, schreed de beroemde pianist vanuit de keuken de woonkamer binnen. Hij gaf ons een minzaam knikje, dankte ons voor onze komst, meldde dat dit concert illegaal was, zei dat we de buren niet mochten alarmeren en begon te spelen. Zijn spel op de slecht gestemde piano maakte geen verpletterende indruk. Dat verklaart vermoedelijk waarom ik zijn naam voor eeuwig uit mijn hoofd heb verbannen. Maar het ging mij dan ook niet om dat concert, de wodka of blini’s met vis en kaviaar. Wat mij het meest beviel was het inkijkje in het geheime culturele leven van Moskou. De discussies gingen niet over cultuur, maar over politiek en de verdorvenheid van het socialistische stelsel. Er werd gesproken over de onvrijheid en er werd verlekkerd naar Europa en Amerika gekeken, waar alles mogelijk was.
Gek genoeg was in de Sovjet-Unie ook alles mogelijk. Op de terugweg kwam er geen taxi omdat die zo laat geen klanten meer oppikte. Logisch, want waarom zou je meer werken dan goed voor je is? Zeker als je er niet voor betaald wordt. Dus werden we gewezen op een bushalte ergens op een kale plek tussen de tochtige hoogbouw. Na enige tijd arriveerde de bus, maar na een kwartier kwamen we erachter dat het de verkeerde was. Mijn collega met meer Oostblokervaring, stapte na deze traumatiserende ontdekking op de chauffeur af. Hij liet hem zien waar we naartoe moesten en gaf hem een bedrag. Dat werkte. De bus week van zijn route af en bracht ons naar het hotel. Het vreemdste was dat de passagiers het gelaten over zich heen lieten komen. Geen vloek, geen protest. Niets. Dit soort ervaringen zijn mij bijgebleven omdat ze veel zeggen over de toenmalige Sovjet-Unie en daarmee over het huidige Rusland. Net zoals bij China, kun je de huidige tijd niet begrijpen als je de recente geschiedenis niet kent.
Toen ik in de tweede helft van de jaren tachtig voor het eerst in de Sovjet-Unie kwam, was het communistische systeem al over zijn houdbaarheidsdatum heen. Het was een deprimerende tijd. De straten van Moskou werden bevolkt door Lada’s en Trabants voor de uitverkoren gewone Rus en Volga’s voor hoogwaardigheidsbekleders. De stad was grauw en zielloos. Ik zie mannen voor me in sjofele kostuums of trainingspakken en vrouwen in bloemetjesjurken. Ze gingen gebukt onder een recessie en hadden een ‘misschientje’ bij zich; een plastic tasje voor het geval er iets bijzonders in de winkel lag.
In die jaren maakte ik programma’s voor de VPRO, studeerde ik af en werkte ik aan mijn proefschrift. De reizen naar de communistische wereld waren onthullend. De hypocrisie van het systeem vond ik stuitend. Leiders hadden een fictieve wereld gecreëerd en richtten façades op waarachter een bevolking schuilging die met de dag cynischer werd. De Sovjet-Unie was een dictatuur waar de leiders hun bestaan rechtvaardigden met een marxistisch-leninistische ideologie waarin ze zelf niet geloofden. Maar het allerergste vond ik de onderdrukking en de angst voor de alom aanwezige geheime politie, gesteund door verraders. Dat kon je buurman zijn die voor de KGB werkte.
In de Baltische staten, ooit onderdeel van de Sovjet-Unie, zijn de hoofdkwartieren van die KGB inmiddels tot musea omgebouwd. Je kunt er de kelders bezoeken waar tot 1989 de vijanden van het systeem onder erbarmelijke omstandigheden gevangen werden gehouden en gemarteld. Mijn bezoeken aan de Sovjet-Unie en die latere bezoeken aan de KGB-gevangenissen hebben mijn denken permanent beïnvloed. Ik heb een grondige afkeer gekregen van de huichelachtige communistische praktijk. En daarmee feitelijk van elke ideologie. Ik begon te begrijpen dat ideologie niets te maken heeft met hoogverheven gedachten over een betere wereld. Het is een middel om aan de macht te komen en te blijven. Ideologie werd voor mij een verhaal dat de bevolking mobiliseert en bedondert. Ideologie en onderdrukking werden voor mij synoniemen en dat is nog steeds zo.
In die tijd ben ik ook ernstig gaan twijfelen aan het opgeklopte vijanddenken. Tijdens de Koude Oorlog werden aan het Rode Leger bovenmenselijke kwaliteiten toegedicht. Ik zag dat vooral als westerse propaganda. Bij mij wilde het er niet in dat een gedemoraliseerd land, dat niets van enig belang produceerde en zijn eigen mensen met behulp van de geheime politie onder de duim moest houden, in staat zou zijn om een bedreiging voor de NAVO te vormen. Toen ik later bij Defensie ging werken en een rolletje kreeg in de hervorming van de krijgsmachten van de voormalige Oostbloklanden kwam ik erachter dat die nog minder voorstelden dan ik dacht. Daardoor is bij mij de gedachte ontstaan dat een maatschappij de krijgsmacht krijgt die het verdient. Die opvatting huldig ik nog steeds. In die tijd kwam ik er ook achter dat de ineenstorting van de Sovjet-Unie een dramatische gebeurtenis was die bepalend voor de latere relatie van Rusland met de rest van Europa is.
Halverwege de jaren tachtig bleek de Sovjet-Unie over zijn houdbaarheidsdatum heen te zijn. Dat bleek vooral na de komst van partijleider Michail Gorbatsjov in 1985. Hij had bedacht dat zijn land erbovenop moest komen door economisch te hervormen, dissidente visies meer ruimte te geven en een nieuwe visie op het buitenlandbeleid te ontwikkelen. Hij wilde meer socialisme en dat betekende volgens hem meer democratie. Net als een groot deel van de bevolking reageerde het Westen opgetogen, maar Gorbatsjovs revolutie kwam te laat. Het rijk implodeerde en verkruimelde in talloze nieuwe onafhankelijke landen.
Over de oorzaak is veel gespeculeerd. Voor het Westen is de aantrekkelijkste verklaring dat het genie van de Amerikaanse leider Ronald Reagan er debet aan is. Hij zou met zijn Strategisch Defensie Initiatief (SDI) een ongekende wapenwedloop hebben veroorzaakt met als gevolg het failliet van de Sovjet-Unie. Rusland heeft volgens deze visie de handdoek in de ring gegooid. Voor die verklaring is echter nooit bewijs gevonden. Reagan heeft zich er, voor zover bekend, nooit over uitgelaten.
Zeker is dat de olieprijzen vanaf 1981 begonnen te dalen. Dat vergrootte de fundamentele zwakte van het economisch systeem met zijn vijfjarenplannen. In de industrie was de efficiëntie laag en deden de arbeiders laaggekwalificeerd werk. Ze produceerden spullen van slechte kwaliteit, die in het Westen onverkoopbaar waren. Ook waren de arbeiders totaal niet geïnteresseerd in wat ze deden. Werkloosheid bestond op papier niet, maar echt werken deden veel mensen ook niet. Velen deden alsof. Ze werden onderbetaald en het moreel was laag. Arbeid werd zo een onuitputtelijke bron van grappen. Een modelarbeider kon je haarfijn vertellen hoe zijn bedrijf functioneerde: ‘Arbeiders doen net of ze werken, en de bazen doen net of ze ons betalen.’
Uiteindelijk werden de zegeningen van het reëel bestaande socialisme niet meer gezien. Zelfs Gorbatsjov zag dat in. Het systeem moest veranderen. Het systeem dat hij erfde was gebaseerd op repressie. Autoritaire leiders hoefden zich niets van de wet of het parlement aan te trekken. Maar door de dalende olieprijs nam de welvaart af en verloor het regime zijn legitimiteit. Ook de hoeders van het systeem, waaronder de KGB, zagen in dat de Sovjet-Unie niet langer houdbaar was. En op zich maakte het hun feitelijk niet uit onder welke ideologie ze leefden, als ze hun positie maar behielden. Uiteindelijk stortte de boel in. Mogelijk speelde daarbij ook een rol dat voor grote delen van de bevolking inmiddels duidelijk was geworden dat het leven in het Westen vele malen beter was. Op dit punt had het gezelschap bij de beroemde pianist het bij het rechte eind.
Boris Jeltsin, de partijchef van Moskou, voelde het heersende sentiment beter aan dan Gorbatsjov. Hij zag in dat door het opkomend nationalisme en de afkeer van het communisme het Sovjetrijk niet meer bijeen te houden was. Nadat hij gekozen was tot voorzitter van de Opperste Sovjet van de Russische Socialistische Federatieve Sovjetrepubliek, dat feitelijk het Russische deel van de Sovjet-Unie was, nam hij een dramatische stap. Jeltsin stuurde aan op soevereiniteit van Rusland binnen de Sovjet-Unie. Hij stapte uit de Communistische Partij en stelde zich partijloos kandidaat voor de presidentsverkiezingen. De oude garde zag dit met verbijstering aan en organiseerde een staatsgreep tegen hem en Gorbatsjov. Gorbatsjov, de president van de Sovjet-Unie, kreeg huisarrest. Jeltsin maakte diepe indruk door de confrontatie met de coupplegers aan te gaan. Dat maakte van hem een held. Nadat Oekraïne zich vervolgens onafhankelijk had verklaard, ging het rijk ten onder. Gorbatsjov verloor in 1991 zijn baan, maar Jeltsin behield zijn positie als president van de nieuwe Russische Federatie; de formele, maar veel kleinere en zwakkere opvolgerstaat van de Sovjet-Unie. Het was een klap die tot op de dag van vandaag nog nadondert.
Jeltsin stond voor de vrijwel onmogelijke opgave om een nieuw land op te bouwen. Hij begon te experimenteren met westerse ideeën als kapitalisme en democratie. Hij benoemde de beste jonge, vaak liberale, economen die het nieuwe land moesten klaarstomen voor de markteconomie. Die transformatie was moeilijker dan gedacht. Het is volstrekt logisch dat, wanneer het politiek-economisch systeem implodeert, een land door een diep dal gaat voordat het beter gaat. Zeker als er voor een nieuw systeem wordt gekozen waarmee dat land geen ervaring heeft. Zo ook in Rusland. De oude Sovjet-Unie had geen financiële reserves. Klappen konden niet worden opgevangen en de werkloosheid liep verder op. Hyperinflatie zorgde voor collectieve verarming. Democratie en markteconomie waren begrippen die iedereen omarmde, maar waarvan vrijwel niemand een idee had wat ze precies inhielden.
Passiviteit zou tot een burgeroorlog kunnen leiden, dus werd er hervormd. Er werd gehoopt dat liberalisering en privatisering de motor weer aan de praat zouden kunnen brengen. De communistische planeconomie werd omgebouwd tot een hyperkapitalistische economie die goed was voor weinigen. Staatsbedrijven werden voor een prikkie aan handige jongens verkocht. Soms waren dat voormalige communistische apparatsjiks, die zich wonderbaarlijk goed aan de nieuwe tijd aanpasten. Zij maakten gebruik van het besluit dat in de nadagen van de Sovjet-Unie werd genomen, om een deel van de staatsbedrijven te privatiseren. Een van de eersten die daarvan gebruikmaakten was Michail Chodorkovski, die zich omhoog had gewerkt in de communistische jeugdorganisatie, de Komsomol. Onder president Jeltsin kwam de privatisering pas echt op stoom met een leningen-voor-aandelenprogramma. Chodorkovski maakte daarvan gebruik door olievelden in Siberië te kopen en deze te verenigen onder de naam Yukos.
Met Chodorkovski zegden ondernemingsgezinde ex-communisten op een namiddag hun geloof op in de zegeningen van het communisme en bekeerden zich tot het kapitalisme. Ze gingen zich onder meer bezighouden met de handel in en de exploratie van energie en grondstoffen, wapenhandel, het bankwezen en de import van westerse auto’s. Dat zorgde ervoor dat in de jaren negentig ongeveer de helft van de economie in handen was van zeven oligarchen.
Van hen werd Boris Berezovski het invloedrijkst. Hij werd rijk in de autohandel en was de eerste echte oligarch van Rusland. Hij kocht onder meer een autofabriek. Hij en Chodorkovski werden de onafhankelijkste oligarchen met een prowesterse politieke agenda.
Voorts werd een groot aantal Russen miljardair door het oprichten van een bank. Michail Fridman en Pjotr Aven vergaarden hun fortuin met de Alfa-bank, die uitgroeide tot een van de grootste particuliere banken van het land. Vladimir Goesinski richtte de Most-bank op en werd later een mediatycoon. Vladimir Potanin stichtte de Oneksim-bank. Aleksandr Smolenski verdiende zijn vermogen met Bank Stolichny. Vladimir Vinogradov deed dat met de Inkom-bank en Vitaly Malkin richtte Rossiysky Kredit op.
Door het ontbreken van wetten vervaagde intussen de lijn tussen legitiem zakendoen en misdaad. Na de ondergang van de Sovjet-Unie werd die verwevenheid een dominante factor. De handige jongens hadden de zware jongens nodig om niet te worden afgeperst of erger. Rond 1994 waren de nieuwe oligarchen zó machtig, dat ze voor hun eigen veiligheid konden zorgen. Dat zag je in die jaren aan het straatbeeld. Dat werd steeds meer beheerst door intimiderende colonnes zwarte gepantserde SUV’s en limousines. Daarmee verplaatsten de topcriminelen en oligarchen zich. Voor hun veiligheid lieten ze zich door een peloton zwaarbewapende lijfwachten omringen. Dit en de in het oog springende reclameborden die overal verschenen, waren tekens dat er iets aan het veranderen was. De zwarte auto’s stonden voor mij voor misdaad en geweld; de reclameborden voor het kapitalisme.
Omdat een aantal oligarchen zoals Berezovski zich ook met mediabedrijven ging bezighouden, werden deze steeds meer een politieke factor. Berezovski had een minderheidsbelang in de tv-zender ORT TV en op handige wijze had hij zijn medestanders in het bestuur weten te manoeuvreren.
Tijdens de verkiezingen van 1996 werd Jeltsin de speelbal van de oligarchen die hij zelf had geschapen. Later zouden die oligarchen op hun beurt weer de speelbal worden van een nieuwe kliek, namelijk die uit Sint-Petersburg.
Sint-Petersburg is zonder twijfel een van de mooiste steden van de wereld. De Hermitage, het oude tsaristische paleis, is adembenemend. Dat geldt ook voor de architectuur van de stad. Die doet met zijn kanalen en paleizen enigszins denken aan Amsterdam. Verwonderlijk is dat niet, omdat tsaar Peter de Grote (1672-1725) zich bij de ontwikkeling van de stad liet inspireren door Amsterdam en Venetië. Eeuwen later werd de stad de bakermat van het imperium van de moderne incarnatie van de tsaar. Dat was Vladimir Poetin, die na tien jaar ellende aan de macht kwam.
In de nadagen van de Koude Oorlog was hij spion geweest in het Oost-Duitse Dresden. Poetin was een jonge en nog onbetekenende KGB-medewerker. Waarmee hij zich precies bezighield, is nog steeds onduidelijk. Wel weten we dat Dresden eind jaren tachtig het centrum was van de zwarte handel in geavanceerde westerse technologie. Daartoe rekruteerde de KGB werknemers van bedrijven als Siemens, Bayer en Thyssen.1 Poetin zou hierbij betrokken zijn. Ook zou hij betrokken zijn geweest bij het opzetten van een nieuw netwerk dat na de val van het communisme, zo nodig in een verenigd Duitsland, het werk van de KGB zou kunnen voortzetten.2 Tot slot was er de steun van de Oost-Duitse inlichtingen- en veiligheidsdienst Stasi aan buitenlandse terreurorganisaties, zoals de PLO van Yasser Arafat en de West-Duitse Rote Armee Fraktion. De Stasi steunde deze organisaties op aandringen van de KGB, die daarbij zelf ook actief meewerkte. Dresden zou zelfs een ontmoetingsplek voor de RAF zijn. Of Poetin hierbij betrokken was, is onduidelijk, maar het was tekenend voor de omgeving waarin hij werkzaam was. Mogelijk werd hier de basis gelegd voor zijn latere operaties tegen het Westen.3 Zeker is dat die jaren hem vormden als een man die kon zwijgen, de waarde van loyaliteit begreep en grote bedrevenheid had in het organiseren van intriges. Het was in die tijd dat hij een hechte kliek van vertrouwelingen om zich heen begon te verzamelen.
Na de Duitse hereniging, die Wende, ging Poetin naar Leningrad, het latere Sint-Petersburg, waar hij de rechterhand werd van de rector van de staatsuniversiteit. Daar had hij ooit gestudeerd en was hij tot de KGB toegetreden. Nu leerde hij er de charismatische hoogleraar rechten Anatoli Sobtsjak kennen, die het uiteindelijk tot burgemeester van de stad zou schoppen, waarna Poetin zijn fixer werd. Maar feitelijk liet Sobtsjak het besturen van de stad aan Poetin over. Zelf had de burgemeester daar weinig zin in. Deze positie was voor Poetin de opstap tot zijn verdere carrière. Hij bouwde met steun van de KGB zijn netwerk verder uit. Die KGB-collega’s zouden later de nieuwe federale veiligheidsdienst, de FSB onder controle krijgen en topposities in de nationale veiligheidsinstituties gaan bekleden. Onder hen waren Sergej Ivanov, hoofd van de KGB in Leningrad en de latere minister van Defensie, Nikolai Patroesjev, hoofd van de presidentiële administratie en het latere hoofd van de FSB en Igor Sechin, de KGB-agent uit Leningrad die later een hoofdrol zou gaan spelen in de overname van de hele Russische oliesector. Zij zouden onderdeel worden van de eerste cirkel van vertrouwelingen rond Poetin.
In 1991 werd Poetin voorzitter van het Comité voor Internationale Betrekkingen van de stad. Een paar jaar later, in 1994, bracht hij het tot vicevoorzitter van de stadsregering. Hier bouwde hij zijn netwerk verder uit en legde daarmee de basis om naar de absolute top te kunnen doorstoten. Sommige van zijn contacten werkten in het kantoor van de burgemeester, onder wie de latere premier en president Dmitri Medvedev, die in Leningrad Poetins tweede man was, de latere minister van Financiën Aleksej Koedrin en de latere minister van Economische Zaken Herman Gref. Ook Aleksej Miller, de toekomstige baas en voorman van Gazprom werkte er.
Ook in Sint-Petersburg was de scheidslijn tussen bestuurders, ondernemers en de georganiseerde misdaad vaag. Anders Åslund, de aan de Universiteit van Georgetown en de Atlantic Council verbonden Ruslandkenner, vertelde mij begin 2020 in Litouwen dat de huidige positie van Poetin niet te begrijpen valt als er niet wordt gekeken naar zijn toenmalige contacten met het criminele milieu van Sint-Petersburg. Daar werd hij veelvuldig in verband gebracht met duistere zaken, maar hard bewijs was er nooit. De haven van Sint-Petersburg, dat toen nog Leningrad heette, ontwikkelde zich tot de plek waar de KGB met de georganiseerde misdaad samenwerkte. Het is ondenkbaar dat Poetin hier niet van geweten heeft. Vooral ook omdat hij voorzitter was van het Comité voor Buitenlandse Betrekkingen dat ging over de handel en andere zakelijke belangen van de stad.
In die tijd was Poetin verantwoordelijk voor de olie-voor-voedseldeals die de stad met buitenlandse partijen afsloot en waarbij hij de vrije hand had. Poetin raakte in december 1991 betrokken bij een affaire waarbij 100 miljoen dollar ‘zoek’ raakte. Dat bedrag had Poetin aan het ministerie van Economische Zaken gevraagd voor voedselhulp. Later werd hij in verband gebracht met onoorbare betalingen voor onroerendgoedtransacties, en in 1994 met witwaspraktijken van de Tambov-bende en de Petersburg Fuel Company. Dit leidde tot de arrestaties van criminelen met wie Poetin contact had.
Poetin en een aantal van zijn vertrouwelingen waren ook betrokken bij de Ozero Datsja Coöperatie. Dit was een particulier woningbouwproject van Poetin en zeven vrienden die later extreem rijke ondernemers en vertrouwelingen werden. Een van hen was Viktor Myachin, het hoofd van de Bank Rossiya, die uitgroeide tot de bank van de Russische machthebbers. Dat laatste werd later door het Amerikaanse ministerie van Financiën bevestigd.4 De coöperatie zelf zou door de Tambov-bende, die samen met de KGB de haven onder controle had, worden beschermd.
In 1996 ging Poetin naar Moskou. Dit bleek onderdeel te zijn van de zoektocht van de KGB naar een opvolger voor president Jeltsin. De KGB maakte zich grote zorgen over de zwakte van de president en de wijze waarop hij het land verkwanselde aan de oligarchen, in het bijzonder Berezovski en Chodorkovski. Binnen enkele jaren klom Poetin op tot de eerste plaatsvervangende stafchef van het Kremlin, om na een paar maanden alweer benoemd te worden tot de baas van de FSB. Uiteindelijk werd hij eerst premier onder Jeltsin en later, met steun van de Jeltsin-kliek, president. Het had er alle schijn van dat die steun was ingegeven door het idee dat Poetin hen uit de gevangenis zou kunnen houden, nadat er onderzoeken waren gestart naar hun onoorbare zakenpraktijken. Daarnaast had de KGB behoefte aan iemand die de liberale beginselen van de vrije markt omarmde.5 Immers, veel ex-KGB’ers waren in zaken gegaan, terwijl de KGB zelf steeds meer invloed op het economische reilen en zeilen van Rusland kreeg.
Zijn eerste presidentiële termijn was zonder enige twijfel een succes. Hij hervormde de economie. Geprivatiseerde energiebedrijven haalden meer olie en gas uit de grond dan ooit. Door de stijgende energieprijzen stroomde het geld binnen. Tussen 1999 en 2008 groeide de economie jaarlijks met 7 procent. De Russische burgers profiteerden uitbundig en de levensstandaard ging snel omhoog. De staat werd ook hervormd en het financiële systeem werd verbeterd. Daarbij speelden belastinghervormingen een sleutelrol. Er kwam een progressief belastingstelsel met een maximum van 30 procent inkomstenbelasting, dat later werd vervangen door een flat tax van 13 procent. Na de turbulente Jeltsin-jaren zorgde Poetin voor orde, rust en welvaart en gaf hij Rusland zijn vertrouwen en waardigheid terug. Bovendien maakte hij een eind aan de Tsjetsjeense oorlogen waarmee hij zijn reputatie als meedogenloos leider vestigde. Ook daardoor steeg zijn populariteit als een komeet. Hij maakte behendig gebruik van dreigingen om zijn positie als sterke man te bevestigen. Dat deed hij bijvoorbeeld nadat zijn veiligheidstroepen in september 2004 faalden een einde te maken aan de gijzeling van schoolkinderen in Beslan, een stadje in de Noord-Kaukasus. Ruim een week na de mislukte bevrijdingsactie kondigde hij aan dat de lokale gouverneurs niet langer gekozen maar benoemd zouden worden. Dat was volgens hem nodig om Rusland tegen externe bedreigingen te beschermen. Daarmee werd, behalve terroristen, ook het Westen bedoeld. Het was een enorme constitutionele verandering, waarmee hij zijn grip op het land versterkte.
De kredietcrisis van 2008 raakte Rusland net als het Westen hard. Maar Rusland bevond zich in een goede positie. Door de enorme olie- en gasinkomsten waren grote reserves opgebouwd. Dat geld werd nu ingezet om bedrijven te redden en de economie te stimuleren. Toch waren de resultaten mager. De economie kromp in 2009 met 7,8 procent. Daarna trok deze weer wat aan, maar nu bleek de eenzijdige afhankelijkheid van olie- en gasexporten een nadeel. De prijzen kwamen na de crisis niet meer op recordhoogte en daardoor stagneerde de economie. Dit werd versterkt door de instandhouding van de inefficiënte molochs van staatsbedrijven die voor riante inkomens bestuurd werden door Poetins vertrouwelingen. Dit haalde de efficiency en de dynamiek uit de economie, die daardoor begon te stagneren. De extreem rijken zagen de bui hangen en brachten kapitaal naar het buitenland.
