m.

Dan is er nog de suikerziekte. ‘Diabetes type 2. Ik kreeg het rond mijn veertigste, in 2005. Het is erfelijk bepaald, maar ik denk dat het bij mij getriggerd is door de enorme hoeveelheden vruchtensap die ik dronk: sinaasappelsap, appelsap, pakken dronk ik. Echt verschrikkelijk.

Mijn huid is nu gezond, de psoriasis is oké, maar die suikerziekte is kut. Daar ben ik tegen aan het vechten. Ik kan eigenlijk geen alcohol drinken, dat mag gewoon niet. Ik heb nu vijftig dagen geen alcohol gedronken en de eerste twee weken was mijn suiker helemaal in orde, totdat het ineens weer omhoogging. Terwijl ik gezond at, niks dronk, niks snoof! Die suiker was ineens niet meer te stabiliseren. Ongelooflijk, ik snap er niks van. Ik moet nu steeds insuline bij spuiten.

Het is een sluipmoordenaar. Je merkt in principe niks, ja, je bent een beetje moe en dan weet je dat er iets is, maar op langere termijn krijg je natuurlijk hart- en vaatziektes. Je eindzenuwen gaan stuk. Bij heel veel mensen met suiker worden hun benen geamputeerd. Dat lijkt me zo vreselijk, een nachtmerrie.

Er is een grote kans dat ik niet oud word. En er is niks aan te doen. Ja, gezond leven. Maar dan doe ik dat en dan helpt het niet. Ik ben twaalf kilo afgevallen! Mijn dokter snapt er niks van, want zoiets zou gelijk effect moeten hebben. Het is heel frustrerend. Ook omdat ik door dat diëten continu honger heb. Dat is mijn nieuwe ziekte: ik ben eetverslaafd. God, wat houd ik toch van eten. Het lekkerste wat er is. Op neuken na dan.

Ik zou op een gegeven moment kunnen zeggen: die alcohol heb ik in het eerste kwart van mijn leven niet nodig gehad, dus ik stop er maar mee. Dat je dan een keertje gek doet, maar voor de rest heel stabiel leven, goed eten, weinig drinken. Maar kom op, ik ben vrijgezel... Ik kan bovendien de aard van het beest niet veranderen. Ondanks het feit dat ik weet dat zo’n verandering mijn leven zou kunnen verlengen.’

‘Uiteindelijk is alles te herleiden naar het overmatig drankgebruik van mijn vader en het roken van zowel mijn vader als mijn moeder. We hebben allemaal problemen in de familie: suikerziekte, gewrichtsproblemen, psychische gestoordheid, noem het maar op. Ik heb dat uitgezocht, hoe kan het dat ik al die ziektes heb, want mijn opa en oma hadden geen psoriasis, geen suikerziekte. Alles komt gewoon door dat stomme roken. Daarom heb ik er ook zo’n pesthekel aan. Ik haat het. Ik heb van de week iemand weggestuurd omdat ie rookte. Heel leuke jongen, maar hij rookte en het leek daardoor wel of ik een asbak leeglikte. Gatverdamme. Dan gaat het dus niks worden. En hij wilde wel stoppen voor mij, maar dat moet je nooit doen. Dan doe je iets tegen je zin en dat blijft altijd doorsluimeren. Ga je stiekem roken en dat soort ellende. Nee, sorry dat gaat niet gebeuren.’

Mykonos, september 2015

‘Mykonos is altijd belangrijk voor me geweest. Ik heb daar zulke fijne herinneringen. Het is er zo mooi ook. Ik heb een filmpje op mijn telefoon staan, wist je dat, van de middag voor het ongeluk. Ik zit op de scooter en ik film. Zo prachtig.

Ik wilde er een weekje alleen naartoe. Even op vakantie. Daar was ik aan toe. Veel mensen vonden dat raar, ze zijn van mij gewend dat ik met mensen wegga, maar ik kan soms zo genieten van het alleen zijn. Ik heb altijd al mensen om me heen. Ik heb die ruimte soms even nodig. In mijn hoofd, in mijn hart. Zodat ik dingen een plek kan geven.’

‘Ik vloog via Londen, met British Airways. Dat was al een heel gedoe. Bijna die vlucht gemist ook, ik was echt net op tijd. Stress, jongen. Maar ik redde het en nam de taxi naar het hotel: Tharroe of Mykonos. Een prachtige suite had ik, met een waanzinnig uitzicht over die baai. Ik douchte me, friste me even lekker op, ruimde mijn spullen netjes op. Ik wist dat een heel goede vriendin van me ook op Mykonos was. We zouden die eerste avond afspreken, samen met een paar vriendinnen van haar. Ik had er echt zo’n zin in.

