m.

Hij wil toch nog even terugkomen op zijn vermeende klootzak-zijn. Het stoort hem. Hij wil het graag nog wat beter uitleggen, duiden waar die recht-voor-z’n-raapmentaliteit vandaan komt. ‘Als ik één ding geleerd heb in dit vak is het: niet liegen. Ik zag ze wel, die anderen die het wel deden. Ik zag ze stuntelen in het nieuws of waar dan ook, maar ik heb er een broertje dood aan, aan liegen. Het komt ook altijd uit. Bovendien geeft het vertellen van de waarheid je iets menselijks. Het publiek ziet het vak van een afstand. Zij zien alleen de glitter en de glamour, het feest, het geld, ze zien een soort volmaakte wereld.

Die wereld bestaat niet. Wij, de artiesten, zijn niet volmaakt. Wij zijn gewoon mensen, net als iedereen. We maken fouten, we doen gek, we drinken, gebruiken drugs, misbruiken drugs.’

‘Ik had altijd al een hekel aan liegen, maar in 1993 wist ik zeker dat ik het nooit meer in de media zou doen. Ik werd in dat jaar tegen mijn zin in ge-out door Catherine Keyl. Live op tv, bij de 5 Uur Show. Niet dat ik me ervoor schaamde, maar ik voelde me ook niet geroepen om te zeggen dat ik homo was. Een hetero hoeft ook niet te vertellen dat hij hetero is, dus waarom een homo wel? Bovendien ben ik bi. Misschien dat mensen destijds graag wilden weten hoe het nou zat met mij, maar ja, ik vond dat gewoon privé. Het ging ze niks aan.

Het meest ergerlijke was dat ik van tevoren tegen Catherine had gezegd dat ik het er niet over wilde hebben en dat ze het uiteindelijk toch flikte. Dat heb ik haar heel erg kwalijk genomen. Het is zo gelopen en ik ben hartstikke goed met haar, ben veelvuldig in haar programma’s geweest, maar het is natuurlijk niet oké. Je spreekt samen iets af.

Ze vroeg ineens: “Val jij op jongens of op meisjes?”

“Nou ja, ik heb een vriend...” Ik wilde er nog achteraan zeggen dat ik net zo goed een vriendin had kunnen hebben, maar die kans kreeg ik niet. Dus voor het grote publiek was ik direct “die homo”.

Dat heeft me echt geraakt. Ook omdat mijn plaatverkoop gehalveerd werd na die uitzending. Dat gebeurde, schat, echt waar. Het merendeel van de mensen dat mij leuk vond, was vrouw, nog steeds trouwens. En die vonden dat niet prettig. Inmiddels weten ze dat ik bi ben, dat schijnt te helpen - een beetje gay is oké.

Ik vond het destij ds vooral heel klote voor Patrick. Die was en is wars van alle publiciteit. Ik ging toen al twee j aar met hem, we waren heel gelukkig, en dan dit.

Toen besloot ik: ik ben er vanaf nu open en eerlijk over. Niet dat ik er eerder over loog, maar ik vertelde er gewoon niks over. Dat was mijn goed recht. Maar na dit akkefietje was ik altijd open over mijn liefdesleven, over drugs, over alles. Dus ook over waar ik mijn geld aan spendeer. Waarom zou je daar krampachtig over doen? Een collega als Marco Borsato wil vooral niet aan de grote klok hangen dat ie in een dure auto rijdt of geld uitgeeft. Waarom niet? Toen Marco in 2009 huilend op televisie vertelde dat ie failliet was, had ie volgens mij nog meer dan genoeg op zijn rekening staan. Maar bij hem gaan mensen massaal naar zijn concerten, omdat het zo’n lieve aardige jongen is. Zo betrouwbaar.

Wie is dan eerlijker? Ik dus. Maar dat wordt niet gewaardeerd.’

‘Veel van mijn relaties zijn ondanks mijn openheid kapotgegaan. Want je ben BN’er en dan heeft iedereen een mening over jou en je vriend, iedereen wil weten wie je nieuwe liefde is. Zelfs als ik met een zakenpartner ga eten, vragen ze gerust of hij mijn nieuwe vriend is. Ik vind dat zo onbeschoft als mensen dat vragen. De media hebben veel kapotgemaakt.

