Toen stond oom Paco op. Hij had contact opgenomen met de Verenigde Staten en de andere vreemde mogendheden, die reeds uitdrukking hadden gegeven aan hun voornemen, het nieuwe regime te erkennen. De stappen die hij had ondernomen hadden tot gevolg gehad dat de vorm van de erkenning herzien zou worden. Daar het presidentschap van Manuel Villegas niet langer bestond, zou de voorlopige regering onder leiding van don Tomas worden erkend.
Gemompel van tevredenheid. Daarna werd de hoofdcommissaris van politie verzocht zijn rapport uit te brengen. Dit voegde
niet veel toe aan wat ik al eerder van don Tomas had gehoord. Tot dusver was niet komen vast te staan wat pater Bartolomc die dag had gedaan. Gisteravond echter had hij zwaar gedronken en scheen ‘zwaarmoedig’ te zijn geweest.
Van mij werd een officiële bevestiging verlangd van de ziekenhuisverklaring dat de dood het gevolg was van schotwonden en van niets anders. De dood was ingetreden toen ik bij hem in de ambulance zat. Gemompel van medeleven.
Toen was de veiligheidsofficier aan de beurt. Ik benijdde hem niet om het kruisverhoor waaraan hij werd onderworpen. Waarom was de ladder naar het dak nog niet weggehaald? Omdat de televisiemensen van wie de ladder was het te druk hadden gehad met het installeren van de apparatuur voor de aankomst in het presidentiële paleis. Waarom was er dan niet voor gezorgd dat er bewakingspersoneel op het dak was? Geen antwoord. Na verdere aandrang betoogde hij dat ook hij met personeelstekort te kampen had.
En nu die ruzie tussen don Manuel en pater Bartolomé gistermorgen... waar ging die over. Hij wist het niet precies, maar ze hadden pater B. dreigementen horen uiten tegen de president. Op verzoek van dona Julia had de wacht bevel gekregen hem te verwijderen. Was pater B. dronken geweest? Mogelijk, maar moeilijk te zeggen. Wat waren dat voor dreigementen geweest die hij gehoord had? Pater B. had don Manuel gedreigd met eeuwige verdoemenis.
Nadat hem opgedragen was een schriftelijk rapport te maken, mocht hij gaan.
En op dat punt begon de situatie op mijn lachspieren te wer-ken. Misschien aangewakkerd doordat de veiligheidsofficier in zijn haast om weg te komen bijna op de gladde marmeren vloer tegen de vlakte ging.
In de grimmige stilte die volgde stond El Lobo op.
Het eerste ogenblik herkende ik hem niet, en vele anderen evenmin, denk ik. Hij was gekleed als een zeer correct jong zakenman.
‘Minister, ’ begon hij beleefd, ‘staat u mij toe enige opmerkingen te maken over de getuigenverklaringen die we zoeven hebben gehoord? ’
‘Zeker. ’ Don Tomas wendde zich tot ons. ‘Don Edgardo Cana-les is hier aanwezig als aanstaande onderminister van Staatsveiligheid. ’ Met een blik bracht hij het ongelovige gemompel tot zwijgen. ‘Ik neem aan dat we in een zaak als de onderhavige allen
zeer benieuwd zijn te horen wat El.. - hij herstelde zich nog bijtijds - ‘wat don Edgardo ons te zeggen heeft. ’
Er was er maar éen die giechelde. Hij oogstte verontwaardigde blikken.
‘Ja, don Edgardo? ’
‘Met alle verschuldigde eerbied, minister, ’ zei El Lobo ernstig, ‘maar er klopt niets van al deze getuigenverklaringen. Want wat worden wij geacht te geloven? ’
We wachtten tot hij het ons-zou vertellen. Dat deed hij.
‘Gisteren was pater Bartolomé dronken en zocht ruzie. Het zou me verbazen als er iemand onder de aanwezigen hier was die dit iets ongewoons zou vinden. En gisteren had hij natuurlijk in zijn eigen ogen een extra reden om ruzie te zoeken. Hij dreigde dus met eeuwige verdoemenis. Heren, ik heb hem wel eens nog heel wat ernstiger dreigementen horen uiten. Ik heb hem een winkelier horen bedreigen met brandbommen. De man had bezwaar gemaakt zich een buitensporig bedrag te laten afpersen in ruil voor de bescherming van de goede pater. ’
Je kon nu een speld horen vallen. Hij ging verder.