Ik had een scootertje gehuurd - dat is het handigst daar, in Mykonos Town, die straten zijn veel te klein voor auto’s. Eenmaal daar had ik nog een heel mooi hemd van Louis Vuitton gekocht. Het andere hemd dat ik aanhad, heb ik gewoon in de vuilnisbak gegooid. Man, ik zag er zo prachtig uit. Echt, I looked like a billion dollars.

‘Gieren van het lachen natuurlijk, met die meiden, zoals altijd. Lekker eten en daarna drinken. Veel te veel, ja, natuurlijk. We kwamen uiteindelijk in een tent terecht waar de een of andere heerlijke barman direct met me wilde afspreken. Ik zeg: “Nou, dat is goed, hoe laat ben je klaar?”

Hij zegt: “Pas om een uur of vier, vijf.”

“Hier is mijn nummer, bel me maar, ik zit hier verderop in het hotel. Kom daar maar heen.”

Dus ik had het helemaal voor elkaar, dacht ik.

Maar ik was ineens zo lam. Ik dacht: ik kan niet meer op die scooter gaan zitten. Weet je wat, ik loop lekker naar huis. Pas een paar dagen later begon ik te twijfelen: misschien had er wel iets in mijn drankje gezeten. Want ik ben normaal nooit zo lam. Ik kan echt wel drinken en ook dronken worden, maar nooit zo dat ik ontoerekeningsvatbaar ben. Die nacht was ik helemaal van de kaart. Ik heb de meiden ook gevraagd of zij die avond drugs hadden gebruikt. Ze hadden mdma genomen. Dan kan het bijna niet anders dan dat een van die meiden mij een slokje heeft gegeven. Niet met opzet, hoor, maar je weet hoe dat soort dingen gaan.’

‘Het enige wat ik af en toe nog voor me zie, is het asfalt. Weet je wel: dat ik met mijn wang op de grond lig en dat asfalt van heel dichtbij zie. Dat is het enige. Van het ongeluk zelf weet ik godzijdank niks meer. Het licht was gewoon ineens uit.

Die weg waar ik liep had geen verlichting. Het was er aardedonker. Ze zeiden dat ik was aangereden door een groot voertuig, een busje of iets. Het moet een enorme klap zijn geweest.

Degene die het gedaan heeft, is gewoon doorgereden. Ik schijn er twee uur te hebben gelegen. Levensgevaarlijk natuurlijk, ik had zo nog een keer overreden kunnen worden. Uiteindelijk ben ik gevonden door de havenmeester. Die man zag me langs de kant van de weg liggen en heeft de hulpdiensten gebeld.

Ik werd wakker op een brancard in wat later een traumakamer bleek te zijn. Ik wist niet waar ik was, wat er was gebeurd. Totale paniek. Huilen. En pijn, zo ontzettend veel pijn. Ik heb het uitgegild. Ik heb nog nooit zoiets meegemaakt. Mijn hele leven bleef maar aan me voorbij flitsen, steeds weer. Och jezus christus, als ik weer terugdenk aan die pijn...

“Relax, sir,” zei die dokter daar, “you hadan accident.” Hij vroeg me in welk hotel ik overnachtte en gek genoeg wist ik dat dus nog: Tharroe. Ze hebben dat hotel gebeld. Die mensen zullen natuurlijk ook wel ongerust zijn geweest. Het was inmiddels ochtend en waar is die man gebleven? Toch?

Op een gegeven moment kon ik met mijn rechterhand mijn telefoon pakken. Nog één procent batterij. Het enige wat ik dacht: ik moet nu Patrick bellen. Godzij dank is Pat altij d heel vroeg wakker. Hij nam direct op.

Ik zei: “Pat, ik heb één procent batterij en ik heb een ongeluk gehad in Griekenland. Bel de alarmcentrale, bel iedereen. Ik lig in een traumakamer, mijn hele linkerkant doet pijn, ik weet niet wat ik heb.”

Toen werd de verbinding verbroken. Ik heb die jongen helemaal niet meer kunnen spreken. Die was natuurlijk in totale paniek, maar hij heeft meteen de anwb Alarmcentrale gebeld.

Vlak daarna werd ik naar de gang gerold met mijn brancard. Er was een gozer binnengekomen die een of ander heel ernstig brommerongeluk had gehad. Het bloed spoot uit zijn benen, schreeuwen, het zag er verschrikkelijk uit. Die moest voor.

In dat hotel was ik de avond ervoor ingecheckt door een heel knappe gozer. Die stond plotseling naast mijn brancard. Ik heb

een pak geld uit mijn broek gehaald en ik zei tegen die jongen: “Breng me naar een ziekenhuis. Ze hebben hier geen röntgenapparatuur, ik weet niet wat er met me is, ze hebben hier niks, alsj eblieft, alsj eblieft, alsj eblieft”

Ik weet niet meer hoe ik het gedaan heb, maar ik ben met die gast naar buiten gestrompeld. Ik moest wel, het kon niet anders. Hij heeft zijn stoel naar achter geklapt, me in zijn auto gelegd en me naar een privékliniek gebracht, iets verderop. Daar hebben ze uiteindelijk foto’s genomen, daar werd ik stabiel gemaakt.