Mijn laatste grote liefde bijvoorbeeld, de liefde van mijn leven, heeft jarenlang gestudeerd, maar hij werd door de media afgeserveerd als “naaktmodel”. Omdat ie een keer een fotoshoot in z’n zwembroek had gedaan voor een of ander blad. Jongens, wat een bekrompenheid. Ik begrijp wel dat je dan zegt: “Laat maar zitten, Gordon.”’

Diezelfde openheid en zijn totale gebrek aan zelfcensuur hebben Gordon naast relaties ook veel klussen gekost. ‘Ik word heel weinig gevraagd voor commercials. Ik denk dat bedrijven het niet aandurven. Ik ben veel te uitgesproken. Het heeft me dus heel veel nadelen opgeleverd, mijn eerlijkheid.

Als ik het net zo had gespeeld als andere collega’s, de nette jongen had uitgehangen, de burgerman die altijd keurig netjes om halfelf thuis zit en niet in de lampen hangt met een neus vol poeder, j a hoor, dan had ik veel meer geld kunnen verdienen.

Niet dat ik daar spijt van heb. De afgelopen vijfentwintig jaar hebben me absoluut geen windeieren gelegd, ik heb een heel mooie carrière opgebouwd en daar ben ik heel trots op. Ik kijk niet terug met rancune, ik koester geen wrok, heb geen misplaatste gevoelens.

Ik had ook niet anders gekund. Wat had ik dan moeten doen? Een ander imago creëren? Dan creëer je iets wat je niet bent. Veel collega’s hebben precies dat gedaan, maar ik doe er niet aan mee. Ik weet hoe ze echt in elkaar steken en mede daarom loop ik ze voorbij. Ik kan er niet tegen. Ik wil er niks mee te maken hebben.

Maar ik ben niet van steen. Ook al zijn de meeste zogenaamde ruzies in dit wereldje helemaal geen ruzies. Het wordt opgeblazen, vaak zelfs volledig uit de duim gezogen, maar je staat met je rug tegen de muur, want je moet reageren. Dat is althans wat ze willen, maar dat doe ik dus niet. Dus kunnen ze schrijven wat ze willen. Ik heb daarom een periode serieus overwogen om Nederland te verlaten. Dat was in 2010. Mijn moeder was net overleden en er was veel gedoe over het Songfestival. Iedereen was eerst helemaal euforisch dat De Toppers gingen, iedereen vond het geweldig en het was zo’n mooi liedje ook, maar we werden een na laatste in de halve finale en ik heb nog nooit zo’n bak met vuil over me heen gekregen. Echt niet te geloven.

Dat is zo inherent aan dit land. Het is zo’n negatief kutland met mensen die elkaar het licht in de ogen niet gunnen. Af en toe denk ik weleens: waar is het allemaal misgegaan in Nederland. Dat was dertig jaar geleden toch niet zo? Nu heb je tweehonderdduizend zielige malloten met een Twitter-account en media die hun nieuws baseren op drie tweets van een stel gekkies... “De publieke opinie is...” Omdat drie mensen hebben getweet dat je een klootzak bent? Hou toch op. Het is vreselijk. De verloedering van de maatschappij heeft plaatsgevonden via internet. En die verloedering heeft me destijds bijna genekt.

Die positionering in het Songfestival, daar houd je rekening mee. Het is een Songfestival, je weet dat je kunt verliezen, maar die lading stront. Ik ben daadwerkelijk op zoek gegaan naar een boerderij in Montagu, een stad in Zuid-Afrika. Die vond ik. Dat landgoed lag prachtig, het waren twaalf cottages en een manor house. Daar zou ik een soort welness retreat beginnen. Ik dacht oprecht: dit is misschien wel beter, stoppen met die showbusiness. Weg van al die verschrikkelijke verwensingen op internet, want daar is uiteindelijk geen mens tegen bestand.

