Na afloop van mijn wekelijkse radioprogramma haastte ik mij naar huis. Ik verheugde mij op een weekje Frankrijk. Even weg van de hectiek van mijn onderzoeksinstituut. Even weg uit de Haagse snelkookpan waarin altijd gedoe is. En even helemaal alleen om ongestoord te kunnen schrijven.
Mijn nieuwe boek moest een vervolg worden op De nieuwe wereldorde dat begin 2019 was verschenen. Het zou over de gevolgen moeten gaan van de opkomst van China voor Europa. Door deze grote geopolitieke veranderingen raken de Europanen hun vanzelfsprekende positie kwijt. Wij hebben ruim vijfhonderd jaar lang onze stempel op de wereldgeschiedenis kunnen zetten en nu dat niet meer kan, is dat even wennen.
Tijdens de lange autorit naar Frankrijk bedacht ik hoe ik het zou aanpakken. Europa is altijd het laboratorium van de wereld geweest met een geweldige dynamiek op sociaal, politiek, economisch en technologisch gebied. Alle ‘-ismes’ zijn hier ontstaan, van het liberalisme tot het socialisme en van het fascisme tot het communisme. De industrialisatie is hier begonnen en de mooiste kunst is hier gemaakt. Ik zie die dynamiek niet meer en krijg steeds meer het gevoel dat de fut eruit is. Waar zijn de ideeën? Waar is de daadkracht? Wat is er nodig om die fut er weer in te krijgen? En als dat niet lukt, wat blijft er dan over van dit continent? Een openluchtmuseum dat wordt overspoeld door Chinezen en waar je struikelt over hun rolkoffers? En waarom zijn Trump, Xi Jinping en Poetin zo geobsedeerd door de Unie?
Eenmaal aan het werk, brak de coronacrisis los. Mijn partner belde met de mededeling dat zij ook naar Frankrijk zou komen ‘zolang het nog kon’. Want de Franse president zou een tv-rede houden waarin hij mogelijk een complete confinement zou afkondigen. Dat gebeurde. De geplande week werd maanden. We hadden nog nooit zo lang onder één dak samengeleefd. Later gaf ze me een tekst van Remco Campert: ‘Van alle vrouwen zijn ongetwijfeld de moeilijkste schrijversvrouwen.’ Maar dat viel reuze mee. We deelden ons huis in tweeën, pakten ons werk op en probeerden van rampjaar 2020 het beste te maken. Net als half Nederland gingen we van videoconferentie naar videoconferentie. Mijn radioprogramma over de internationale politiek, dat ik met Arend Jan Boekestijn en Hugo Reitsma voor BNR maak, werd via krakkemikkige lijnverbindingen voortgezet. Voor mijn column in Trouw werd de crisis een onuitputtelijke bron van inspiratie. Mijn werk voor het Den Haag Centrum voor Strategische Studies en de universiteit kon gemakkelijk online gebeuren.
Na een paar weken werd duidelijk dat de crisis een enorme impact op Europa en de rest van de wereld zou hebben. Dat plaatste alle vragen die ik me op weg naar Frankrijk had gesteld in een ander daglicht.
Vlak na het verschijnen van de eerste editie van dit boek zwol de oorlogsretoriek in Rusland aan. Ik was niet verbaasd, want de agressieve taal tegen Oekraïne en de NAVO was het logische gevolg van de voorgeschiedenis die ik had beschreven. Op 24 februari 2022 brak de oorlog uit en werden de NAVO en de Europese Unie snel in het conflict gezogen. De slag om Europa had een nieuwe, militaire dimensie gekregen, waarover ik in deze herziene editie meer vertel.