De anwb Alarmcentrale was toen ook in werking getreden. Dat ging heel snel allemaal. Zij hebben een traumavliegtuig geregeld en ik zou die avond nog van Mykonos naar Athene worden gevlogen.

Die hele vlucht, een uur lang, heeft er een man naast me gezeten die een plastic buis op mijn borst hield. Vbor als ik een klaplong zou krijgen. Dan zou hij die buis in mijn long drukken. Ik was zo bang. Had zoveel pijn. Ja, ik kreeg morfine, maar die hielp niet. Tachtig milligram, het hielp godverdomme niet. Niets hielp. Godzijdank ging dat ding niet in mijn borst, die vlucht ging goed.’

‘Dat ziekenhuis was prachtig. Het lag in Athene, aan de kust. Een waanzinnige privékliniek met prachtige verpleegsters, verplegers, mooie bedden, allemaal apparatuur om me heen.

De artsen legden het uit. Mijn hele linkerkant was zo’n beetje kapot. Mijn schouder, mijn arm, mijn sleutelbeen. Dat sleutelbeen was het allerergst. Ik heb nog nooit zoveel pijn in mijn leven gehad. Onvoorstelbaar. Mijn schouderblad was ook gebroken. Heel uitzonderlijk zei die dokter, want een schouderblad is zo sterk, dat krijg je bijna niet gebroken. Ik heb zo’n klap gemaakt...

De volgende ochtend kwamen die meiden ook nog langs. Die hadden geen idee gehad wat er gebeurd was. Die hoorden het van Patrick. Ze kwamen met z’n zessen, die bloedmooie wijven, met flessen champagne. Ze stonden nog helemaal op hun kop van het feesten, die hadden natuurlijk weer een hele nacht doorgehaald. Eén fles maakten ze zogenaamd vast aan het infuus. Ondanks mijn pijn heb ik zo hard gelachen. Och jezus, die doktoren wisten niet wat ze moesten zeggen.’

‘’s Middags ging ineens de deur open. Patrick. Stond ie daar. Aan mijn bed. Hij heeft gelijk een vlucht gepakt, daar heeft hij geen seconde over nagedacht.

Ik heb zes weken in een bed in mijn woonkamer gelegen om te herstellen. Ik kreeg tienduizenden berichtjes, er werden bloemen bezorgd, pannen soep gebracht, sushi, van alles. Meer dan tweeënhalf miljoen mensen hebben in die periode mijn Facebookpagina bezocht en lieve berichten gestuurd. Er kwamen verhalen in de media, dat ook. Dat het in scène was gezet, dat ik in elkaar was geslagen door Marokkanen. Het is verschrikkelijk. Maar al die lieve berichten hebben mij erdoorheen geholpen, hebben me sterker gemaakt. Ik was daar echt door overdonderd.

Ik ben nooit onvoorzichtig. Dat past niet bij mij. Ik let altijd zo goed op. Maar ik had hartstikke dood kunnen zijn. Dat realiseer ik me heel goed. Ik ga nooit meer alleen op vakantie, daar ben ik heel voorzichtig in geworden. Ik ben sowieso banger. Ik kijk wel tien keer om als ik over straat loop. Het kan in één keer afgelopen zijn.’

‘\brig jaar ben ik teruggegaan. Ik hoopte dat ik dingen terug zou krijgen van die avond, dat ik me dingen zou herinneren, maar dat is nooit gebeurd. Het was allemaal weg. Van het moment dat ik naar huis liep tot aan die traumakamer.

Een vriend van mij, Georgos, is eigenaar van de zaak waar ik die avond was, de Babylon. Hij vroeg me die keer of ik wilde weten wat er gebeurd was. Want een jongen bij hem achter de bar wist het. Ik schrok daarvan. Jezus christus, hoe kan dat, dat ze dat weten? Hij kwam naar me toe, die jongen. Hij vertelde dat de gast die me had aangereden een visser uit het dorp was. Een bekende, daar, en een enorme lul, want altijd dronken achter het stuur. Ook nu weer. Hij had me aangereden en is wel gestopt, maar volledig in paniek geraakt. Hij heeft een vriend van hem gebeld, een politieagent. Die is daarheen gekomen en heeft gezegd: “Ik los dit wel op.” Hij heeft die visser door laten rijden en heeft mij gewoon aan de kant van de weg laten liggen, waar ik uiteindelijk werd gevonden door die havenmeester. Daar schrok ik wel van: zoveel corruptie. Dat je niet eens de hulpdiensten belt. Wat een honden. Voor hetzelfde geld was ik hartstikke dood geweest.’

