55

‘Hoe snel kan het gaan? Ruim een week geleden nog in het nieuws als gegijzelde van Al Qaida in de Maghreb, vandaag de vrouw die onze premier, Thomas Tack, heeft ontmaskerd. Met trots presenteren wij straks na het Journaal en de reclame een exclusief vraaggesprek met de sensationele Fiona Duijnwyck, oud-diplomaat, oud-journalist bij Het Handelsblad. Vandaag zorgde zij met één spectaculaire onthulling voor een politieke aardbeving in Den Haag.’

Ze voelde de camera in haar gezicht priemen. Hopelijk deed de grime zijn werk. ‘Je ziet wat moe, kindje,’ had de grimeuse gezegd. ‘Zware tijd achter de rug?’

Ze had de oranje sjaal van Robert Rock losjes om haar schouders gehangen. Het was bloedjewarm. Waar kon ze ook weer het best haar handen laten, voor zich, op tafel? Uitkijken dat ze niet met de armen over elkaar ging zitten. Te defensief. En die mondhoeken omhoog! Kom op, ze moest de spanning van zich af gooien. Niet te bescheiden overkomen.

De openingstune galmde nu door de warme studio. Een paar knappe jonge vrouwen in korte rokjes deden nog hun laatste onduidelijke dingen, voordat zij schielijk uit het schootsveld van de camera’s verdwenen. De twee gastheren richtten zich meteen tot haar, de hoofdgast van vanavond.

‘Mevrouw Duijnwyck, we beginnen bij u, uiteraard zou ik zeggen. U hebt vandaag een artikel gepubliceerd in Het Handelsblad, waarin u premier Thomas Tack beschuldigt van pedofilie. Een keiharde beschuldiging, mogen wij wel zeggen. Pedofilie op zich is al onvergeeflijk, voor Tack is het des te penibeler omdat zijn partij van bestrijding van seksueel misbruik van minderjarigen zo’n enorm campagnepunt heeft gemaakt. Maar kunt u ook aantonen dat uw verhaal klopt?’

Ze voelde de spanning uit haar ledematen trekken. Ze verkneukelde zich. De oudere presentator, linkse praatjes maar een moddervet inkomen, was een goede vriend van de christelijke premier. Ze gingen elk jaar samen skiën.

‘Dat kan ik zeker aantonen. Ik beschik over fotografische bewijzen. Ik vind het alleen onkies om die foto’s te publiceren, vooral voor de slachtoffers trouwens, die destijds een jaar of dertien waren en nu in de veertig zijn. Maar de foto’s zijn eerlijk gezegd ook een affront voor de goede smaak en voor de goede zeden. Ik heb digitale kopieën van alle elf foto’s die in mijn bezit zijn naar het ministerie van Algemene Zaken gestuurd. En ik heb uiteraard al het bewijsmateriaal laten zien aan de hoofdredactie van Het Handelsblad.

Ze zou vanavond verzwijgen welke inspanning ze had moeten leveren om de hoofdredacteur zover te krijgen dat hij overging tot publicatie. Het maandelijkse kopje koffie met de premier op het Catshuis woog voor hem bijna zwaarder dan deze oerendharde waarheid. Dat ze ooit met deze lafaard met zijn intellectuele diepzinnigheden het bed had gedeeld, bah. Ook zou ze verzwijgen dat ze samen met de foto’s een kopie van de afscheidsbrief van Sam aan Tack had gestuurd, voor haar een belangrijker bewijs van de verdorvenheid van de premier dan dat sneue gedoe bij de waterval van Aïn Draham.

‘Dus u gaat in deze uitzending de foto’s niet laten zien?’

‘Dat was ik niet van plan, nee. Maar mocht de heer Tack niet snel zijn aftreden aankondigen, dan zal ik mij vrij voelen om ze morgen alsnog te publiceren.’

‘Wij begrepen net van onze verslaggever in Den Haag dat er nog druk overleg gaande is in het Torentje, wat vindt u daarvan?’ zei de oudere presentator.

Ze registreerde de grote vochtplekken onder zijn oksels. Was hij zo zenuwachtig over het lot van zijn vriend?

‘Ik vind daar niet zoveel van. De uitkomst van die besprekingen kan niet anders zijn dan dat Tack zijn ontslag aankondigt, lijkt me. Maar misschien denkt u daar anders over, als huisvriend van onze premier?’