In de jaren na de ineenstorting van de Sovjet-Unie was er nog hoop dat alles anders zou worden. Maar die hoop bleek, zeker vanaf 2008, ijdel. In dat jaar was Poetin aan zijn derde ‘termijn’ toe, maar dat mocht niet van de Russische wet. Hij gooide het daarom op een akkoordje met premier Medvedev om van positie te wisselen. Van 2008 tot 2012 was hij premier, zijn beleid werd onder president Medvedev gewoon voortgezet. In 2012 was Poetin weer terug in zijn oude positie en mocht Medvedev als premier aanblijven. Tegelijkertijd werd de Veiligheidsraad, in plaats van de ministerraad, het belangrijke besluitvormende gremium.
Sinds 2008 lijkt Poetin nauwelijks meer geïnteresseerd in verhoging van de welvaart. Een groot probleem is dat er nog steeds nauwelijks producten van enig belang uit Rusland komen. Het enige dat Rusland overvloedig exporteert zijn energie, grondstoffen en wapens.
Poetin bleef vooral aansturen op financiële stabiliteit en begrotingsdiscipline. Dat waren voor hem voorwaarden voor politieke stabiliteit. Wel propageerde hij een nieuwe ideologie: het nationalisme, gestoeld op de conservatieve waarden van het orthodoxe christendom. Maar die ideologie bepaalde niet de koers voor de verdere economische ontwikkeling. Het was een middel waarmee het volk kon worden gemobiliseerd door het gevaar en de verdorvenheid van de westerse wereld te benadrukken. Een strategie daarachter – zoals Xi tijdens het 19de partijcongres ontvouwde – ontbrak. Improvisatie leek steeds meer een kenmerk van het Russische beleid te worden. Geen lange-termijn strategische visie, maar korte-termijn tactisch manoeuvreren.
Maatschappelijke stabiliteit was steeds meer het resultaat van onderdrukking. Feitelijk heeft Poetin het denken in termen van een sociaal contract tussen hem en de bevolking losgelaten. Dat sociale contract kwam erop neer dat de president welvaart en veiligheid verschafte, zodat de bevolking zich niet van hem afkeerde. Dat verklaart waarom hij steeds autoritairder is gaan regeren.
Dit alles leidde ertoe dat het huidige Rusland steeds meer op het tsaristische Rusland begint te lijken. Ook toen was er sprake van een kleine, rijke bovenlaag. In die tijd hielden de adel en de tsaar elkaar de hand boven het hoofd, net zoals Poetin en zijn kliek van nieuwe aristocraten. Er was één lichtpuntje. Mede door de aanhoudende sancties die het Westen na de annexatie van de Krim had opgelegd, was de klad gekomen in de handel met de Europese Unie. Dat leidde ertoe dat kleine ondernemers hun eigen, Russische landbouwproducten zoals kaas op de markt begonnen te brengen. In 2016 werd Rusland zelfs de grootste graanexporteur van de wereld. Toch bleef de economie te eenzijdig en kwetsbaar. Er lag geen plan klaar om het land verder te ontwikkelen. En dat had een aanwijsbare oorzaak.
Tot halverwege het tweede decennium van deze eeuw was Rusland een autoritaire democratie, waarin een sterke man door middel van gemanipuleerde verkiezingen werd gekozen, maar al tijdens zijn tweede termijn begon Poetin het land om te vormen tot een autoritaire kleptocratie: een kleine elite die de rijkdommen van het land onderling verdeelt. Geleidelijk aan benoemde Poetin handlangers in strategische bedrijven. Victor Ivanov, een voormalig KGB-collega uit Sint-Petersburg, werd eind 2004 benoemd tot baas van de Russische spoorwegen. Een KGB-collega uit Dresden werd datzelfde jaar benoemd tot hoofd van het agentschap voor wapenexporten: Rosoboronexport. Handlangers die achter de Bank Rossiya zaten, werden het snelste rijk. Een van hen was Gennady Timchenko, een KGB-man uit Sint-Petersburg, met wie Poetin nauw had samengewerkt. Timchenko ging daarna de olie-industrie in en richtte Gunvor op, dat een van ’s werelds grootste handelshuizen voor olie en andere grondstoffen werd.
Niet minder dan 70 tot 80 procent van de economie kwam direct of indirect in staatshanden. De middenstand, en daarmee de middenklasse, werd goeddeels gesloopt. Alleen kleine bedrijfjes zoals kappers, restaurants en wat kleinere winkels bleven in private handen.
Kleptocratie is een samenvoeging van de Griekse woorden klepto (stelen) en kratein (regeren). Het is geen regeringsvorm, maar een staat waarin een land zich bevindt. In Rusland vormen de vertrouwelingen, die Poetin als KGB-agent en in Sint-Petersburg aan zich bond, de kleptocraten die het in het land voor het zeggen kregen. Hierdoor werd Rusland weer wat het altijd is geweest: een autocratisch geregeerd land met een opperste leider die zich als een tsaar gedraagt. Er is een parlement. Er is een oppositie. Maar alles vindt plaats onder regie van de top. Het recht is er niet om de mensen, maar de staat te beschermen. De veiligheidsdiensten konden daardoor hun centrale plaats in het staatsbestel weer innemen. Persvrijheid werd afgeschaft. In 2020 kwam de laatste onafhankelijke krant Vedomosti onder controle van het Kremlin.
In datzelfde jaar ging Poetin nog een stap verder. Hij wist een wetswijziging door de Doema te krijgen waarmee de ambtstermijn van tweemaal zes jaar werd geschrapt. Daardoor kan Poetin als president nog twaalf jaar regeren nadat zijn termijn in 2024 afloopt. Om er een schijn van legitimiteit aan te geven werd het voorstel ingediend door Valentina Teresjkova. Zij geniet aanzien als eerste vrouwelijke kosmonaut. Later werd zij lid van de Doema. Haar argument was simpel: ‘Poetin moet blijven voor het geval er iets fout gaat.’ Haar collega’s steunden opgetogen haar plan. Althans, die indruk wekten ze. Poetin kwam naar het parlementsgebouw en stelde dat zijn benoeming tot in de eeuwigheid inderdaad de beste garantie voor stabiliteit zou zijn: ‘Rusland heeft genoeg revoluties meegemaakt.’6 Dit is overigens geen garantie voor een leven lang regeren of rijkdom. Dat hebben de revoluties wel duidelijk gemaakt die in de twintigste eeuw de hele tsaristische en vervolgens de hele communistische elites wegvaagden.
Waarom aanvaardde de president deze voor hem op maat gemaakte wetgeving? Op zich is het niet bijzonder dat autoritaire leiders vinden dat hun land niet zonder hen kan. Dat geldt ook voor Erdoğan in Turkije, Xi in China, de Kim-clan in Noord-Korea en een eindeloze reeks potentaten in Afrika. Een andere verklaring is dat zijn populariteit daalde vanwege de stagnerende economie. In zekere zin deed de situatie denken aan de nadagen van de Sovjet-Unie. Ook toen waren de lage olieprijzen een bedreiging van het hele politiek-economische systeem. Dat zou nu ook weer kunnen gebeuren.
Van 2011 tot 2013 vonden demonstraties plaats tegen Poetin. De demonstranten eisten zijn aftreden, de ontbinding van de Doema, nieuwe verkiezingen en de vrijlating van politieke gevangenen. Er vonden toen namelijk regelmatig grootschalige arrestaties plaats, waarbij ook bekende tegenstanders van Poetin, zoals Aleksej Navalny, Boris Nemtsov en Sergej Oedaltsov werden opgepakt. In 2019 herhaalden deze protesten zich. Ook nu werd meer democratie geëist en ook nu werden duizenden demonstranten opgepakt. Maar een echte bedreiging voor Poetin waren de demonstraties nooit. Zolang hij zijn repressieve apparaat op orde heeft en zijn machtsbasis, de kleptocraten, zich niet tegen hem keert, is er weinig aan de hand. Bovendien zijn de gewone Russen wel wat gewend. ‘Als het tegenzit, trekken we ons terug in de datsja en gaan we onze eigen groenten verbouwen,’ zei een Rus mij ooit.
Een betere verklaring is dat Poetin gevangenzit in het systeem dat hij zelf heeft gecreëerd. De aan een universiteit in Ohio verbonden Amerikaanse wetenschapper en Ruslanddeskundige Karen Dawisha beweert dat de kliek rond Poetin feitelijk geworteld is in de georganiseerde misdaad.7 Onderzoeksjournalist en Ruslandkenner Catherine Belton stelt dat Rusland wordt geleid door voormalige KGB’ers, de huidige FSB.8 De waarheid ligt vermoedelijk ergens in het midden. Poetin kan niet stoppen, want dan zakt zijn hele kleptocratische bouwwerk ineen. Anders Åslund, die ik al eerder aanhaalde, schreef er het prachtige boek Russia’s Crony Capitalism over. Daarin schetst hij een ontluisterend beeld van de kleptocratie die in minder dan tien jaar is ontstaan.9
Volgens Åslund was een sleutelmoment de arrestatie van Chodorkovski in 2003. Poetin voelde zich destijds bedreigd door de oligarchen uit het Jeltsin-tijdperk. Mensen als Chodorkovski stonden zijn streven in de weg om van Rusland een autoritaire, gecentraliseerde staat te maken. Hij moest niets hebben van hun macht en prowesterse opvattingen. Daarnaast moest hij, in tegenstelling tot veel ex-KGB’ers, weinig hebben van de liberale markteconomie en bouwde hij aan een nieuw staatskapitalistisch Rusland met grote, door zijn vrienden geleide, staatsbedrijven als nationale kampioenen. Om dit te kunnen realiseren had hij het voorzien op de bedrijven van de oligarchen die onder Jeltsin hun miljarden hadden verdiend. Chodorkovski moest op grond van beschuldiging van fraude en belastingontduiking de gevangenis in en zijn bedrijf Yukos werd geconfisqueerd, waarna de onderdelen opgingen in het staatsoliebedrijf Rosneft.
De incorporatie van Yukos in Rosneft bleek het begin van het einde van de oligarchen uit de tijd van Jeltsin. Velen gingen failliet tijdens de kredietcrisis van 2008. Anderen verkochten hun bedrijf en weken uit naar Amerika, Engeland of Monaco. Zo verkocht Roman Abramovitsj zijn oliebedrijf Sibneft voor 13,1 miljard dollar aan het staatsbedrijf Gazprom en verhuisde hij naar het Verenigd Koninkrijk en later naar Israël. Hij werd vooral bekend door de aankoop van voetbalclub Chelsea. De flamboyante en roekeloze Boris Berezovski viel in ongenade toen hij zich tegen Poetin keerde. In Londen kwam hij, samen met twee vertrouwelingen, op mysterieuze wijze aan zijn einde.
Op een enkeling na, verloren alle oligarchen hun positie in Rusland en maakten plaats voor een nieuwe generatie extreem rijke trawanten van Poetin.
Zoals gezegd bestaat de eerste cirkel van vertrouwelingen rond Poetin veelal uit de veiligheidselite, afkomstig uit de KGB. De tweede cirkel bestaat uit loyale managers van staatsbedrijven. Hiertoe behoren onder anderen Sergej Chemezov, de CEO van het defensietechnologiebedrijf Rostec; Aleksej Miller, de baas van Gazprom en Igor Sechin, van het staatsoliebedrijf Rosneft. De derde cirkel wordt gevormd door ‘onafhankelijke’ loyalisten zoals de extreem rijke Joeri Kovaltsjoek, Arkadi Rotenberg en Gennady Timchenko. Zij hadden hun geld in de energie-industrie verdiend.10
Poetin was inmiddels allang geen politicus meer, maar een tsaar. Populariteit is voor politici, een tsaar moet gerespecteerd worden. Poetins metamorfose viel samen met het wegebben van de groei na de gouden jaren. In de binnenlandse politiek liet hij steeds meer over aan zijn ondergeschikten. Dat bleek heel duidelijk tijdens de coronacrisis. Zoals in vrijwel elk land, ontkende Poetin aanvankelijk de uitbraak van COVID-19 en bagatelliseerde hij later de gevolgen. Het zorgsysteem was intussen te zwak om de crisis effectief te bestrijden. Romanschrijver en journalist Pieter Waterdrinker, die de coronacrisis met zijn partner in Sint-Petersburg doormaakte, vertelde mij dat zij er alles aan deden om het virus niet te krijgen, want dan zouden zij in handen vallen van de Russische gezondheidszorg. Dat betekende dat ze terecht zouden komen in massale opvangcentra met uitzicht op de koelcellen waarin degenen lagen die door COVID-19 gestorven waren. Goede gezondheidszorg is er wel degelijk in Rusland. Maar die is particulier en slechts betaalbaar voor de rijken.
Poetin was tijdens de crisis vrijwel onzichtbaar. Hij had zich opgesloten in zijn datsja Novo-Ogaryovo, een paleisje vlak bij Moskou dat in de jaren vijftig als ‘staats-datsja’ was gebouwd. Iedereen die langskwam moest volgens de onderzoekssite Project eerst veertien dagen in quarantaine. Zodoende kwam er bijna niemand meer langs. Bij tijd en wijle sprak hij vanuit zijn datsja zijn ministers en het volk toe, maar daar bleef het bij. De uitvoering was gedecentraliseerd. De Russische burger moest bij de gemeentelijke bestuurders aankloppen voor informatie over de maatregelen die werden genomen. Goede informatie over de situatie werd niet gegeven.
Niet Poetin, maar de burgemeester van Moskou, Sergej Sobjanin, werd aangewezen als de belangrijkste boodschapper. Die trend was al zichtbaar geweest in het landsbestuur. Niet Poetin, maar de regering van premier Misjoestin kon de noodtoestand uitroepen. Dat had de president bij wet besloten. Hij zadelde daarmee de lagere bestuurders op met onmogelijke opdrachten. Toen Poetin bekendmaakte dat mensen als gevolg van de uitbraak van COVID-19 met behoud van salaris naar huis moesten, was het volstrekt onduidelijk wie de rekening ging betalen.
Een voordeel van deze werkwijze is dat de nieuwe tsaar schone handen houdt. Maar ook duidde het erop dat Poetin geen allesbepalende dictator is die stuurt op details. Hij is het symbool van de staat; het symbool van de Russische eenheid en hij staat boven de partijen. Dat maakt van hem een arbiter die bemiddelt in geschillen. Althans, zo wilde hij kennelijk gezien worden. Daarbij wordt hij gesteund door de orthodoxe kerk. Van oudsher waren de banden tussen de tsaar en de kerk heel sterk. De tsaar was, net zoals de monarchen in vele andere landen, een door God gekozen heerser. Dat idee is in Rusland niet verdwenen. Patriarch Kirill, het hoofd van de kerk, noemde Poetins presidentschap een ‘wonder van God’.11
Op buitenlands gebied ging Poetin zich profileren als staatsman die werkt aan de grootsheid van Rusland en die van zichzelf. Indirect kon hij zijn eigen kliek bevoordelen met buitenlandse avonturen, die de aandacht afleidden van de binnenlandse problemen en de bevolking daardoor koest houden. Hij vergat ook zichzelf niet. Een tsaar is immers rijk. In tegenstelling tot keizer Xi, kunnen bij tsaar Poetin miljoenentransacties naar zijn persoon worden herleid. Op basis van de kapitaalstromen waarmee Poetin in aanraking kwam, schatte Åslund diens vermogen op 100 tot 160 miljard. Dat geld zou vooral verborgen zitten in buitenlandse, anonieme offshorebedrijven.12
Na twintig jaar Poetin is het straatbeeld van Moskou volledig veranderd. De akelige buitenwijken waar de pianist woonde zijn er nog steeds, maar vaak zijn ze opgeknapt. Ze worden opgeleukt met fleurige reclameborden en komen daardoor minder deprimerend over. De binnenstad heeft een ware metamorfose ondergaan. Het woord dat mij als eerste te binnenschiet is ‘luxe’. Mooie winkels en cafés, geweldige restaurants, goedgeklede mensen en een overmaat aan Ferrari’s, Lamborghini’s en vooral Mercedes Maybachs. De kaalslag, die zoveel schitterende monumenten heeft verwoest, is ten einde en de stad is veranderd. Alle grote luxemerken hebben er winkels geopend en het is volstrekt duidelijk dat Moskou is veranderd in een stad met een bovenlaag die geen enkele moeite doet om zijn rijkdom te verhullen.
Hoe het oude communistische systeem naadloos is overgegaan in het nieuwe kapitalisme, wordt prachtig gesymboliseerd door Hotel Oekraïne. Hier wordt de jaarlijkse conferentie van het ministerie van Defensie georganiseerd. Deze bijna 200 meter hoge wolkenkrabber is een van de ‘zeven zusters’ en een perfect voorbeeld van Sovjet-neoclassicisme. Stalin gaf de opdracht tot de bouw ervan, die in de jaren vijftig werd voltooid. Je kan niet anders dan onder de indruk raken van dit gebouw, dat qua architectuur geen enkele overeenkomst heeft met de deprimerende communistische bouw die je in de buitenwijken tegenkomt. Eenmaal binnen kom je in een oogverblindende marmeren hal. Links van de ingang vind je, als opgestoken middelvinger naar het communistische verleden, de Rolls Royce-dealer. Dit symbool van het kapitalisme past uitstekend bij de overdadige luxe van het communistische bouwwerk. Boven je hoofd zie je een gigantische plafondschildering met de prozaïsche titel ‘Het feest van de arbeid en oogst in het gastvrije Oekraïne’. Dit is een typisch communistische verheerlijking van boeren en arbeiders. Toen ik daar stond, vroeg ik me af of er in de jaren vijftig en zestig ooit iemand zou hebben gedacht dat hier Rolls Royces zouden worden verkocht.
Als je geluk hebt, krijg je een kamer aan de voorkant van het hotel en kun je mijmeren over wat er begin jaren negentig aan de overkant van de rivier gebeurde. Daar vond, vlak voor het ‘Witte Huis’, het regeringscentrum van de Russische Federatie, de staatsgreep plaats en boekte Jeltsin zijn overwinning.
De restanten van de oude tijd zijn nog steeds in de huidige maatschappij te vinden. De corruptie is niet verdwenen. De rechters lopen nog steeds aan de lijn van de politici. Illegale activiteiten floreren als nooit tevoren. Peter Pomerantsev, een journalist die ook voor de staatstelevisie werkte, schreef er een onderhoudend boek over: Niets is waar en alles is mogelijk.
Toen Poetin in 2000 aan de macht kwam, trachtte hij stelselmatig de staatstelevisie onder controle te krijgen. In tegenstelling tot de dodelijk saaie programmering van haar communistische voorgangers, werd de nieuwe Russische staatstelevisie een combinatie van westers entertainment en op desinformatie gebaseerde staatspropaganda. De managing editor van Russia Today, een staatstelevisiezender, was van mening dat er niet zoiets als objectieve journalistiek bestaat. Hij vond dat de Russische visie op een onderwerp kon worden aangepast aan wat de omstandigheden vereisten.13 Het resultaat was een propagandazender die heel geavanceerd het eigen publiek en, via de internationale tak, het buitenland bediende met gelikt gebrachte informatie waarvan niet direct duidelijk is dat het Kremlinpropaganda was. Dat geldt zelfs voor sommige ‘alternatieve’ kanalen. Zo is er het mediahuis SNOB, dat een westerse liberale boodschap uitdraagt. Destijds werd het gefinancierd door Michail Prochorov, een van Ruslands rijkste mensen. Pomerantsev, die voor SNOB werkte, wist niet goed in wat voor organisatie hij was terechtgekomen, want Prochorov stelde zich kandidaat voor de presidentsverkiezingen en kreeg zelfs 8 procent. Wat was hier aan de hand? SNOB, gericht op de liberale Rus, had nooit van de grond kunnen komen zonder instemming van het Kremlin. En Prochorov had in 2010 geen kandidaat kunnen worden als hij daarmee niet op de een of andere manier de overwinning van Poetin legitimeerde. Die verwevenheid, waar niets is wat het lijkt, is typisch Russisch.
De ondergang van de Sovjet-Unie, Jeltsins worsteling om een nieuw land op te bouwen en Poetins succes om het land te stabiliseren, heeft Rusland gebracht tot wat het nu is. Een land dat zijn zelfbewustzijn heeft teruggekregen, dat teruggrijpt op een glorieus verleden en waar niets is wat het lijkt. Een land ook dat steeds meer op ramkoers is komen te liggen met het Westen.
In de eerste jaren van de 21ste eeuw trachtten westerse leiders nog op goede voet met Rusland te komen. Men realiseerde zich heel goed dat een vernederd Rusland een destructieve kracht in Europa zou zijn. Voor dat gevoel van vernedering waren goede redenen. Tot 1991 was de Sovjet-Unie een supermacht geweest. De Russische leiders verweten westerse politici dat zij gebruik hadden gemaakt van de ineenstorting van hun land om de Duitse eenwording en de uitbreiding van de EU en de NAVO erdoorheen te drukken.
De nieuwe Russische Federatie was verder weliswaar een chaos, maar ze erfde wel het kernwapenarsenaal van de Sovjet-Unie. Als opvolgerstaat van de Sovjet-Unie had ze ook een zetel in de VN-Veiligheidsraad. Op papier stelde het land dus nog wel degelijk iets voor.
In 1997 werd Rusland uitgenodigd voor de G7, de groep van belangrijkste industrielanden. Aanvankelijk mocht Jeltsin als toehoorder aanschuiven, maar uiteindelijk werd Rusland lid als steun voor zijn pogingen om het land economisch te hervormen. Het lidmaatschap verzachtte de pijn van de ineenstorting van de Sovjet-Unie. Er ging de boodschap van uit dat het Westen Rusland nog steeds zag als een belangrijk land.
Maar feitelijk was de ondergang van het communisme de triomf van het Westen. De machtsbalans verschoof in het voordeel van de Verenigde Staten. Tot groot ongenoegen van veel Russen werd de Amerikaanse president de onbetwiste leider van de wereld. George Bush zag in dat dit een historische kans bood om de wereld opnieuw vorm te geven. Hij had gelijk toen hij constateerde dat er geen alternatief was voor het Amerikaanse leiderschap. Onder Amerikaanse leiding zouden problemen kunnen worden aangepakt met meerdere landen tegelijk. De eerste test kwam in 1991, toen de Iraakse president Saddam Hoessein Koeweit binnenviel. Bush accepteerde deze inval in een soeverein land niet en vreesde dat de dictator, als de interventie slaagde, een groot deel van de wereldolievoorraad onder controle zou krijgen. Hij was niet de enige die er zo over dacht. De Veiligheidsraad stond pal achter hem en Amerika kreeg het mandaat om, samen met gelijkgestemde landen, Saddam Hoessein te verdrijven. Rusland gaf zijn zegen.
Nadat Rusland de klap van de NAVO-interventie in Kosovo had verwerkt, zegde president George W. Bush het Anti-Ballistic Missile-verdrag (ABM) in 2002 op. Dit werd in 1972 van kracht als stabiliserende maatregel tijdens de Koude Oorlog. Amerika en de Sovjet-Unie gingen toen akkoord met het aan banden leggen van antiraketraketten. Daardoor accepteerden beide landen dat een kwetsbaarheid voor elkaars kernraketten hen zou weerhouden van militaire avonturen. Kortom, het opzeggen van het akkoord werd door de Russen gezien als een militaire dreiging. Dat gevoel werd nog eens versterkt doordat de Amerikanen ook besloten om hun raketverdediging in eigen land en in Europa te versterken. Vervolgens ging het ook mis toen Amerika in 2003 in Irak intervenieerde. Rusland schaarde zich met Duitsland en Frankrijk aan de kant van de oppositie.
Helaas verdween het optimisme snel. Na de val van de Sovjet-Unie werd in hoog tempo de kaart van Europa opnieuw getekend. Duitsland werd weer één. De NAVO en de Europese Unie werden uitgebreid met de landen die ooit tot de invloedssfeer van de Sovjet-Unie hadden behoord. Dit proces van uitbreiding is nog niet tot staan gekomen. Alle landen die ooit deel uitmaakten van het Warschaupact, zijn inmiddels lid van de NAVO. Evenals de Baltische staten, die ooit onderdeel waren van de Sovjet-Unie. Noord-Macedonië werd als laatste lid in maart 2020. Bosnië-Herzegovina, Georgië en Oekraïne willen ook lid worden.
Met de Europese Unie is het al niet veel anders. De meeste lidstaten van het vroegere Warschaupact zijn nu lid van de Europese Unie. Dat geldt ook voor de Baltische staten. Balkanlanden als Noord-Macedonië en Albanië zitten in de wachtkamer.
