eva Ik heb mama een brief geschreven! Mag ik hem voorlezen, of stoor ik?
viktor Nee, nee, kom binnen en ga zitten. Laten we de lamp even aandoen. Nu merk je toch wel dat het echt herfst is geworden. Wacht even, ik zal de radio afzetten, het is een middagconcert.
eva Als je verder wilt luisteren tot het concert afgelopen is kan ik ook wel straks terugkomen.
viktor Ik wil erg graag dat je de brief voorleest.
eva (leest voor) Ik was gisteren in de stad en ontmoette toevallig Agnes die met haar man en haar kinderen even bij haar ouders op bezoek was. Ze vertelde dat Leonardo gestorven was. Lieve, lieve mama! Ik begrijp heel goed hoe afschuwelijk dat voor jou moet zijn. Agnes vertelde ook dat je in Ascona was voor een korte vakantie tussen twee concert-tournees. Ik heb Paul gebeld en ben zo achter je adres gekomen. (pauze) Nu vraag ik me af of je zin zou hebben een paar dagen of weken bij ons in Bindal te komen, net zo lang als je zelf wilt of kunt. Om te voorkomen dat je al te erg schrikt en meteen nee zegt moet ik je vertellen dat de pastorie erg groot is. Je krijgt een eigen kamer, helemaal voor jou alleen en voorzien van alle comfort. Hier is het al herfst, we hebben al een paar keer nachtvorst gehad, de berken zijn geel en roodachtig, we plukken de laatste gele bergbramen in het drassige veen. Maar de herfststormen blijven uit en vaak zijn de dagen nog helder en mild. We hebben een mooie vleugel en je kunt net zoveel studeren als je maar wilt. Zou het niet fijn zijn om eens een paar weken niet in een hotel te hoeven wonen? Lieve mama, zeg dat je komt. We zullen op alle denkbare manieren voor je zorgen en je verwennen. Het is ook al zo ontzettend lang geleden dat we elkaar gezien hebben. In oktober wordt het zeven jaar! Hartelijke groeten van Viktor en je dochter Eva.
(Charlotte komt eerder aan dan verwacht. Het is elf uur 's ochtends als ze aan komt rijden voor de gele voorgevel van de pastorie. Eva staat net op de trap tussen de verdiepingen. Door het raam ziet ze, terwijl ze zelf niet gezien wordt, hoe haar moeder langzaam uit de auto stapt, hoe ze besluiteloos blijft staan bij de klep van de kofferbak. Een moment van onbeweeglijkheid. )
eva (op het erf) Lieve, lieve mama! Welkom! Wat fijn dat je er bent, ik kan bijna niet geloven dat het waar is. Nu blijf je een hele poos, niet? Tjonge, wat een zware koffers. Heb je al je muziek bij je? Wat ben ik blij, nu geef je me toch wel een paar lessen, hè? Lieve mama, wat zie je er moe uit. Maar natuurlijk, het was uiteindelijk een lange reis met de auto. Viktor is op het moment niet thuis, we hadden niet gedacht dat je zo vroeg zou komen.
charlotte Ik heb de laatste dag bij Leonardo gezeten. Hij had erg veel pijn, ondanks het feit dat hij om het uur een spuitje kreeg. Soms huilde hij, maar hij was niet bang voor de dood, hij huilde alleen omdat het zo'n pijn deed. De dag ging voorbij en het werd avond. Buiten voor het ziekenhuis was men aan het bouwen, het was een gehamer en geratel en er klonken drilboren, de zon brandde, er waren geen jaloezieën of markiezen. Arme Leonardo, hij schaamde zich zo omdat hij stonk. We probeerden een andere kamer te krijgen, maar een aantal afdelingen was wegens verbouwing gesloten, 's Avonds hield het lawaai van de bouwplaats op en toen de zon onder was gegaan kon ik het raam openzetten. De hitte stond als een muur buiten voor het raam, het was helemaal windstil. De professor kwam, het is een oude vriend van Leonardo. Hij ging op de stoel bij het hoofdeind zitten en zei dat het nu niet lang meer zou duren, dat hij over een half uur een spuitje zou krijgen, zodat hij zonder pijn zou kunnen slapen. De professor tikte Leonardo op zijn wang en zei dat hij die avond naar een Brahms-concert zou gaan, maar dat hij na afloop nog even zou komen kijken. Leonardo vroeg wat ze zouden spelen en toen de professor vertelde dat ze het dubbelconcert zouden spelen met Schneiderhahn en Starker als solisten vroeg Leonardo hem om Janós de groeten te doen en te zeggen dat hij hem zijn Coltermann-cello wilde geven en dat hij daar lang over nagedacht had. Toen verdween de professor en de verpleegster kwam binnen en gaf Leonardo een spuitje. Hij vond dat ik wat moest eten, maar ik had geen trek, ik voelde me alleen niet lekker van de lucht. Leonardo sliep een paar minuten. Toen hij wakker werd vroeg hij me de kamer uit te gaan. Tegelijkertijd belde hij de nachtzuster. Ze kwam meteen met een spuitje. Na enkele ogen-
blikken kwam ze weer naar me toe, buiten op de gang, en vertelde dat Leonardo dood was. Ik heb de hele nacht bij hem gezeten, (pauze)
