Onbespoten

Het was een heerlijke reet. Geworden. Oké, ze had twee weken niet kunnen lopen, maar dit was ‘m. Martines droomderrière. Helemaal uit België. Je zag alleen twee héle kleine puntjes waar de slangen erin waren gegaan om het vet weg te zuigen, maar ze zou tegen eventuele liefdeslo-geetjes zeggen dat dat littekens waren van weggehaalde moedervlekken. ‘Ja, die zaten symmetrisch tegenover elkaar, zo gek!’

Ik feliciteerde mijn vriendin hartelijk met haar nieuwe billen en nam me voor morgen op de fiets naar Hilversum te gaan. Word je ook strak van. Zeggen ze.

Ik ga niet naar de chirurg. Ik wil niet. Ik durf niet. Ik ben zo bang dat het pijn doet. Ik ben zo bang dat het slecht is voor je geest. Die dikke kont heeft je gemaakt tot wie je bent. Je bent grapjes gaan maken en ziet: een dikbelegde boterham. Waar je natuurlijk weer erg mee moet uitkijken, met dik beleg, in verband met je kont.

En ik ben bang dat het over een halve eeuw even belachelijk zal blijken als het nu al lijkt. In pak ‘m beet 2060 zal er hard gelachen worden om oma die vroeger haar billen heeft laten wegzuigen en daardoor nu een enorme pens heeft, en dijen als twee aangespoelde potvissen maar daartussen een heel klein strak nichtenkontje. Want de dokter had gelijk, het vet kwam niet meer terug. Op de behandelde plekken. Of nog erger, oma legt voortijdig het loodje omdat er consequenties zijn van zo’n ingreep die ze helemaal niet konden overzien, aan het begin van de eeuw. Zo primitief! Weet je wat ze toen deden? Haha! Ze spoten gewoon botox in hun gezicht, voor tegen de rimpels! Hihi! Terwijl ze toen toch ook wisten dat botox een gif was dat je spieren verlamt! (Want dat doet het! Echt! Mensen! Hallo!)

Ik doe het niet. Ik hoef geen chirurg te zien die ik niet kan wegzappen. Want dat is wél leuk: Make Me Beautiful. Vanavond met Irma. Irma is zevendertig en rookt sinds haar veertiende halfzware Van Nelle. Daarom ziet Irma’s huid eruit als die van een Inca. Een opgegraven Inca, welte-verstaan. Verder heeft Irma moeilijke tanden. En lachrim-pels. Heel veel lachrimpels. God, die Irma, die moet haar hele leven in een deuk hebben gelegen. Vijf centimeter uitgroei en een combinatie uit de Miss Etam-collectie 1986 maken het plaatje compleet. Er wordt zes weken gebikt, gezaagd en gezogen aan Irma en Irma is gelukkig. Ze ziet zichzelf in de spiegel, blauw alsof ze op de Stop Geweld Tegen Vrouwen-campagneposter van Amnesty moet, maar ze zegt: ‘Wat mooi! Wat ben ik mooi!’ En dan gaan er nog een homo met verstand van haar en een naar mokkel met verstand van jurkjes overheen en Irma laat zich zien aan haar gezin. De kinderen moeten even wennen, maar haar man kijkt als iemand wiens Fiat Panda ‘s ochtends veranderd is in een Porsche.

Ik verheug me op Make Me Uglij. Mariska Hulscher en Irene van der Laar samen zes weken op een flatje in de Bijlmer met nét genoeg budget voor C&A, thuiskapster en Kruidvat-mascara. En nét genoeg Bollini (of hoe heet die goedkope alcoholisten-Martini ook weer) en shag om in leven te blijven. Nog wat snackbarvoedsel erbij en kijken hoe lang zij nog mooi zijn. Mooi zijn komt niet van binnenuit. Ja, een beetje.

Mooi zijn kost aandacht. En tijd. En geld. In die volgorde. Irma had gewoon eerst langs een goeie kapper moeten worden gestuurd, en een lekkere styliste en een goed poederloeder. Dan kan je de hele operatie laten zitten. Aandacht. TLC. DAT VERKOPEN ZE NIET, IN DE KLINIEK. ACH. MISS Naturel. Als ik heel eerlijk ben was ik stiekem toch gestreeld toen de al te gladde Robert Schoemacher op samenzweerderige toon in een Hilversumse kleedkamer aan me vroeg: ‘Zeg…wie heeft jouw lippen gedaan?’