Met zes andere landen vormt de EU het Oostelijk Partnerschap. Dit was bedoeld om de staten die aan de Unie grenzen stabieler en welvarender te maken. Dat moest ook de Unie als geheel veiliger maken en voorkomen dat er nieuwe scheidslijnen ontstonden tussen de Unie en haar buren. Sinds 2009 wordt daarom met Armenië, Azerbeidzjan, Georgië, Moldavië, Oekraïne en Wit-Rusland gesproken over gezamenlijke waarden, regels, belangen en verplichtingen, gericht op het verdiepen van de politieke en economische samenwerking.
Het Oostelijk Partnerschap werd in 2009 opgericht op initiatief van Polen en Zweden. De directe aanleiding daarvoor was de Russisch-Georgische oorlog van 2008. Voor Polen was het partnerschap een middel om landen uit de klauwen van Rusland te houden. Dat doel werd impliciet erkend door de landen die zich erbij aansloten. Zij werden lid vanwege hun ‘strategische belang’, ook al grensden ze niet aan een EU-land.14 Wit-Rusland, de laatste echte dictatuur in Europa, werd zelfs toegelaten om daarmee de Russische invloed in dat land terug te dringen.15 In theorie zouden al deze landen ooit lid van de Unie kunnen worden. Maar het Kremlin vindt dat landen, die ooit tot de Sovjet-Unie behoorden, nog steeds onder de Russische invloedssfeer vallen.
Dat Rusland zich door deze uitbreidingen bedreigd voelt, vind ik begrijpelijk. De toezegging die Georgië tijdens de NAVO-top van Boekarest in 2008 kreeg om lid van het bondgenootschap te worden, was zelfs de aanleiding voor de oorlog met Rusland. De directe aanleiding voor het conflict in Oekraïne was het besluit van 21 november 2013 van de Oekraïense president Viktor Janoekovitsj om de onderhandelingen te staken met de EU over het associatieverdrag tussen de Unie en Oekraïne. Dit leidde tot massale protesten, waarop hij door pro-Europese krachten werd afgezet. Toen de onlusten zich naar de Krim verplaatsten, greep Rusland in en raakte daardoor betrokken bij de strijd van de pro-Russische rebellen in het oosten van Oekraïne.
Poetin begon overal de hand van het Westen in te zien. Dat gold ook voor de zogenaamde kleurenrevoluties. In 2003 bracht de Rozenrevolutie in Georgië Micheil Saakasjvili aan de macht. In 2004 vond in Oekraïne de Oranjerevolutie plaats waar, volgens Poetin, Amerika achter zat. In 2005 vond de Tulpenrevolutie in Kirgizië plaats en in 2010 en 2011 brak een hele serie opstanden uit in de Arabische wereld. Helemaal vreemd was de gedachte van westerse inmenging niet. Vrijwel alle interventies die het Westen sinds het einde van de Koude Oorlog uitvoerde, werden onder het mom van humaniteit en het brengen van democratie gerechtvaardigd, ook al zaten daar veel minder nobele doelstellingen achter. Het militaire ingrijpen in Afghanistan, Irak, Syrië en Libië waren voor de Russen het bewijs dat de Amerikanen, gesteund door hun Europese bondgenoten, ongestoord hun gang konden gaan.
In 2020 ging het weer mis. In Wit-Rusland had Aleksandr Loekasjenko, die al sinds de jaren negentig aan de macht was en als de laatste echte dictator van Europa wordt gezien, naar eigen zeggen de verkiezingen gewonnen. Volgens de oppositie was er echter op grote schaal gefraudeerd. Zelfs de Russische minister van Buitenlandse Zaken Lavrov liet zich er kritisch over uit, hoewel hij later door het Kremlin werd teruggefloten. De Europese Unie accepteerde de uitslag niet, waardoor Wit-Rusland de zoveelste speelbal werd in de strijd tussen Oost en West. Weer voelde Poetin zich bedreigd door een democratische revolutie. Waarom zou die niet in Rusland kunnen plaatsvinden? En wat zou de westerse opstelling dan zijn?
De gevolgen van deze gevoelens mogen niet worden onderschat. Met de uitbreidingsdiscussie, de interventies, het opzeggen van verdragen en de vermeende betrokkenheid bij revoluties, werd de basis gelegd voor de vijandschap tussen het Westen en Rusland die tot op de dag van vandaag voortduurt. De Russische leiders verwijten het Westen dat het gebruik heeft gemaakt van de ineenstorting van de Sovjet-Unie om zijn macht uit te breiden. Amerika werd door de ondergang van de Sovjet-Unie, zonder daar ook maar iets voor te hoeven doen, de enige supermacht van de wereld. De Amerikaanse president bepaalde en niemand anders. De annexatie van de Krim in 2014 was dan ook vooral de apotheose van de opeenstapeling van kleine en grote crises en antiwesterse rancune. Door die annexatie waren de verhoudingen niet meer te herstellen.
Dat bleek op 24 januari 2022 toen Rusland Oekraïne binnenviel. Dit was de eerste keer sinds de Tweede Wereldoorlog dat een Europees land het slachtoffer werd van een veroveringsoorlog. De wijze waarop Poetin de oorlog rechtvaardigde was ongekend. Ik zat met stijgende ongerustheid naar zijn rancuneuze exposé te kijken, waarin hij, diep teruggaand in de geschiedenis, betoogde dat Oekraïne helemaal geen zelfstandig land is en bij Rusland hoort. Hij verdedigde de invasie met het argument dat Russischtaligen moesten worden beschermd tegen ‘genocide’. Ook wilde hij de ‘demilitarisering’ en de ‘denazificering’ van Oekraïne. Voor de beschuldiging dat de Oekraïense regering genocide op de Russischtalige bevolking pleegde was geen enkel bewijs. Denazificeren duidde op de wens de ‘neanderthalers, agressieve nationalisten en neonazi’s’ van de regering-Zelenski te vervangen door een Ruslandvriendelijk regime. Denazificering was hier wel erg misplaatst omdat president Zelenski Joods is en zijn grootvader drie broers in de Holocaust verloor.
Achteraf bleek dat in 2021 stap voor stap naar de oorlog was toegewerkt. In april had Rusland naar schatting honderdduizend militairen voor ‘oefeningen’ nabij de Oekraïense grens samengetrokken. Dit, samen met de bemoeienis van Rusland met de Amerikaanse presidentsverkiezingen, nieuwe Russische militaire activiteiten op de Krim, cyberaanvallen tegen het Westen en berichten over steun aan de Taliban om Amerikaanse militairen in Afghanistan te doden, leidde tot nieuwe Amerikaanse sancties en uitbreiding van de Amerikaanse strijdkrachten in Europa. Daardoorheen speelde de kwestie Aleksei Navalny. Nadat tegen deze Russische oppositieleider een moordaanslag was gepleegd, werd hem toegestaan om in Duitsland te worden verpleegd. Na terugkeer in Rusland werd hij opgepakt en tot een lange straf in een werkkamp veroordeeld. Hierdoor zakte de relatie met de Europese Unie tot onder het vriespunt.
Rusland sloeg terug met een blokkade van de Straat van Kertsj, die de Zwarte Zee met de Zee van Azov verbindt. Hierdoor werden de Oekraïense havens Marioepol en Berdjansk onbereikbaar voor Oekraïense oorlogsschepen. Ook werd opgetreden tegen westerse oorlogsschepen in het zeegebied rond de Krim. Poetin maakte vervolgens duidelijk dat Oekraïne voor hem deel uitmaakt van Rusland. In een uitvoerig betoog ging hij in op de historische banden tussen beide landen.16 Dat Oekraïne geen onderdeel meer was van Rusland kwam volgens de president door het Westen. Dat trok dit land volgens hem met economische verlokkingen binnen zijn invloedssfeer.
De situatie de-escaleerde in juni vlak na een topontmoeting in Genève tussen de presidenten Biden en Poetin, om vervolgens weer te escaleren. In juli namen westerse landen deel aan een grote marine-oefening in de Zwarte Zee. Vervolgens intimideerden de Russen Britse en Nederlandse fregatten. In september leidde Zapad-21, de grootste Russische oefening ooit, tot ongerustheid omdat een deel van de oefening plaatsvond in Wit-Rusland, dat op ramkoers met de Europese Unie was komen te liggen. Veel commentatoren zagen in dit wapengekletter een opmaat naar een invasie in Oekraïne, waarbij Rusland zou willen voorkomen dat NAVO-troepen dat land zouden kunnen helpen verdedigen. Veelzeggend was dat de oefening niet bij de Organisatie voor Veiligheid en Samenwerking in Europa (OVSE) was aangemeld. Die verplichting was bewust genegeerd. De Amerikanen protesteerden nadat Rusland formeel had verklaard dat er 7500 militairen aan de oefening zouden deelnemen; ruim onder de drempel voor aanmelding van 13.000 militairen. Rusland had Zapad-21 opgeknipt in talloze kleine oefeningen. Het was een bewuste poging om belangrijke vertrouwenwekkende maatregelen, bedoeld om ongewenste militaire confrontaties te voorkomen, te omzeilen.
Ondertussen liepen de spanningen over Oekraïne verder op. In september vonden er oefeningen met NAVO-landen plaats. In november leek de situatie echt uit de hand te gaan lopen toen Amerikaanse inlichtingendiensten voorspelden dat Rusland op een interventie uit was. President Macron dreigde in een gesprek met Poetin Oekraïne te zullen bijstaan als dat land zou worden aangevallen. Jens Stoltenberg, de secretaris-generaal van de NAVO, waarschuwde dat voor agressie tegen Oekraïne een hoge prijs zou worden betaald. De Amerikaanse minister van Buitenlandse Zaken Antony Blinken sloot zich hierbij aan. Gelijktijdig werden Amerikaanse oorlogsschepen naar de Zwarte Zee gestuurd.
De enige die echt iets kon uitrichten was de Europese Unie. Die zou samen met de Amerikanen sancties kunnen opleggen. Maar Duitsland aarzelde omdat de Poetin de gaskraan kon dichtdraaien waardoor de economische schade voor Duitsland enorm zou zijn.
De Russische troepenopbouw leek eerder een pressiemiddel om de Amerikanen en de NAVO aan tafel te krijgen. Dat bleek tijdens een bijeenkomst op het Russische ministerie van Defensie op 21 december 2021. Poetin benoemde hier alle bekende grieven, van de uitbreiding van de NAVO, tot interventies zonder VN-mandaat zoals die in 1999 in Kosovo, en westerse subversie in Syrië en Oekraïne. Hij hekelde de Amerikanen, die de Oekraïense krijgsmacht trainde en naast nachtzichtapparatuur, radars en voertuigen ook Javelin-antitankraketten leverde. Hij eiste een bufferzone die zijn land tegen de agressie van de NAVO zou kunnen beschermen. Uit de speech bleek een diep gevoel van vernedering en de wil tot afrekening.
Gelijktijdig zette de president twee officiële documenten op zijn website. Het eerste was een ontwerpverdrag met Amerika.17 Dat zou moeten leiden tot een verbod op bedreigende militaire activiteiten en een verbod op de uitbreiding van de NAVO. Wie het stuk goed leest, ziet dat Amerika feitelijk geen militairen meer in Europa mag stationeren, met bommenwerpers en oorlogsschepen uit de buurt van Rusland moet blijven en zijn kernwapens moet terugtrekken. Het tweede was een ontwerpovereenkomst met de Europese NAVO-landen.18 Rusland wilde zo weinig mogelijk Europese strijdkrachten en raketten bij zijn grenzen. Pikant was de eis dat de ‘oude’ leden hun troepen uit de ‘nieuwe’ lidstaten moesten terugtrekken en er niet meer mochten oefenen. Militaire steun aan Oekraïne moest worden verboden. En natuurlijk moesten ook de Europeanen beloven dat ze de NAVO niet uitbreiden. Rusland zou zijn troepen wel aan de NAVO-grenzen mogen houden. De bufferzone moest dus lopen van de Russische grens tot aan West-Europa.
Curieus was dat het Kremlin zich beriep op vroegere afspraken tussen Oost en West, zoals het Handvest van Parijs voor een Nieuw Europa (1990) en de NAVO-Rusland Stichtingsakte (1997). Die laatste overeenkomst staat beperkte aantallen NAVO-troepen in de Baltische Staten toe; het eerste document gaat uit van een Europa ‘whole and free’ waarbij elk land zijn eigen politieke en economische koers mag varen en zelf mag besluiten waar het zich bij aan wil sluiten. Ondanks dat Poetin ernaar verwees, gooide hij ze dus zelf in de prullenbak. Eén document noemde hij niet. Met het Memorandum van Boedapest (1994) had Oekraïne in ruil voor het opgeven van zijn kernwapens na de ondergang van de Sovjetunie de toezegging gekregen dat het niet door Rusland zou worden bedreigd. Poetin verwierp het memorandum omdat de ‘rechtmatige’ president van Oekraïne Viktor Janoekovitsj in 2014 door een ‘anticonstitutionele staatsgreep’ was verdreven en dat daarom oude afspraken niet meer golden. In crisistijd en oorlogen sneuvelt de waarheid als eerste, luidt een oud cliché.
Tijdens de Koude Oorlog zouden al deze eisen blinde paniek hebben veroorzaakt, vooral als ze, zoals nu, gepaard zouden gaan met Russisch wapengekletter. Maar de reacties waren opmerkelijk mild. Biden en de rest van de NAVO verwierpen de eisen die inderdaad totaal onrealistisch waren, maar gingen wel gesprekken aan. De eisen van Poetin in de twee genoemde brieven kwamen niet als een volslagen verrassing. Ze waren in lijn met de bekende grieven van Poetin. Maar de escalatie en de consequenties die hij nu aan die grieven verbond verbaasden mij wel.
Opmerkelijk was dat de animositeit uitsluitend tegen de NAVO was gericht. De Unie werd erbuiten gehouden. Ik had in Moskou al vaker gemerkt dat de NAVO een obsessie was geworden.
Rusland bleef maar hameren op de ‘toezegging’ die de NAVO in februari 1990 zou hebben gedaan dat ze nooit zou worden uitgebreid. Inderdaad was de kwestie ter sprake gekomen tijdens een gesprek tussen de Amerikaanse minister van Buitenlandse Zaken James Baker en de secretaris-generaal van de Sovjetunie, Michail Gorbatsjov. Baker stelde toen dat uitbreiding van de NAVO niet aan de orde was: geen ‘one inch to the east’.19 Gorbatsjov zou later zelf toegeven dat deze opmerkingen gedaan waren in het kader van een eerste verkenning over de voorwaarden over de Duitse eenwording.
Ik herinner me nog goed dat dit in die tijd speelde. Ik was net in dienst gekomen van het ministerie van Defensie. De minister vroeg mijn team een stuk te schrijven over de toekomst van de NAVO. Een van de conclusies was dat in ruil voor de Duitse eenwording de NAVO wel eens zou kunnen worden afgeschaft, waardoor de Organisatie voor Veiligheid en Samenwerking in Europa (OVSE) aan belang zou winnen. De toenmalige Duitse minister van Buitenlandse Zaken Hans Dietrich Genscher zat ook op die lijn.
Zover is het nooit gekomen. Duitsland werd één. Sleutelspelers zoals Gorbatsjov en Bush verdwenen van het toneel. Het verbod op uitbreiding werd in geen enkel document vastgelegd. De kwestie speelde nog even in 1993 toen de Amerikaanse minister van Buitenlandse Zaken Warren Christopher in Moskou het nieuwe Partnerschap voor de Vrede uitlegde, waarmee de landen in Midden- en Oost-Europa een relatie met de NAVO zouden aangaan. Ook Rusland was uitgenodigd. De Russische president Jeltsin had niet door dat dit een opmaat voor NAVO-lidmaatschap was, ook al zei Christopher dat later naar dat vraagstuk zou worden gekeken. Het gevolg van de uitbreiding van de NAVO was dat Rusland buiten de Europese veiligheidsorde werd geplaatst. De woede hierover is ten diepste de aanleiding voor de oorlog die Poetin dertig jaar laten tegen Oekraïne begon.
Als ik voor de oorlog een Russische collega vertelde dat ik naar Moskou kwam en hem vroeg of ik hem tijdens een conferentie nog zag, dan was het antwoord vaak: ‘Nee, want propaganda kan ik ook wel op tv zien.’ Toch kwam ik er graag. Dit soort bijeenkomsten vormden voor mij een thermometer. Ze gaven een unieke inkijk in de gemoedstoestand van de Russische leiders. Op Poetin na, waren ze tijdens de grote conferenties van het ministerie van Defensie of de Doema allemaal aanwezig. Poetin deed iedereen vriendelijk de groeten via een van zijn ondergeschikten. Veelal was dat Nikolai Patroesjev, de secretaris van de Nationale Veiligheidsraad waarvan Poetin zelf de voorzitter is.
Hier stonden leiders van een land dat gerespecteerd wilde worden, zijn plaats onder de zon wilde terugkrijgen en niet meer bereid was naar de pijpen van het Westen te dansen. De bijeenkomsten lieten ook duidelijk zien wie de vrienden van Rusland zijn. Mainstreampolitici uit het Westen kwamen er niet. Veel westerse landen verboden het ze zelfs om naar Rusland te komen. En de politici uit westerse landen die wel kwamen, waren vertegenwoordigers van radicale pro-Russische partijen. De enige dissidente geluiden kwamen van de vertegenwoordigers van westerse denktanks. Maar zij verpakten hun kritiek soms zodanig dat ze hun gastheren niet al te zeer voor het hoofd stootten.
De bijeenkomsten zelf oogden westers. Mooi vormgegeven, goed georganiseerd. Ogenschijnlijk open. Wel was de toon de afgelopen jaren harder geworden. Tegelijkertijd onthield men zich van escalerende verbale confrontaties. Natuurlijk was het vriendelijke gezicht van Rusland aanwezig. Het gezicht van het aaibare Rusland was sinds jaar en dag minister van Buitenlandse Zaken Lavrov. Hij heeft de opdracht diplomatie te bedrijven en Ruslands soft power te vergroten. Maar zijn invloed mag volgens insiders niet worden overschat.
Ik merk dat de Russische leiders, maar ook die van bevriende mogendheden, zich tijdens deze bijeenkomsten steeds openlijker door antiwesterse gevoelens en rancune lieten leiden. Dat is verklaarbaar. Rusland voelt zich net als China door het Westen vernederd. Toen halverwege de negentiende eeuw in China de opiumoorlog uitbrak, begon een periode van kolonisatie waarbij de Britten, Fransen en Duitsers gebruikmaakten van de zwakte van het Chinese keizerrijk om het land onder controle te krijgen. Daarmee begon een eeuw van vernedering die in 1949 ten einde kwam met de vestiging van de Volksrepubliek. Voor Rusland begon de vernedering met de ondergang van de Sovjet-Unie. In het Westen staan wij er niet bij stil dat vernedering een krachtige emotie is, die het gedrag van landen in sterke mate bepaalt. Wij westerlingen zijn de afgelopen eeuwen nooit vernederd. Wij konden andere delen van de wereld onze wil opleggen. Dat noemen we kolonialisme en imperialisme. Voor mij hebben die begrippen geen morele lading. Ze geven precies aan wat de sterksten doen: overheersen.
China en Rusland willen zich niet langer de les laten lezen door het Westen. Ze willen, als het even kan, zelf overheersen. Dat dit vervolgens tot onaangename gevoelens binnen de EU en de NAVO leidt, is ook logisch. Het is de basis voor nieuwe vijandelijkheden en misschien wel voor een nieuwe Koude Oorlog.
Dit werd heel duidelijk tijdens de veiligheidsconferentie van Moskou in de zomer van 2021. Voordat het programma van start ging werd ik door de adviseur van defensieminister Sergej Sjojgoe gevraagd in een panel iets over de betekenis van Jalta te zeggen. In 1945, tegen het einde van de Tweede Wereldoorlog, besloten Churchill, Roosevelt en Stalin daar tot een verdeling van Europa in invloedssferen. Wat zou ik ervan vinden om dat idee verder uit te werken? Ik moest daarvoor mijn voorbereide speech maar aan de kant zetten. Ik had daarin willen pleiten voor het eerbiedigen van de afspraken over vertrouwenwekkende maatregelen die voor het laatst waren bevestigd in het zogeheten Weense Document van 2011. Daarin stonden afspraken om verdachte militaire acties aan te melden om ongelukken te voorkomen.
Ik zei tegen de adviseur dat ik best iets over invloedssferen wilde zeggen, maar dat dit hem niet zou bevallen. Want westerse regeringen gaan uit van het beginsel van zelfbeschikking. Elk land mag zich aansluiten bij de club die het wil. Opmerkelijk genoeg werd hiermee akkoord gegaan en kon ik mijn speech houden. Een van mijn panelgenoten, de vicevoorzitter van de AfD, ging echter helemaal mee met de antiwesterse Russische retoriek en vond ook dat Rusland recht op een invloedssfeer had. Dat zou volgens hem de vrede in Europa bewaren.
Het was opvallend hoe hard de beschuldigingen aan het adres van het Westen waren. Alle hoofdrolspelers, van Poetin tot Patroesjev en van Sjojgoe tot Lavrov, spraken vooral in laatdunkende bewoordingen over Amerika. De haat en rancune ten opzichte van de NAVO had ik nooit eerder zo gevoeld. Zelfs de als gematigd bekendstaande Lavrov trok alle registers open. Zijn speech verscheen tegelijkertijd in een uitgebreidere versie op de website van zijn ministerie.
Lavrov zette frontaal de aanval in op de westerse wereldorde waarin onder aanvoering van Amerika zou worden bepaald welke regels door wie wel of niet gebroken mogen worden of moeten worden eerbiedigd. Hij sprak laatdunkend over de strijd tussen westerse landen die zichzelf als ‘een anker voor democratie, vrede en veiligheid’ zien en de ‘autoritaire machten’ waar Rusland en China onder werden gerekend. Hierin had Lavrov overigens wel een punt. President Biden maakte op dat moment veel werk van het verenigen van een front van ‘democratische landen’ tegen Rusland en China. Maar door het opleggen van sancties aan die landen gedroegen die ‘vredelievende’ landen zich volgens Lavrov met hun ‘neokoloniale imperialisme’ zelf ‘totalitair’. Ze zouden opzettelijk negeren dat landen als Rusland en China eeuwenoude beschavingen met een rijke geschiedenis waren.
In mijn aantekeningenboekje noteerde ik: ‘Het lijkt wel of de derde wereldoorlog op uitbreken staat.’ Ik was mij op dat moment er niet van bewust dat ik een historische bijeenkomst bijwoonde. Ik werd gevraagd mijn denkbeelden te ontvouwen over de Europese veiligheidsorde, zonder op dat moment te beseffen dat die door Poetin, die zojuist de conferentie had geopend, enkele maanden later met geweld zou worden verbouwd. Zelfs de plaats waar ik mijn speech hield was symbolisch: Hotel Oekraïne.
Rusland pakt het Westen op een totaal andere manier aan dan China. China handelt uit kracht. Dat past bij een supermacht in wording. Rusland handelt uit zwakte. Waar China een constructieve strategie heeft om zijn positie in de wereld te versterken, kiest Rusland voor een destructieve. Ontregelen past bij een land dat mondiale ambities heeft, maar geen supermacht is en dat ook nooit kan worden. In tegenstelling tot China zijn Poetins doelstellingen niet economisch van aard, maar louter gericht op het vergroten van de veiligheid van Rusland.
Rusland is een middelgroot land met kernwapens. De legale economie is kleiner dan die van Italië, ongeveer zo groot als die van de Benelux. Dat is niet erg indrukwekkend voor een land met 140 miljoen inwoners. Bovendien is Rusland in belangrijke mate afhankelijk van de EU voor handel en investeringen, ook al hebben de sancties, de dalende olieprijzen en de volatiliteit van de roebel hier de afgelopen jaren een rem op gezet. Naar schatting zijn Europese investeerders goed voor 55 tot 75 procent van alle buitenlandse investeringen in Rusland. Zij stoppen hun geld vooral in de Russische energiesector en de ontginning van grondstoffen. Chinese en Amerikaanse investeringen in Rusland zijn feitelijk verwaarloosbaar klein, terwijl die door de Russische investeerders zelf relatief groot zijn.20
Door die geringe economische macht en haar afhankelijkheid van de EU ontbeert Rusland wat de Amerikanen shaping power noemen. In tegenstelling tot Amerika en China kan Rusland de wereld niet sturen. De Verenigde Staten en de Europese Unie zien hem daarom niet als gelijke. Dat geldt ook voor Xi. Voor hem is Rusland een junior partner met een tien keer zo kleine bevolking en een kleine economie.
