Box 4.1.1

Over onze methodologie: hoe onze projecties werken

 

We splitsen de vermogensverdeling in meerdere groepen:

• de onderste 99%

• de bovenste 1%, met uitzondering van de bovenste 0,1%

• de bovenste 0,1%, met uitzondering van de bovenste 0,01%

• de bovenste 0,01%, met uitzondering van de bovenste 1/20 miljoen

• de bovenste 1/20 miljoen, met uitzondering van de bovenste 1/100 miljoen

• de bovenste 1/100 miljoen

 

We berekenen het gemiddelde vermogensgroeicijfer van deze groepen vanaf 1987 (het begin van de Forbes-lijsten), en extrapoleren uit deze groeicijfers het gemiddelde vermogen van elk van deze groepen. Op basis van deze gemiddelden berekenen we het aandeel van de bezitters van de grootste vermogens.

Omdat de smalste topgroepen in het verleden hogere groeicijfers hebben laten zien, moet op grond van deze methode een toename van de vermogensongelijkheid worden verwacht. Uiteraard kan deze trend zich niet tot in het oneindige voortzetten, omdat de topgroepen onder de huidige parameters uiteindelijk vrijwel al het vermogen zouden bezitten. Dit probleem zal zich echter pas op de zeer lange termijn voordoen, zodat deze methode voor projecties over een paar decennia nog steeds goed bruikbaar is.