10

Het regent. Vroeger kon een regenachtige dag mijn humeur dusdanig beïnvloeden dat ik geen letter op papier kreeg, behalve als ik een deadline had. Het is nu precies twee weken geleden dat ik Lorenzo vertelde dat hij de vader van Madz is. Sindsdien voel ik me zo schandelijk gelukkig dat zelfs deze regen- en onweersbui me niet kunnen deren.

Tony, één van de ‘medewerkers’ van Lorenzo, rijdt me naar de coffeeshop van Sarah terwijl de regen uit de hemel klettert. Lorenzo en Madz zijn samen naar Navy Pier. Volgens Lorenzo is dat de hemel voor kinderen. Madz had er in ieder geval veel zin in.

Tony rijdt dezelfde parkeergarage in als waar Lorenzo een paar weken geleden de Porsche parkeerde en niet veel later houdt de brede kleerkast de deur naar de Lucky’s coffee voor me open. Het is er druk. En daar baal ik meteen van, want ik had gehoopt even met mijn beste vriendin te kunnen praten.

‘Hé, Mar, daar ben je!’ Sarah draagt een allerliefst jurkje met bloemetjes erop. Bij ieder ander zou ik het hopeloos tuttig vinden staan, maar bij haar niet. Het staat haar juist super. ‘Kom, we gaan boven zitten. Luciano redt zich wel.’

‘Maar, het is hartstikke druk!’ Ik volg Sarah de smalle trap naar boven.

‘Maak je geen zorgen. We hebben af en toe een student die bijspringt.’

Niet veel later zitten we aan de kleine keukentafel.

Sarah heeft thee gezet. ‘Zo, ik dacht, het is hoog tijd om bij te kletsen en wat in te plannen. Ik wil je nog graag de Cloud Gate laten zien. Of heeft Lorenzo je al meegenomen?’

‘Nee, nog niet. Waarom gaan we niet met z’n vieren? Lucia wil vast op Madz passen en hebben wij een leuk uitje.’

‘Ik ben voor!’ Mijn beste vriendin is helemaal in een jubelstemming. Nu is ze dat sinds ze met Luciano gaat eigenlijk altijd wel. Niet dat ze daarvoor vaak chagrijnig was, maar het lijkt wel alsof haar hele leven makkelijker en luchtiger is geworden.

‘Hoe doe je dat toch?’ zeg ik.

‘Hoe doe ik wat?’ Ze neemt een slok thee en trekt het elastiekje dat haar verwilderde paardenstaartje bij elkaar hield, uit haar haren. De regen tikt zacht tegen de lange, smalle ramen van de woonkamer. Het klinkt gezellig.

‘Je lijkt zo gelukkig.’

‘Dat ben ik ook! Mijn moeder is sinds lange tijd gezond, ik heb de leukste, lekkerste en liefste man die er bestaat, mijn vader doet zijn best om onderdeel van mijn leven uit te maken en mijn beste vriendin is hier, in Chicago. Wat wil ik nog meer?’ Haar hele gezicht licht op.

‘Weet je, de afgelopen twee weken heb ik me net zo gelukkig gevoeld als jij eruit ziet…’

‘Maarrr…? Is er iets met Lorenzo?’

Ik staar naar mijn thee die nog te heet is om te drinken. Voor mij in ieder geval. Hoe Sarah dat doet, mag Joost weten. ‘Waarschijnlijk is het niets.’

‘Kom op, vertel.’ Sarah trekt het koekblik open dat op de tafel ligt en duwt me een koekje bedekt met chocolade onder de neus. Ik neem het dankbaar aan en neem een hap.

‘Lorenzo is de laatste dagen wat afwezig. En vanochtend zei hij dat hij binnenkort een paar dagen weg moet, maar hij kon niet zeggen waarheen.’

Sarah steekt haar hand op om me te onderbreken. ‘Hier moet je denk ik niet te veel over nadenken al helemaal niet door gaan vragen. Het zal met het werk te maken hebben en geloof me, daar wil je helemaal niets van weten.’ Haar gezicht krijgt een trieste uitdrukking. Gedachteloos neemt ze een hap van het koekje.

‘Daar heb je gelijk in. Ik wil dat ook niet weten. Maar ik ben zo bang dat het met John te maken heeft.’ Mijn vingers spelen met het volle glas. Bijna glipt het omver. Ik kan het nog net tegenhouden. Een hete drup water spat over de rand, precies op de knokkel van mijn duim. Ik steek het brandende plekje in mijn mond ter verlichting.

‘John?’

Ik buig iets naar voren over de tafel. ‘Het komt door iets wat Lorenzo een tijdje geleden zei. Hij zei dat hij John zou vermoorden.’ Ik fluister de woorden over de tafel. ‘En Antonio maakte een tijdje geleden ook een opmerking over dat hij me wel kon helpen om mijn probleem met John op te lossen.’