Gebrek aan macht maakt het voor Poetin daarom moeilijk om het Westen aan te pakken. Daarbij komt dat voor Poetin de buitenlandse betrekkingen een zero sum-game zijn waarbij de winst van de een, het verlies van de ander is. Dat is een lastig uitgangspunt als je zelf economisch zwak staat.
De Russische president denkt daar echter anders over. Al in 2005 verklaarde hij tijdens zijn jaarlijkse rede voor de Doema dat de val van de Sovjet-Unie ‘de grootste geopolitieke tragedie van de eeuw’ was. Daarmee gaf hij goed aan hoe hij Rusland zag: een grote en machtige wereldspeler die respect afdwingt. Net als China wilde Rusland zijn ‘rechtmatige plek’ onder de zon weer innemen. Poetins tragiek is dat de Russische Federatie, de juridische opvolger van de Sovjet-Unie, geen wereldspeler is en dat ook nooit zal worden.
Hoezeer Poetin zich aan de macht van Amerika ergerde, bleek tijdens de Veiligheidsconferentie van München in 2007. Daar fulmineerde hij tegen de alleenheerschappij van de VS, die naar eigen goeddunken landen sancties oplegt, zijn militaire macht gebruikt en de balans in de wereld vernietigt. Tegelijkertijd zou Poetin maar wat graag de rol als wereldleider van Amerika overnemen. Het is deze bijzondere combinatie van megalomanie, rancune, minderwaardigheidscomplex en het ontbreken van economische macht, die bepalend is voor het Russische buitenlandbeleid. Daarbij speelt ook een rol dat Rusland van oudsher geobsedeerd is door veiligheid, dus door militaire macht. Poetins ambities zijn echter niet in balans met de mogelijkheden van zijn land, dus greep hij lange tijd naar andere middelen.
President Poetin gebruikte de term ‘gecontroleerde chaos’ voor het eerst in 2012.21 Hij had het toen overigens niet over het creëren van gecontroleerde chaos in het Westen, maar juist over de pogingen van het Westen om chaos in Rusland te creëren. Daarmee gaf hij goed aan wat zijn wereldbeeld is.
De gedachte is feitelijk een complottheorie. Die zijn de afgelopen jaren overigens steeds meer onderdeel van het politieke discours in Rusland geworden.22 Daarbij wordt teruggegrepen op een lange traditie van Russische samenzweringstheorieën, die vaak worden gelegitimeerd door officiële denktanks en zelfs het ministerie van Defensie. Inmiddels is Rusland terug in de tijd van tsaar Alexander II. Toen die in de jaren zestig van de negentiende eeuw liberale hervormingen wilde doorvoeren, leidde dat ook tot een hausse aan complottheorieën.
Tijdens Poetins derde termijn werden ze steeds belangrijker. In 2018 kwamen complottheorieën in het politieke discours bijvoorbeeld zes keer vaker voor dan in 2011. De antiwesterse en antiliberale boodschap is steeds dezelfde: Rusland wordt bedreigd en vernederd. Dit soort opvattingen in Rusland zijn inmiddels algemeen aanvaard en worden vrijelijk geventileerd door de hoogste gezagsdragers en door de media.23
Het gevaar is dat als complottheorieën onderdeel van de mainstreamdiscussie worden, de grens tussen waarheid en fictie volstrekt vervaagt en de emotie gaat regeren. Dat kan leiden tot risicovol gedrag, omdat percepties belangrijker worden dan feiten. Precies daarom is het opkloppen van het dreigingsbeeld zo risicovol. Dat geldt zeker voor een land dat over kernwapens beschikt.
Omgekeerd is het scheppen van een gecontroleerde chaos voor Rusland al heel lang een politieke doelstelling en een onderdeel van de Russische modus operandi.24 Op zich is dat logisch. Het past bij een land dat zich altijd als zwakker dan het Westen heeft gezien en dat zijn invloed op onorthodoxe wijze moet zien te krijgen. Bovendien leidt het de aandacht af van binnenlandse problemen.
Alles draait om ‘actieve maatregelen’ (aktivnye meroprijatija). Die kennen een lange voorgeschiedenis. Rusland is van oudsher een autocratie waar inlichtingen- en veiligheidsdiensten de staat moeten beschermen. In het binnenland moet worden voorkomen dat dissidenten en andere tegenstanders van de staat een bedreiging voor het regime gaan vormen. Dat leidde in september 2020 bijvoorbeeld tot de moordaanslag op oppositieleider en activist Aleksej Navalny in Tomsk.
De methode wordt ook toegepast in het buitenlandbeleid. De beïnvloeding van verkiezingen en referenda, het verspreiden van nepnieuws op de sociale media, de inzet van propagandazenders als RT, het steunen van pro-Russische partijen en actoren, hacks en cyberaanvallen, spionage, economische sancties en zelfs beperkte, heimelijke operaties zijn daarom het handelsmerk geworden van Russische agenten die steeds brutaler in Europa te werk gaan.
Rusland pakt het daarbij veel geavanceerder aan dan China. Dat land gebruikt ouderwetse top-downpropaganda om het officiële verhaal van de communistische leiders voor het voetlicht te brengen. Hoe Poetin zijn ‘actieve maatregelen’ inzet, is goed beschreven door de Britse onderzoeker Mark Galeotti. Verschillende organisaties houden zich volgens hem bezig met de uitvoering. Het ministerie van Defensie stuurt de krijgsmacht aan. De belangrijkste opdrachten van de Russische krijgsmacht zijn het afschrikken van westerse agressie en oorlog voeren als die afschrikking faalt. De generale staf van de krijgsmacht beschikt over een eigen militaire inlichtingendienst, vergelijkbaar met die van westerse landen. Een onderdeel van deze dienst is de Glavnoje Razvedyvatelnoje Oepravlenije, kortweg de GROe. Hiervoor bestaat voor zover ik weet geen westers equivalent. De GROe is een soort hit team voor het harde werk, variërend van digitale oorlogvoering en het vermoorden van uit de gratie gevallen landgenoten, tot het uitvoeren van subversieve activiteiten in westerse landen. De organisatie huist in een gefortificeerd hoofdkwartier in Moskou, dat bekendstaat als het Stikliashka of glazen huis. De beruchte hackersgroep APT28, of Fancy Bear, is ook aan de GROe gelieerd.
De Inlichtingendienst Buitenland (SVR) houdt zich vooral bezig met spionage. Deze dienst is vergelijkbaar met het Britse MI6. Hieronder zou ook de hackersgroep APT29, of Cozy Bear, vallen.
De Federale Veiligheidsdienst (FSB) richt zich meer op politieke operaties en doet enigszins denken aan een geheime politie. De FSB is overigens het gevolg van Jeltsins besluit om de KGB in vier diensten op te breken, waarmee de FSB de feitelijke opvolger van de KGB werd.
Een van de specialiteiten van de FSB is Kompromat, of het inwinnen en verspreiden van compromitterende informatie waarmee mensen onder druk kunnen worden gezet. Daarnaast worden cyberoperaties steeds belangrijker, wat niet verwonderlijk is in de huidige digitale wereld. De FSB houdt zich tot slot ook bezig met het inzetten van criminelen en extremisten om chaos in andere landen te veroorzaken.
Deze inlichtingen- en veiligheidsdiensten worden aangestuurd door de Nationale Veiligheidsraad waarvan, zoals gezegd, oud-FSB-man Patroesjev de secretaris is en Poetin de voorzitter. Daarnaast kan Poetin beschikken over de media, trollenfabrieken en buitenlandse ‘vrienden’ die desinformatie willen ondersteunen. Boven de Veiligheidsraad staat de Presidentiële Administratie die Poetin helpt om zijn wetten te maken en zijn beleid te formuleren, uit te voeren en te controleren.
Ogenschijnlijk lijkt Poetin de touwtjes stevig in handen te hebben en kan hij sturen en controleren. In werkelijkheid lijkt hij, zoals gezegd, eerder de grote lijnen uit te zetten en te inspireren. Dat doet hij door brede, soms onhaalbare perspectieven te schetsen, zoals Ruslands terugkeer naar de status van grootmacht met een herstelde invloedssfeer die door een verzwakt Europa niet langer wordt bedreigd. Hoe dat verder wordt geregeld is aan zijn ondergeschikten.
Dat betekent niet dat sommige, mogelijk politiek gevoelige, operaties geen toestemming van het Kremlin nodig hebben.25 Tegelijkertijd is er geen sprake van een duidelijke hiërarchie tussen de inlichtingendiensten. Het gevolg laat zich raden: machtsstrijd tussen de diensten, die vaak op eigen gezag lijken te opereren. Sterker, men handelt soms bijna impulsief, zonder een idee te hebben van de gevolgen op langere termijn. Daardoor maakt het beleid vaak een weinig consistente indruk.
Het is lastig om te zeggen wie na Poetin de meeste macht in Rusland heeft. De Presidentiële Administratie is zonder twijfel een machtig orgaan. Dat was zeker zo toen deze geleid werd door de politieke krachtpatser Sergej Ivanov. Zijn opvolger Anton Vaino is wat minder geprofileerd. Daarom houd ik het op de Nationale Veiligheidsraad met Patroesjev als machtigste man na Poetin. Als FSB-baas zou hij getracht hebben om Poetin als zetbaas te gebruiken. Hij zou in 1999 zelfs een drijvende kracht achter zijn benoeming tot president zijn geweest.26
Voordat ik verder inga op de wijze waarop Rusland ontregelt, is het goed om te kijken waarom Rusland dit doet. Daarvoor zie ik verschillende redenen. De eerste is, dat Ruslands ambities, zoals gezegd, groter zijn dan zijn macht rechtvaardigt. Rusland heeft twee mogelijkheden. Middelgrote landen in het Westen kiezen er veelal voor om hun soft power te vergroten. Ze propageren waarden en de internationale rechtsorde en trachten bruggen te slaan tussen landen. Ze worden een aantrekkelijk voorbeeld voor anderen, waardoor ze politieke invloed krijgen en een positieve bijdrage kunnen leveren aan de mondiale stabiliteit.
Noorwegen is hiervan een goed voorbeeld. Het heeft ervoor gekozen om moeilijke vredesonderhandelingen te faciliteren en speelt daardoor een belangrijke internationale rol. De Oslo-akkoorden van 1992 tussen Israël en Palestina zijn het bekendste voorbeeld. Ook de Britse premier Boris Johnson zag in dat het verhogen van de Britse soft power cruciaal is om na de brexit een rol op het wereldtoneel te blijven spelen.
Rusland zou een dergelijke rol goed kunnen spelen. Voor dat land zou bovendien een brugfunctie zijn weggelegd tussen China en de Europese Unie. Dit soort plannen zijn er wel geweest, maar hebben tot niets geleid. De reden is dat Rusland niet koos voor het versterken van zijn soft power, maar voor het versterken van zijn rol als machtspolitieke speler. Dat blijkt uit de conflicten waar het bij betrokken raakte. Om te voorkomen dat landen toetraden tot de EU of de NAVO, lokte Rusland een militair conflict uit met dat land, dat vervolgens niet werd opgelost. Het Kremlin had er namelijk alle belang bij om het door te laten etteren, want voor een ontregelaar heeft een opgeloste ruzie geen waarde meer. Hierdoor zijn er zogenaamde ‘bevroren conflicten’ ontstaan.
De tactiek was vaak dezelfde. Er werd een stuk land bezet of de bevolking werd gestimuleerd zich af te scheiden. In 2008 gebeurde dat met Zuid-Ossetië, een deel van Georgië. Vanaf 2014 bezet Rusland de Donbas in Oekraïne. In het geval van Transnistrië volgde erkenning als zelfstandig land nadat het gebied zich in 1990 van Moldavië had afgescheiden. Daarna werden pogingen ondernomen om het bij Rusland aan te laten sluiten. In Syrië herhaalde de geschiedenis zich. Nadat Rusland in 2015 de zijde van de Syrische president Assad koos en in Syrië intervenieerde, is het conflict complexer geworden en is een oplossing alleen nog maar mogelijk met steun van Rusland.
Wit-Rusland is het jongste doelwit van het Kremlin. In 2020 ondernamen Russische huurlingen van de paramilitaire Wagner Group een mislukte poging om de verkiezingen op 9 augustus te beïnvloeden. Wagner wordt overigens geleid door de voormalige GROe-agent Dmitri Oetkin. Het doel was om Wit-Rusland vergaand in Rusland te integreren. Door onlusten aan te wakkeren, zou een pro-Russische kandidaat naar voren kunnen worden geschoven die de macht zou kunnen overnemen.
Meer succes had Rusland in het voortdurende conflict tussen de enclave Nagorno-Karabach met Azerbeidzjan, waartoe het formeel behoort. Toen de strijd in 2020 weer oplaaide en Azerbeidzjaanse strijdkrachten de enclave grotendeels wisten te veroveren wist Moskou het initiatief naar zich toe te trekken. Er werd een staakt-het-vuren getekend en een Russische vredesmacht gestationeerd, waardoor Moskou dit deel van de voormalige Sovjet-Unie weer onder controle kreeg.
De aanpak is iedere keer hetzelfde. Ontketen een conflict, of kies in een bestaand conflict voor een partij die niet door het Westen wordt gesteund en bepaal daardoor de loop van de gebeurtenissen.
De tweede reden waarom Rusland wil ontregelen, is dat het land van oudsher aan een omsingelingscomplex lijdt. Russische tsaren, secretarissen-generaal van de Communistische Partij en president Poetin hebben altijd het gevoel gehad dat andere mogendheden Rusland willen knechten. Die vrees is niet helemaal onterecht. Zowel Napoleon als Hitler ondernam veldtochten richting Moskou, die traumatische episodes in de geschiedenis opleverden. Rusland heeft onbeschrijfelijke offers voor zijn veiligheid moeten brengen. Tijdens de Tweede Wereldoorlog waren alleen al tijdens de slag bij Stalingrad aan de zijde van het Rode Leger 1,1 miljoen doden, vermisten, gewonden en gevangenen te betreuren. Bovendien heeft Rusland nauwelijks natuurlijke grenzen. Dat alles maakt dat het veiligheid vooral in militaire termen ziet. Het creëren van bufferzones is hiermee onlosmakelijk verbonden. Die bestaan uit landen in een beschermende ring rond Rusland. De vijand moet zich daar eerst een weg doorheen vechten alvorens het zelf kan worden aangevallen. Als de vijand kan worden ontregeld voordat die gevaarlijk wordt, verhoogt dat ook de veiligheid.
Dit denken in termen van ontregelen kent overigens een lange voorgeschiedenis.27 De Chinese militair strateeg Sun Tzu en de Duitse militaire denker Von Clausewitz wisten eeuwen geleden al dat je de tegenstander moet demoraliseren en uit balans moet brengen voordat de oorlog uitbreekt. In het moderne jargon wil dat zeggen dat informatieoperaties – de beïnvloeding van de tegenstander door het verspreiden van nepnieuws en propaganda – en subversieve acties een goede aanpak zijn om de tegenstander te verzwakken. Vooral voor de militair zwakkere partij is deze aanpak aantrekkelijk. Die kan oorlogen niet winnen op basis van kracht en maakt alleen een kans als hij gebruikmaakt van ‘asymmetrische tactieken’.
Die les was door westerse landen al in de koloniale tijd geleerd. Vrijheidsbewegingen maakten gebruik van ontregelende tactieken zoals het verspreiden van propaganda, om zo steun te verwerven bij de bevolking, guerrilla en terrorisme, waarmee de tegenstander tot wanhoop kon worden gedreven. Rusland doet dit als staat. De wortels van het Russische denken gaan terug tot Leon Trotski. Deze marxistische revolutionair was de grondlegger van het Rode Leger en de GROe in 1918.
Toch werkte China in de jaren negentig als een van de eerste het idee uit hoe het Westen zou moeten worden aangepakt. Dat deden twee kolonels, Qiao Liang en Wang Xiangsui. De succesvolle precisieaanvallen van de Amerikanen tijdens de Golfoorlog van 1991 hadden bij China een grote schok teweeggebracht. Daaruit bleek dat het zinloos zou zijn om een militaire confrontatie met Amerika aan te gaan. In hun boek Unrestricted warfare uit 1999, werkten de Chinese kolonels een concept uit dat wij nu ‘hybride oorlogvoering’ zouden noemen. De Amerikaanse superioriteit zou door middel van een asymmetrische strategie moeten worden ondermijnd. Daartoe stelden ze voor om een scala aan middelen in samenhang in te zetten, variërend van cyberacties tot economische oorlogvoering en van informatieoperaties tot militaire operaties in stedelijke gebieden.28 Dat zou het antwoord moeten zijn op de westerse superieure macht. Daarmee gaven ze het westerse begrip ‘oorlog’ een nieuwe, veel ruimere betekenis.
Het Russische denken kreeg in 2013 een enorme impuls door een artikel van de chef van de generale staf Valery Gerasimov. De term hybride oorlogvoering komt in zijn artikel niet terug, maar de door hem beschreven ideeën over ontregelende acties werden vervolgens wel het beleid.29 In navolging van de twee Chinese kolonels beschreef de generaal een concept waarbij alle beschikbare machtsinstrumenten, militair en niet-militair, georkestreerd worden ingezet. Het doel was volgens hem niet in de eerste plaats om de tegenstander op het slagveld te overweldigen en te verslaan, maar om in verschillende fasen strategische voordelen te behalen. Daardoor zou de westerse besluitvorming haperen en de tegenstander in verwarring worden gebracht. Vervolgens zou hij niet meer weten hoe op de complexe dreiging te reageren. De overwinning wordt meer in politieke dan in militaire termen beschouwd.
Aan de door Gerasimov gestarte discussie lag twijfel ten grondslag over de praktische uitvoerbaarheid van nucleaire afschrikking. Volgens Russische strategische denkers was het daarom noodzakelijk om een plan te ontwikkelen dat meer bood dan alleen nucleaire opties.30 Moderne Russische denkers vinden dat grootschalige kernoorlogen vermeden moeten worden. Die leiden slechts tot zinloze verwoesting of een pyrrusoverwinning. Dit betekent dat er niet met wapengekletter gedreigd moet worden, maar dat Rusland de dreiging van de NAVO moet verminderen door chaos in de lidstaten te scheppen. Niet dat de strijd ermee kan worden gewonnen, maar als de tegenstander maatschappelijk en politiek kan worden ontregeld, kan deze wel aanzienlijk worden verzwakt. Militairen worden achter de hand gehouden voor het geval het uit de hand loopt en de afschrikking faalt.
Gerasimov wilde een antwoord vinden op de niet-militaire vormen van oorlogvoering door het Westen, zoals het gebruik van sancties, cyberaanvallen, desinformatiecampagnes en steun aan revoluties en opstanden. De militaire doctrine van 2010 noemde daarom, als antwoord op deze westerse dreigingen, het gebruik van politieke, diplomatieke, juridische, economische en militaire instrumenten voor het beschermen van de nationale belangen.31 Deze acties waren gericht tegen afzonderlijke landen of tegen de instituties waarin ze samenwerkten, zoals de NAVO.
De nationale veiligheidsstrategie van 2015 was explicieter en noemde dit concept nu ‘strategische afschrikking’. De strategie beschreef nauwkeurig hoe informatie en politieke, militaire, technische, diplomatieke en economische middelen gezamenlijk moeten worden ingezet om een echte oorlog te voorkomen. Om ervoor te zorgen dat al die ontregelende tactieken niet toch tot een gewapende strijd zouden escaleren, moest Rusland ook beschikken over een afschrikwekkende krijgsmacht en kernwapens.32
Omdat er in Rusland uiteindelijk één iemand de baas is, kan het Kremlin militaire en economische macht tegelijkertijd met propaganda en cyberaanvallen inzetten om de tegenstander te ontregelen. Het Westen, met zijn verkokerde ministeries en democratische checks-and-balances, kan dat niet. Daardoor kunnen bijvoorbeeld economische instrumenten, cyberaanvallen, beïnvloedingscampagnes en clandestiene operaties met speciale eenheden niet of nauwelijks tegelijkertijd worden ingezet. Dat wil natuurlijk niet zeggen dat het Westen helemaal geen geheime, subversieve operaties uitvoert of spioneert. Het grote verschil met Rusland is echter de omvang waarmee dat gebeurt, de samenhang waarmee al die middelen worden ingezet, de doelstellingen die ermee moeten worden bereikt en de tactieken die worden toegepast.
Bovendien heeft Rusland een paar goede ‘toegangspoorten’. Ook op dit punt zijn open democratieën kwetsbaar. Zo werd in Frankrijk al tijdens de Sovjet-Unie de gevluchte, vaak verarmde, Wit-Russische adel door de KGB geronseld. Uiteindelijk schaarden die zich achter Poetin, omdat die de grootsheid van Rusland zou kunnen terugbrengen. Bovendien zagen ze in hem de nieuwe verdediger van de oude tsaristische waarden, inclusief die van de orthodoxe kerk.
Een andere toegangspoort is het Verenigd Koninkrijk. Een Britse parlementaire commissie concludeerde na twee jaar onderzoek dat niemand zich om de Russische invloed in het land bekommerde.33 Een verklaring voor het Britse wegkijken is dat extreem rijke Russen zich in Londen hebben gevestigd en daar hun geld stallen. De commissie sprak over Londen als een laundromat, een witwasserette voor zwart geld, waarna er sympathie mee werd gekocht door middel van donaties voor goede doelen en politieke partijen. Deze constateringen behoeven geen verbazing. Al heel lang was bekend dat grote hoeveelheden Russisch geld Londen binnenstroomden via de Bahama’s, Cyprus, de Kanaaleilanden, de Maagdeneilanden en Panama. Volgens Catherine Belton was een van de doelstellingen van Rusland om met het geld de Britse elite te corrumperen, onder meer door deze lucratieve baantjes aan te bieden bij Russische bedrijven. In de aanloop naar het referendum kwam er via via 400.000 pond terecht in de kas van de Conservatieve Partij.34 Londen stond inmiddels bekend als Londongrad.
Een andere toegangspoort is Oostenrijk, wiens nauwe betrekkingen met Rusland al heel lang bekend zijn. Die hebben onder meer te maken met het feit dat het land tijdens de Tweede Wereldoorlog door de Russen werd bevrijd. Na de oorlog bestuurden de geallieerden het land. Zo bestierden de Russen en Amerikanen hun eigen zones van waaruit ze elkaar bespioneerden. Daarom is Oostenrijk altijd neutraal gebleven. Pogingen om daar verandering in te brengen, mislukten. Ooit werden oud-premier Lubbers en ik gevraagd om een opiniestuk te schrijven om het Oostenrijkse debat over de zin en onzin van neutraliteit aan te jagen. Maar ook dat leidde tot niets.
Er zijn nauwe banden tussen Russische staatsbedrijven en Oostenrijkse politici, die tot enkele geruchtmakende affaires hebben geleid. Tijdens de zogenaamde Ibiza-affaire beloofde de rechts-radicale FPÖ-leider Heinz-Christian Strache een Russische zakenvrouw overheidsopdrachten, in ruil voor financiering van zijn partij. Probleempje: de Russin maakte deel uit van een set-up. Voorts heeft Oostenrijk veel politieke benoemingen, waardoor wordt getwijfeld aan de betrouwbaarheid van de inlichtingendiensten die een onbekend aantal pro-Russische medewerkers hebben. Dat bleek toen Jan Marsalek, de tweede man van het ter ziele gegane Duitse fintechbedrijf Wirecard, de meest gezochte man ter wereld werd. Hij werd verantwoordelijk gehouden voor het verdwijnen van 2 miljard dollar uit de boeken en bleek nauwe contacten te onderhouden met de Russische geheime dienst waaraan hij geheime documenten doorspeelde.35
De Russische manier van ontregelen bestaat dus uit speldenprikken uitdelen, die samen chaos moeten veroorzaken. Al die speldenprikken maken deel uit van een continuüm: wat begint met een serie actieve maatregelen, kan ontaarden in een oorlog, die uiteindelijk kan escaleren naar een alles verwoestende kernoorlog.36 Dat laatste moet worden voorkomen. Dus zijn de prikacties vooral bedoeld om het Westen zo te verzwakken dat het niet meer kan aanvallen en artikel 5 van het NAVO-verdrag niet wordt ingeroepen. Dit is de collectieve defensieclausule, die stelt dat een aanval op één, een aanval op allen is. Deze aanpak is een reactie op de Russische perceptie dat de NAVO militair superieur is en dat het Westen gebruik heeft gemaakt van de Russische zwakte na het uiteenvallen van Warschaupact en Sovjet-Unie.37
Deze nieuwe aanpak zou de Russische leiders een gereedschapskist vol opties moeten bieden voor crisis- en oorlogstijd. In het Russische denken verviel hiermee ook het klassieke onderscheid tussen oorlog en vrede.38
Omdat de speldenprikken, of actieve maatregelen, in het schemergebied tussen oorlog en vrede plaatsvinden, spreken westerse deskundigen over hybride dreiging.39 Hybride, omdat de Russen een scala aan middelen inzetten voor het bereiken van hun doelen.40 Omdat niet duidelijk is of het oorlog of vrede is, wordt in de Amerikaanse literatuur vaak de term grey zone operations gebruikt.41 De strijd verplaatst zich van het schemergebied van de buitengrenzen van de NAVO en de Europese Unie, naar de afzonderlijke lidstaten. Precies dit is nu aan de gang en maakt de nieuwe Russische aanpak zo zorgwekkend.
