Mijn familie woonde in Amsterdam, in de Joodse buurt, hoewel dat oorspronkelijk helemaal geen Joodse buurt was. De Nederlandse bevolking kende het woord ‘rassenscheiding’ niet eens en iedereen kon wonen waar hij wilde. Ongeacht religie of geloof. Maar in 1941, tijdens de Duitse bezetting van Nederland, besloten de Duitsers dat alle Joden in Amsterdam-Oost bij elkaar moesten gaan wonen.
In februari 1941 hielden de Duitsers een razzia op het Waterlooplein als vergelding voor de moord op een Nederlandse naziofficier tijdens een ruzie een dag eerder. Vierhonderd mannen werden opgepakt en in vrachtwagens geladen. Onder hen was helaas ook mijn vaders neef, Simon. En hoewel er geruchten de ronde deden, hadden we geen idee waar ze hem naartoe gebracht hadden. Totdat mijn vader in mei 1941 een ansichtkaart ontving met het poststempel ‘Mauthausen’ erop. Simon schreef:
Lieve Maurice en familie,
Ik zit in Mauthausen en het werk is niet slecht.
Ik hoop dat alles goed is met jullie.
Doe s.v.p. de groeten aan Doozeman.
Leeft Spitty nog?
Simon