Ik heb een mental coach genomen, in die periode. Die kwam drie keer in de week bij mij thuis. Ik zat er helemaal doorheen, was volledig opgebrand. Die man heeft me erdoorheen geholpen.

Uiteindelijk ben ik heel blij dat ik het niet gedaan heb, die verhuizing naar Zuid-Afrika. Ik had het bijna gekocht, hoor, maar het had natuurlijk nooit vanuit vluchtgedrag mogen gebeuren. Dat vertelde die coach mij ook: van voor dingen weglopen is nog nooit iemand beter geworden. Ik dacht: je hebt gelijk. Ik ben zo sterk geweest, altijd, dus nu moet ik ook sterk zijn voor mezelf. Dat is gelukt.

Maar het scheelde niet veel. Ik voelde me verschrikkelijk. Het was geen depressie, ik was gewoon op. Leeg. Helemaal leeg. Alle positiviteit en levenslust was me totaal ontnomen.

Ik heb het destijds niemand verteld. Alleen mijn goede vriendin Joyce en Patrick wisten het. Ik wilde niet dat dat ook nog naar buiten kwam en ik wilde mijn andere vrienden er niet mee belasten.

Ik was murw geslagen door wat er gebeurd was, maar die coach zei ook dat het te maken had met mijn jeugd. Aantrekken, wegduwen, aantrekken, wegduwen, dat is de rode draad in mijn leven.

Toch heeft het me wel gemaakt tot wie ik nu ben. En daar mag ik trots op zijn. Of ze me nu een klootzak vinden of niet.

Het enige wat ik echt erg vind, is dat ik nooit de liefde heb kunnen vinden waar ik zo naar verlang. De rust in mijn hoofd en hart. Als ik daar lang over nadenk moet ik heel hard huilen.’

NAWOORD

U heeft zojuist over mijn leven gelezen, een leven dat ik soms zelf niet kan bevatten. Heb ik dit allemaal echt meegemaakt?

Laat ik vooropstellen dat ik op geen enkele wijze iets had willen missen of anders had willen beleven, ondanks de pijn en het verdriet die het mij heeft gebracht. Daartegenover staan echter zoveel momenten van geluk en blijdschap dat ik denk dat mijn leven in balans genoemd kan worden.

Ik word dit jaar vijftig en beschouw het dan ook als een mooie eerste helft van de wedstrijd, in mijn voordeel. Ik weet dat sommige verhalen wellicht beter nooit verteld hadden kunnen worden, maar het is nu eenmaal wat ik heb meegemaakt. In veel gevallen - zo niet alle - heb ik diegene al lang vergeven en ik hoop ook dat mensen mij in hun hart vergeven hebben voor de fouten die ik heb gemaakt. Ik ben door dit alles de man geworden die ik ben en ik weet dat ik op deze manier door zal gaan, mijn eigen weg zal volgen en altijd trouw zal blijven aan mezelf.

Ik heb vele mensen teleurgesteld met mijn trouwprogramma, maar geloof me: ik heb alles op alles gezet om echte liefde te voelen. Dat ik ten faveure van het programma - om de uitkomst niet te verklappen - dingen heb verteld die niet waar waren, spijt me oprecht. Maar ik heb nooit gelogen over mijn gevoelens en ook nooit tegen iemand gezegd dat ik verliefd was op een van de kandidaten.

Hoe dan ook hoop ik dat u mij na het lezen van dit verhaal iets beter hebt leren kennen, wellicht bent u anders over mij gaan denken. Ik heb de juiste intenties en probeer zo veel mogelijk een goed mens te zijn voor mezelf en mijn omgeving. Dat mijn leven niet altijd over rozen is gegaan mag duidelijk zijn, maar ik ben boven alles een gelukkig en bevoorrecht mens en ben elke dag dankbaar voor het feit dat ik al die mooie dingen heb mogen doen die mijn leven hebben getekend.

Ik hoop die mooie dingen nog vele jaren in gezondheid te mogen blijven meemaken en op een of andere manier een positieve bijdrage te kunnen leveren aan de samenleving, hoe groot of klein dan ook.

Ik ben een blij man.

Gordon januari 2018