Sarahs mondhoeken trekken naar beneden. ‘Dat soort acties kan ik niet goedkeuren.’

‘Nee, ik ook niet!’

‘Heb je Lorenzo ernaar gevraagd?’

Ik schud mijn hoofd.

‘Heb je nog iets van John gehoord de laatste tijd?’

Weer schud ik mijn hoofd. ‘Volgens mijn moeder is hij niet meer in onze straat gesignaleerd. Ze heeft gevraagd of de buren een oogje in het zeil wilden houden toen ik plotseling vertrok.’ Ik haal mijn schouders op. ‘Het zegt niets. Wie weet wat hij in zijn schild voert.’ De gedachte om voorgoed van John verlost te zijn is wel een hele fijne. Maar ik wil niet dat Lorenzo iemand vermoordt.

‘Hij heeft het vast opgegeven. Hij moet toch ook verder met zijn leven? Wat zou hij willen dan? Jou terug?’

‘Hij wil terug wat van hem is.’ De rillingen lopen opnieuw over mijn rug als ik terugdenk aan die middag op het schoolplein, wat nu alweer eeuwen geleden lijkt.

Sarah sluit haar ogen. ‘Als dat zo is, dan mag hij oppassen.’ Ze slaat haar wimpers op en kijkt me recht aan. ‘Heel erg oppassen.’

De rillingen op mijn rug vermenigvuldigen zich.

 

Madz is vol enthousiaste verhalen als hij samen met Lorenzo thuiskomt. Ik lig aan het zwembad met een boek. De regen heeft plaatsgemaakt voor een heerlijk zonnetje. Ik kan mijn aandacht amper bij Madz’ verhalen houden. Sarahs uitspraak houdt me teveel bezig. Zij kent deze familie langer en beter dan ik. Zouden ze in staat zijn John te vermoorden? Ik weet het antwoord op die vraag eigenlijk wel. Maar zouden ze het echt doen?

Mijn blik valt op Lorenzo die aan komt sjokken. Hij heeft een wit hemd aan met daarover een loshangend overhemd. Zijn gespierde benen knappen bijna uit de strakke, korte spijkerbroek. Hij drukt een kus op mijn mond die ik gretig accepteer. Madz praat onverstoorbaar verder. Inmiddels weet hij dat ik en Lorenzo elkaar van vroeger kennen en dat we verliefd zijn. Hij is er aardig nuchter onder als je het mij vraagt. Wat hij wel meteen wilde weten was of we hier dan zouden blijven. Ik heb geantwoord van niet en dat hij sowieso na de zomervakantie zijn vriendjes weer terug zou zien. Het stelde hem gerust. Ik weet dat hij het hier fantastisch vindt, net als ik. Maar hier wonen is wel een heel grote stap.

Om eerlijk te zijn heb ik geen idee hoe Lorenzo en ik het gaan aanpakken na deze zomervakantie. We hebben het er niet over gehad, alsof we allebei het onderwerp niet goed durven aansnijden.

‘Zullen we vanavond uit eten gaan?’ Ik wrijf over Lorenzo’s rug als hij bij mij op het ligbedje gaat zitten.

‘Nee, lukt niet.’ Hij schopt zijn slippers uit. ‘Werk.’ Over zijn gezicht glijdt een donkere gloed en ik weet dat ik niet verder moet vragen.

‘Ok, jammer. Morgen?’

Hij knikt afwezig en stroopt zijn broek van zijn benen. Daaronder draagt hij een strakke boxer van Calvin Klein.

‘Weet je, ik heb sinds ik hier ben helemaal niets van John gehoord.’ Het scheelt dat ik hem heb geblokkeerd, maar dan nog. Met een nieuw telefoonnummer kan hij dat omzeilen. Ik peil Lorenzo’s reactie.

Zijn gezicht blijft uitdrukkingsloos als hij me aankijkt. ‘Mooi, want als die klootzak hier voet aan de grond zou zetten, gaat hij eraan.’

Ik slik moeizaam en bid van ganser harte dat John er niet achterkomt waar ik ben. Want dat hij me hierheen zou volgen, is zeker.

‘Wanneer moet je ook alweer een paar dagen weg?’

‘Zaterdag.’ Lorenzo is gaan staan en doet zijn overhemd uit. Daarna zijn hemd. ‘Maar maak je geen zorgen. Tony en nog wat mannetjes blijven hier. Er kan je niets gebeuren.’

‘Weet ik.’ Ik bijt op mijn lip.

Lorenzo ziet het en gaat weer zitten. ‘Wat wil je me vertellen?’

‘Niets, hoor.’

Hij houdt zijn hoofd een beetje schuin. ‘Marina, je vergeet dat ik je langer ken dan vandaag.’ Met zijn wijsvinger streelt hij de blote huid van mijn bovenbeen. ‘Kom, op vertel. Of moet ik het uit je martelen?’ Hij grinnikt terwijl zijn hand steeds verder naar boven glijdt.