De jongere presentator, die ook al de vijftig was gepasseerd en er zo van dichtbij vrij verlopen uitzag, nam het snel over. Hij had haar uitgebreid staan keuren toen ze de studio was binnengewandeld. Van zijn paarse overhemd met grote kraagpunten stonden de drie bovenste knoopjes open. Zijn baard was een dag of drie oud, en grijsde al aardig.

‘Mevrouw Duijnwyck. Toen premier Tack zijn misstap beging was hij een dertiger. We hebben het in zekere zin over een jeugdzonde. En die jongetjes, u weet zelf ook hoe snel ze in dat soort landen een volgroeide indruk kunnen maken.’

‘Dus u keurt zijn gedrag goed? Hij mag van u gewoon blijven zitten?’

‘Nou eh, ik speel een beetje advocaat van de duivel.’

‘Zeg dat wel ja, van de duivel. En die duivel, die heet Thomas Tack. Iemand van in de dertig die jongetjes van dertien bepotelt. Daarvoor is wat mij betreft geen enkel excuus. En ik neem aan dat de kiezer er straks ook zo over denkt.’

Had Sam dit maar kunnen meemaken.

Het publiek moest besmuikt lachen, een bescheiden applaus volgde. Maar ze vroeg zich af waarom ze eigenlijk op de uitnodiging was ingegaan om zich door deze twee door geld, kijkcijfers en dubieuze vriendschappen gecorrumpeerde oude mannen te laten ondervragen.

De oudste van de twee nam het weer over. ‘U bent de afgelopen weken in Tunesië geweest. Was u doelbewust op zoek naar de foto’s?’

‘Helemaal niet,’ loog ze. ‘Ik zou een stuk schrijven voor Het Handelsblad over de gevolgen van de Arabische Lente voor de gewone Tunesiërs. Maar kort voor mijn vertrek kreeg ik een aanwijzing die mij een minuscuul spoor bood naar de daders van een moord van meer dan twintig jaar geleden. Het betreft de moord op mijn collega en goede vriend Jan Willem Bouman op 27 februari 1991, de laatste dag van de Golfoorlog, die ten doel had Koeweit te bevrijden van Saddam Hoessein. Die moord is nooit opgehelderd. Ik werkte toen nog op de ambassade in Tunis, waar Bouman ambassaderaad was. Ik ben achter die tip aangegaan, uiteraard.’

‘En u hebt in Tunesië de ware toedracht ontdekt?’

‘Ja, wat er met Jan Willem Bouman is gebeurd, werd mij daar wel zo’n beetje duidelijk. Alleen had ik het bewijs nog niet.’

‘Heeft de moord op Bouman ook met de avontuurtjes van Tack te maken?’ vroeg de oudste presentator. Hij nam tot haar irritatie het woord ‘pedofilie’ niet in de mond. ‘Avontuurtjes’ klonk een stuk onschuldiger, als iets wat je een echte man nu eenmaal gunt.

‘Ja, er is zeker een direct verband tussen de pedo-activiteiten van Tack en de moord op Jan Willem Bouman. Maar de details en finesses hou ik nog voor me. Politie en justitie zijn uiteraard op de hoogte. Morgen treft u veel meer informatie over de moord op Bouman en de betrokkenheid van Tack daarbij in Het Handelsblad.’

Ze was gelukkig een flinke gage overeengekomen met de hoofdredacteur.

‘En hoe bent u dan aan de foto’s gekomen? Elf zijn het er, nietwaar?’

‘Ook dat is een lang verhaal, dat ik nu nog niet ga vertellen. Dat bewaar ik voor mijn boek, waarvoor ik vandaag een contract heb getekend. Tunis is de werktitel. Over twee maanden moet het in de winkel liggen.’

‘Is er al nieuws uit Den Haag?’ De presentatoren wendden zich van haar af en draaiden zich om naar het grote scherm achter hen, waarop een bekende Haagse verslaggever in beeld verscheen.

‘Jazeker is er nieuws, scherp van de snede.’

Altijd goed in clichés, onze Haagse reporters, dacht ze.

‘Zojuist is namelijk bekend geworden dat Thomas Tack per onmiddellijk aftreedt als premier en ook terugtreedt als partijleider van de Christelijke Alliantie. In een schriftelijke verklaring laat hij weten niet meer als geloofwaardig boegbeeld van Nederland en zijn partij te kunnen functioneren. Hij is onderweg naar de koning om zijn ontslag aan te bieden. Hij zou komende week de koning en de koningin vergezellen op hun staatsbezoek aan de Verenigde Staten, dat over drie dagen begint. Of hij dat als demissionnair premier zal doen, is onbekend. Het lijkt onwaarschijnlijk.’