Ik dacht er over na dat hij achttien jaar mijn vriend was geweest, dat we dertien jaar hadden samengewoond, dat we nooit een boos of opvliegend woord tegen elkaar hadden gezegd. Al twee jaar wist hij dat hij dood zou gaan, dat er geen hoop meer bestond. Zo vaak ik maar kon ging ik naar hem toe om bij hem te logeren in zijn villa buiten Napels. Hij was lief en zorgzaam en verheugde zich over mijn successen. We praatten wat, maakten gekheid en speelden wat kamermuziek, hij sprak bijna niet over zijn ziekte en ik wilde er ook niet naar vragen, dat zou hij niet prettig hebben gevonden. Op een dag keek hij me lange tijd aan, lachte en zei: 'Volgend jaar rond deze tijd ben ik er niet meer, maar ik zal in ieder geval altijd bij jou zijn, ik zal altijd aan je denken. ' Dat was wel lief van Leonardo om dat zo te zeggen, maar hij was graag een beetje theatraal, (pauze) Ik kan niet zeggen dat ik treurend en rouwend rondloop. Zijn dood kwam zowel verwacht als gewenst. Natuurlijk geeft het soms wel eens een leeg gevoel. Maar je mag jezelf niet begraven, (lacht) Vind je dat ik veel veranderd ben in die zeven jaar dat we elkaar niet gezien hebben? Ja, ik verf mijn haar natuurlijk, Leonardo wilde me niet met grijs haar zien, maar verder ben ik mezelf gebleven, vind je niet? Dit broekpak heb ik in Zürich gekocht. Ik wilde iets makkelijks hebben voor de lange autorit. Ik zag het in een etalage in de Bahn-hofstrasse, ik ging naar binnen om te passen en het zat perfect en was verbazingwekkend goedkoop. Vind je niet dat het me nogal goed staat? eva Ja, lieve mama, het staat je erg goed.
charlotte Maar nu moet ik gaan uitpakken. Wil je me helpen met deze koffer? Die is ontzettend zwaar en ik heb zo'n verdomde pijn in mijn rug na die reis. Dacht je dat er een plank te vinden was om onder mijn matras te leggen? Ik moet hard liggen, zoals je weet.
eva Er ligt al een plank onder je matras. Die hebben we er gisteren neergelegd.
charlotte Geweldig, (houdt in) Wat is er, m'n kleine Eva? Huil je? Ja, wacht eens, laat me eens kijken. Ben je verdrietig? M'n kindje, ben je verdrietig? Heb ik iets doms gezegd? Je weet hoe ik maar doorratel!
eva Ik huil alleen omdat ik zo blij ben je weer te zien.
charlotte Laten we elkaar nu eens stevig omhelzen, net als toen je klein was. Ik praat de hele tijd alleen maar over mezelf. Nu moet jij eens vertellen, m'n lieve, kleine Eva. Laat me je eens bekijken. Ben je de laatste jaren niet erg mager geworden? Nu zie ik dat je ook niet blij bent, maar dan moet je me echt vertellen waarom je verdrietig bent. Kom, laten we hier gaan zitten. Heb je er iets tegen als ik een sigaret opsteek? Hoe is het eigenlijk met je, m'n kleine Eva?
eva Goed, erg goed.
charlotte Leven jullie niet erg geïsoleerd?
eva We hebben ons werk binnen de gemeente, zowel Viktor als ik.
charlotte Ja, natuurlijk.
eva Ik speel vaak in de kerk. Vorige maand had ik een hele muziekavond. Ik speelde en vertelde iets over wat ik speelde. Het was erg geslaagd.
charlotte Ik heb vijf schoolconcerten in de Music Hall van Los Angeles gegeven. Drieduizend kinderen iedere keer. Ik speelde en vertelde. Je hebt geen idee wat een succes het was.
Maar afschuwelijk vermoeiend. eva Mama, er is iets wat ik je moet zeggen.
CHARLOTTE Ja.
eva Helena is hier. (pauze)
charlotte (boos) Je had me moeten schrijven dat ze hier was. Het is niet juist van je om me voor een voldongen feit te plaatsen.
eva Als ik je verteld had dat ze hier woonde was je niet gekomen.
charlotte ik ben er zeker van dat ik in ieder geval was gekomen.
eva Ik ben er zeker van dat je niet was gekomen. charlotte Is Leonardo's dood niet genoeg? Was het nodig om die arme Lena ook hierheen te slepen? eva Lena woont hier al twee jaar. Ik heb je geschreven dat Vik-tor en ik besloten hadden om Lena te vragen of ze hier bij ons wilde wonen. Ik heb je geschreven. charlotte Die brief heb ik nooit gehad. eva Of je hebt je er niet om bekommerd hem te lezen. charlotte (plotseling kalm) Was dat niet een tamelijk onrechtvaardige beschuldiging? eva (aarzelend) Ja.
charlotte Ik breng het niet op om haar te zien. In ieder geval vandaag niet.
eva Maar mama... Lena is een prachtmens. Ze heeft er alleen zo'n moeite mee om te praten, maar ik heb geleerd om te begrijpen wat ze zegt. Ik kan erbij zijn en als tolk optreden. Ze verlangt er zo ontzettend naar om jou te ontmoeten. charlotte Mijn god, ze had het toch zo goed in dat verpleegtehuis.
eva Maar ik verlangde naar haar.
charlotte Ben je er zeker van dat ze het hier bij jou beter heeft? eva Jazeker. En ik heb iemand om voor te zorgen. charlotte Gaat het slechter met haar? Ik bedoel, heeft ze... is ze...? Ik bedoel slechter?
