Zomaarcafé

Zomaarcafé op Rembrandtsplein:

concrete warmte, goddeloze gezelligheid

vóór elk biertje roep ik

gewoontegetrouw gewichtslooslauw

binnensmonds bismillah

ik ben de jonge Marokkaan

en zijn anderstalige gedachten

Het van vroombloed kleinerwordend

zitbeeld in mijn vader

en moeder herinnert mij

steeds marginaler aan mijn stamland:

rotshol sinds ik hier gewoon ben

Let niet tweejaarlijks in de zomer

maand van kleine betekenis

strand oranje parasollenbezaaid

en duizenden ouders

die menen dat ik onherkenbaar

een man geworden ben, waarover

ik fantaseer