8
‘Zou je je mobiel hier niet willen laten rondslingeren als je naar je werk gaat, Emilia? Dat ding ligt de hele dag hetzelfde melodietje te spelen,’ zegt mijn moeder met een knikje naar de salontafel.
‘Shit, ligt hij daar. Ik heb me er vanochtend rot naar gezocht.’
‘Je had met de huistelefoon je eigen nummer moeten bellen, dan had je gemerkt dat de tv-gids erop lag,’ zegt Julia.
‘Ik had haast,’ mompel ik.
‘Luigi zal zo langzamerhand wel denken dat je het toch niet ziet zitten met hem,’ vervolgt Julia grinnikend.
‘Was het maar waar,’ laat mijn moeder zich ontvallen. ‘Die man heeft al een heel leven achter de rug, heeft een dochtertje en hij is jaren ouder dan jij, Emi.’
‘Maak je niet druk, mam. Ze hebben elkaar al maanden niet gezien, en nu beantwoordt ze zijn telefoontjes ook al niet meer,’ plaagt Julia.
‘Leuk!’ Ik plof op de bank. ‘Nog een interessant college gehad vandaag, zusje?’ vraag ik liefjes. ‘Van een aantrekkelijke docent?’
‘Twee volwassen dochters en allebei nog thuis,’ zegt mijn moeder hoofdschuddend.
‘Misschien belde Luigi wel om te vertellen dat er werk voor Emilia is in Rome. Dan neemt ze morgen meteen het vliegtuig en heb je voorlopig geen last meer van haar.’
‘Zei je nou twéé volwassen dochters?’ Mijn blik glijdt over het gezicht van mijn moeder. Stress en spanning hebben haar zo getekend, dat ze er jaren ouder uitziet dan ze is, zelfs al zijn de rimpels enigszins vervaagd en zijn de kringen onder haar ogen niet meer zo donker als in Manoppello toen Julia was verdwenen, meer dan een jaar geleden nu. En afgelopen jaar ging ze opnieuw door een hel, vanwege mij.
‘Wat zou je met onze etage doen als we hier niet meer woonden? Niet verhuren via Airbnb, vermoed ik. Allemaal onrust. Niets voor jou en papa dus. Maar in een huis met zoveel lege kamers voel jij je ook niet prettig, dat weet ik zeker.’
‘Je neemt me te serieus, Emilia. Ik vind het een zegen dat ik jullie nog elke dag om me heen heb. Ben je trouwens niet nieuwsgierig waarom Luigi je zo vaak heeft gebeld?’
‘Wat denk je.’ Ik sta op en kijk op het schermpje. Hij heeft ook een paar keer de voicemail ingesproken. ‘Jullie horen het wel als het belangrijk is,’ zeg ik. Terwijl ik naar mijn kamer loop luister ik snel de voicemail af.
‘Ciao, Emilia. Bel me alsjeblieft zo snel mogelijk terug. Er is hier iets gebeurd wat je moet weten, en wat je niet leuk zult vinden.’
Dat moet wel, want zijn vertrouwde stem klinkt akelig zakelijk, en brengt me enigszins van mijn stuk. Dit is niets voor Luigi.
De telefoon gaat een paar keer over voordat hij opneemt. ‘Emilia. Goddank dat je terugbelt. Waarom duurde het zo lang?’
Hij vraagt niet hoe het me is, fluistert niet heel sexy mijn naam.
‘Gewoon... Mijn mobiel per ongeluk thuis laten liggen.’
‘Wil je dat alsjeblieft niet meer doen. Je moet elk moment en overal te bereiken zijn. Sorry, Emilia. Dit overvalt je, dat begrijp ik. Maar het is voor je eigen veiligheid.’
‘Waar gaat dit over? Toch niet weer over die kopieën, hè? Dat heb ik nu al een paar keer verteld.’
‘Ging het daar maar over, dan hadden we de situatie nog onder controle. Nee, schrik niet: Lucrezia is ontsnapt.’
‘Wat?’ Ik voel mijn mond droog worden. Meteen zie ik Lucrezia’s knappe gezicht met haar kille ogen weer voor me, zie ik het pistool achter haar broekband, altijd binnen handbereik, net als het vlijmscherpe mesje waarmee ze in korte tijd drie mannen de keel heeft doorgesneden. ‘Hoe is dat nou mogelijk?’
‘Ik begrijp het ook niet. Het is gebeurd onderweg van de gevangenis naar de eerste zitting van haar zaak voor de rechtbank. De wagen waarin ze werd vervoerd is klemgereden door zwaarbewapende mannen. De ene bewaker is doodgeschoten, de andere is er slecht aan toe.’
‘Wat vreselijk. Ze heeft dus hulp van buiten gehad. Weten jullie al van wie?’
‘Nee. De bewaker die nog leeft is voorlopig niet aanspreekbaar.’