eva Natuurlijk gaat het slechter met haar. Dat hoort nou eenmaal bij haar ziekte.
charlotte Kom, dan gaan we haar opzoeken. eva Weet je zeker dat je dat wilt?
charlotte (lacht) Ik vind het afschuwelijk naar, maar ik heb geen keus. eva Mama!
charlotte Ik heb altijd problemen gehad met mensen die zich niet bewust zijn van hun motieven. eva Bedoel je mij?
charlotte Vat het maar op zoals je wilt. We gaan nu.
charlotte Lena, meisje, laat me nu mijn armen om je heen slaan en je een kus geven. Ik pak je armen, zó, en leg ze om mijn schouders. Ik heb vaak aan je gedacht, iedere dag. helena (zegt iets)
eva Helena zegt dat ze pijn in haar keel heeft en jou niet. wil aansteken.
charlotte (kust haar weer) Oh, ik ben toch nooit bang voor bacillen geweest. Zo'n twintig jaar geleden was ik voor het laatst verkouden. Wat een mooie kamer heb je hier. En wat een mooi uitzicht. Hetzelfde uitzicht heb ik vanuit mijn kamer.
helena (zegt iets)
eva Lena zegt dat ik haar bril af moet doen, zodat je haar goed kunt zien.
charlotte Ik zie je in ieder geval wel. helena (zegt iets)
eva Ze wil dat je je handen om haar hoofd legt en dan goed naar haar kijkt.
charlotte Is het zo goed? helena Ja.
charlotte Ik ben zo blij dat Eva voor je zorgt. Ik wist van niets, ik dacht dat je nog in dat tehuis zat. Ik was echt van plan je op te zoeken voor ik weer wegging. Maar zo is het veel beter, vind je niet? helena Ja.
charlotte Nu kunnen we iedere dag bij elkaar zijn. helena (gelukkig) Ja. charlotte Heb je pijn? helena Nee.
charlotte Wat heb je je haar mooi zitten. helena (zegt iets)
eva Dat is ter ere van jou, mama.
charlotte Ik ben op het moment een erg goed boek over de Franse revolutie aan het lezen. Als je wilt kan ik je wel voorlezen. We kunnen samen op de veranda zitten en dan lees ik je voor. Zou je dat fijn vinden? helena Ja.
charlotte En we kunnen ook een tochtje met de auto gaan maken. Ik ben nog nooit in deze streek geweest. helena Ja.
charlotte Ik heb zo vaak aan je gedacht. helena (zegt iets, lacht)
eva Lena zegt dat je wel erg moe moet zijn en dat je je vandaag niet meer hoeft in te spannen. Ze vindt dat je flink bent geweest.
charlotte Heeft Lena geen horloge? eva Ze heeft een wekker bij haar bed.
charlotte Hier, Lena, je krijgt mijn polshorloge. Dat heb ik van een bewonderaar gekregen die vond dat ik slecht op de tijd lette. Eet Lena met ons mee?
eva Nee, ik geef haar meestal midden op de dag de warme maaltijd. Ze doet overigens een vermageringskuur. In het tehuis heeft ze veel te veel gegeten. helena (zegt iets) eva Lena zegt...
charlotte Wacht, ik begreep wat Lena wilde zeggen: er zit een vlinder op het raam! Klopt dat?
charlotte (alleen) Waarom voel ik me net alsof ik koorts heb? Waarom wil ik alleen maar huilen? Zo idioot dom! Met het schaamrood op mijn kaken zou ik daar moeten staan. Dat is de bedoeling. En zo'n slecht geweten. Steeds, steeds een slecht geweten. Ik had zo'n haast om hierheen te komen. Wat verbeeldde ik me eigenlijk? Waar verlangde ik zo vertwijfeld naar, hoewel ik dat voor mezelf niet wilde erkennen? Nu ga ik onder de douche en daarna een uur slapen, in ieder geval ga ik op bed liggen en doe mijn ogen dicht en daarna trek ik iets moois aan voor het eten. Dan is Eva gedwongen om toe te geven dat haar oude moeder er nog goed uitziet. Het heeft geen zin om te gaan huilen, het is al over vieren. Wel verdomme, ze zat me daar met haar grote ogen aan te kijken. Ik hield haar gezicht tussen mijn handen en voelde hoe haar ziekte in haar arme halsspieren rukte en trok. Dat ik haar verdomme nou niet op kan tillen, naar mijn bed dragen en haar troosten, zoals toen ze drie was. Dat verteerde, zachte lijf, dat is toch mijn Lena. Nou niet huilen, verdomme! Het is al kwart over vier. Ik ga douchen, dan kom ik wel op andere gedachten. Ik blijf niet zo lang. Maar vier dagen gaat wel. Dat hou ik wel vol. Daarna reis ik naar Afrika, zoals ik oorspronkelijk gepland had. Het doet pijn. Pijn. Pijn. Wacht even, doet het op dezelfde manier pijn in het tweede gedeelte van de sonate van Bartok? (neuriet voor zich uit) Ja, precies. Ik heb natuurlijk de maat veel te snel genomen. Zó moet het gaan: opmaat, pam-pam en dan komt er een kleine slang vol pijn en kwelling. Langzaam maar zonder tranen, want er zijn geen tranen meer en ze zijn er ook nooit geweest. Precies. Als dit klopt heeft mijn bezoek aan de pastorie in ieder geval een zekere waarde gehad. Nu trek ik mijn rode jurk aan en dat doe ik uit boosaardigheid, omdat Eva vindt dat ik iets
passenders zou moeten dragen zo vlak na Leonardo's dood. In ieder geval is op mijn lichaam niets aan te merken. Het is misschien niet zo verdraaid elegant, maar het is een fijn, mooi lichaam. Als ik in Afrika kom zal ik... Of misschien moet ik naar Kreta gaan en Harold opzoeken, (lacht) Weliswaar is het een varken, die goeie Harold, maar hij kookt goed en weet hoe je moet leven. Ik bel hem vanavond op, ja, dat doe ik, dat zal fijn zijn na vier uur schijnheiligheid, (plotseling) Waarom ben ik zo gemeen? Ik ben de hele tijd al boos. Eva en Viktor zijn alleen maar aardig voor me geweest en hebben laten merken dat ze blij zijn me hier te hebben. En Viktor is in feite een fijne vent. Wat een geluk voor Eva, die huilebalk, dat ze zo'n aardige man heeft getroffen. Nou zul je zien dat de douche het ook niet doet! Tja, stel je dat eens voor...