‘Pater Bartolomé was een zestigjarige alcoholist die vaak moeite had om op zijn benen te staan. Heeft een van u de bewuste ladder gezien waarmee het televisieteam naar het dak klom? Ik wel. Hij staat bijna loodrecht. U wordt dus geacht te geloven dat deze bejaarde alcoholist niet alleen deze ladder op klom, maar daarbij ook nog een automatisch geweer van zeker drie kilo meezeulde. U wordt verder geacht te geloven dat hij daarna een serie van vijf schoten loste op een afstand van meer dan honderd meter en nog wel op een bewegend doelwit, en dat ieder schot nog raak was bovendien. ’ Hij keek naar mij. ‘Dokter, wat was de middellijn van de verwonding? ’
‘Moeilijk precies te zeggen, ’ zei ik. ‘Ik meen dat dit type kogel een explosieve uitwerking heeft bij het treffen. Een centimeter of dertig. ’
‘Voor een hijgende alcoholist die probeert qp een bewegend doel te richten een verbazingwekkende prestatie, heren. Ik kan het niet geloven, maar laten we eens even aannemen dat hij het ongelooflijke volbracht heeft. Wat verder? In zijn witte soutane en nog steeds met het geweer bij zich daalt hij snel de ladder weer af en verdwijnt, om later vier kilometer verder teruggevonden te worden met de revolver waarmee hij zich door het hoofd heeft geschoten nog in de hand. Hoe kon hij wegkomen? Zelf kon hij niet autorijden. Wie heeft hem dan gereden? Dezelfde
persoon die hem zijn geweer afnam en hem daarvoor in de plaats de revolver gaf waarmee hij zich van kant kon maken? ’
Hij ging zonder verder een woord zitten.
Don Tomas wachtte of er nog iemand anders was die iets wilde zeggen en sprak toen. ‘Dank u, don Edgardo, maar waar stuurt u eigenlijk op aan? Dat we een commissie van onderzoek instellen? ’
El Lobo stond opnieuw langzaam op. Even namen de visse-ogen ons allemaal op alsof we een school kleine visjes waren die het opvreten nauwelijks waard waren.
‘Een commissie van onderzoek, zeer zeker minister. Maar alleen wanneer deze commissie opdracht heeft om naar de mogelijkheid van een hele samenzwering te speuren. Een onderzoek naar hoe het mogelijk is geweest dat die arme, zatte, dwaze Bar-tolomé dit helemaal alleen gedaan kon hebben, zou weinig waarde hebben. ’
‘U spreekt van een samenzwering, maar een samenzwering door wie? ’
‘Vanzelfsprekend, minister, kan ik in dit stadium geen directe bewijzen op tafel leggen, ik heb alleen vermoedens. Ik denk dat het onderzoek het meest vruchtdragend. zal zijn wanneer het zich richt op de gangster-partners van de overleden pater Bartolomé. ’
Het was een knap staaltje van onbeschaamdheid. Ik kon een golf van bijval door de vergadering voelen gaan. Nu hadden ze dan wat ze al zo lang hadden willen hebben: een voorwendsel om met de Bartolomé-bende af te rekenen. Een commissie van onderzoek zou dat zaakje fluks klaren, en don Edgardo, de veelbelovende nieuwe ster, zou stellig deel uitmaken van de commissie.
Het was echter opmerkelijk te zien hoe ze hem na afloop van de vergadering allemaal meden. Hij zou ongetwijfeld zijn nut heb-pen, maar het bleef uitkijken geblazen met hem. Je sloot geen vriendschap met de rattenverdelger. Hij stond helemaal alleen toen ik naar hem toe kwam.
‘Gefeliciteerd, ’ zei ik.