Dat kan alleen maar het Genootschap zijn, wil ik zeggen, maar ik slik het in.
‘Is er een speciale reden om opeens zo bezorgd te zijn om mijn veiligheid?’
‘Ze zou jouw kant op kunnen komen. Ze heeft met mij nog een rekening te vereffenen, Emilia. Paola en mijn schoonouders worden nu dag en nacht bewaakt. Jij bent een veel gemakkelijker slachtoffer, en ze weet hoe ze mij via jou kan treffen.’
‘Wat schiet ze ermee op om wraak te nemen? Waarom zou ze niet gewoon verdwijnen?’
‘Vergeet niet dat ze de brieven van Michelangelo nog ergens moet hebben. Die zouden weleens veel meer waard kunnen zijn dan we dachten, en dus zal ze nog meer geld willen zien van het Vaticaan dan tot nu toe.’
‘Waarom denk je dat?’
‘Waarschijnlijk staat er iets belangrijks in wat het Vaticaan lang geheim heeft weten te houden.’
‘Tjonge. Dat is nieuw voor me. Ik ben onder de indruk.’
Ik verkeer in tweestrijd. Die brieven liggen gewoon hier, goed verstopt in de cover van een glossy magazine, dat ik voor de zekerheid heb weggestopt onder een stapel papier in een la van mijn bureau.
‘Hoe zijn jullie daar achter gekomen?’
‘We hebben een deskundige alle brieven van Vittoria Colonna uit die tijd laten doorspitten. Hij heeft daarin een aanwijzing gevonden. Meer kan ik er niet over zeggen. Maar ik belde voor iets anders, Emilia. Je moet nu heel voorzichtig zijn, niet alleen naar stille plekken gaan, liever niet alleen de straat op gaan zelfs.’
‘Is dat niet wat overdreven? We wonen in het centrum van Amsterdam, hier zijn altijd wel mensen op straat.’
Het blijft even stil. ‘Het heeft haar weinig moeite gekost om je hotelkamer in Rome te vinden. Als ze wil, heeft ze je nu ook zo gevonden.’
Daar twijfel ik niet aan, maar dat zeg ik niet hardop. In plaats daarvan probeer ik het gesprek een andere wending te geven. ‘Eh... Luigi. Wanneer zien wij elkaar weer eens?’
Het blijft nu langer stil. Ik zie voor me hoe hij zijn wenkbrauwen fronst, waardoor er boven zijn neus een rimpeltje verschijnt. Als hij zijn baardje nog had gehad, zou hij daaraan hebben geplukt. Misschien gaat hij nu met zijn vingers langs zijn gladgeschoren kin.
‘Ik wil dolgraag met je afspreken, maar het lukt me gewoon niet, zeker niet nu Lucrezia is ontsnapt. Haar vinden heeft prioriteit.’
‘Toen Lucrezia nog vastzat, had je ook al geen tijd.’ Het is er al uit als ik me realiseer dat ik dat beter voor me had kunnen houden.
Opnieuw blijft het stil. ‘Ik wil je echt heel graag terugzien,’ zegt hij dan. ‘Alleen... Misschien is het iets te snel gegaan. Niet dat ik er spijt van heb, hoor,’ laat hij er snel op volgen. ‘Het lukt me alleen nog niet om alles een plek te geven. Jij, mijn dochtertje, mijn ex, wat we samen hebben beleefd.’
‘Je bent er nog niet aan toe om iets met me te beginnen wat langer duurt dan een opwelling.’ Mijn stem trilt, en deze keer heb ik geen spijt van mijn woorden. Hij houdt me dus al maanden aan het lijntje.
‘Ik vind het erg dat je dat denkt, Emilia. Het was geen opwelling, je hebt me een paar dagen heel gelukkig gemaakt. Als je niet terug naar Nederland had gemoeten, was alles heel anders gelopen. Nu werd ik direct weer in de werkelijkheid gegooid, en dat was heel confronterend. Wat je ook denkt, ik mis je meer dan je vermoedt.’
‘Ik jou ook. Ik vind het leuk als je binnenkort naar Amsterdam komt. Dan kun je ook niet elk moment worden opgeroepen.’
‘Afgesproken. Alleen kan dat nog wel even duren.’
Wanneer hij de verbinding heeft verbroken, zit ik een tijdje stil voor me uit te staren. Zijn mededeling dat Lucrezia is ontsnapt, maakt me erg onrustig. Stel dat ze naar Amsterdam komt om de brieven persoonlijk bij me op te halen en dat ze hier een poosje wil onderduiken? Wat moet ik mijn ouders en Julia dan vertellen?
Sinds een paar maanden heb ik mijn oude leventje weer opgepakt en probeer ik alles wat vorig jaar in Rome is gebeurd uit mijn gedachten te bannen.