eva Wat is moeder toch onbegrijpelijk vreemd! Je had haar moeten zien toen ik vertelde dat Lena bij ons woonde. Je had haar lachje moeten zien. Kun je je indenken dat ze het voor elkaar kreeg om te lachen, ondanks de verrassing en de schrik? En later toen we voor de deur van Lena's kamer stonden: een actrice vlak voordat ze op moet, krankzinnig bang maar volledig geconcentreerd. De voorstelling was onover-treffelijk. Denk je dat mijn moeder totaal gevoelloos is? Waarom kwam ze eigenlijk hierheen? Wat verwachtte ze van een weerzien na zeven jaar? Wat verwachtte ze? En wat verwachtte ik? Hou je dan nooit op te hopen? viktor Dat dacht ik niet. eva Hou je nooit op moeder en dochter te zijn? viktor Sommigen wel.
eva Het is als een groot spook dat plotseling over je heen valt als je de deur van de kinderkamer opendoet, omdat je al heel lang vergeten bent dat het ondanks alles de deur van de kinderkamer is. Vind jij dat ik volwassen ben? viktor Ik weet niet wat er bedoeld wordt met volwassen zijn. eva Dat weet ik ook niet.
viktor Volwassen zijn is wel het kunnen hanteren van je dromen en verwachtingen. Je koestert geen verlangens. eva Denk je?
viktor Je houdt misschien op je te verbazen. eva Wat zie jij er verstandig uit zoals je daar zit met je ouwe pijp. Jij bent vast helemaal volwassen. viktor Dat geloof ik niet. Ik verbaas me iedere dag. eva Waarover?
viktor Over jou bijvoorbeeld. Bovendien heb ik totaal onhandelbare dromen en verwachtingen. En een soort verlangen ook, als het daar om gaat.
eva Verlangen?
viktor Ik verlang naar jou.
eva Dat zijn allemaal erg fraaie woorden, is het niet? Ik bedoel woorden die niets werkelijks betekenen. Ik ben opgevoed met mooie woorden. Het woord 'verdriet' bijvoorbeeld. Mama is niet woedend, gedesillusioneerd of ongelukkig, nee, ze heeft 'verdriet'. Jij hebt ook een massa van dat soort woorden. Bij jou is dat vast een soort beroepsafwijking. Als jij zegt dat je naar mij verlangt ondanks dat ik hier vlak voor je sta, dan word ik wantrouwig. viktor Je weet heel goed wat ik bedoel.
eva Nee. Als ik dat wist zou jij nooit op het idee komen om te zeggen dat je naar me verlangt. viktor (lacht) Dat is waar.
eva Wat bewijst dat ik minstens net zo slim ben als jij, misschien slimmer, wat op zich niet zoveel wil zeggen. Ik moet nu naar de keuken om naar het kalfslapje te kijken. Mama vond altijd dat ik slecht kookte. Ze is een echte schrokop. Ik heb haar eens een hele nacht met een Amerikaanse impresario horen praten over hoe je sausjes maakt. Ze waren allebei echt geëxalteerd. viktor Ik vind dat jij heel goed...
eva... kookt. Dank je. Ik mag ook niet vergeten om cafeïnevrije koffie voor mijn lieve mama te zetten. Ik heb me vaak afgevraagd waarom ze niet kan slapen. Ik geloof dat ik nu achter de oorzaak ben. Als die vrouw normaal sliep zou haar vitaliteit haar omgeving verpletteren. Haar slapeloosheid is het eigen regelsysteem van de natuur om haar te kunnen intomen tot enigszins verdraagbare proporties, (verdwijnt, komt weer terug) Nu zul je eens zien hoe ze zich voor het eten heeft opgedoft. Let alleen maar eens op haar perfecte
kleding, die ons er op een discrete manier aan moet herinneren dat ze ondanks alles een eenzame weduwe in de rouw
eva Lieve mama, wat een mooie jurk!
charlotte Vind je dat hij mij staat? Ik heb heel lang gedacht dat ik geen rood kon dragen maar op een dag ontmoette ik mijn oude vriendin Samuel Parkenhurst en zij zei: 'Charlotte, ik kom net van Diors herfstshow en daar hadden ze een rode jurk die als het ware voor jou gemaakt was. ' Ik vroeg hem de jurk te kopen en hij staat me werkelijk goed. Ik heb een honger als een paard.