Ik hou hem tegen en kijk vlug om me heen. ‘Ons kind is daar, weet je nog?’ Ik wijs met mijn hoofd naar het zwembad, naar een spetterende Madz die alleen aandacht heeft voor zijn nieuwe nerfpistool en niet voor ons.

Lorenzo trekt zijn hand terug. ‘Kom op, vertel nou. Ik zie toch dat je ergens mee zit?’

‘Oké, oké, dan. Ik was bang dat het iets met John te maken had dat je de komende dagen weg moet.’

Loreno’s wenkbrauwen schieten omhoog. ‘Ik zou niets liever willen dan die gozer zijn hart uit zijn borst rukken en hem begraven in een afgelegen greppel. Maar mijn plannen voor dit weekend staat daar los van.’

Ik haal opgelucht adem. ‘Ok, gelukkig. Weet je, vóór John wist ik niet eens hoe het voelde om iemand te haten. Nu wel.’ Erover praten maakt me zelfs onrustig en ik adem diep in en uit. ‘Maar ondanks dat wil ik niet dat je hem iets aandoet.’

Zwijgend kijkt hij me aan.

‘Lorenzo? Kom nou,’ roept Madz vanuit het water.

‘Dat kan ik niet beloven, Marina.’ Met die woorden gaat hij staan. Hij neemt een aanloopje voordat hij het zwembad induikt.

 

‘Hé, Mar.’ Lorenzo’s brommende stem klinkt achter me.

Ik draai me verrast om terwijl ik de douchekraan uitdraai. ‘Hé. Ben je nog niet weg? Geef me eens een handdoek, wil je?’ Ik duw de schuifdeur open en steek mijn hand uit.

‘Waarom? Je bent mooier zonder.’

‘Lorenzo.’ Ik probeer zo streng mogelijk naar hem te kijken.

‘Oké, oké.’ Hij geeft me een dikke, witte handdoek aan die ik dankbaar om me heen sla.

‘Ik heb vijf minuten...Zal ik er bij je onder komen?’

Ik droog mijn benen af en schud mijn hoofd zonder hem aan te kijken. Zijn woorden van vanmiddag zitten me absoluut niet lekker.

‘Waar is Madz?’

‘Die zit op zijn kamer met de Nintendo DS. Hij zal ons niet storen.’

Ik schud mijn hoofd nogmaals. Madz weet dat Lorenzo en ik iets hebben, maar ik wil absoluut niet dat hij dingen van ons seksleven meekrijgt. Iedere ochtend maak ik Lorenzo wakker en stuur hem naar zijn eigen woning. Tot nu toe heeft hij dat zonder morren gedaan.

Lorenzo doet een stap naar me toe en legt zijn handen op mijn heupen.

Het voelt lekker en ik heb stiekem spijt van mijn weigering om samen te douchen. Ik trek de handdoek iets strakker om mijn lijf. ‘Wat?’ vraag ik.

‘Ik wilde je gewoon nog even zien voor ik ga.’ Hij trekt me naar hem toe en drukt voorzichtig zijn lippen op die van mij.

‘Ik weet dat het voor mijn eigen veiligheid is, maar ik wou dat je me kon vertellen wat je moet doen vanavond. Ik krijg de indruk dat er veel vanaf hangt. Net als van dat tripje die je zaterdag moet maken.’ Ik pak een kleinere handdoek van de stapel en wikkel die om mijn hoofd.

‘Ik kan het je niet vertellen. Maar je hebt gelijk dat er veel vanaf hangt. Heel erg veel. Als dit lukt dan…’ Zijn ogen glimmen. De duisternis verdwijnt naar de achtergrond.

‘Dan wat?’

‘Vanavond! Ik vertel wat ik kan vanavond. Als ik terug ben. Ik beloof het.’ Hij laat zijn handen van mijn heupen glijden en pakt mijn beide handen vast. Hij drukt er kleine kusjes op, draait zich dan om en glipt door de badkamerdeur naar de gang. Ik hoor hem Madz groeten. Dan hoor ik de deur open en dicht gaan. Hij is weg.

Ondanks zijn vrolijke bui, kan ik niet voorkomen dat een naar gevoel door mijn lichaam kruipt. Ik probeer het van me af te schudden maar het lukt niet. Kan ik hem geloven? Heeft dit allemaal echt niets met John te maken?

Op dat moment bliept mijn telefoon. Ik pak mijn toestel van de wastafel. Een whatsappbericht. Ik zie alleen een nummer. Mijn ogen vliegen over de letters.

Goedenavond Marina,

Heb je me gemist? Ben je fijn vakantie aan het vieren in Chicago? Ik zag dat je al een heerlijk bruin kleurtje door de zon hebt gekregen. Pas op dat je niet verbrandt! We zien elkaar snel.

Onder zijn woorden staat een emoticon die een kusje geeft.

Vanbinnen word ik ijskoud.

John is hier.