DE SCHIJNWERPERS

Het is stil in de woonkamer van Gordons Amsterdamse pied a terre. Om de zoveel minuten dendert een tram voorbij en Gordon zucht af en toe diep, dat wel. Op het aanrecht een paar lege flessen wijn en wat afwas van gisteravond; een bespreking met wat leidinggevend personeel van Blushing. De prullenbak puilt uit, maar, zegt hij, de schoonmaakster komt vandaag. Gordon houdt de boel graag netjes. Tussen de zuchten door mompelt Gordon af en toe binnensmonds een vloek, meer van verbazing dan van woede.

Hij heeft zichzelf - op mijn verzoek - gegoogeld. Om te zien wat er zoal over hem geschreven wordt, om te zien hoever het beeld dat hij van zichzelf heeft soms afwijkt van wat er in de media wordt gecreëerd.

‘Dit is verschrikkelijk...’ zegt hij. ‘Ik word hier gewoon een beetje stil van, weet je dat? En het gaat ook maar door. Het is moeilijk om te lezen wat mensen over mij vertellen, mensen die ik ken, die eigenlijk altijd heel aardig tegen me doen. Hier, luister, Astrid Joosten, die heeft gezegd dat ze niet in Linda ’s Zomerweek had willen zitten als ik erin had gezeten. Omdat het programma wel diepgang moest hebben en dat lukt niet “met zo’n grapjas naast je”. Als ik haar tegenkom, is ze altijd vriendelijk en leuk en dan nu dit. Wat een kortzichtigheid, godverdomme. Dat geeft precies aan waarom ik zo’n pesthekel heb aan die mediawereld, aan de showbizz. Mensen zijn niet eerlijk tegen elkaar. Ik kwam Winston Gerschtanowitz gisteren tegen tijdens een fotoshoot bij William Rutten, en ja, dan vliegen we elkaar in de armen en doen we lief en aardig, maar zoals ik al zei: écht diepe vriendschap, waarin we elkaar ook bij de belangrijkste privégebeurtenissen willen hebben is het niet. Terwijl ik wel echt van hem houd. Mijn gevoelens zijn oprecht, ondanks het feit dat hij me niet uitnodigde voor zijn vrijgezellenfeest. Ik kan dat niet faken. ’

Hij scrolt verder.

‘“Gordon heeft ruzie met Jandino Asporaat?” Wat? Ze dikken alles ook zo aan. “Gordon heeft knallende ruzie”, “Gordon is woest”. Bij negen van de tien stukken, denk ik: waar gaat dit over, wat is dit?

Dit stukje hier gaat over de ruzie die ik had met mede- XFactor--jurylid Eric van Tijn. Dat was een beroemde. Was trouwens helemaal geen ruzie, dat was een meningsverschil, maar ze vinden het zo mooi, ze genieten ervan. Ze weten alleen niet dat ze me met dit soort stukken kapotmaken. Dit raakt me.

Hier, zelfs een stuk in Trouw, de kwaliteitskrant: “Met Gordon heb je altijd ruzie”. Over dat ik Tineke de Nooij een takketrol heb genoemd. ’

Hij denkt even na, diept het voorval op uit zijn geheugen. ‘Ja, dat was wel vervelend, maar Tineke is mijn showbizzmoeder en iedereen heeft weleens ruzie met zij n moeder. Ik was in Londen met mij n vriendj e van destij ds. Het was rond de tij d van het WK voetbal, in 2010. Dat vond plaats in Zuid-Afrika en ik vond het vreselijk. Er waren rellen omdat de bevolking boos was. Al dat geld ging immers naar stadions, onder andere naar dat Capetown Stadium dat er nu zo verloren bij staat. En acht kilometer verderop, in Khayelitsha, het township, gaan de mensen naar de tering, daar wonen ze in golfplaten huizen. Had dat geld godverdomme aan die mensen gegeven, had het in normale huisvesting gestoken, whatever. De prijzen waren bovendien enorm gestegen in het land, al het blanke personeel werd overal ontslagen, de sfeer was raar... Ik ben de allergrootste fan van Zuid-Afrika, maar ik dacht: dit is mijn Kaapstad niet meer.

Dat had ik op Facebook gezet, dat ik even een paar jaar over zou slaan tot de boel weer normaler zou zijn. Tineke schreef er vervolgens iets onder in de trant van dat ik niet zo dom moest lullen, dat het onzin was en dat het nog steeds een mooi land was. Daar ging het uiteraard niet om. Natuurlijk was het nog steeds een mooi land. Dat weet ik ook wel. Sterker: Tineke is door mij in Zuid-Afrika beland. Ik ging er in 1992 op tournee en kwam lyrisch terug. Ik vertelde Tineke erover, zei dat ze er echt heen moest gaan. Ze is vervolgens naar Kaapstad gegaan en heeft er zelfs een huis gekocht. Maar ik vond gewoon dat het wk alles verpestte. Daar antwoordde zij dan weer op en dat ging van kwaad tot erger. Het escaleerde. \boral omdat zij mijn sms’jes op Facebook zette en ik haar een takketrol had genoemd. Daar heb ik spijt van, van dat takketrol, dat had ik niet moeten schrijven. Die vrouw heeft zoveel voor me betekend. Het kwam ook omdat zij de laatste was van wie ik zo’n reactie had verwacht. Ik had nooit gedacht dat zij me zo publiekelijk aan zou vallen, dat ze begon rond te bazuinen dat ik met iedereen ruziemaak. Ik heb daar heel veel last van gehad, flink wat tranen om gelaten.