eva Ik hoop dat het je zal smaken. Ik heb een kalfslapje gebraden. Daar hou je toch zo van?
charlotte Fantastisch. Alleen al om weer eens ergens thuis te kunnen eten na al dat hotelvoedsel.
viktor Ja, zullen we dan maar toosten. Welkom op de pastorie, lieve Charlotte. Van harte welkom, ik hoop dat je het naar je zin zult hebben en dat je lang blijft.
charlotte (in het Engels) Hallo, ben jij dat, Paul? Ja, je stoort inderdaad. We zitten aan tafel. Nee, voor het diner. Ja, zo is het. In dit land dineer je om vijf uur. Kun je wat duidelijker praten. De lijn kraakt ontzettend. Waar zit je eigenlijk? In Nice! Wat doe je in Nice? Let er wel op dat je mijn geld niet verspeelt. Wat zei je? (zakelijk) Ja, dat heb ik gedaan, maar ze moeten niet denken dat het net zo gemakkelijk als de vorige keer zal gaan. Zeg hen maar dat wat mij betreft het honorarium hetzelfde kan zijn, afgezien van jouw provisie en de reiskosten. Bovendien moeten ze voor mijn onkosten instaan, het was afschuwelijk duur, ik was zowat geruïneerd. Verder moeten ze hun repetitie zo plannen dat het beter uitkomt. (kijkt in haar agenda) Ik kom uit München. Ze kunnen repeteren op zaterdag- en zondagavond als Varvisio koppig vast blijft houden aan twee repetities. Ik denk er niet aan om mezelf af te jakkeren. De verbindingen zijn oerslecht en je moet hele dagen op allerlei vliegvelden zitten. Eens kijken, ik moet mijn bril hebben, waar heb ik die nou verdomme gelegd? Eva, kun je even kijken of ik mijn bril op de tafel daar bij het raam heb gelegd? Dank je, lieve Eva! Nu zul je eens wat zien. Ja, nu heeft de oude vrouw haar bril op haar neus. Nee, dat gaat beslist niet. Dan moet ik vrij hebben, dat weet je heel goed. Nee, probeer het nou maar niet, daar komt niets van in. Hier heb ik geschreven vrij, vrij, vrij. Hoeveel betalen ze, zei je? Dat is me nogal wat. Nou, als ze hun verdomde concert op de woensdag kunnen zetten, dan is er een mouw aan te passen. En zeg hen verder maar dat ze de volgende keer een behoorlijk toilet achter het podium moeten installeren, zodat je niet in een vaas hoeft te pissen, jaja, een barokslot, vertel mij wat! God zegen je, Paul. Drieëndertig graden? Pas maar op dat je je niet te veel inspant. Denk er
aan dat we niet meer zo jong zijn. Ik hou van je, dat weet je. (legt de hoorn op de haak) Dat was mijn manager, hij is erg aardig. Op het moment is hij mijn enige vriend in deze wereld. Nee, dank je, ik geen cognac, maar graag een klein glaasje whisky later op de avond. Kan ik echt niet helpen afruimen?
viktor We hebben toch gezegd dat we je zouden verwennen.
Charlotte (gaat bij de vleugel zitten) Wat een fijn oud instrument, wat een prachtige klank. En net gestemd! (speelt even) Nu ben ik echt in een goede bui. Ik heb me onnodig ongerust gemaakt.
eva Wat bedoel je, mama?
charlotte (met tranen in haar ogen) Ja, wat denk je, m'n kind? Begrijp je niet dat het een onrustig gevoel was je na zeven jaar weer te ontmoeten? Ik was ontzettend bang, kon de hele nacht niet slapen en vanochtend stond ik op het punt af te bellen, als je het wilt weten.
eva Maar mama!
charlotte Denk je dat ik van steen ben? Dank je, twee klontjes graag. Die cafeïnevrije koffie is echt geen pretje, maar wat moet je als je niet slaapt. Ik zie dat je preludes van Chopin studeert. Wil je niet eens een stukje spelen?
eva Nu niet, mama.
charlotte Eva! Wees nou niet kinderachtig. Je doet er me een groot plezier mee als je voor me wilt spelen.
viktor Eva, je zei gisteren nog dat je hoopte dat je moeder naar je zou willen luisteren. Ben je dat vergeten?
eva Als jullie nou per se willen. Maar ik ben nog lang niet zo ver. Ik bedoel, dit is alleen knoeiwerk en totaal gespeend van techniek. Ik heb me niet bekommerd om de vingerzet-ting in deze uitgave. Die krijg ik niet gespeeld.
charlotte Liefje! Nu hebben we wel genoeg excuses gehoord. Begin nu maar.
eva (speelt Chopins Prelude nr. 2 in A)
charlotte Lieve, kleine Eva.
eva Is dat alles wat je te zeggen hebt?
charlotte Nee, nee, het ontroerde me alleen zo.
eva (stralend) Deed het je iets?
charlotte Jij deed me iets.
eva Ik begrijp niet wat je bedoelt.
charlotte Kun je niet iets van de andere preludes spelen, nu we het zo fijn hebben. eva Ik wil weten wat ik fout deed. charlotte Je deed niets fout.