‘Waarmee dokter? ’
‘Een heel fraaie prestatie. Twee vliegen in éen klap, zoals de generaal al predikte. En natuurlijk ook gefeliciteerd met uw benoeming. Ik heb nog geprobeerd om Posterijen en Telecommunicatie voor u te krijgen, maar ik denk niet dat het u veel kan schelen. ’
‘Posterijen en telecommunicatie? ’ Hij grijnsde. ‘U had toch niet
verwacht dat ze daarin zouden trappen? ’
‘Waarom niet? Als machtbasis is het ongevaarlijk. ’
‘Iets dat je kunt in- en uitschakelen, stopzetten en weer op gang brengen, is nooit ongevaarlijk. ’
‘Misschien niet. Maar er is nog iets. In St. Paul heb ik u er al voor gewaarschuwd. ’
‘Ja? ’
‘U bent te dik. Er moet minstens twee kilo af. Ik meen het. Iemand die zo’n kort laddertje opklimt hoort niet te hijgen, ook al draagt hij een soutane en zeult hij een geweer mee. ’
De visseogen stonden onbeweeglijk. ‘Wat neem jij een risico’s, Ernesto! ’ zei hij zachtjes. ‘Stel dat ik je au sérieux zou nemen? ’ ‘Waarom zou je niet? Ik dacht dat het je misschien wel plezier zou doen te horen dat je keurig op tijd was. Don Manuel had gehoord dat de generaal verdwenen was en trok zijn conclusies. Jij stond als eerste op de lijst. Hij dreigde mij ook. Als ik had geweten hoe ik je had kunnen bereiken, was ik je komen waarschuwen. ’
Hij keek me bijna medelijdend aan. ‘Er zal nooit een samenzweerder uit je groeien, Ernesto. ’
‘Nee? ’
‘Ter wille van wie dacht je dat ik het deed. Van jou? Op het moment dat hij hoorde dat generaal Escalón ontvoerd was, waren we allemaal ten dode opgeschreven. Iedereen op de lijst: ik, jij, Paco en de generaal. De generaal kende het klappen van de zweep. Vertelde me dat hij ging onderduiken zodra we hem vrij zouden laten. Je kunt zeggen wat je wilt van wijlen don Manuel, maar hij was niet op zijn achterhoofd gevallen. De moeilijkheid voor hem was dat hij, als de achtenswaardige nieuwe president en met aller ogen op zich gevestigd, geen gelegenheid had om een privémoordbrigade te formeren. Dat soort organisaties vergt tijd en een grote zorgvuldigheid bij het selecteren van de medewerkers. Hij zou binnen een paar dagen onder het gajes van Bartolomé stellig wel gevonden hebben wat hij zocht en voor een tussenpersoon hebben gezorgd om zichzelf te dekken, maar hij kon niet overhaast te werk gaan, hoe graag hij ook gewild zou hebben. Dus, zo lang hij niet handelend kon optreden, moest hij het met bravoure doen. Daarom dreigde hij jou. ’
‘Jij zult al deze dingen wel weten. Je bent tenslotte onze expert. ’
Hij knikte afwezig. ‘We zien elkaar gauw weer, denk ik. Hier of op de begrafenis. ’
Eind van het plechtig-opgebaard-liggen van Villegas. Mis in de kathedraal. Monseigneur Montanaro als voorganger.
Dona Julia aan de arm van oom Paco. Op haar verzoek liep ook ik bij de familiegroep. De drie kinderen waren gisteren per vliegtuig overgekomen... het meisje en de jongste zoon uit Mexico City, de oudste zoon uit Los Angeles, Deze jongen sloot zich bij mij aan. Als ik hem sympathiek had gevonden, zou dat misschien pijnlijk zijn geweest... ik zou mezelf in hem teruggezien kunnen hebben. Maar daar hoefde ik niet bang voor te zijn. Hij was helemaal niet overstuur, alleen maar uit zijn humeur. Het enige waar hij naar verlangde, was zo spoedig mogelijk naar Ca-lifornië terug te gaan.
‘Zou ik maandag weer weg kunnen gaan, denkt u? ’ vroeg hij.
‘Tja... ’
‘U zit toch ook in de regering, is het niet? ’
‘Minister van Onderwijs. ’
‘O hemel. Mijn vader zal u zeker wel hebben verteld dat hij mij naar het m i t wilde sturen? ’