De nieuwe aanpak werd in 2014 voor het eerst goed zichtbaar. Bij de annexatie van de Krim in 2014 waren ‘groene mannetjes’ actief. Dit bleken medewerkers van de GROe te zijn. Ze droegen onduidelijke uniformen, hadden geen insignes en waren bezig met subversieve activiteiten. De snelle annexatie van de Krim, nog geen maand later politiek bezegeld in een volksraadpleging, was niets minder dan een fait accompli voor het Westen. Met de operatie revancheerde de GROe zich voor het geblunder tijdens de oorlog met Georgië in 2008.
Die oorlog werd door Rusland gewonnen, maar de voorbereidingen en uitvoering waren zo slecht, dat het Russische leger slechts met veel pijn en moeite het nietige Georgië kon verslaan. De GROe werd daarvoor verantwoordelijk gehouden. Wat Oekraïne betreft, wordt de GROe ook in verband gebracht met het neerhalen van de MH17. Verschillende verdachten die door het Nederlandse Openbaar Ministerie worden gezocht, blijken banden met de dienst te hebben. Zo zou een GROe-officier, Oleg Ivannikov, verantwoordelijk zijn geweest voor het verplaatsen van wapens over de Oekraïense grens voorafgaand aan het neerschieten van het vliegtuig. Heel verbazingwekkend is deze onthulling van het netwerk van burgerjournalisten Bellingcat niet, omdat de GROe de operaties in Oekraïne uitvoerde en achter de inval in de Krim zat. Poetin erkende dat overigens zelf in een interview op de Russische televisie in 2015. Sindsdien is het oosten van Oekraïne de speeltuin van de dienst, waar nieuwe technieken worden uitgeprobeerd die elders in Europa kunnen worden toegepast. Vanaf 2017 werd het aantal acties in Europa sterk opgevoerd. Dat bleek in 2019.
Een paar uur rijden van mijn huis ligt Évian-les-Bains. Het is een mondaine badplaats aan de kust van het Franse deel van het Meer van Genève. Het decor wordt vervolmaakt door het heuvellandschap, de uitlopers van de Alpen en de overweldigende luxe van Genève en Lausanne even verderop aan de Zwitserse oevers van het meer. Évian-les-Bains was een van de plaatsen van waaruit agenten van de GROe-elite-eenheid 29155 afreisden om elders in Europa moordaanslagen te plegen. Leden van de in sabotage en moorden gespecialiseerde groep waren ook in het naburige Annemasse en Chamonix neergestreken. De zaak kwam aan het rollen door een artikel in de Franse krant Le Monde eind 2019.42 De scoop bracht president Macron in verlegenheid, die op dat moment toenadering tot Rusland zocht.
De regio was een handige uitvalsbasis. De GROe-agenten gingen op in de massa omdat deze plaatsen in de zomer en de winter worden overspoeld door toeristen. Van een Rus meer of minder kijkt niemand op. Het is ook een handige plek omdat je snel kunt wegkomen naar Zwitserland en Italië, mits je niet in een file belandt. Het vliegveld van Genève heeft een Franse en een Zwitserse ingang. Ook handig is dat de agenten via andere vliegvelden het gebied kunnen bereiken. Nice en Lyon zouden de belangrijkste toegangspoorten zijn geweest. In Genève zelf is het hoofdkantoor van Gunvor gevestigd, dat door Timchenko, de voormalige KGB-agent en nauwe bondgenoot van Poetin, was opgericht. Gunvor bleek geprofiteerd te hebben van de overname van Yukos door het Kremlin. Timchenko zelf was verknoopt met de financiële elite van Genève, had goede contacten met buitenlandse banken, zoals de Dresdner Bank, die ooit door de KGB werd gebruikt, en deel ging uitmaken van het netwerk van de genoemde adellijke diaspora in Parijs.
De GROe-agenten leidden in de vakantieoorden een teruggetrokken, onopvallend bestaan. Bij invallen werden geen wapens en andere compromitterende zaken gevonden. Ook bleken ze niet over lokale netwerken te beschikken. Évian-les-Bains en de buurgemeenten waren slechts uitvalsbases. Dit deed denken aan het Ierse Republikeinse Leger (IRA), dat vanaf de late jaren tachtig tot diep in de jaren negentig Nederland als uitvalsbasis gebruikte. Ze konden anoniem leven in Amsterdam, dat een Ierse gemeenschap telde van ongeveer duizend mensen. Bij de IRA ging het fout toen ze, kennelijk per ongeluk, in 1996 in Roermond twee Australische advocaten doodschoten. Dit leidde tot een klopjacht, waarna Nederland vermoedelijk had afgedaan als veilige haven.
Dat vijftien Russische agenten in deze locaties konden worden gespot, was te danken aan het werk van Britse, Zwitserse, Franse en Amerikaanse inlichtingendiensten, die in actie kwamen nadat een van de geruchtmakendste moordaanslagen ooit in Europa was gepleegd. Voor het eerst sinds de Tweede Wereldoorlog werd er in 2018 een aanval met een gifgas uitgevoerd, op de Brits-Russische dubbelagent Sergej Skripal en zijn dochter Joelia in het Britse Salisbury. Het bleek om het gif novitsjok te gaan, dat kon worden herleid naar een laboratorium in Rusland.
Skripal werkte van 1995 tot zijn arrestatie in Moskou in 2004 zowel voor de GROe als voor de Britse inlichtingendienst. Bellingcat wist na minutieus speurwerk twee van de daders te identificeren: Alexander Petrov, die in het echt Alexander Mishkin heet, en Roeslan Bosjirov wiens echte naam Anatoliy Chepiga is. Zij bleken in de Haute-Savoie te zijn geweest. Ook popte de naam van een mysterieuze generaal op, ene Denis Sergeev.
De GROe-agenten werden tevens in verband gebracht met de vergiftiging van de Bulgaarse wapenhandelaar Emilian Gebrev in 2015. Hij had wapens geleverd aan Ruslands vijanden. Ook bij hem werden sporen van novitsjok gevonden. Zeven GROe-agenten zouden naar Bulgarije zijn afgereisd; vier kwamen voor op de door Le Monde geopenbaarde lijst. Anderen werden in verband gebracht met een poging tot een staatsgreep in Montenegro in 2016, onder wie Vladimir Popov en Edoeard Sjisjmakov. De staatsgreep had tot doel te voorkomen dat Montenegro tot de NAVO zou toetreden.
GROe-operaties bleken de voorafgaande jaren in zeker twaalf Europese landen plaats te hebben gevonden. Veelal betrof het spionageactiviteiten, waarbij handlangers uit het land zelf betrokken waren. Bondskanselier Merkel kon daarvan meepraten. Ze stelde hard bewijs voor Russische inmenging te hebben. Der Spiegel berichtte dat hackers al haar e-mailverkeer van 2012 tot en met 2015 in handen zouden hebben gekregen.43 Er ging een arrestatiebevel uit naar GROe-agent Dmitri Badin, die achter de hack zou hebben gezeten. Volgens de Amerikanen zou hij ook een van de twaalf agenten zijn geweest die achter de hacks zaten tijdens de Amerikaanse verkiezingen van 2016.44
In 2016 kwamen de medische data van 250 atleten op straat te liggen. Ook nu bleek de GROe erachter te zitten. De actie was een vergelding voor een onderzoek waaruit bleek dat de meeste Russische sporters op grote schaal doping gebruikten, waardoor Rusland werd uitgesloten van de Olympische Spelen van 2021 in Tokio en de Winterspelen van 2022 in Beijing.
In 2018 werd de Estse officier Deniss Metsavas in zijn land gearresteerd. Hij werd in 2019 veroordeeld vanwege het lekken van geheime informatie naar de GROe. Hij bleek al sinds 2007 actief en was geronseld door een aantrekkelijke Russische vrouw. Hij belandde met haar in een seksmotel en werd vervolgens gechanteerd toen twee Russen hem met de videobeelden confronteerden. Een typisch gevalletje van Kompromat.
In 2018 vonden ook arrestaties in Oostenrijk plaats en werden in Nederland twee handlangers van de GROe gearresteerd die het Spiez-laboratorium in Zwitserland zouden hebben bespioneerd. Dat laboratorium deed onderzoek naar de aanvallen van chemische wapens in opdracht van de VN-organisatie die toeziet op het verbod op chemische wapens (OPCW) in Den Haag.
Een maand later, in oktober, werd bekend dat in Nederland al in april Russen waren gearresteerd die vlak bij het hoofdkwartier van de OPCW een cyberaanval hadden getracht uit te voeren. De OPCW hield zich op dat moment bezig met onderzoek naar de aanvallen met chemische wapens in Syrië door Ruslands bondgenoot president Assad. Vervolgens wilden zij doorreizen naar het Spiez-laboratorium, waar op dat moment onderzoek werd gedaan naar de aanslag op Skripal.
De MIVD was gedetailleerd in de berichtgeving over de actie. Zo werden de namen bekendgemaakt. Het ging om de ‘cyberoperators’ Aleksej Sergejvitsj Morenets en Jevgeni Michajlovitsj Serebrjiakov en de inlichtingenmannen Oleg Miajlovitsj Sotnikov en Aleksej Valerjevitsj Minin. Voordat ze naar Den Haag afreisden, zouden ze Kuala Lumpur hebben aangedaan om daar informatie over het MH17-onderzoek te verkrijgen. Ze zouden er hebben ingelogd in een wifinetwerk van het hotel waar de onderzoekers verbleven. De vier maakten deel uit van de aan de GROe verbonden hackersgroep APT28 of Fancy Bear. Dit onderdeel was ook verantwoordelijk voor de digitale inbraken bij de Democratische Partij tijdens de strijd tussen Hillary Clinton en Donald Trump. Ook zou de groep betrokken zijn geweest bij een ‘valse vlagoperatie’ waarbij de Franse zender TV5 in 2015 uit de lucht werd gehaald en bij het hacken van een Oekraïense energiecentrale in datzelfde jaar.
In Spanje werd bekendgemaakt dat eenheid 29155 betrokken zou zijn geweest bij de beïnvloeding van het Catalaanse referendum in 2017. Het hoofd van de Duitse Bundesnachrichtendienst, Hans-Georg Maassen, maakte openbaar dat mogelijk Spaanse extremistische pro-afscheidingsgroepen waren gesteund met illegale beïnvloedingscampagnes. Een gelukt referendum kon Spanje immers in chaos storten. Een van de hoofdrolspelers was weer Denis Sergeev, de mysterieuze generaal die in de Haute-Savoie was geweest. Hij bleek een Russische spion te zijn die naar Spanje reisde en al tal van subversieve operaties in Europa en Azië had uitgevoerd. Hij was onder de naam Sergej Fedotov verbonden aan de eenheid 29155 en medeverantwoordelijk voor een aantal moordaanslagen, waaronder die op de Bulgaarse wapenhandelaar Gebrev en vermoedelijk was hij de mysterieuze derde man achter de aanslag op Skripal.
In 2018 zou een andere eenheid, 54777, betrokken zijn geweest bij een geruchtmakend incident in de Straat van Kertsj. Rusland deed toen een poging Oekraïense schepen te beletten de Zee van Azov binnen te varen vanuit de Zwarte Zee. In 2019 werd in Berlijn Zelimchan Changosjvili van zijn fiets geschoten. Hij was een vertrouweling geweest van de in 2005 gedode Tsjetsjeense separatistenleider en president Aslan Maschadov en zou in Georgië geheime informatie over Rusland hebben doorgespeeld aan de CIA. Onderzoek wees uit dat ene Vladimir Andrejvitsj Sokolov de persoon was die in 2012 een soortgelijke aanslag in Moskou uitvoerde. Sokolov bleek een mogelijke GROe-agent die onder een valse naam en met valse identiteitspapieren door Europa reisde.45
In 2020 kwam de eerdergenoemde inlichtingencommissie van het Britse parlement die de invloed van Rusland in het VK onderzocht, met de verdenkingen dat Rusland zich, behalve met het Schotse onafhankelijkheidsreferendum, ook had bemoeid met het brexitreferendum en de verkiezingen die nadien werden gehouden. Hard bewijs ontbrak. Wel popte de naam van generaal Denis Sergeev weer op.
Even later meldde Facebook dat er een campagne was gestart om de linkse kiezers in Engeland en Amerika te beïnvloeden. Hier zou het Internet Research Agency (IRA) achter zitten.46 Het IRA is een in Sint-Petersburg gevestigde trollenfabriek, die voor de Russische overheid desinformatie verspreidt. Medewerkers hitsen discussies op, zaaien twijfel, creëren verkeerde beeldvorming en wakkeren zo de onvrede in de samenleving aan.
Eind augustus 2020 meldden de Franse autoriteiten dat een officier was opgepakt omdat hij een veiligheidsrisico zou zijn. Hij sprak Russisch en bleek in Italië contact met een medewerker van de GROe te hebben gehad. Een paar maanden later zette Denemarken een Rus uit die ervan verdacht werd energietechnologie naar een Russische inlichtingendienst te hebben doorgesluisd. Vrijwel tegelijkertijd zette Nederland twee Russen uit die informatie verzamelden over kunstmatige intelligentie, halfgeleiders en andere hoogtechnologische producten. Zij werkten niet voor de GROe, maar voor de SVR.
In oktober 2020 klaagde het Amerikaanse ministerie van Justitie zes Russen aan voor het uitvoeren van hacks.47 Deze aanklacht bracht een hele serie illegale Russische acties aan het licht. In 2015 zouden de hackers achter de aanval op het elektriciteitsnetwerk van Oekraïne hebben gezeten, waardoor 200.000 mensen zonder stroom kwamen te zitten. Daarna zouden zij getracht hebben om in te breken bij parlementsleden en het ministerie van Financiën van Oekraïne in Kiev. Ook zou Rusland achter de verspreiding van het NotPetya-virus hebben gezeten. Dit was de grootste cyberaanval in de geschiedenis, die wereldwijd voor 10 miljard aan schade aanrichtte.
Ook in 2017 zou de GROe geheime documenten hebben gestolen en Oekraïne hebben gedestabiliseerd door parlementariërs en het ministerie van Financiën te hacken en het elektriciteitsnetwerk plat te leggen. Ditmaal zou eenheid 74455 erachter zitten. In datzelfde jaar zouden zij hebben getracht de Franse verkiezingen te beïnvloeden ten gunste van Marine Le Pen. Daartoe werden geheime documenten gestolen.
In 2018 voerden ze een cyberaanval uit op de Olympische Winterspelen van Pyeongchang in Zuid-Korea. Deze hacks waren gericht op het platleggen van het internet en het aan de grond houden van de drones van de media.
In september 2020 raakte de relatie tussen Rusland en Duitsland zodanig vertroebeld, dat Merkel overwoog om de aanleg van de gaspijpleiding Nord Stream 2 van Rusland naar Duitsland te stoppen. De aanleiding was de moordaanslag op de Russische oppositieleider Navalny. Na enig touwtrekken had de zieke Navalny het land mogen verlaten om zich in Duitsland te laten verplegen. Een zichtbaar geërgerde Merkel constateerde dat hij op dezelfde manier was vergiftigd als Skripal. Het gebruik van het zenuwgas novitsjok duidde erop dat Rusland er wel achter moest zitten. In tegenstelling tot wat werd beweerd waren de Russen gewoon doorgegaan met het produceren van zenuwgassen van het type waarmee de binnenlandse veiligheidsdienst FSB de aanslag op de oppositieleider uitvoerde.48 Uiteraard ontkende Rusland alles en suggereerde dat de Duitsers hem zelf hadden vergiftigd. Merkel eiste van Poetin opheldering over de toedracht van de moordaanslag. Zo niet, dan zouden gepaste maatregelen worden genomen. Nord Stream 2 werd niet gestopt, maar de EU en het Verenigd Koninkrijk besloten wel om samen sancties tegen het Russische onderzoekscentrum in te stellen dat in verband met de aanslag met novitsjok werd gebracht. Ook kwamen er sancties tegen zes hoge Russische functionarissen die een rol in de vergiftiging van Navalny hadden gespeeld.
De geruchtmakendste zaak, die niets met Europa heeft te maken en toch niet onvermeld mag blijven, was de inmenging in de Amerikaanse presidentsverkiezingen. Hoe de campagne verliep, is minutieus beschreven in het rapport van Robert Mueller, een voormalige directeur van de FBI, uit 2019. Hierin concludeerde hij dat de Russische inmenging systematisch was aangepakt, met een grote rol voor GROe-eenheid 26165. Daarvoor klaagde Mueller 26 Russen en drie organisaties aan. Mueller gaf in het rapport goed aan hoe een beïnvloedingscampagne kan worden opgezet. Daarmee bood hij ook inzicht in de wijze waarop die campagnes in Europa kunnen verlopen.
In dit geval verspreidden de trollen van het IRA via duizenden sociale media-accounts ongunstige informatie over Clinton en beïnvloedden ze daarmee radicale groepen in Amerika, die potentiële Trumpstemmers waren. Tussen 2013 en 2017 wisten ze miljoenen mensen te bereiken. Daarnaast werden via de media artikelen met hele en halve onwaarheden verspreid die door het Kremlin waren gedicteerd. Deze artikelen werden vervolgens weer geretweet in Amerika en in de rest van de wereld. Tegelijkertijd infiltreerden de hackers van de GROe-hackersgroep APT28, Fancy Bear, het hoogste bestuursorgaan van de Democratische Partij, het Democratic National Committee, het Democratic Congressional Campaign Committee en de directe campagnestaf van Clinton, onder wie voorzitter John Podesta. De gestolen informatie werd vervolgens tijdens de verkiezingscampagne gelekt naar WikiLeaks, het aan de GROe verbonden DCLeaks en Guccifer 2.0. Ook werden medewerkers van Trump door Russen verlokt met zakendeals. Als gevolg van de harde bewijzen die de inlichtingendiensten aan president Obama gaven, legde de toenmalige president Rusland nieuwe sancties op en wees hij Russische diplomaten uit. De Amerikanen werden overigens door de Nederlandse inlichtingendienst AIVD gewaarschuwd, die vanaf 2014 de hackersgroep Cozy Bear bespioneerde en de Amerikanen op het spoor van de Russische inmenging zette.49 Uit een rapport van de inlichtingencommissie van de Amerikaanse Senaat werd later duidelijk hoe ver de Russische invloed reikte.
Toch was de campagne voor Rusland een grote overwinning. De positie van Hillary Clinton werd geschaad en Trump kwam in het Witte Huis. Trump was de favoriete kandidaat van Rusland en dat is logisch vanuit Russisch standpunt. Het team Obama-Clinton had in 2011 al eens een poging ondernomen om de relatie tussen beide landen te resetten. Minister van Buitenlandse Zaken Clinton deed dat door symbolisch op een rode knop te drukken. Maar ze kreeg de relatie niet op de rails. De annexatie van de Krim deed de rest. Trump en Poetin waren redelijk vergelijkbare leiders: machogedrag, een voorliefde voor autocratie en een geschiedenis van schimmige zakendeals. Kortom, met Trump zou het goed zakendoen zijn. De animositeit tussen Oost en West zou kunnen verdwijnen en de annexatie van de Krim kon worden vergeven.
De bovenstaande bloemlezing van Russische desinformatie en aanslagen is slechts het topje van de ijsberg. Het aantal bekende gevallen is veel groter en het aantal niet-geopenbaarde gevallen moet nóg veel groter zijn. Ronduit vreemd is dat uit de geopenbaarde gevallen blijkt dat de GROe de operaties zó knullig uitvoerde, dat je zou denken dat er een stel amateurs aan het werk was. Het gedrag leek soms meer ingegeven door emotie dan door een rationele kosten-batenanalyse. Dat door die subversieve activiteiten de relaties verzuren en dat dit financiële gevolgen heeft voor de economie van Rusland, scheen ook niets uit te maken. Duidt dit op incompetentie, of toch niet?
De actie in Nederland maakte in ieder geval geen professionele indruk. De MIVD kon namelijk zien dat de laptop van Jevgeni Serebrjiakov actief was geweest via het lokale wifinetwerk in Lausanne, toen daar een functionaris van de dopingautoriteit WADA werd gehackt. Bovendien wist de dienst dat de telefoon van een van de Russen verbinding had gemaakt met een zendmast in de buurt van een GROe-basis. Op de laptop van Serebrjiakov waren zoekopdrachten naar het OPCW en de directe omgeving te vinden. De grappigste vondst was een taxibonnetje van de GROe-basis naar het vliegveld van Moskou. Dat bonnetje was uitgeschreven op de dag van hun vlucht naar Nederland. Ook raar was dat de paspoorten opeenvolgende serienummers hadden.50
Die knulligheid was ook al waargenomen bij de zaak Skripal. Het parfumflesje met novitsjok werd ergens in de bosjes gedumpt. Volgens Ben Wallace, de Britse minister van Veiligheid, deed dit niet zozeer denken aan James Bond, maar eerder aan de Britse komiek Rowan Atkinson als klunzige spion Johnny English. De gevolgen waren echter desastreus. Charlie Rowley, die de ‘duur uitziende doos’ met het flesje vond, gaf die aan zijn partner Dawn Sturgess. Toen zij wat op haar handen deed, werd ze binnen een kwartier ziek en overleed ze na een week.51
Op basis van videobeelden konden vrij snel Alexander Petrov en Roeslan Bosjirov als daders worden geïdentificeerd. In een poging de kou uit de lucht te halen, gaven beiden een ‘exclusief’ maar bizar interview aan de Russische staatspropagandazender RT. Ze ontkenden niet dat ze op de bewakingscamera’s te zien waren. Volgens de twee waren ze op aanraden van vrienden naar de ‘prachtige stad’ afgereisd. Ze waren daar als toeristen en wilden de kathedraal zien ‘die niet alleen beroemd is in Europa, maar in de hele wereld’. De medewerkers van de GROe zeiden dat ze vooral geïnteresseerd waren in ‘de 123 meter hoge toren’ waarin de ‘oudste nog werkende klok van de wereld zit’. Het hele verhaal was ingestudeerde kletskoek. Beiden zaten ongeïnteresseerd voor de camera en deden niet eens een poging om geloofwaardig over te komen. Hun nonchalance bleek ook uit de achteloze manier waarop ze het parfumflesje hadden weggegooid zonder zich te bekommeren om de risico’s voor anderen.
Is dit werkelijk incompetentie of zit er iets anders achter? Een Russische kennis aan wie ik de vraag voorlegde, had een simpele verklaring: dit soort mensen hebben geen waarden en doen alles voor geld. Tijdens de Sovjet-Unie waren waarden ondergeschikt aan het communistische gedachtegoed. In het nieuwe Rusland helpen waarden je niet om het hoofd boven water te houden. ‘Al zouden ze nucleair afval het land uit moeten smokkelen om daarmee mensen in het Westen te vermoorden. Als ze maar betaald worden,’ zei ze.