eva Maar je vond de manier waarop ik deze prelude speelde maar niets.
charlotte Iedereen moet er zijn eigen opvatting op na houden. eva Inderdaad. Precies. En nu wil ik de jouwe weten. charlotte Wat heeft dat voor zin? eva (vijandig) Omdat ik er om vraag. charlotte Je bent al boos.
eva Ik ben teleurgesteld omdat je het kennelijk niet de moeite waard vindt me te vertellen hoe je zelf deze prelude ziet. charlotte Nou ja, als je het dan per se wilt. (rustig) We gaan dus voorbij aan het puur technische, dat niet zo gek was, hoewel je je best wat meer had kunnen interesseren voor Cortots vingerzetting, omdat die een zekere hulp biedt bij de interpretatie. Maar hoe dan ook, we houden ons niet met die problematiek bezig, maar praten alleen over de opvatting op zich.
eva Nou?
charlotte Chopin is niet sentimenteel, Eva! Hij is zeer gevoe-
lig maar niet overgevoelig. Er zit een diepe kloof tussen gevoel en sentimentaliteit. De prelude die je speelde gaat over ingehouden pijn, niet over dromerijen. Je moet rustig, helder en wars van sentimentaliteit zijn. De temperatuur is hoge koorts, maar de uitdrukking is mannelijk beheerst. Kijk nou alleen eens naar de eerste maten, (wijst en speelt) Dat doet pijn, maar ik laat het niet merken. Dan een kort moment van verlichting. Maar dat vervaagt bijna meteen en dan is de kwelling dezelfde, niet groter en niet kleiner. De hele tijd is er sprake van totale beheersing. Chopin was trots, sarcastisch, driftig, gekweld, razend en erg mannelijk. Hij was dus geen sentimenteel oud wijf. Deze Prelude pr. 2 moet bijna lelijk gespeeld worden. Die mag nooit vleiend worden. Het moet fout klinken, moeizaam of succesvol bevochten. Zo dus, hier, luister maar. (speelt het stuk nog eens)
eva Ik begrijp het.
charlotte (bijna deemoedig) Word nou niet boos op me, Eva. eva Waarom zou ik boos worden? Integendeel. charlotte Vijfenveertig jaar van mijn leven heb ik me bezig gehouden met deze razend moeilijke preludes. Ze verbergen nog steeds een massa geheimen, dingen die ik niet begrijp. Maar ik denk er niet over om op te geven. eva Toen ik klein was koesterde ik een waanzinnige bewondering voor jou. Daarna was ik jou en jouw piano een aantal jaren behoorlijk beu. Nu begin ik je echt weer te bewonderen, zij het dan op een andere manier. charlotte (sarcastisch) Dan is er dus nog hoop. eva (ernstig) Ja, inderdaad.
viktor Ik vind dat Charlottes analyse verleidelijk is maar dat uit Eva's vertolking meer verlangen spreekt.
charlotte (lacht gelukkig) Voor die opmerking krijgt Viktor een zoen!
viktor (vol gêne) Ik zeg alleen maar wat ik vind.
eva Iedere zaterdag ga ik hier naar zijn graf. Als het zacht is zoals vanavond zit ik hier een poosje op de bank en laat mijn gedachten de vrije loop. (pauze) Erik is de dag voor hij vier zou worden verdronken. We hebben een oude put op het erf en het deksel is vastgespijkerd, maar op de een of andere manier had hij het deksel eraf gekregen en was hij in de put gevallen. We vonden hem bijna meteen, maar hij was al dood. Viktor kwam er niet overheen, er was iets bijzonders tussen Erik en zijn papa. Uiterlijk treurde ik erg. Diep in mijn binnenste voelde ik al vanaf het begin dat hij nog leefde, dat we dicht naast elkaar leefden. Ik hoef me alleen maar heel even te concentreren en dan is hij er. Soms, als ik bijna inslaap, gebeurt het dat ik zijn adem langs mijn gezicht voel strijken en dan beroert hij me met zijn hand. Vind je dat overspannen klinken? Misschien kan ik wel begrijpen dat je dat vindt. Voor mij is het heel natuurlijk. Hij leeft een ander leven, maar we kunnen elkaar wanneer dan ook bereiken, er is geen grens, geen onoverkomelijke muur. Soms vraag ik me natuurlijk af hoe de werkelijkheid er uitziet waar mijn jongen leeft en ademt. Tegelijkertijd begrijp ik wel dat zoiets niet te beschrijven is, omdat het een wereld van bevrijde gevoelens is. Viktor heeft het veel moeilijker dan ik. Hij zegt dat hij niet meer in God kan geloven, omdat God kinderen dood laat gaan, verbranden, waanzinnig worden, dood laat schieten of verhongeren. Ik probeer hem uit te leggen dat er geen verschil bestaat tussen kinderen en volwassenen, omdat de volwassenen nog steeds kinderen zijn, die als volwassenen verkleed moeten leven. Voor mij is de mens een ongehoord schepsel, net een niet te vatten gedachte, en in de mens is alles aanwezig, van het hoogste tot het laagste, net als in het leven, en de mens is Gods evenbeeld en in God is alles, alles
als geweldige krachten, en zo worden duivels geschapen en heiligen, profeten en anti-profeten, kunstenaars en verwoes-ters. Alles bestaat zij aan zij en gaat in elkaar over. Het zijn net geweldige patronen, die de hele tijd veranderen, begrijp je wat ik bedoel? Op die manier moet er ook een onbegrensde massa werkelijkheden bestaan, niet alleen de werkelijkheid die wij met onze botte zintuigen kunnen begrijpen, maar een heel scala van werkelijkheden die zich over en rondom elkaar uitspannen, van binnen en van buiten. Het is toch alleen maar angst en eigenwijsheid om in grenzen te geloven. Er bestaan geen grenzen. Noch voor onze gedachten, noch voor onze gevoelens. De angst is het die grenzen stelt, vind je ook niet? Als jij het langzame deel uit Beethovens Hammerkla-viersonate speelt, dan moet je toch voelen dat je je in een wereld zonder begrenzing begeeft, in een geweldige beweging, die je nooit kunt doorzien of doorvorsen. Het is net als met Jezus. Hij liet wetten en grenzen aan stukken springen met een totaal nieuw gevoel, waar niemand eerder over had horen praten, dat was de liefde. Natuurlijk werden de mensen bang en woedend, net zoals ze bijna altijd bang worden en er tussenuit proberen te knijpen als een sterk gevoel hen overweldigt, ondanks het feit dat ze ontzettend verlangen naar hun gevoelens, die verdord en dood zijn.