Maar nu is het goed, hoor. Ik ben vorig jaar nog bij haar geweest op De Liefde, het estate waar ze nu woont. We hebben heerlijk gegeten, gedronken en gepraat. Ik hou van die vrouw. En ook al scheldt ze me straks weer verrot, dat maakt me niet uit. Ik sta uiteindelij k toch weer voor haar deur. We weten wat we aan elkaar hebben. ’

Gordon scrolt weer verder. Het bloed lijkt met de minuut meer uit zijn gezicht weg te trekken. ‘Het is ook allemaal zo cynisch en gemeen. En het gaat maar door. Een stuk van Cornald Maas, ook zo’n valse nicht. Lief in je gezicht, maar ondertussen mijn programma Nooit meer naar huis helemaal afbranden.’

Is het dan allemaal de schuld van de anderen, Gordon? ‘Nee, natuurlijk niet, ik ben ook geen heilige, maar de teneur is al

jaren: Gordon heeft ruzie met iedereen. Dus wat er nu ook gebeurt, ik heb het gedaan. Daar vallen ze steeds op terug. Vboral iemand als Gerard Joling roept dat continu. Dat is beschadigend. Ik lach daar om, ik maak er zelfs grappen over, maar het doet me pijn, het raakt me. Ik ben de eerste die schuld bekent of zijn excuses aanbiedt, als het nodig is, maar in de verhalen die ik in dit boek vertel ben ik niet de schuldige. Die dingen zijn gebeurd zoals ik ze heb beschreven. En die dingen wil ik ook vertellen. Natuurlijk heb ik zelf ook onhebbelijke eigenschappen, doe ik dingen verkeerd, maar ik ben dan wel man genoeg om te zeggen: “Het spijt me, ik ben te ver gegaan.” Die kracht heb ik, hoe kut ik het soms ook vind. Dat moet af en toe.

Maar ik hoef en ga me niet verontschuldigen voor de dingen die mensen mij hebben aangedaan. Ik ben juist blij dat ik eindelijk eens kan vertellen hoe het écht zit, hoe en waarom dingen gebeurd zijn.’

Gordon blijft naar zijn telefoon staren, gebiologeerd inmiddels. ‘Hier, dit, Claudia de Breij, die zich laatdunkend over mij uitlaat omdat ik iets positiefs heb gezegd over Mark Rutte, omdat ik af en toe met hem afspreek. Ik heb respect voor Mark, dat mag iedereen weten, en dat we elkaar privé ook heel aardig vinden en af en toe een kop koffie drinken, dat kunnen sommige mensen blijkbaar niet hebben. Ik ben blijkbaar een mongool of zo, ik kan volgens die mensen zeker geen normaal gesprek met de minister-president hebben. Waarom niet? Elke keer als mijn naam wordt genoemd, word ik weggewuifd. Alsof ik niet meetel. Ik word ook nooit gevraagd door een programma als De Wereld Draait Door. Ja, één keer, als tafelheer, maar toen was ik waarschijnlijk te grappig en dat mag natuurlijk niet. Maar om te zingen, nee, never. Daar zitten alleen maar types als Berget Lewis en Claudia de Breij, terwijl ik ook hits heb gehad. Echt grote hits. Ik word, zeker in die kringen, totaal niet serieus genomen.

Mensen denken daardoor dat ze zich alles kunnen permitteren, dat ze alles tegen me kunnen zeggen. Want het is Gordon maar, die hoeven we toch niet serieus te nemen.

Zo werd ik bij RTL Late Night ooit vanuit het niets aangevallen door Ancilla Tilia, die me vertelde dat ik niet zoveel coke moest snuiven. Ik vind het zwaar onbeschoft dat je iemand die je niet kent zomaar schoffeert op televisie. Ze zat die avond te zeiken over privacy, dat ze het belachelijk vond dat de privacy van mensen tegenwoordig zomaar geschonden wordt. Ik zei: “Als jij met je blote doos op internet gaat staan, dan vraag je om reacties. Dan weet je dat er mannen zijn die daarop gaan reageren, die nare dingen zullen zeggen, je misschien zelfs gaan lastigvallen.” Dat is toch geen leugen? Dat kun je toch voorzien als je met je blote kut op internet gaat staan? Ik had een punt en dat wist ze, maar ze werd daar heel giftig over. Dus begon ze dat over die coke te roepen. Ze had er later spijt van, maar rtl vond het ook schandalig en ik had zoiets van: zij eruit of ik eruit. Ze is toen gevraagd de studio te verlaten. Ik accepteer dat soort dingen niet. Maar vervolgens kreeg ik alles en iedereen over me heen, want dat is natuurlijk leuk, dat Gordon live op televisie geschoffeerd wordt. Als er iets negatiefs te vinden is gaan alle registers open. We gaan je kapotmaken, kapot, kapot, kapot. Dat is waar de pers en het publiek kennelijk van smult. ’