Mijn mobieltje trilt omdat er een mailtje is binnengekomen. Nog in gedachten open ik het. Een huivering trekt over mijn rug, een ijzige kilte nestelt zich tussen mijn schouderbladen. Onder aan de tekst prijkt namelijk een logo met een pauselijke kruisstaf waaraan een nar hangt. Het Genootschap!
Open de link en vul het codewoord van Lucrezia in om de documenten te kunnen inzien. Die wil je niet missen.
Ik blijf er een tijdje naar staren. Waarom zou ik dat codewoord invullen? De afspraak met Lucrezia was heel duidelijk: of je geeft de brieven aan mij persoonlijk, of aan iemand die zich met de code identificeert. Zou dit een slinkse manier van het Genootschap zijn om achter die code te komen? Maar hoe weten ze dan dat er een code bestaat?
Als ik de link open, weten ze meteen dat ik de mail heb gelezen. Een soort ontvangstbevestiging. Geen goed idee dus. Maar wat dan? Niets doen en afwachten? Of toch alles aan Luigi opbiechten? Hij zal dan zijn collega Cesaro op de hoogte moeten stellen. Als die erachter komt dat ik min of meer vrijwillig met Lucrezia heb samengewerkt, vaardigt hij acuut een arrestatiebevel tegen me uit vanwege medeplichtigheid aan moord op zijn collega. Niet doen dus!
Ik weet het niet meer, sta op van mijn stoel en loop naar het raam. Er zit geluidwerende beglazing in, dus de straatgeluiden dringen slechts vaag door. Ik ben er trouwens al zo aan gewend dat ik ze niet meer hoor. Heel mijn leven heb ik hier gewoond. Kort nadat ik werd geboren, zijn mijn ouders vanuit een bovenwoning aan de Wijde Kapelsteeg naar deze ruime etages aan de Nes verhuisd.
Met een zucht ga ik weer op mijn bureaustoel zitten. Het liefst zou ik die brieven tevoorschijn halen en verbranden, of aan snippers scheuren en uit het raam gooien. Michelangelo’s geheimen uitgewaaierd boven de Nes. Het nieuwe mirakel van Amsterdam, met in de toekomst een tweede Stille Omgang.
Ik begin door te slaan, in paniek me dwaze dingen in het hoofd te halen. Maar wat ik ook bedenk, het lost niets op. Julia is misschien in staat om de brief te lezen. En als zij het niet zelf kan, dan kent ze vast wel iemand die daartoe in staat is. Maar wil ik mijn zus wel hierbij betrekken?
Weifelend open ik een la onder mijn bureau en haal er een stapel papier uit. Vanaf de cover van een glossy magazine word ik aangestaard door een gefotoshopt model met lang, blond, golvend haar en een huid zonder onvolkomenheden.
Ik pak het bovenste van de twee tijdschriften uit de la en ga op zoek naar een naad die opengeritst kan worden. Lucrezia beweerde dat ze de opening, waardoor ze de brief naar binnen heeft geschoven, met fotolijm heeft dichtgeplakt. Die moet dan te vinden zijn.
De omslag voelt inderdaad dikker en steviger aan dan die van een gemiddeld tijdschrift. Dat is echter alles en de twee delen lijken zorgvuldig op elkaar geseald.
Ik pak ook het andere tijdschrift uit de la. Dat had ik meteen moeten doen. De zwakke plek is onmiddellijk zichtbaar: het binnenwerk heeft gedeeltelijk losgelaten. Voorzichtig trek ik het verder uit het omslag. Bingo! De sleuf waar de brief doorheen is geschoven wordt zichtbaar.
Uit een bureaula haal ik een plat mesje, dat ik vaak gebruikte tijdens mijn studie voor industrieel ontwerper. Ik buig me over het omslag en snij heel voorzichtig de twee delen van elkaar.
Even houd ik mijn adem in als ik besef dat er een door Michelangelo persoonlijk geschreven brief tevoorschijn komt. Langzaam trek ik hem uit zijn omhulsel. De brief is nagenoeg gaaf, met alleen aan de randen wat verkleuringen en scheurtjes.
Ik leg hem plat op mijn werktafel, in het licht van het raam erboven, en maak met mijn mobiel een aantal foto’s, die ik meteen doorstuur naar mijn computer. Als ik de foto’s vergroot op mijn scherm zie, kan ik wel juichen. Prima te lezen, al begrijp ik niets van wat er staat, behalve het jaartal en de datum erboven. Dit is dus de brief waarin Lucrezia de bevestiging vond dat Michelangelo een zoon had van wie zij afstamt.
Ervoor oppassend dat ik de randen niet verder beschadig, stop ik de brief terug in zijn omhulsel, leg de tijdschriften terug in de la met de stapel papier er weer op. Nu eerst een mooie print van die brief maken, en daarna voorzichtig Julia polsen.