als geweldige krachten, en zo worden duivels geschapen en
10
charlotte Ik word bang als ik haar hoor redeneren. Het is zo overspannen, zo ver weg van ieder gezond verstand. En dan die vanzelfsprekendheid! Zij gaat met haar kleine jongen om, zij heeft het raadsel der wereld opgelost, daar is het antwoord op alle vragen te vinden. viktor (lacht) Ja, ja.
charlotte Je kunt haar op die manier niet rond laten lopen. viktor Wat bedoel je?
charlotte Ik geloof dat ze eigenlijk afschuwelijk ongelukkig is. En dat ze plotseling op een dag inziet hoe slecht het met haar gesteld is en dan doet ze iets dwaas. viktor Geloof je dat echt? charlotte Ja, dat geloof ik echt. viktor Is ze boven bij Lena? charlotte Ze zou haar klaar voor de nacht maken. viktor Kom nu even zitten, lieve Charlotte, en luister eens naar me, dan zal ik je proberen uit te leggen hoe ik mijn vrouw zie.
charlotte Goed, ik zit al.
viktor Toen ik Eva vroeg om met me te trouwen zei ze bijna meteen dat ze niet van me hield. Ik vroeg of ze van iemand anders hield. Ze antwoordde dat ze nooit van iemand had gehouden, dat ze niet in staat was van iemand te houden, (pauze) Eva en ik leefden hier heel wat jaren, we waren aardig voor elkaar, werkten hard, gingen in mijn vakanties naar het buitenland, en toen werd Erik geboren. We hadden de hoop al opgegeven een eigen kind te krijgen en spraken er vaak over dat we een kind zouden kunnen adopteren, (pauze) Nou ja. Vanaf het begin van haar zwangerschap onderging Eva een totale verandering. Ze werd blij, teder en extrovert. Ze werd lui, schonk geen aandacht meer aan haar werk in de gemeente en haar pianospel. Ze kon in die stoel, met haar voeten op een andere stoel, zitten kijken naar het licht over de berg en de fjord. Plotseling waren we erg gelukkig, neem me niet kwalijk dat ik het zo zeg, maar we waren in feite erg gelukkig in bed. Ik ben twintig jaar ouder dan Eva, ik geloofde al dat er een grauwe sluier over het bestaan was komen te liggen, als je begrijpt wat ik bedoel. Ik meende dat ik om kon kijken en zeggen: nou, dat was dus het leven, zo moest het dus worden. Maar toen was alles anders. Het waren een paar ongehoord... (pauze) Het waren een paar ongehoord... (pauze) Neem me niet kwalijk, Charlotte, maar het is nog steeds wat moeilijk om... (pauze) Ja. Het waren een paar erg rijke jaren. Je had Eva moeten zien. Je had haar echt eens moeten zien.
charlotte Ik herinner me die jaren rond Eriks geboorte. In die tijd maakte ik platenopnames van alle sonates en pianoconcerten van Mozart. Ik had geen enkele dag vrij. viktor Nee, precies. We nodigden je keer op keer uit, maar je had jammer genoeg nooit tijd. charlotte Nee.
viktor Toen Erik verdronk werd de grauwe sluier nog grauwer.
Voor Eva was het dus anders. charlotte Anders? Hoezo anders?
viktor Haar gevoel leeft onaangevreten verder, althans, zo lijkt het. Ze is mager en hoekig geworden en qua humeur minder stabiel (ze kan bijvoorbeeld een geweldige uitbarsting van woede krijgen). Maar ik vind haar niet overspannen of eigenaardig. En als ze voelt dat haar zoontje dicht bij haar leeft dan is dat misschien ook zo. Ze praat er niet vaak over, ze zal wel bang zijn dat het mij pijn doet (en dat doet het zeker). Maar wat ze zegt klinkt waarachtig. Ik geloof haar.
charlotte Natuurlijk. Jij bent immers dominee. viktor Het kleine beetje geloof dat ik bezit, bestaat bij de gratie van haar voorwaarden.
charlotte Neem me niet kwalijk als ik je kwetste. viktor Dat geeft niets, Charlotte. In tegenstelling tot jou en Eva ben ik een vaag en onzeker mens. Dat heb ik aan mezelf te wijten.