Of komt die nonchalance en desinteresse door het gebrek aan kwaliteit die zo kenmerkend was voor de oude Sovjet-Unie en nu nog steeds zichtbaar is? Kijk maar naar hun consumentenproducten. Rechttoe rechtaan, elke verfijning ontbreekt. Kijk ook naar Russische auto’s. Ze doen het, maar daar is alles mee gezegd. Ze zijn niet geavanceerd of mooi vormgegeven en als ze dat wel zijn, zijn ze gekopieerd. De Aurus Senat, de dienstwagen van Poetin, is een kopie van een Rolls Royce. De auto verving de Duitse Mercedes, die geen uitdrukking kon zijn van het nieuwe Russische patriottisme. Maar voor de ontwikkeling van de Aurus was wel de hulp van een Duitse firma als Porsche nodig. Russische merken voldoen veelal niet aan de standaarden en krijgen daarom geen typegoedkeuring in de EU. Bovendien zijn ze zo lelijk dat geen Europeaan erin gezien wil worden. Zo bezien past de werkwijze van de GROe in dit beeld: het is niet mooi, maar het werkt.
GROe-agenten hebben overigens een heel ander ethos dan de oude KGB. De agenten van die organisatie werden ooit uit de intelligentsia van de Sovjet-Unie gerekruteerd. Hun werkwijze en die van hun opvolger, de FSB, is veel meer gesofisticeerd en doet meer denken aan het traditionele inlichtingenwerk. De GROe-agenten zijn rouwdouwers die slechts geïnteresseerd zijn in de uitkomst van de missie. De GROe heeft dan ook een andere taak. Als militaire organisatie houdt men zich vooral bezig met de voorbereiding op een oorlog, dus het verzwakken van het Westen. Daarom verzamelen ze militaire geheimen die iets zeggen over kracht en de zwaktes van de tegenstander, hun wapensystemen, de wijze waarop ze zijn georganiseerd, de wijze waarop ze worden gecommandeerd en natuurlijk over kernwapens.
Bovendien weten ze dat ze niet worden opgepakt. En als dat onverhoopt toch gebeurt, dan weten ze dat ze snel weer worden vrijgelaten. Meestal reizen ze op diplomatieke paspoorten. Dat deden ook de agenten die in Den Haag hun actie uitvoerden. Ze werden niet aangehouden omdat hun ontmaskering voor de MIVD een contra-inlichtingenoperatie was en geen opsporingsonderzoek. Het gevolg is dat er hooguit wat Russische diplomaten worden uitgezet, maar die sancties zijn niet permanent.
De werkwijze van de GROe doet mij sterk denken aan het machogedrag dat ik bij veel Russen zie. Ooit vroeg ik Sergej Karaganov, een bevriende Russische opinieleider en adviseur, waarom Poetin zich met ontbloot bovenlichaam en met een geweer op een paard liet fotograferen. Ik voegde eraan toe dat als een westerse leider zoiets zou doen, hij niet meer serieus zou worden genomen. Sergej reageerde verbaasd: ‘Jullie in het Westen zijn watjes, deze leider straalt kracht uit, daar zouden jullie een voorbeeld aan moeten nemen.’ Uit dit antwoord bleek iets van de Russische ziel, dat wij in dit deel van de wereld niet begrijpen. De kracht van een leider wordt in het Westen over het algemeen niet afgemeten aan de omvang van zijn biceps en zijn vaardigheid om een beer te doden, maar aan de visie die hij heeft en het vermogen die visie in daden om te zetten. En als een staatshoofd groot wild doodt, zoals de voormalige Spaanse koning Juan Carlos, dan leidt dat tot protesten. Als dat staatshoofd vervolgens ook nog eens verdacht wordt van het aannemen van steekpenningen, valt hij definitief van zijn voetstuk.
De macho werkwijze van de GROe dient wel degelijk een doel. Haar werkwijze en het uitlekken van een operatie zenden een krachtig signaal uit: overlopers zijn nergens veilig. Jullie kunnen je niet verbergen en wij zullen vijanden van de staat overal ter wereld omleggen. Het signaal naar de landen waarin die moorden worden gepleegd is ook duidelijk: wij Russen verzetten ons tegen de aantasting van onze belangen en wij hebben lak aan jullie soevereiniteit. Wij doen wat we willen. Deze houding past perfect bij het creëren van chaos en het zaaien van angst en ontzag voor Rusland. Als dat laatste het doel is, heb je er niets aan dat activiteiten geheim blijven.
Al die subversieve activiteiten leidden niet alleen tot grote belangstelling voor de GROe, maar ook tot westerse belangstelling voor het oude Russische concept van Spetsnaz. Waar in het Westen heimelijke operaties door speciale eenheden van de krijgsmacht worden uitgevoerd, kunnen Spetsnaz-eenheden ook onder de inlichtingendienst of het ministerie van Binnenlandse Zaken vallen. Daarnaast kunnen operaties ook nog worden uitgevoerd door ‘illegalen’ van de GROe of de Russische Inlichtingendienst Buitenland (SVR). Deze illegalen en sleeper cells zijn in beginsel getraind voor het vergaren van inlichtingen, het organiseren van netwerken en het uitvoeren van heimelijke operaties, zoals de vergiftiging van Skripal. Ze leven soms jarenlang onopvallende, normale levens onder een andere naam.52
De populaire televisieserie The Americans laat mooi zien hoe dat tijdens de Koude Oorlog werkte. De hoofdrolspelers deden zich voor als een Amerikaans modelgezin en uit niets bleek dat ze uit Rusland afkomstig waren. Hun dekmantel was een reisbureau. Ze verzamelden informatie over het land waar de Sovjetleiders hun voordeel mee konden doen. Een moderne variant van dit fenomeen is Anna Vasiljevna Chapman, die rechtstreeks uit een James Bond-film leek te zijn gestapt. Deze Anna Koesjtsjenko zoals haar meisjesnaam luidde, trouwde met de Brit Alex Chapman, kreeg zijn nationaliteit en gebruikte haar nieuwe paspoort om zich in de Verenigde Staten te vestigen. Daar deed ze zich voor als de CEO van PropertyFinder LLC dat zich met onroerend goed bezighield. Maar in werkelijkheid was ze een Russische inlichtingenofficier en onderdeel van het Russische illegalenprogramma. Zij werd in juni 2010 in de Verenigde Staten gearresteerd en vervolgens in een gevangenenruil naar Rusland gedeporteerd. Kennelijk zaten de Russische autoriteiten niet echt met haar ontmaskering in hun maag. Ze stonden toe dat ze haar carrière voortzette als mediapersoonlijkheid en model. Ze werd een celebrity en stond op de Russische versie van Maxim, dat haar uitriep tot een van de honderd meest sexy vrouwen van Rusland. Het signaal naar het Westen: een opgestoken middelvinger.
Behalve illegalen en Spetsnaz-eenheden kan Rusland ook een beroep doen op sympathisanten in westerse landen. Allereerst zijn er de pro-Russische politieke partijen. In totaal zijn er in Europa dertig hardcore Ruslandgezinde, antiwesterse partijen en 31 van het meer gematigde soort.53 In de meeste gevallen zijn dit rechts-radicale, nationaal-conservatieve, vaak tegen het fascisme aan schurkende partijen. De meeste zijn uitgesproken pro-Rusland. Daarbij horen onder meer de neonazistische Griekse Gouden Dageraad (die in oktober 2020 tot criminele organisatie werd bestempeld, waarna de top in de gevangenis terechtkwam), de Britse Nationale Partij en UKIP, de Oostenrijkse FPÖ, de Italiaanse Lega Nord, het Bulgaarse Ataka, Alternative für Deutschland, Ons Slowakije, het Hongaarse Jobbik en in Nederland het Forum voor Democratie en in iets mindere mate de Partij voor de Vrijheid.
Al deze partijen neigen naar een sterk, autoritair leiderschap. Ze zijn veelal anti-immigratie, nationalistisch en economisch protectionistisch. Ze zijn van mening dat het Westen in verval is geraakt en dat de ineenstorting onvermijdelijk is. Volgens hen is het Westen ziek geworden, omdat het zich heeft afgekeerd van zijn eigen spirituele en culturele erfenis. Poetin, met zijn nationalistische, conservatieve en christelijke wereldbeeld, werpt zich op als de hoeder van deze erfenis. Sympathiserende partijen in Europa zien in hem de enige die in staat en bereid is de westerse wereld te redden van multiculturalisme en globalisering. Met Poetin vinden zij ook dat de globalisering de natiestaat ondermijnt. De natiestaat kan alleen worden gered als die zo puur mogelijk blijft. Dat eist etnische en culturele homogeniteit. Omdat de Euro-Atlantische gemeenschap voor het tegenovergestelde staat, zijn zij met Poetin tegen de Unie en tegen de NAVO. Poetins Rusland is het tegenwicht tegen de verdorvenheden van het falende Westen. Omdat Trump dezelfde denkbeelden huldigde, bestaat onder deze groepen vaak ook een grote sympathie voor de Amerikaanse president.
Jobbik was een van de initiatiefnemers van de Alliantie van Europese Nationale Bewegingen. Daarin werken pro-Russische, antiwesterse en antiliberale partijen samen. Het voormalige Franse Front National (FN) was er ook lid van. Deze partij verliet de alliantie omdat die te racistisch en antifeministisch zou zijn. In een kennelijke poging meer kiezers aan te trekken, heeft ook Jobbik zich de afgelopen jaren zich naar eigen zeggen omgevormd tot een gematigde, enigszins nationalistische, centrumrechtse partij die afstand van extreme denkbeelden heeft genomen.
Daarnaast zijn er types die niet te beroerd zijn om onversneden Russische propaganda uit te dragen of Russische standpunten te verdedigen. Sommige fellow travellers kiezen ervoor zich te laten betalen. Anderen behoren tot de ‘nuttige idioten’, zoals ze al tijdens Koude Oorlog werden genoemd. Waar de eerste groep uit is op gewin, bestaat de tweede groep uit naïevelingen die klakkeloos propaganda retweeten of standpunten innemen die Rusland welgevallig zijn. Onder deze aanhang zitten in Duitsland ook vertegenwoordigers van de traditionele intelligentsia. Dat bleek in 2014 toen tweehonderd Duitse advocaten, journalisten, artsen, wetenschappers, diplomaten en historici een open brief aan ‘kameraad’ Poetin ondertekenden. Daarin hekelden zij de westerse Ruslandfobie en de houding van de Duitse politiek. Ze vonden de acties van Rusland in Oekraïne en de annexatie van de Krim gerechtvaardigde defensieve acties, omdat die ervoor zorgden dat de Russische Zwarte Zeevloot niet in handen van oproerkraaier Oekraïne zou vallen.
De AIVD schreef in het jaarverslag 2016 dat Russische agenten ook in Nederland actief zijn. Zij zouden zich, naast spionage, ook richten op de beïnvloeding van politieke besluitvorming, beeldvorming en publieke opinie. Het jaarverslag 2018 was nog explicieter. Rusland werd hierin onomwonden beschuldigd van inmenging in de politieke processen van andere landen: ‘Het land is van oudsher zeer bedreven in het heimelijk beïnvloeden van de beeldvorming en de publieke opinie in andere landen, wat verstorend kan werken op besluitvormingsprocessen.’
Minister Ollongren van Binnenlandse Zaken bevestigde dit beeld. Zij schreef in november 2017 aan de Tweede Kamer dat het Oekraïne-referendum aantoonde dat het risico van de ondermijning van de rechtsstaat een reëel gevaar was. Een van de duidelijkste voorbeelden was volgens haar een video waarin leden van een ‘militante Oekraïense groepering’ de Nederlandse vlag verbrandden en dreigden met terroristische aanslagen als Nederlandse kiezers voor het Associatieverdrag tussen de EU en Oekraïne zouden stemmen. Daarna waarschuwde ze nogmaals voor inmenging in de nationale verkiezingen.54
Dit deed ze tijdens de uitbraak van COVID-19 weer. Rusland zou de crisis aangrijpen om Europese landen tegen elkaar op te zetten.55 De AIVD had geconstateerd dat Rusland een verhaal had gefabriceerd waarmee werd ‘aangetoond’ dat de Europese landen tijdens de crisis een totaal gebrek aan onderlinge solidariteit vertoonden. Rusland trachtte zout in de wond te strooien en de eenheid van de EU verder te ondermijnen. Hoewel het bewijs van deze praktijken hard was, meenden sommige, minder traditionele media dat zij niet de zender van het nepnieuws, maar de minister moesten aanklagen.56
Een van de grootste gratis kranten van Nederland, De andere krant, bleek een bijzondere rol te spelen. Ze berichtte over de ‘ware’ toedracht van de aanslagen in New York en Washington op 11 september 2001, gaf het ‘ware’ verhaal achter de MH17 en verspreidde verder nog het verhaal dat COVID-19 een Amerikaanse truc was om de wereldbevolking eronder te krijgen. De krant nam stukken van staatspropagandazender RT en persbureau Sputnik over en bracht desinformatie die vaak direct te herleiden was op Rusland. Een aantal van de auteurs die door de medewerkers van de krant werden geciteerd, bleek werkzaam te zijn voor de GROe.57
De eerste keer dat ik direct met het fenomeen van politieke beïnvloeding werd geconfronteerd, was tijdens het Oekraïne-referendum. In een discussie met Harry van Bommel stelde dit SP-Kamerlid doodleuk dat Oekraïne beter af was als ‘bufferstaat’ tussen de EU en Rusland. Dat is een typisch Russische zienswijze. De ratificatie van het verdrag zou volgens Van Bommel de positie van de Russische minderheden verslechteren en voor meer instabiliteit zorgen.58 Van Bommel ging volstrekt voorbij aan het door het Westen gekoesterde beginsel van zelfbeschikking van landen en volken en redeneerde volledig vanuit de Russische positie.
Ik was niet verbaasd dat The New York Times schreef dat Van Bommel samen met de Russen werkte.59 Tijdens een debat in Amsterdam over dat vermaledijde EU-Oekraïneverdrag, bleek hij te beschikken over een team van ‘Oekraïners’ die sympathiseerden met Rusland. Zij waren niet alleen duidelijk aanwezig toen ik met Van Bommel in debat ging, maar roerden zich ook in de media. Volgens The New York Times kwamen de meesten uit de Russischtalige regio’s van dat land of uit Rusland zelf. Toen Van Bommel na afloop van zijn inbreng weer naast me ging zitten vroeg ik hem waar hij al die flauwekul over Oekraïne en dat verdrag vandaan had. Hij lachte en zei: ‘Maar het werkt wel.’ Daarin had hij gelijk, maar voor mij was hij vanaf dat moment gedegradeerd tot een spreekbuis van Rusland.
Van Bommel ging, net als de rest van het neekamp, veelal niet in op de tekst van het verdrag, maar poneerde hele en halve waarheden waarmee hij op het gevoel van de mensen werkte. Er was sprake van regelrechte bangmakerij. Zo zou het associatieverdrag tot een Oekraïens EU-lidmaatschap en ongecontroleerde immigratie naar Nederland leiden. Maar ook zou het verdrag minder democratische controle tot gevolg hebben en een oorlog met Rusland dichterbij brengen. Al die stellingen bleken onzin en waren in lijn met de Russische propaganda.
De voorman van Forum voor Democratie (FvD), Thierry Baudet, is een nog beter voorbeeld van een handlanger van Rusland. Hij kwam bovendien terecht in een politieke functie waar hij verschil kon maken. In de Tweede Kamer stelde Baudets partij met twee zetels niet veel voor, maar hij wist in 2019 de Eerste Kamerverkiezingen te winnen en werd de grootste partij. De Kamer verschafte hem de zeepkist waarvan hij de onversneden Russische propaganda over een verzwakkend decadent Westen kon uitdragen.
In de discussies die ik met Baudet had, kon ik me nooit onttrekken aan de indruk dat hij aan de leiband van Moskou liep. Net als Van Bommel verdedigde Baudet de Russische visie op het associatieakkoord tussen de EU en Oekraïne. Dat was niet zo verwonderlijk, omdat hij in de aanloop naar het referendum nauw samenwerkte met de Rus Vladimir Kornilov, die van 2006 tot 2013 directeur was van het Instituut van GOS-landen in Kiev. Dat rapporteerde rechtstreeks aan het Kremlin. Een appje bevestigde dat Baudet wist dat Kornilov voor Poetin werkte.60 In appjes wekte hij ook de indruk dat hij door Kornilov betaald werd voor zijn diensten. Michael Carpenter, oud-directeur Rusland van het Pentagon, stelde dat de Amerikaanse inlichtingendiensten Baudet ook al in het vizier hadden vanwege zijn Ruslandconnecties.
In de aanloop naar het Oekraïneverdrag kwam Kornilov naar Nederland. Hij schoof aan als ‘expert’ bij het tv-programma Nieuwsuur en had, behalve met Baudet, ook contact met Van Bommel. Dit deed sterk denken aan een klassieke Russische beïnvloedingsoperatie. Geen wonder dat de AIVD in 2015 en 2016 geïnteresseerd was in het gedrag en de contacten van Kornilov.61 Baudet stelde later John Laughland aan als medewerker in de FvD-eurofractie in Brussel. Deze Poetin-adept leidde jarenlang een pro-Russische denktank in Parijs. Uit onderzoek van het tv-programma Zembla in april 2020, bleek dat Baudet pleitte voor het vertrek van Nederland uit de NAVO en daarvoor verwees naar een artikel op de Russische propagandasite Sputnik. Dit spoort precies met de doelstellingen die Rusland heeft: ondermijning van de NAVO. De verdenkingen werden alleen maar groter toen Baudet als enige parlementariër weigerde Poetins agressie tegen Oekraïne te veroordelen.
Uiteraard ontkende Baudet net als Van Bommel alle beschuldigingen. Maar het is onweerlegbaar dat zij meegaan in het verspreiden van desinformatie met een politiek doel dat niet strookt met de belangen van hun eigen land. Ook al zouden ze het niet bewust doen, dan nog is het een feit dat ze aantoonbaar onjuiste Russische visies propageerden, die haaks staan op de belangen van Nederland. Dit gedrag is vreemd voor politici met een sterk nationalistische inslag. Het past echter precies in het scenario voor het scheppen van chaos zoals Rusland voor ogen heeft. Zijn doel is ontregelen door het zaaien van verdeeldheid, waarbij het volstrekt niet uitmaakt of informatie waar of onwaar is. Daar doen de nuttige idioten en de Rusland-adepten dus ijverig aan mee.
Het dieptepunt in de propagandaslag werd gevoerd rond de MH17. Dit vliegtuig was op 17 juli 2014 met een Russische Buk-TELAR boven het oosten van Oekraïne neergeschoten. Er kwamen daarbij 298 mensen om het leven. De AIVD meldde in zijn jaarverslag van 2018 dat Rusland drukdoende was met het verspreiden van desinformatie. Er werd verdeeldheid gezaaid met speculaties over hoe de ramp had kunnen gebeuren. Dit vertroebelde het onderzoek.62 In de dagen na het neerhalen van de MH17 zouden volgens De Groene Amsterdammer 65.000 tweets over het incident de wereld in zijn geslingerd.63 De tweets waren bedoeld om de schuld van de ramp in de schoenen van Oekraïne te schuiven. Bovendien werd op 25 juli een Wikipedia-pagina aangepast. De gebruikte Buk-raket zou geen 10 kilometer, maar 7 kilometer kunnen halen waardoor het niet in de buurt van het vliegtuig had kunnen komen. De aanpassing werd gedaan vanuit een IP-adres van het Kremlin.64
Daarnaast leken de trollen ook berichten op de populaire Russische blogsite LiveJournal te posten. Vervolgens werden die stukjes getwitterd. Ook is ene Katya Timofeeva actief. Deze vermoedelijke IRA-trol schreef in haar eigen blog over de Spaanse luchtverkeersleider ‘Carlos’, die onder een andere naam in Roemenië woonde en in Spanje voor fraude werd vervolgd. Carlos zou vlak voor het neerstorten van het vliegtuig twee jachtvliegtuigen in de buurt hebben waargenomen. Dit verhaal werd in The Putin Interviews (2017) van Oliver Stone weer door Poetin gebruikt om Oekraïne te beschuldigen.
Ik vond het heel eigenaardig dat Baudet vol overgave meeging in dit soort beweringen. Nadat het internationale Joint Investigation Team (JIT) had vastgesteld dat de raket afkomstig was van de 53ste luchtafweerbrigade van de Russische krijgsmacht, kwam een discussie over de staatsaansprakelijkheid van Rusland op gang. Die discussie werd in de Tweede Kamer niet alleen gedwarsboomd door Baudet, maar ook door Geert Wilders, voorman van de Partij voor de Vrijheid (PVV). Evenals Rusland twijfelden zij aan de ‘onomstotelijkheid’ van de conclusie van het JIT. Zij namen Russische visies over die gericht waren op het zaaien van verwarring over de ware toedracht. De ene keer was het vliegtuig neergeschoten door een Oekraïens gevechtsvliegtuig, de volgende keer zou de Buk-raket uit Oekraïne zelf afkomstig zijn.
Het dedain van Baudet voor de Nederlandse rechtsstaat bleek overduidelijk toen hij begin 2017 een brief aan president Trump ondertekende, waarin hij pleitte voor een nieuw onderzoek omdat het onderzoek van de Onderzoeksraad voor de Veiligheid (OVV) en het JIT ‘noch onafhankelijk, noch overtuigend’ zou zijn. In de brief verwezen zij naar een uitspraak van Trump in oktober 2015, waarin hij Rusland volledig vrijpleitte van het neerhalen van het lijnvliegtuig. De ondertekenaars vormden een staalkaart van nuttige idioten. De brief werd gepubliceerd op de website van Joost Niemöller, een journalist met duidelijk pro-Russische sympathieën.65
Voor Baudet was het boek van Joost Niemöller uit 2014, MH17: de doofpotdeal, een belangrijke reden om Trump te benaderen. Het boek werd overigens door Harry van Bommel en de CDA’er Pieter Omtzigt in ontvangst genomen. Niemöller schreef onder meer dat premier Mark Rutte met de Oekraïense autoriteiten de afspraak had gemaakt dat de waarheid nooit boven water zou mogen komen. Niemöller is een fervent tegenstander van de onderzoeken van de OVV en het JIT. Hij volgt al jaren de Russische zienswijzen. Net als Kees van der Pijl, een voormalige hoogleraar internationale betrekkingen aan de universiteit van Sussex. Ook hij ondertekende. Van der Pijls professorstitel was hem ontnomen nadat hij de complottheorie verspreidde dat Israël achter de aanslagen van 11 september 2001 zou hebben gezeten. In 2018 schreef hij een boek over de MH17 dat in Nederland werd genegeerd, maar in Rusland veel aandacht kreeg. Daarin beweerde hij dat Rusland valselijk wordt beschuldigd omwille van westerse geopolitieke belangen. Een andere ondertekenaar, de Duitser Peter Haisenko, oud-piloot en journalist, bracht het gerucht naar buiten dat de MH17 door een Oekraïens gevechtsvliegtuig was neergeschoten.66 Weer een ander, de Canadese jurist Christopher Black, had uitvoerig onderzoek gedaan naar de ‘leugenachtigheid van de westerse pers’ en het verspreiden van onwaarheden over de zaak MH17.
Voorts behoorde de Nederlandse blogger Max van der Werff, een voormalig ontwerper van gezelschapsspellen voor Jumbo en handelaar in elektrische fietsen, tot de ondertekenaars.67 Hij reisde tweemaal af naar Oekraïne en publiceerde zijn verhalen op zijn inmiddels opgeheven website Kremlintrol. Samen met de Russische journaliste Jana Jerlasjova van de Russische staatszender Russia Today had hij bovendien vier interne documenten van het JIT en de MIVD in februari 2020 geopenbaard. Een van de documenten was afkomstig van het hoofd van de MIVD, Onno Eichelsheim. In 2016 schreef Eichelsheim dat de dienst ten tijde van de ramp niet beschikte over informatie over operationele raketsystemen in het gebied. Omdat deze opmerking feitelijk en nietszeggend was, werd er verder geen aandacht aan besteed. Behalve in Rusland. Die bejubelden Van der Werff en stelden dat hij de Russen vrijpleitte.68 Maar in november 2020 werd Van der Werff ontmaskerd als een medewerker van de GROe. Berichten die het mediabedrijf Bonanza Media van hem en Jerlasjova verspreidde werden veelal eerst aan GROe-kolonel Sergej Tsjebanov ter goedkeuring voorgelegd.69
Buiten deze groep van ondertekenaars van de open brief aan Trump was ene Michel Spekkers actief om ter plekke ‘onderzoek’ te verrichten. In de Volkskrant gaf hij later toe dat hij niet, zoals hij eerder had gemeld, resten in het veld had gevonden, maar in een loods waar ze waren opgeslagen.70
Baudet, Niemöller, Van der Pijl en Van der Werff hebben zonder twijfel invloed. Dat bleek mij tijdens gesprekken met de Nederlandse ‘Gele Hesjes’, de protestbeweging die ageert tegen economische en sociale achterstanden en tegen radicaal-rechts aan schurkt. In hun verklaring schreven ze dat de doofpot rond MH17 open moet. ‘U blijft wijzen naar Rusland,’ schreven ze in hun manifest om daaraan toe te voegen dat Oekraïne kennelijk buiten schot moet blijven, omdat het land moet toetreden tot de EU. Toen ik in een Haags café aan het Plein Ingeborg Westerhoff, de voorvrouw van de protestbeweging, vroeg of ze geen vertrouwen had in het Nederlandse onderzoek en de rechtsstaat en waarom ze meeging met complotdenkers, kreeg ik als antwoord: ‘Omdat erover gesproken wordt.’ Daarna ontspon zich een curieus debat over complottheorieën, wantrouwen jegens overheidsinstanties en de feitenvrijheid waarmee de Gele Hesjes de discussie voerden. Ik hield haar voor dat haar beweging hierdoor nooit serieus kon worden genomen. Ze bleek er nooit over te hebben nagedacht.