Gordon legt zijn telefoon omgekeerd op tafel. Genoeg. Hij is er zichtbaar door geraakt. Onzekerheid en woede vechten om voorrang, lijkt het. ‘Ik weet,’ zegt hij zachtjes, ‘dat er dingen zijn die ik verkeerd heb gedaan. Ik heb ook mensen pijn gedaan. Dat nekschotverhaal, die vrouw van wie ik zei dat ze met een nekschot uit haar lijden verlost moest worden, dat was stom. In Idols was dat, de leukste jury ever. Eric van Tijn, Jerney Kaagman, John Ewbank en ik. We zaten achter die balie, aan het eind van de opnames, we waren in een melige bui. Die combinatie, wij vieren, dat was goud en daar keken in die tijd, 2010, gewoon twee miljoen mensen naar. Maar die vrouw kwam op en ik piste in mijn broek van het lachen, zo slecht. Ik liep naar achter, omdat ik echt niet meer bijkwam, maar Eric zei vervolgens iets in de trant van: hoe kunnen we die vrouw uit haar lijden verlossen. Eric zal dat ook beamen. Dus ik zei: “Geef ’r een nekschot.”

Dat hebben ze vervolgens in de montage verknipt. Dat zweer ik op mijn moeder. Maar tijdens de perspresentatie was dat fragment te zien en ik riep direct dat ze dat echt niet zo uit konden zenden, omdat ze mij dan in een kwaad daglicht zouden zetten. Het was niet oké, met name omdat het verknipt was. Dus is het, op mijn verzoek, uit de uitzending gehaald. Het is nooit uitgezonden geweest, maar de pers heeft het wel gezien. Ook toen nam niemand er verder aanstoot aan, maar een journalist heeft het opgeschreven. Toen werd het ineens een heel ding.

Dus heb ik uiteindelijk wel een mea culpa gedaan. Sorry, dat had ik niet mogen zeggen. Het was te hard, maar het gebeurde in de meligheid van dat programma.

Het mooie is: als een cabaretier het zegt, is het kunst. En het moeilijke is, is dat mensen het ergens ook van mij verwachten. Ik zit niet in zo’n jury om alleen maar lief en aardig te doen.’

Toen Gordon in 2013 racistisch getinte grappen maakte tegenover een Chinese kandidaat, als jurylid van Holland’s Got Talent, werd dat zelfs wereldnieuws. Iets waar hij géén excuses voor aanbood. ‘Dat vond ik absolute onzin. Ik ben geen racist, verre van dat, maar je mag tegenwoordig niks meer zeggen en dat verdom ik. Ik kreeg ook heel veel bijval, destijds. Mensen vonden het belachelijk, behalve de moraalridders, de Claudia de Breij-types, zeg maar. Ik krijg daar echt de kriebels van, van dat soort mensen. Ze is verdomme nog in mijn huis geweest ook. Vloog ze om m’n nek, zei ze hoe geweldig ze het vond, hoe mooi ze mijn huis vond, dat ze mij zo leuk vond en zo grappig. Lang geleden, hoor, maar ik vind het verbijsterend dat mensen

me privé lief en leuk vinden, maar me in het openbaar not done vinden.

Tijl Beckand zei het laatst tegen me, dat hij het zo oneerlijk en gemeen vond wat er allemaal in de media over mij verscheen. Hij had me een paar weken van dichtbij meegemaakt in Het perfecte plaatje. Ik moest er vrij plotseling uit, uit dat programma, omdat ik zoveel stress op de zaak had, maar daar baalde ik enorm van. Mijn foto’s waren goed en ik had er ook echt plezier in, maar het kon niet anders. Tijl zei dat hij er echt naar van was dat ik weg moest, dat ze het echt heel leuk hadden gevonden. Dat soort dingen doet me dan echt goed, zo lief dat hij dat zei.

Maar dat is echt een unicum, een uitzondering op de regel. Die Angela de Jong van Algemeen Dagblad was laatst positief over Gordon gaat trouwen... Maar met wie?, maar ze noemde me ook ooit ‘een klootzak met een goed hart’. Nou, jongens, poeh, wat een positieve recensie. Ze kon het nog net over d’r hart verkrijgen om dat op te schrijven, want ik deed het toch wel erg leuk, dat Nooit meer naar huis. Gordon leuk vinden mag niet van die types. Dus dan maar een klootzak. Met een goed hart, maar toch: een klootzak.’