‘Komen er nieuwe verkiezingen?’

‘Dat kan niet anders. Ik hoorde net dat ook alle ministers van de Christelijke Alliantie opstappen. Dat is trouwens nog niet bevestigd. Het gaat allemaal zo snel.’

‘En een strafzaak tegen Tack, is dat mogelijk?’

‘We kunnen niks uitsluiten. Al is het goed mogelijk dat de kwestie verjaard is, natuurlijk.’

‘Dat zijn ongelooflijke ontwikkelingen daar in Den Haag, Italiaanse toestanden zou ik bijna zeggen, dank zover, Jerôme op het Binnenhof, we komen later bij je terug... Mevrouw Duijn­wyck, u hebt toch maar mooi een premier naar huis gestuurd. Een premier met een uitstekende staat van dienst, die een tweede ambtsperiode bijna niet kon ontgaan.’

‘Ja? Dat valt niet te ontkennen...’

Ze liet haar blik rond de dagelijkse stamtafel van het publieke domein gaan. De mond van een van de presentatoren bewoog weer heftig, maar ze hoorde even niet wat eruit kwam. Het duizelde nog na in haar hoofd.

‘Uw reactie graag, mevrouw Duijnwyck. Wij begrijpen goed dat u enigszins beduusd bent, heel voorstelbaar. U bent natuurlijk niet iedere dag verantwoordelijk voor de val van een minister-president en wellicht zijn voltallige kabinet,’ zei de oudere van de twee.

‘En die zich wellicht voor de rechter moet verantwoorden voor betrokkenheid bij de moord op een diplomaat,’ voegde de jongere presentator er met glimmende ogen aan toe.

Ze voelde dat ze bloosde. Ze nam een slok water.

‘Hierbij zal het inderdaad niet blijven, voorspel ik u. Na publicatie van mijn artikel morgen in Het Handelsblad zal onze oud-premier wellicht ook zijn vrijheid verliezen. Tack hoort namelijk in de gevangenis, en nergens anders. De man is een gewetenloze moordenaar en landverrader, die zijn ware gezicht decennialang heeft verstopt achter een façade van christelijke naastenliefde.’

De oude presentator deed zijn mond open om haar te onderbreken, begon aan een lettergreep, maar ze denderde er nu dwars doorheen.

‘Overigens ben ik nog iets aan de weet gekomen, dat wellicht net zo choquerend is. Daarover vindt u zaterdag een groot artikel in Het Handelsblad. Op de grens van Tunesië en Algerije, in een stad die Tabarka heet, bevindt zich een kleine islamitische republiek, van waaruit moedwillig grote groepen Afrikanen naar Europa worden gestuurd, met als enig doel het destabiliseren van de Europese verzorgingsstaten. Samir B. is daar een gevierde held. Na zijn vrijlating, op last van de premier, heeft hij daar zijn heil gezocht.’

Het werd de presentator kennelijk allemaal te veel. Het spervuur aan informatie van Fiona drong niet meer tot hem door. Hij kapte haar gedecideerd af.

‘Interessant, mevrouw Duijnwyck, en zeker een volgend bezoek aan onze tafel waard, maar in het hier en nu gaat onze aandacht toch vooral uit naar het aftreden van Thomas Tack. Hoe kijken de andere gasten daartegen aan?’

Nu mocht ze zwijgen. Haar gedachten gingen terug naar wat er de dagen ervoor was gebeurd. De ontdekking, die alles had omgekeerd, in een ander perspectief geplaatst. Het perspectief van de winnaar.

In haar overvolle hoofd dreunde een opmerking van El Gouta na, de zelfbenoemde sloper van Europa. Wat hij zei over het ware leven, dat zich afspeelt achter de hekken en muren van onze eigen domeinen. Zijn oprechte dankbaarheid voor het feit dat hij zich kon omringen met zijn eigen vlees en bloed. De familie die voor alles ging. Ze staarde voor zich uit. En deed toen, tot ontzetting van de twee ijdeltuiten op leeftijd, haar microfoontje af en legde dat op tafel.

Fiona stond op en verliet, nagestaard door de verbaasde ogen van alle aanwezigen, kalm de warme studio. Het was tijd om Beer en Sammy te bellen. Het was tijd om eindelijk thuis te komen.