Nadat ik in 1989 promoveerde op de kernwapenstrategie van het Westen, maakte een lichte teleurstelling zich al snel van mij meester. Een paar maanden na mijn promotie viel de Muur in Berlijn, stortte het Warschaupact in, verdween de Sovjet-Unie van de kaart en werd het communisme vervangen door democratie en kapitalisme. Wat moet je dan als deskundige op het gebied van de Oost-Westbetrekkingen en de rol die kernwapens daarin spelen? Dertig jaar later ben ik mijn eigen dissertatie weer eens gaan lezen. De aanleiding was de toegenomen Russische assertiviteit. Na de annexatie van de Krim leek het erop dat de tijden van de Koude Oorlog zouden herleven. Ik was verbaasd over hoe we weer terug bij af leken te zijn. Kernwapens begonnen in de relatie tussen Rusland en het Westen weer een belangrijke rol te spelen. Mijn oude dissertatie werd vooral weer relevant toen Poetin tijdens de Krimcrisis nucleaire dreigementen uitte. Het bleek echter dat niemand meer enige kennis van zaken had. Dat gold ook voor al die Sovjetspecialisten die zich na de Koude Oorlog hadden omgeschoold. Daardoor wist dertig jaar later eigenlijk niemand meer wat voor land Rusland was. Maar het was logisch dat door de verzwakking van het Westen, mede veroorzaakt door de opkomst van China, Rusland zich assertiever ging gedragen.
Na het echec van de oorlog met Georgië in 2008, begon Poetin aan een grootscheeps moderniseringsprogramma om het wrakke Russische leger op te kalefateren. Afgezien van de vermeende westerse betrokkenheid bij de kleurenrevoluties en illegale interventies, was het opzeggen van wapenbeheersingsakkoorden door Amerika voor hem een nieuw en overtuigend bewijs dat het Westen niet kon worden vertrouwd. Zoals gezegd, sneuvelde het ABM-verdrag en plaatste Amerika antiraketraketten in Europa.
Het opzeggen van het INF-verdrag bevestigde zijn overtuiging nog eens. Het verdrag verbood in de jaren tachtig beide supermachten raketten te plaatsen met een bereik van 500 tot 5500 kilometer. Maar president Trump vond het verdrag niet meer van deze tijd, omdat het Amerika belette om dergelijke raketten in stelling te brengen tegen de Chinese dreiging aan de andere kant van de wereld. Een andere reden waarom Trump de stekker uit het INF-verdrag trok, was de beschuldiging dat Rusland het verdrag schond en grootscheeps aan het moderniseren was. Inderdaad was er iets gaande. Afgezien van de moderniseringsprogramma’s die na het conflict met Georgië waren begonnen, richtte Poetin zijn aandacht ook op raketsystemen. In april 2018 maakte het Amerikaanse State Department voor de eerste keer melding van de 9M729 die in het NAVO-jargon de SSC-8 heet. Het zou gaan om een kruisraket die met een kernlading kon worden uitgerust en een bereik zou hebben van 2500 kilometer. Daarmee zou het wapen ruim de limieten van het verdrag overschrijden.
De grote schok kwam tijdens Poetins rede voor de Federale Assemblee. Hier beschreef hij Rusland als een leidende defensiemacht. Alle moderniseringsprogramma’s lagen volgens hem op schema en de betrokkenheid bij de oorlog in Syrië had de ontwikkeling van een modern leger gestimuleerd. De Russische krijgsmacht zou nu ‘3,7 keer meer moderne wapens hebben’ dan voorheen. Niet minder dan driehonderd nieuwe eenheden zouden in dienst zijn genomen. Er zouden tachtig nieuwe intercontinentale kernraketten zijn ontwikkeld waarmee Amerika kon worden bestookt en er zouden 102 nieuwe kernraketten in onderzeeboten zijn geplaatst. Het aantal precisiewapens zou zijn vertwaalfvoudigd.
Voor Europa was vooral van belang dat het aantal beroepsmilitairen 2,4 maal zo groot was geworden en dat 95 tot 100 procent van alle eenheden de beschikking had over de noodzakelijke spullen. Maar het venijn zat in de staart van de rede. Poetin ging hard tekeer tegen het opzeggen van de ABM- en INF-verdragen en de plaatsing van defensieve systemen nabij de Russische grens. Dat had ertoe geleid dat Rusland ‘zeer effectieve, en gematigd geprijsde systemen’ ging bouwen, die de Amerikaanse defensie zouden kunnen penetreren.71 Zo zou het Sarmatsysteem bestaan uit hypersonische raketten met kernkoppen, waarmee de modernste verdediging zou kunnen worden omzeild. Poetin zette vol in op nucleair voortgedreven hypersonische wapens, die met vele malen de snelheid van het geluid zouden kunnen vliegen. Daarnaast zouden er geavanceerde, precieze wapens komen waarmee vliegtuigen uitgeschakeld kunnen worden. Het meest opzienbarende was een futuristisch wapensysteem dat tienmaal de snelheid van het geluid zou kunnen halen en tijdens de glijvlucht gemanoeuvreerd kon worden. Voor Europa was vooral de Kinzhal van belang met zijn bereik van 2000 kilometer. Het hypersonische wapen zou door een vliegtuig kunnen worden gelanceerd en kon nu, door het opzeggen van het INF-verdrag door president Trump, legaal worden gefabriceerd.
Ook minister van Defensie Sergej Sjojgoe was ingenomen met de modernisering. Zijn belangrijkste militair, generaal Gerasimov, hintte zelfs op weer een nieuwe militaire doctrine voor de toekomstige oorlogvoering.
Hoe goed de Russische krijgsmacht werkelijk is, valt niet te zeggen. Van alle projecten die Poetin opsomde, was er geen enkele operationeel. Ongetwijfeld was de kwaliteit van de krijgsmacht verbeterd als gevolg van alle moderniseringsprogramma’s vanaf 2008, maar de enorme oefeningen die Rusland hield, zeiden weinig over de daadwerkelijke slagkracht. Zo waren de resultaten van een mega-oefening, Zapad 2017, onduidelijk. Er deden twaalfduizend soldaten aan mee uit het westelijke militaire district van Rusland dat aan de Baltische staten grenst en daarnaast ook troepen uit Wit-Rusland. Volgens de hogere legerleiding had het gespeelde scenario niets van doen met de NAVO en had de oefening overal in Rusland kunnen plaatsvinden. Daarmee probeerde men de zorgen van het Westen weg te nemen, want daar werd met argusogen gekeken naar de mogelijk grootste oefening sinds het einde van de Sovjet-Unie. Ook de locatie van de oefening bezorgde westerse militairen slapeloze nachten. Ze kon immers niet los worden gezien van de oplopende spanningen tussen Oost en West. Uiteindelijk was de oefening vooral een demonstratie van de groeiende Russische macht.72 Een jaar later werd een nog grotere oefening gehouden, Vostok 2018, waaraan bijna 280.000 militairen deelnamen, waaronder eenheden uit China en Mongolië. De meeste commandanten bleken ervaring te hebben opgedaan in Syrië. Het doel van deze oefening was om te manoeuvreren met grote legereenheden, ondersteund door luchtmacht en marine. Uiteraard was er maar één tegenstander die dit soort aantallen ook op de been kon brengen, en dat was de NAVO.
In 2019 baarde de nucleaire oefening Grom opzien. Voor deze oefening werden 12.000 soldaten, 20 oorlogsschepen, 105 vliegtuigen en verschillende strategische raketeenheden opgetrommeld. Omdat alleen de president kan besluiten tot de inzet van kernwapens, was Poetin zelf bij de oefening betrokken. Het was de grootste oefening sinds de ineenstorting van de Sovjet-Unie in 1991 en het scenario was helder: oplopende spanning tussen Rusland en de NAVO. Uiteindelijk werd niet duidelijk welke wapens er precies getest waren en leek het er volgens waarnemers veel meer op dat juist de gereedheid van oudere systemen was onderzocht.73
De oefening toonde aan dat kernwapens nog steeds een grote rol spelen in het Russische denken. Dat komt door de militaire zwakte van het land. Een zwak Rusland zal eerder naar kernwapens grijpen. Daarom werden kernwapens in de verdedigings- en aanvalsplannen geïntegreerd.74 De strategen sloten zelfs niet uit dat kernwapens voor verrassingsaanvallen zouden worden ingezet.75 Dit werd al in 2009 impliciet erkend door het hoofd van de Russische Veiligheidsraad, Nikolai Patroesjev.76 Precies daarom had Rusland al in 1993 zijn no-first-use verklaring ingetrokken. In die verklaring hadden de Russen toegezegd dat zij nooit als eerste kernwapens zouden inzetten.
Recenter zijn Russische militaire denkers gaan filosoferen over de de-escalerende werking van kernwapens.77 Dit is gebaseerd op de onbewezen stelling dat het gebruik van kernwapens de NAVO ertoe zal doen besluiten om de strijd te staken. Een dergelijk idee kan postvatten in een land dat denkt dat de NAVO-landen bevolkt worden door pacifisten die niet bereid zijn om voor hun land te vechten. Dit idee wordt nog versterkt doordat er in landen als Duitsland en Nederland volop parlementariërs zijn te vinden die de Amerikaanse kernwapens van hun grondgebied willen verwijderen. Volgens hen zou dat de veiligheid vergroten. Maar een goede onderbouwing voor die veronderstelling heb ik nooit gezien. Het is wensdenken en het zijn emoties die contraproductief zullen werken in de nieuwe machtspolitiek die in Europa steeds zichtbaarder wordt. Van landen als Rusland is bekend dat ze weinig ophebben met zwakkelingen. Die wakkeren hun bereidheid tot het nemen van risico’s alleen maar aan. Temeer omdat in Rusland de discussie steeds meer bepaald wordt door complottheorieën en emotie.
Dit brengt mij op de vraag hoe die Russische dreiging tegen de NAVO er daadwerkelijk uitziet. Die vraag werd angstwekkend actueel toen president Poetin besloot om Oekraïne binnen te vallen. Zeker is in ieder geval dat de traditionele gedachten hierover binnen de NAVO volledig verouderd zijn. Er zijn onder experts twee discussies gaande. De eerste gaat over de militaire en commerciële aanvoerroutes over zee, die steeds kwetsbaarder worden. Rusland is momenteel drukdoende om moderne wapensystemen te plaatsen in gebieden waar die routes doorheen lopen. In het noorden worden ze geplaatst op het schiereiland Kola. Daar zijn ze bedoeld om de noordelijke passage te blokkeren. Ze vormen een bastion dat lastig te penetreren is. Dit gebied wordt uiteraard steeds belangrijker naarmate het ijs in de poolzeeën smelt. Verder naar het zuiden is er de Oostzee, die vanuit Kaliningrad kan worden geblokkeerd. Nog verder naar het zuiden kan de Krim worden gebruikt om de toegang tot de Zwarte Zee en de Zee van Azov te stremmen. Tot slot worden Syrië en Libië uitvalsbases voor het blokkeren van de routes door de Middellandse Zee naar het Suezkanaal. Met dit soort blokkades kan Rusland de handel en de aanvoer van militaire versterkingen stilleggen en wordt Europa hard geraakt. Generaals, admiraals en andere deskundigen breken het hoofd over de vraag hoe sterk Rusland daadwerkelijk is en wat daaraan te doen valt. Een echt antwoord is er nog niet.
De tweede discussie gaat over de landoorlog. Daarbij gaat het allang niet meer om grote legers die tegenover elkaar staan. Door de toetreding van de Oost-Europese landen tot de NAVO is de lange grens tussen Oost en West, dwars door Duitsland heen, verdwenen. Aan weerszijden van die grens stonden de troepen van NAVO en Warschaupact tegenover elkaar. Tegenwoordig gaat de discussie in het zuidelijke deel van de NAVO over bedreigingen die uit het noorden van Afrika en het Midden-Oosten komen. Deze landen maken zich zorgen over illegale migratie en terroristen, de Turkse escapades in Syrië en de groter wordende Russische invloed in de Middellandse Zee.
In Noord-Europa gaat het vrijwel alleen over de opleving van de Russische dreiging. Daarbij wordt vooral gekeken naar een offensief waarbij Rusland zijn voormalige Baltische staten wil bezetten. Binnen de NAVO is dit het zwartste scenario, dat zal leiden tot activering van artikel 5 van het NAVO-verdrag: een aanval op een, is een aanval op allen. Op zich is de bezetting van de Baltische staten voor Rusland geen ingewikkelde klus. In het Russische Westelijk Militaire District zijn ongeveer 400.000 militairen gelegerd, waarvan 65.000 in de onmiddellijke nabijheid van de Baltische staten. Een Amerikaanse studie concludeerde dat Russische eenheden binnen zestig uur de buitenwijken van Tallinn of Riga kunnen bereiken, zonder dat de NAVO hier veel tegen kan doen.78 Op papier zouden de legers van de Baltische staten, aangevuld met bijna vijfduizend militairen van de voorwaarts geplaatste, snel inzetbare strijdkracht van de NAVO deze overmacht moeten tegenhouden. Volgens de planning zouden tevens Britse, Duitse en Poolse troepen naar het gebied moeten worden gebracht, evenals versterkingen uit de Verenigde Staten. Het gaat om tienduizenden soldaten, maar de krachtsverhouding is dan nog zó ongunstig, dat het de vraag is wat de NAVO kan uitrichten.
De Amerikaanse studie berekende dat er in theorie zeven brigades, inclusief drie zware pantserbrigades, gesteund door luchtstrijdkrachten en tanks en andere vuurkracht, permanent in de Baltische staten aanwezig zouden moeten zijn om die landen te kunnen verdedigen. Ze concludeerde ook dat slechts de Britten, Fransen en Duitsers in staat zijn elk een brigade binnen een maand naar de Baltische regio te verplaatsen.79 Gezien de materieeltekorten is het de vraag of dat echt kan.
Waarom plaatst de NAVO die troepen dan niet al in vredestijd in de Baltische staten? Een simpele verklaring is dat die landen te klein zijn om met grote eenheden te manoeuvreren. Zoals een Amerikaanse collega het verwoordde: ‘We zouden die landen verbouwen tot parkeerplaats.’ Belangrijker is dat de NAVO om politieke redenen geen extra troepen wil plaatsen. Anders moet ze terugkomen op een toezegging die gedaan is in 1999 in de zogenaamde Stichtingsakte voor de betrekkingen tussen Rusland en de NAVO. Daarin is toegezegd dat de permanente stationering van troepen niet wordt overwogen, maar dat versterkingen zo nodig zullen worden aangevoerd.80 Als de NAVO tijdens oplopende spanningen ineens extra troepen zou gaan plaatsen, kan dat leiden tot oorlog.
Voorts is het de vraag of al die versterkingen de Baltische staten wel kunnen bereiken. De NAVO wilde dat in 2020 testen met een enorme oefening genaamd Defender 2.0, maar die viel deels in het water door de COVID-19-uitbraak. De bedoeling was om een hele divisie met twintigduizend militairen van Amerika naar Europa te transporteren. Vervolgens zouden de eenheden zich over het continent moeten verspreiden.
Ik vraag mij echter af of dit soort exercities nog wel zin hebben, omdat het niet zeker is dat al die versterkingen de plek des onheils kunnen bereiken. Afgezien van pogingen om de zeetransporten al onderweg te vernietigen, zullen de Russen onmiddellijk de ruim vijftig kilometer brede ‘Suwalki Gap’ tussen Wit-Rusland en de Russische enclave Kaliningrad afgrendelen. Daardoor kan het transport de Baltische staten niet meer bereiken. Ook zal met middellangeafstandswapens worden getracht de aanvoerroutes te bestoken en de commando- en communicatiesystemen te ontregelen. Dit ontneemt de NAVO-commandanten de controle over hun troepen. Met dank aan Trump, die het INF-verdrag opblies.
Voor de voorbereiding van die aanvallen hebben de Russen meer dan voldoende tijd. Het kost de NAVO weken tot maanden om versterkingen aan te voeren, terwijl de Russische troepen nu al in groten getale aan de Baltische grenzen zijn gelegerd.
Het probleem wordt nóg groter als bedacht wordt dat de infrastructuur in Europa niet toereikend is. Tijdens de Koude Oorlog werd nog rekening gehouden met zware tanktransporten. Bruggen moesten daar bijvoorbeeld tegen bestand zijn. Nu zakken de transporten er mogelijk doorheen. Vervoer via spoorwegen wordt beperkt door het ontbreken van voldoende aantallen platte goederenwagons. Die waren tijdens de Koude Oorlog overvloedig aanwezig. Een ander probleem is het verschil in spoorbreedtes en spanningsverschillen in bovenleidingen. Daardoor moeten militaire railtransporten op enkele plaatsen van locomotief wisselen. Dit vertraagt de transporten en maakt ze kwetsbaar voor de Russische aanvallen. Brandstofvoorziening is een volgend probleem. Het oude NAVO-pijpleidingensysteem, voor zover nog intact, loopt tot aan de oude grens van het Warschaupact. Dat is dus tot halverwege de route.
Tot slot zal Rusland de westerse troepenverplaatsingen willen vertragen door middel van hybride oorlogvoering. De GROe en illegale Russen kunnen sabotageoperaties uitvoeren. Pro-Russische collaborateurs kunnen behulpzaam zijn bij het verspreiden van desinformatie en het organiseren van verzet onder de bevolking.
Rusland kent alle beperkingen die ik hierboven heb opgesomd. Poetin en zijn commandanten weten heel goed dat een aanval uit het Westen politiek en technisch onmogelijk is. Daar hebben ze geen spionnen voor nodig. Ongetwijfeld zal hij dat in de kosten-batenanalyse hebben meegewogen toen hij Oekraïne binnenviel. Mogelijk verwachtte hij dat er hooguit wat sancties zouden worden opgelegd. Maar tot dan toe was Poetin daar niet onder de indruk van geweest. De beginfase van de oorlog maakte echter duidelijk dat onconventionele oorlogvoering met kleine, beweeglijke groepen strijders tamelijk effectief tegen het logge Russische leger kan zijn.
Polen, een van de grootste vijanden van Rusland, was op dat moment ook aan het experimenteren met een soort partizanenleger. Op dit half-ondergrondse verzet moet een Russische invasie stuklopen. Ook de Baltische staten filosoferen over een dergelijke aanpak, die doet denken aan de wijze waarop Zwitserland wordt verdedigd.
Toch zie ik de bezetting van de Baltische staten voorlopig niet als een reëel scenario. Dat zou pas aan de orde kunnen zijn als Russische minderheden in een van die staten in opstand komen omdat hun levensstandaard omlaaggaat en zij zich door hun regeringen gediscrimineerd voelen. Als Rusland dan door middel van subversieve acties de onvrede aanwakkert, kan er een situatie ontstaan waarin zij worden onderdrukt en de hulp van Rusland vragen. Dit is het Narva-scenario, genoemd naar de stad aan de Russische grens in het uiterste oosten van Estland. Die stad wordt vrijwel geheel bevolkt door etnische Russen. Wat zou er gebeuren als die door Poetin worden opgestookt, in conflict komen met de Estse regering en om aansluiting bij Rusland vragen? Wordt dan artikel 5 van het NAVO-verdrag geactiveerd? Op die vraag is nooit een duidelijk antwoord gekomen.
Stel dat, als gevolg van misinschattingen over elkaars bedoelingen, Rusland toch aanvalt. Een dergelijke aanval zal vooraf worden gegaan door hybride operaties in de NAVO-landen zelf, gericht op het ontregelen van de besluitvorming en om te voorkomen dat de NAVO als blok kan optreden. De kleine troepenmacht van de NAVO zal in de Baltische staten in actie moeten komen om tijd en ruimte te creëren voor onderhandelingen met de Russen. Lukt dat niet, dan zal heel snel het besluit moeten worden genomen om kernwapens in te zetten. Dit dreigen wordt ‘afschrikking’ genoemd en is afhankelijk van de bereidheid van de Amerikaanse president om daadwerkelijk zulke wapens in te zetten. Daarnaast hebben de Britten en de Fransen kernwapens, maar het is zeer de vraag of die hun eigen land in de waagschaal willen stellen om Estland, Letland of Litouwen te redden.
Zeker is dat de Russische dreiging geen gigantische NAVO-formaties aan de oostgrens vereist. Ik kom tot de conclusie dat slechts een klein deel van de NAVO-strijdkrachten daadwerkelijk ingezet kan worden voor de verdedigingstaak. Dat zullen zwaardere eenheden met tanks en artillerie zijn die door luchtmachten ondersteund worden. Hun taak is het offensief af te remmen en tijd en ruimte te creëren voor onderhandelingen over een staakt-het-vuren. Het overgrote deel van de NAVO-strijdkrachten zal worden ingezet om de thuislanden te stabiliseren, als Rusland daadwerkelijk in staat blijkt daar chaos te creëren. Dit vereist lichte eenheden. Simpel gezegd, waar tijdens de Koude Oorlog 80 procent van de NAVO-troepen aan de Oost-Westgrens nodig was voor de verdediging tegen de Sovjet-Unie en 20 procent voor de bescherming van het achterland en de aanvoerlijnen naar het oostfront, zal dat nu omgekeerd zijn.
Als ze dit lezen, zullen politici zich ongetwijfeld rijk gaan rekenen. Want die 80 procent bestaat uit lichte, dus goedkope strijdkrachten. Maar dan houden ze geen rekening met de nieuwe investeringen in zware wapens voor de 20 procent en de noodzaak van het achter de hand houden van reserves als die zware wapens door de Russen worden uitgeschakeld.
De prijs van defensie is ook afhankelijk van de ambities die de NAVO-landen hebben bij het verdedigen van hun maritieme belangen, het helpen van de zuidelijke lidstaten bij het tegengaan van illegale immigratie en terrorisme en natuurlijk de ambities die de lidstaten hebben om buiten het NAVO-gebied mee te doen aan vredesoperaties. Het zal ongetwijfeld wel even duren voordat de traditionele defensieapparaten meegaan in dit soort gedachten.
Net als voor Xi, was de coronacrisis voor Poetin een uitgelezen kans om Ruslands soft power te vergroten. Het vergroten van de aaibaarheid van Rusland is zelfs onderdeel van het Russische Buitenlandbeleid Concept van 2013.81 Soft power vereist het winnen van de harten van delen van de bevolking.
In juli 2019 zag ik hoe Rusland aan zijn soft power werkte. Na jarenlange afwezigheid besloot Poetin de banden met Afrika aan te halen. Op zich is dat verstandig en logisch. Afrika is een snelgroeiend continent, rijk aan grondstoffen, waar nieuwe kampioenen zoals Nigeria en Ethiopië zich in hoog tempo aandienen. Ruslands focus op Afrika markeert bovendien de terugkeer op het wereldtoneel en kan daarom worden gezien in het verlengde van haar betrokkenheid bij de conflicten in Syrië en Libië.
Deze hernieuwde belangstelling ging gepaard met een diplomatiek offensief. Afrikaanse staatshoofden en regeringsleiders bezochten vanaf 2015 aan de lopende band Moskou. Maar het hoogtepunt was toch een Doemaconferentie voor parlementariërs vanuit de hele wereld. Vertegenwoordigers van de westerse mainstreampartijen ontbraken er. De westerse partijen die er wel waren, vertegenwoordigden pro-Russische splinters in hun eigen land. Ik was er op uitnodiging van de vicevoorzitter van het parlement, Pjotr Olegovitsj Tolstoj, de achterkleinzoon van de vermaarde schrijver Lev Tolstoj.