De rust keert even terug, maar het is een gespannen, geïrriteerde stilte. Het zit hem dwars. ‘Een klootzak. Ja, jezus, ben ik echt een klootzak? Ik ben te direct, misschien, dat zal het wel zijn. Wimmy Hu van restaurant The Red Sun, in Blaricum, is bezig met een nieuw pand. Een ontzettend lelijk pand, maar dat zegt niemand, want dat doe je niet. Dat zeg je alleen achter iemands rug om. Ik niet.

Ik zei tegen Wimmy: “Schat, dat pand... die architect was doof, blind en achterlijk, of niet?”

Ze keek me lang aan en zei toen: “Er is godverdomme niemand die dat zo tegen mij durft te zeggen, maar je hebt wel gelijk.”

Dat is natuurlijk niet leuk om te horen, maar het is wie ik ben. En ik denk dat dat de reden is dat bepaalde mensen een hekel aan me hebben. Ik ben te uitgesproken, te direct, ik zeg wat ik denk. Hoe stom dat soms ook is, want ik weet dat er al een paar zijn vermoord om die reden. Pim Fortuyn, Theo van Gogh. Niet dat ik mezelf met hen vergelijk, maar in november 2004, een week na de moord op Theo kreeg ik ook een bedreiging binnen. Ik was te gast bij Life & Cooking van Irene Moors en Carlo Boszhard en heel Nederland was eigenlijk nog steeds in shock.

Tijdens de commercial break - die duurde een kwartier - checkte ik in de kleedkamer mijn telefoon. Ik had een voicemailbericht. Iemand zei: “Allah aakbar, jij bent de volgende, vuile vieze kankerhomo, we gaan je slachten als een varken, pas maar op, je bent nu in de studio, we weten waar je bent.”

Ik was helemaal van slag. Ik was in paniek, wilde niet meer op tv en heb de politie gebeld. Voor hetzelfde geld staan ze je op te wachten bij de auto, toch?

De politie nam het heel serieus. Binnen vijf minuten stonden er tien politiewagens op het Media Park. Mijn auto werd direct gecheckt op bommen door de Explosieven Opruimingsdienst, ik mocht niet naar huis, werd met politiewagen en escorte naar huis gebracht. Het hele land was natuurlijk in paniek, het was een heel gekke tijd. Ik moest huilen als een klein kind, ik vond het zo eng, het kwam zo dichtbij.

In de periode vlak daarna dacht ik ook direct: misschien moet ik voortaan mijn mond maar dichthouden.

Ik ben twee maanden lang door de Dienst Koninklijke en Diplomatieke Beveiliging beveiligd. Het duurde zo lang om die gast op te sporen omdat hij had gebeld met een prepaid telefoon. Het heeft de staat al met al een vermogen gekost, maar uiteindelijk vonden ze hem: een negentienjarig klootzakje dat bij een limousinebedrijf werkte. Geen moslim, geen terrorist, gewoon een autochtone grappenmaker. Hij had mijn nummer zien staan in het register van dat bedrijf en dacht: ik ga een grap uithalen. Gewoon, omdat hij me op dat moment op televisie zag.

Hij is van zijn bed gelicht door een arrestatieteam en heeft uiteindelijk tweehonderdveertig uur taakstraf gekregen.’

‘Het heeft me veranderd. Die schrik was zo intens. Ondanks het feit dat het een grap bleek. Dus toen die hele kwestie met die Chinees ontstond, heb ik even getwijfeld: excuses aanbieden, door het stof gaan? Maar ik vond het zo absurd dat mensen daar een racistische gedachte bij hadden. Ik vroeg wat hij ging zingen, nummer 39 met rijst? Kom op, dat is toch grappig? Niemand struikelde er ook over, pas nadat een of andere Amerikaanse site er een ding van maakte: ‘ The racist remarks of the X Factor judge.’ Dat ging vervolgens een eigen leven leiden en pas een paar weken later kwam dat naar Nederland. Ook toen ben ik bedreigd, met name door Chinese jongeren, maar ik kreeg voornamelijk positieve bijval van mensen die het te belachelijk voor woorden vonden.

Ik ben niet racistisch. Ik maak wel grappen over negers, Marokkanen, Surinamers, Joden, weet ik veel, maar dat doen we volgens mij allemaal in Nederland. Alleen zijn we er tegenwoordig ontzettend bang voor geworden en doen we er ontzettend spastisch over. Kijk die hele zwartpietendiscussie, dat gezeur van Sylvana Simons. Ik nam Sylvana vaak op de hak, ja, maar niet omdat ze zwart is. Nogmaals, ik ben geen racist, maar Sylvana is gewoon een vervelend mens.