Tijdens de conferentie werd een volle dag aan de Russisch-Afrikaanse betrekkingen gewijd. De sfeer was goed, de gastvrijheid groot, de organisatie was uitstekend en de boodschap helder. De vertegenwoordigers uit Afrika overlaadden hun Russische gastheren met complimenten en spraken de wens uit dat de betrekkingen vanaf nu innig en profijtelijk zouden zijn. De Russische parlementsvoorzitter Vjatsjeslav Volodin maakte duidelijk wat Rusland wilde. Hij bediende zich van antikoloniale, dus antiwesterse retoriek en stelde plechtig dat zijn land de soevereiniteit van de Afrikaanse bondgenoten wilde beschermen, zodat die hun eigen toekomst konden gaan opbouwen. Daarmee werden de lijnen doorgezet die ik in elke officiële Russische bijeenkomst zag: zet tegenover het Westen een eigen model en benadruk beginselen als niet-inmenging en soevereiniteit. Vooral landen met, in westerse ogen, dubieuze politieke systemen – zeg maar dictaturen – voelen zich daartoe aangetrokken. Logisch, want zij worden door het Westen op hun gedrag aangesproken. Zo bezien is de toenadering tot Afrika onderdeel van het scheppen van een nieuwe wereld. Maar dat wil niet zeggen dat dit gaat lukken, want Rusland blijft economisch een klein land dat relatief laat op het Afrikaanse toneel verschijnt. De belangen van Rusland in Afrika vallen in het niet bij de echt grote spelers: Amerika, China, Japan en de Europese Unie. Bovendien is Rusland niet echt een geweldige bron van ontwikkelingssamenwerking. Dus blijft het bij handelsovereenkomsten, ook met landen die door het Westen sancties opgelegd hebben gekregen, zoals Zimbabwe.
Hoe Rusland in Europa soft power gebruikt om sympathie van de bevolking te krijgen, bleek tijdens de coronacrisis. Op 22 maart 2020 landden gigantische Iljoesjins Il-76 op de luchtmachtbasis Pratica di Mare nabij Rome. Naast medisch specialisten, werd ook apparatuur voor ontsmettingen en andere medische goederen naar Italië gevlogen. De zendingen haalden uitgebreid de pers, omdat de goederen voorzien waren van enorme stickers met de Russische en Italiaanse vlaggen en het opschrift FROM RUSSIA WITH LOVE. Ik denk niet dat de Russen heel goed hadden nagedacht over deze uit een James Bond-film afkomstige slogan. Het klonk leuk, maar tegelijkertijd was het veelzeggend dat een land waarin geheime diensten een sleutelrol spelen, zich van zo’n slogan bedient.
Evenals bij de Chinese hulp was het geen toeval dat Italië werd uitgekozen. Belangrijke partijen zoals de Lega en de Vijfsterrenbeweging waren pro-Rusland. Via dat land had het Kremlin dan ook geprobeerd om de sancties van tafel te krijgen die de Europese Unie, na de annexatie van de Krim, aan haar had opgelegd. Tevergeefs overigens. Natuurlijk was premier Giuseppe Conte ingenomen met de hulp, maar vreemd genoeg verhoogde de hulp de aaibaarheid van Rusland niet. Dit in tegenstelling tot de Chinese hulp.
Ik vermoed dat een verklaring is dat Rusland, in tegenstelling tot China, niet kon terugvallen op de hechte banden die door het BRI en het 17+1 forum waren ontstaan. Bovendien had Rusland nauwelijks in Europa geïnvesteerd. Maar de belangrijkste verklaring was dat Rusland gewoon doorging met ontregelen en daartegen kwam steeds meer weerstand. Ook nieuwe oefeningen en wapengekletter verklaren waarom het Poetin niet lukte om de soft power van zijn land te vergroten.
De irritatie van de EU groeide tijdens de coronacrisis. Door het Kremlin gesteunde organisaties zouden de crisis aangrijpen voor desinformatiecampagnes, met inbegrip van de verspreiding van samenzweringstheorieën. Zo beschuldigden de Britten Rusland van het verspreiden van misleidende informatie toen premier Boris Johnson in het ziekenhuis was opgenomen.82
In januari 2020 circuleerde het bericht dat het virus was ontstaan in een biolab van de NAVO. Dat gerucht werd gelanceerd door tvzvezda.ru, dat gelieerd is aan het Russische ministerie van Defensie. Het bericht werd ook verspreid door het aan de Russische overheid gelieerde Sputnik. Een ander bericht dat werd gelanceerd en dat breed in het Westen werd opgepakt, was de beschuldiging aan het adres van Bill Gates dat hij het virus had veroorzaakt en erop uit was een vaccin te ontwikkelen waarmee tevens een microchip werd ingebracht.83 Het hele idee van geheime laboratoria was koren op de molen van complotdenkers, die beweerden dat COVID-19 onderdeel was van een plan om de wereld te beheersen. Deze theorie werd bijvoorbeeld door Michail Kovaltsjoek gelanceerd in een interview op de tv-zender Rossiya 1.84 Ook werden berichten verspreid over de ‘geneeskrachtige’ werking van hydroxychloroquine, vitamine C en mefloquine. Volgens een rapport van de Europese Unie was Rusland dan ook bezig met een ‘significante desinformatiecampagne’, gericht op het ‘verergeren van de publieke gezondheidscrisis in westerse landen, door het publieke vertrouwen in de nationale zorgstelsels te ondermijnen’.85
De GROe bleek achter het bericht te zitten dat het virus uit een Amerikaans lab zou komen. Eenheid 54777 voor psychologische oorlogvoering zou daar volgens The New York Times verantwoordelijk voor zijn.86 Deze zou het aan de Russische overheid gelieerde informatiecentrum InfoRos en andere websites zoals OneWorld.Press gebruiken om de desinformatie te verspreiden. Ook werd duidelijk dat de wijze waarop de desinformatie werd verspreid, steeds geavanceerder werd. Niet langer werden, zoals in de dagen na het incident met de MH17, duizenden tweets verzonden, maar nu ging het om ‘geloofwaardig’ ogende artikelen, stukken van ‘denktanks’ en andere berichten die betrouwbaar overkwamen en vervolgens werden getweet.
Overigens waren dit soort beschuldigingen over het verspreiden van desinformatie over virussen niets nieuws. Ook tijdens de ebola-uitbraak werd gesuggereerd dat het virus afkomstig was uit een Amerikaans laboratorium.87
Gas is het ultieme wapen van Rusland. Door de gaskraan dicht te draaien, kan het Kremlin de rest van Europa op de knieën dwingen. Tot nu toe is dat nooit gedaan, vermoedelijk omdat dit aanleiding is voor een oorlog. Wel zijn er enkele acties geweest die passen in de roekeloosheid waarmee de Russen soms te werk gaan.
In juni 2010 werd ik uitgenodigd in Cannes voor een discussie over de geopolitieke implicaties van de gasvoorziening van de Europese Unie. Zakenlieden en vertegenwoordigers van grote bedrijven uit heel Europa hadden het onderwerp op de agenda gezet. Daarvoor was een goede reden. Een jaar eerder had ik in Slowakije, in Bratislava, aan den lijve ondervonden wat er gebeurt als Rusland de gaskraan dichtdraait. In die tijd werd ongeveer 80 procent van het Russische gas via Oekraïne naar Europa getransporteerd. Maar in 2005 ontstond een ruzie tussen Oekraïne en Rusland over de prijs van dat gas en de transportkosten door Oekraïne. Rusland beschuldigde Oekraïne er ook van gas dat bedoeld was voor andere Europese landen, voor eigen gebruik aan te wenden. Dat was dus pure diefstal. De ruzie liep zo hoog op, dat Rusland in 2006 besloot om de gaskraan dicht te draaien. Nadat een overeenkomst met Oekraïne was gesloten en de gaskraan weer geopend, laaide de ruzie toch weer op. Ook nu ging het geschil over Russische vorderingen op Oekraïne. Het land zou een betalingsachterstand hebben aan Gazprom van maar liefst 2,4 miljard dollar. Het conflict liep nu zo hoog op, dat de gaskraan opnieuw werd dichtgedraaid. Daardoor kregen in januari 2009 achttien Europese landen met tekorten te maken. Dat was precies in de tijd dat ik in Bratislava was en de reden waarom het daar niet warm te stoken was. Later dat jaar ontstond nog een geschil over de hoeveelheid gas die Oekraïne zou afnemen. Overigens waren de beschuldigingen van Rusland inderdaad deels waar en in 2010 bepaalde een hof van arbitrage in Stockholm dat de Oekraïense energiegigant Naftohaz 12,1 miljard kubieke meter gas terug moest geven.
Maar voor de rest van Europa deed dit niet ter zake. Die wilde leveringszekerheid. Op dat moment importeerde de EU 53 procent van zijn energiebehoefte, waaronder 39 procent van zijn aardgas en 34 procent van zijn olie. Zes lidstaten waren volledig afhankelijk van het Russische gas, terwijl Duitsland en Italië qua volume de grootste importeurs waren.
In totaal leverde Rusland 39 procent van de gasbehoefte van de EU.
In Cannes was Miller, de grote baas van Gazprom, mijn mede-panellid. Ik had mij voorgenomen om niet al te politiek correct te zijn en ik voorspelde Miller dat na nog zo’n akkefietje de EU maatregelen zou gaan nemen. Van zijn tegenargument dat Oekraïne echt de hoofdschuldige was, was ik niet onder de indruk. Dat mocht dan zo zijn, maar het belangrijkste is toch dat achttien landen te maken kregen met een onderbreking van de gastoevoer. De problemen die met Oekraïne waren ontstaan werden op een typisch Russische manier opgelost, namelijk zonder zich veel te bekommeren om de effecten die dat had op andere landen. Ik kreeg niet de indruk dat Miller daar ooit bij stil had gestaan of er erg mee zat.
Ongewild had Gazprom duidelijk gemaakt dat Rusland een drukmiddel in handen had waar de EU niet blij van werd. In tijden van crisis zou Rusland daarmee de lidstaten van de Unie en de NAVO kunnen chanteren. Het gevolg was dat er in 2014 een Europese strategie voor energiezekerheid kwam.88 In de inleiding werd geconstateerd dat de verstoringen van de gasvoorziening de EU-burgers van sommige van de oostelijke lidstaten zwaar hadden geraakt. Daardoor was Europa ‘bruut wakker geschud’ en ‘gewezen op de noodzaak van een gemeenschappelijk Europees energiebeleid’. Er moest iets worden gedaan aan deze kwetsbaarheid. De Europese Commissie riep op om minder gas te gaan gebruiken. Dat kon door te verduurzamen, de eigen energieproductie te verhogen, op meer importeurs te vertrouwen, noodvoorzieningen aan te leggen en – het belangrijkste – een goed functionerende ‘volledig geïntegreerde interne energiemarkt’.
Zal Miller wakker hebben gelegen van dit stuk papier? Ja en nee. Nee, als naar de importafhankelijkheid van Russisch gas wordt gekeken. Momenteel is de EU nog steeds voor ongeveer 40 procent van zijn gasbehoefte afhankelijk van Rusland. Daarnaast zijn Noorwegen en Algerije grote producenten en komt er steeds meer vloeibaar gas, LNG, uit Amerika. Er is vergroend, maar de afgelopen jaren is door de toegenomen economische groei ook het gasverbruik toegenomen en door het dichtdraaien van de Groningse gaskraan is zelfs Nederland gas gaan importeren.
Ja, als Miller naar de nieuwe initiatieven van de Commissie keek. Het besluit in 2015 om tot een energiegemeenschap te komen, werd een van de speerpunten van de Commissie-Juncker. Het plan voor de energiegemeenschap werkte de eerdergenoemde strategie verder uit.89 Een probleem was de wijze waarop de energiemarkt in Europa was georganiseerd. Die werd gedomineerd door een aantal grote spelers. Er was sprake van onvoldoende mededinging en onvoldoende mogelijkheden tot investeren. In 2019 presenteerde de Commissie een nieuw pakket maatregelen om het gebruik van fossiele brandstoffen terug te dringen. In 2030 zou 32 procent van alle energie duurzaam moeten zijn. Maar de grote stap voorwaarts moet de Green Deal van vicevoorzitter van de Europese Commissie Frans Timmermans zijn. Hij stelde een klimaatneutrale EU in 2050 voor. Voor Rusland, dat voor ongeveer 60 procent van de federale inkomsten afhankelijk is van de export van fossiele brandstoffen, zijn dit soort maatregelen bedreigend, omdat ze het land een machtig drukmiddel ontnemen. Maar vooralsnog vloeit het gas volop richting Europa. Dit zal voorlopig zo blijven. Tot ver na 2030 zal de vraag naar gas in Europa sterk toenemen.90 Het is een schrale troost dat ondanks de akkefietjes in 2006 en 2009 Gazprom voor Europa een voorbeeldige leverancier is. Dat was overigens al zo tijdens de Koude Oorlog.
Aan het begin van de Oekraïne-oorlog maakte president Poetin duidelijk dat ook nu het gas gewoon zou blijven stromen. Maar al snel ontstond het besef bij de Europeanen dat ze door die gasleveranties de oorlog zelf financierden. Zelf de gaskraan dichtdraaien was echter makkelijker gezegd dan gedaan. Het was daarom een enorme stap dat Bondskanselier Scholz eind februari 2022 aankondigde dat Duitsland Nord Stream 2 niet in gebruik zou gaan nemen. Vlak daarna presenteerde de Europese Commissie een plan om voor 2030 twee derde minder gas uit Rusland te betrekken en nog meer vaart te maken met de energietransitie. Het werd duidelijk dat Poetin met zijn oorlog zich in zijn eigen vlees aan het snijden was.
Een van de weinige keren dat Rusland daadwerkelijk energie als wapen inzette, was tijdens de oplaaiende coronacrisis. Voor Poetin was dat een mooie gelegenheid om Trump te straffen voor de sancties die hij Rusland in de afgelopen jaren had opgelegd. Hoe? Met lage olieprijzen die de Amerikaanse schalieolieproductie schaadden. Om schalieolie in Noord-Amerika profijtelijk te produceren, is een opbrengst van ongeveer 40 dollar per vat nodig. Dat die prijzen voorlopig laag waren en bleven, was inmiddels wel duidelijk. De vraag was door de crisis ingestort. Er werd nauwelijks meer gevlogen en fabrieken lagen stil.
De situatie zou voor Trump inderdaad nijpend kunnen worden. De benchmarks voor zijn succes waren immers de beurskoersen, gekoppeld aan de bedrijfswinsten en de werkgelegenheid. Maar nu stortte alles in. Terecht, en mogelijk met groot leedvermaak, constateerde Dmitri Peskov, woordvoerder van het Kremlin, dat de enorme Amerikaanse olie-industrie in zwaar weer verkeerde door de lage olieprijzen.
Rusland wilde wraak. In Poetins ogen waren de Amerikaanse sancties niet bedoeld om Rusland te straffen voor zijn escapades in Oekraïne en de annexatie van de Krim. Volgens hem hadden de sancties alleen tot doel om zijn olie-industrie te treffen en die van Amerika te bevoordelen.
In deze voor Trump penibele situatie stelde Poetin aan andere olieproducerende landen een productieverhoging voor. Daardoor zou de prijs nog verder dalen en zou de Amerikaanse schalieolie uit de markt worden geprijsd, waardoor Trump een politieke nederlaag zou lijden.
Poetin is geobsedeerd door Trump; in Saoedi-Arabië kreeg kroonprins Mohammed Bin Salman een probleem door de prijsdaling als gevolg van het wegvallen van de vraag naar olie. Beiden bleken eigengereide leiders die niet wilden wijken. Dit leidde natuurlijk tot een clash. Helaas voor Poetin wilde de Saoedische kroonprins Mohammed Bin Salman minder oppompen om zo de prijs op te drijven.
De Saoediërs speelden hoog spel door uiteindelijk te doen wat Rusland wilde, namelijk 2,6 miljoen vaten per dag meer produceren en die voor afbraakprijzen aan te bieden. Daarmee moest Poetin worden gestraft voor zijn weigering de productie te verminderen. Het gevolg was een prijzenoorlog op het slechtst denkbare moment. Want door de uitbraak van COVID-19 nam op dat moment de vraag dramatisch af. De Saoediërs gokten erop dat Poetin uiteindelijk toch gedwongen zou worden om in te stemmen met de productiebeperking.
Lage olieprijzen hadden in Rusland in 2016 al tot financiële problemen geleid, maar inmiddels waren door de gestegen prijzen de oorlogskassen weer gevuld. Daarom kon de minister van Financiën aankondigen dat lagere olie-inkomsten zes tot tien jaar kon worden volgehouden, omdat hij 150 miljard dollar uit die kassen zou halen voor schadebeperking. De sloop van Amerika mocht dus wat kosten. Dat mocht dan zo zijn, maar de geschiedenis leert tevens dat beleid, dat louter is ingegeven door rancune, irrationeel is en het zicht op de werkelijkheid vertroebelt. Dit levert grote risico’s op voor een land dat gelijktijdig ook tegen Saoedi-Arabië vecht, niet immuun is voor de coronacrisis en drijft op zijn exporten van olie en gas. Het was dan ook geen wonder dat Poetin uiteindelijk toch overstag ging. De kwestie werd uiteindelijk opgelost toen door tussenkomst van president Trump de meeste olieproducerende landen, inclusief Rusland, met een productiebeperking instemden. Poetin speelde een potje Russische roulette dat hij verloren had.
Net als voor Xi had 2020 een prachtjaar moeten worden en zou Poetin groots hebben moeten vieren dat hij president voor bijna de rest van zijn leven was geworden. Dat had moeten gebeuren met een enorme parade op 9 mei ter gelegenheid van de 75ste verjaardag van de overwinning op nazi-Duitsland. De grandeur waarmee dat gepaard zou gaan, moest zijn informele kroning tot moderne tsaar symboliseren. Maar COVID-19 gooide roet in het eten. De parade ging niet door. Vervolgens werd de pandemie gebruikt om de positie van Rusland in Europa te verstevigen. Immers, de crisis leek duidelijk te maken dat het Westen verder verzwakte. Rusland speelde daarop in door haar soft power te vergroten met het sturen van hulpgoederen. Maar die poging liep op niets uit, omdat het ook doorging met ondermijnende activiteiten.
Poetins aanpak werkt soms wel en soms ook niet. Het referendum in Nederland over het associatieakkoord tussen de EU en Oekraïne werd met pro-Russische argumenten gewonnen. Trump kreeg het Witte Huis. De separatisten wonnen in Catalonië. Tegenstanders zijn in groten getale in andere landen vermoord. Met bevroren conflicten en de steun aan de Syrische president Assad heeft Rusland op verschillende plekken in de wereld het initiatief naar zich toe getrokken en zet het de Amerikanen en Europeanen klem. Ondanks Trumps protesten krijgt Gazprom zijn Nord Stream 2. En in de afzonderlijke lidstaten van de EU en de NAVO zijn nuttige idioten en fellow travellers geronseld die het Russische verhaal kunnen uitdragen.
Voor de Russen is het bemoedigend dat de reacties op hun subversieve activiteiten lauw te noemen zijn. Na de aanslag op Skripal zijn diplomaten uitgezet, maar dit is inmiddels alweer vergeten. De annexatie van de Krim leidde tot sancties, die onvoldoende beten en het beleid van Rusland niet beïnvloedden, maar had wel tot gevolg dat Rusland de grootste graanproducent van de wereld kon worden. Ook leidde de inmenging in het conflict in Syrië niet tot hevige reacties en tot een escalatie van de strijd met Amerika en zijn bondgenoten.
Soms werkt Poetins aanpak niet. De sancties die na de annexatie van de Krim werden opgelegd, mochten dan niet echt bijten, ze hebben wel degelijk de verhoudingen met de EU als grootste handelspartner ontwricht. Rusland kreeg Amerika niet op de knieën met zijn aanval op de olieprijzen. Elke poging om de Russische soft power op te krikken mislukte. De Russische medische hulp viel nauwelijks op en de beïnvloedingscampagnes worden steeds beter gepareerd. De eenheid binnen de EU werd ook niet doorbroken toen Rusland tijdens de coronacrisis hulp aan Italië en andere landen begon te leveren. Voor de meeste regeringen was die hulp vooral een truc om pro-Russische krachten te mobiliseren voor het van tafel krijgen van de sancties. Over ‘From Russia with love’ werden vooral grappen gemaakt. In feite werd Rusland tijdens de coronacrisis door Brussel genegeerd.
Maar het allerbelangrijkste is dat de maatschappelijke en politieke weerbaarheid van de Europese rechtsstaten en Amerika tegen subversieve activiteiten veel groter blijkt dan het Kremlin dacht en elke subversieve activiteit die aan het licht komt, vergroot die weerbaarheid verder. Samen met de NAVO kwam de strijd tegen desinformatie en hybride oorlogvoering in Europa op stoom, waardoor de acties van Rusland steeds minder impact hadden. Het initiatief EU versus Disinformation kreeg steeds meer weerklank in de lidstaten. De resultaten van hun onderzoek werden vaker geciteerd.
Rusland zit volgens mij op een dood spoor. Deze conclusie wordt door de Oekraïne-oorlog alleen maar versterkt. Poetin zou er goed aan doen om eens te kijken naar de ontwikkeling die Nederland heeft doorgemaakt. Dat is het land waar tsaar Peter de Grote zo dol op was en dat in de zeventiende eeuw een supermacht was. Na die Gouden Eeuw bleef Nederland tot in de jaren vijftig van de vorige eeuw een belangrijke koloniale macht. Maar na de ineenstorting van het rijk kwam Nederland er snel achter wat het feitelijk voorstelt: een welvarend, goed georganiseerd, middelgroot land, dat soms wel en soms geen respect afdwingt en soms iets en soms niets te zeggen heeft.
Ongetwijfeld staan Russische kernwapens en een zetel in de VN-Veiligheidsraad dit zelfinzicht in de weg. Rusland wil zelf niet inzien dat het hooguit op gelijke voet met Frankrijk en het Verenigd Koninkrijk komt. Dat zijn belangrijke landen, maar ze hebben bij lange na niet de macht van China en Amerika. Frankrijk kan zijn macht vergroten door de leider van het Europese buitenland- en veiligheidsbeleid te worden. Duitsland is machtig als leider van het Europese economische beleid. In beide gevallen gebruiken zij de Unie als hun machtsbasis. Omdat de Britten dat door de brexit niet meer kunnen, heeft het Verenigd Koninkrijk zich voorlopig uitgerangeerd.
Het Kremlin zal uiteindelijk moeten erkennen dat er voor het eigen economisch gewin goede relaties nodig zijn met de EU.
Helaas lijkt het er niet op dat een dergelijke koerswijziging mogelijk is onder Poetin. Daarvoor zijn de verhoudingen te verzuurd, is de door hem gecreëerde kleptocratie te star. Bovendien biedt de getroebleerde relatie met het Westen aanlokkelijke mogelijkheden om het nationalisme aan te wakkeren en de bevolking te verenigen onder het mom van een zogenaamde dreiging uit het Westen. Poetin zal daarom blijven streven naar bufferzones, zal bevroren conflicten niet willen oplossen en zal blijven steunen op ‘actieve maatregelen’ en andere methoden om de Unie en de NAVO te verdelen. Hij zal nooit willen erkennen dat de democratieën waaruit de NAVO bestaat, niet eens in staat zijn om het besluit te nemen Rusland binnen te vallen.
Voor Poetin is de slag om Europa dus nog lang niet voorbij. Daardoor blijft de discussie over de Russische dreiging bestaan en zal zowel de Unie als de NAVO maatregelen blijven nemen om zich daartegen te verdedigen. De oorlog met Oekraïne versterkt deze conclusie alleen maar. In een klap werd duidelijk dat Europa niet het vredige continent was waarop geen grote oorlogen meer konden plaatsvinden. Het was duidelijk dat harde maatregelen nodig waren: minder afhankelijkheid van Russisch gas, hogere defensie-uitgaven, het opleggen van sancties waarvoor Europa zelf ook een hoge prijs moest betalen en de erkenning dat machtspolitiek weer hoog op de agenda moest komen te staan.
Er is een plek in Europa waar dit al veel langer duidelijk was en waar Rusland en China om invloed strijden. Dat is de Westelijke Balkan.