We zijn doorgeschoten. We mogen niks meer zeggen, zien nergens meer de humor van in. We maakten altijd grappen over Joden, maar tegenwoordig ben je antisemiet. Ik maakte een grap over Barbra Streisand, afgelopen jaar, dat ze die concerten waarschijnlijk niet voor niets deed, dat ze er goed geld mee wilde verdienen en dat dat een Joodse eigenschap is. Iedereen over de zeik, werd meteen weer een heel ding. Zelfs Lodewijk Asscher wilde een gesprek met me. Ik zei dat soort dingen altijd op de markt. Barbra probeert nog even wat geld bij elkaar te harken, prima toch.’

Iets doen omdat je het altij d al zo deed, zoals bij de discussie rondom Zwarte Piet, maakt het niet minder fout, dat weet Gordon ook wel, maar, vindt hij: ‘We zijn de kernwaarden van dat verhaal kwijtgeraakt. Als kind dacht ik nooit dat Zwarte Piet een neger was. In mijn belevingswereld was hij zwart omdat hij door de schoorsteen kwam. Niets meer, niets minder. Zo werd het thuis ook verteld. Mijn ouders zeiden nooit: “Zwarte Piet is een neger uit Ghana.”

En natuurlijk begrijp ik die Chinezen als ze zeggen dat al die grappen zo cliché zijn, dat het flauw van me is. Ik begrijp het. Maar die clichés gelden voor elke bevolkingsgroep. Hollanders zijn gierige, vieze kaaskoppen, Surinamers zijn lui, Turken

zijn om schoon te maken, Marokkanen zijn dieven, enzovoort. We hebben een multiculturele samenleving en dan heb je dus ook multiculturele humor. Dat wordt nog weleens vergeten. Er worden toch ook grappen over ons gemaakt? Dat we dus alleen maar kaas eten, gierig zijn, wiet roken en klompen dragen?

We zijn doorgeschoten. En het is nog onze eigen schuld ook. We hebben onze eigen problemen gecreëerd. We hebben onze grenzen zelf opengegooid, destijds, voor de gastarbeiders, omdat we te beroerd waren om zelf schoonmaakwerk te doen. Dus moet je nu niet zeiken. Je moet realistisch zijn en inzien dat we dit zelf gedaan hebben, dus moeten we ook zorgen dat we zo goed mogelijk met elkaar omgaan. Maar dat wil niet zeggen dat je de tradities van dit land om zeep moet helpen. Humor moet kunnen, humor is belangrijk. En zolang wij accepteren dat er een moskee wordt gebouwd in de Kerkstraat in Wognum zijn we al een stuk verder dan in veel andere landen op aarde. Maar we moeten niet doorschieten.’

Hij heeft er weleens over nagedacht, een politieke carrière. Gordon is niet voor niks al lang lid van de vvd en heeft zich ook meermaals ingezet voor die partij, is een van de weinige artiesten die zich openlijk uitspreekt over zijn politieke voorkeur. Maar veel verder zal het niet gaan: ‘Eerlijk gezegd heb ik de ambitie wel, maar ik ben iemand die alles zegt. Dat is gevaarlijk. Kijk maar naar Pim Fortuyn. Waarom zou ik dat risico gaan lopen? Neergeknald worden omdat ik iets zeg wat anderen niet durven zeggen? En er ook nog eens heel beroerd voor betaald krijgen? Maar ik blijf het interessant vinden. Zeker in de periode dat ik met mijn vriend van destijds was, de woordvoerder van Rita Verdonk, zat ik er middenin en zag ik dingen van dichtbij. Enig. Maar ik word nu al zo neergesabeld door de politiek correcten, door elitair en intellectueel Nederland, door de Astrid Joostens en Claudia de Breij s van deze wereld. Denk je nou echt dat ik ook maar één kans zou maken? Geloof j e oprecht dat ik ook maar enigszins serieus genomen zou worden als politiek leider? Ik heb er echt over nagedacht, zeker, mijn partij zou RespectNL gaan heten, maar ik weet zeker dat er alleen maar laatdunkend, denigrerend en respectloos over gedaan zou worden.

Ik heb het er weleens met Mark Rutte over gehad. Die zegt ook: “Doe het niet.” Hij lééft voor de politiek, die man heeft geen andere dingen aan zijn hoofd. Ik vind het te gek dat hij het nog vier jaar mag doen. Moet je kijken waar we nu staan met het land. Alles lag op zijn gat door die Balkenende, het was één groot drama, een fiasco. Er is nu een begrotingsoverschot van drie miljard. Drie miljard... dat is nog nooit gebeurd. En hij werkt ook met zo’n leuke club mensen. Gedreven, fantastische mensen. Die Jeanine Hennis-Plasschaert vond ik ook zo fantastisch. Wat een leuke vrouw. Daar ben ik een keer heel erg dronken mee geworden. Dat was ten tijde van De Toppers. Ze kwam vaak kijken. Ik vind het leuk om met zulke mensen om te gaan. Ik ben breed geïnteresseerd, ik houd van kunst, reizen, lezen, politiek, alles. Ik wil niet dom sterven. ’