11
charlotte Vind je niet dat ik mezelf vannacht maar eens moet trakteren op een paar echte slaapmiddelen? Ja, dat vind ik eigenlijk wel. Hier is het rustig en stil, alleen de regen tikt zo zachtjes op het dak. Twee mogadon en twee valium neem ik zo gemiddeld.
eva Heb je alles wat je nodig hebt?
charlotte Het is geweldig zo. De juiste soorten koekjes en mineraalwater, een cassetterecorder met cassettes, twee detectives, oorpropjes en een ooglapje, een extra kussen en mijn reisplaid. Wil je even proeven van mijn lekkere Zwitserse chocolade, net gekocht in Zürich? Hier, je krijgt twee stukjes. eva Dank je, lieve mama, maar ik ben niet zo dol op chocolade. charlotte Hé, wat vreemd. Ik meen me te herinneren dat je als kind gek op zoetigheid was. eva Helena hield van snoep. Ik niet.
charlotte Des te beter, dan heb ik mijn chocolade voor mezelf. eva Welterusten dan, mama.
charlotte Welterusten kindje, en bedankt voor alles. Viktor is een heel aardige man. Je mag wel zuinig op hem zijn. eva Dat ben ik ook.
charlotte Zijn jullie gelukkig samen? Hebben jullie het goed? eva (gelaten) Mama, Viktor is mijn beste vriend. Ik weet niet hoe het leven er uit zou zien als ik hem niet had. charlotte Hij zei dat jij niet van hem hield. eva Heeft hij dat gezegd? charlotte Jazeker. Hoezo? eva Het verbaast me alleen wat. charlotte Was het een geheim? eva Nee.
charlotte Maar je vindt het niet leuk dat hij het gezegd heeft. eva Viktor stort zijn hart meestal niet zo direct uit.
charlotte We hadden het over jou.
eva Als je iets wilt weten kun je het meteen aan mij vragen. Ik beloof om zo oprecht mogelijk te zijn. charlotte M'n lieve kind, nu moet je hier echt niets merkwaardigs in zien. Het is niet bepaald onnatuurlijk dat een oude moeder nieuwsgierig is hoe het met haar dochter gaat. We spraken met grote tederheid over jou, dat kan ik je verzekeren.
eva Als ik maar kon begrijpen waarom jij mensen niet met rust kunt laten.
charlotte Ik vind dat ik jou al te lang met rust heb gelaten. eva (lacht) Daar zou je wel eens gelijk in kunnen hebben. charlotte Laten we het verder maar niet hebben over dit soort onaangename gevoelens. Dan slaap ik vannacht weer niet, ondanks mijn slaapmiddel. eva We kunnen een andere keer wel praten. charlotte Precies. Geef me een zoen en beloof dat je niet boos op je oude moeder bent. eva Ik beloof het.
charlotte Ik hou van je, begrijp je. eva (vriendelijk) Ik hou ook van jou.
charlotte Het is niet zo erg leuk om steeds alleen te zijn, dat kan ik je wel vertellen. Ik word gewoon jaloers op jou en Viktor.
eva Ja?
charlotte Nu Leonardo dood is ben ik zo verdomd alleen. Kun je dat begrijpen? eva Ja, dat begrijp ik.
charlotte Nee, nee, nee. Nu begin ik zo dadelijk nog te huilen uit medelijden met mezelf en we hadden net af gesproken dat er vanavond geen sprake zou zijn van een stortvloed van ge-
voelens. Deze detective is in feite niet zo slecht. Het is een nieuwe schrijver, Adam Kretzinsky. Heb je van hem gehoord? eva Nee.
charlotte Ik ontmoette hem in Madrid. Hij was helemaal weg van me. Ik kon me nauwelijks verzetten. Dat wil zeggen, ik verzette me helemaal niet. Welterusten, Eva. eva Welterusten, mama.
charlotte Hij bewonderde me als een dwaas en zei dat ik de mooiste vrouw in zijn leven was. Wat moet je met zoiets aan? eva Je zegt het maar als je je ontbijt wilt. charlotte Doe geen moeite voor me. eva Maar ik wil je echt verwennen. charlotte Als je echt blijft aandringen... eva Sterke koffie, warme melk, twee sneetjes donker Duits roggebrood met Jarlsbergkaas, een sneetje geroosterd witbrood met honing. Zo was het toch? charlotte En dan nog een glas appelsap. eva Stel je voor, dat was ik bijna vergeten. charlotte Ik kan echt...
eva Nee, je krijgt je appelsap. Welterusten, mama. charlotte Welterusten, liefje.
charlotte (alleen) Ik denk dat ik maar eens naar mijn boekhouding ga kijken, (haalt een rood aantekenboekje te voorschijn) Ik moet niet vergeten Brammer Leonardo's geld te laten overschrijven. Het huis is ook nogal veel waard, jij bemoeide je nooit met zaken als vermogen en schulden, je was verheven boven aardse beslommeringen, je liet alle problemen aan Charlotte over. 'Charlotte, jij bent zo goed in geldzaken, jij bent mijn minister van Financiën. ' Toen je eens boos op me was zei je dat ik gierig was. Misschien ben ik wel gierig. Voorzichtig met geld in ieder geval. Het boerenbloed en het boerenverstand van grootvader van moederskant. Drie miljoen zevenhonderdvijfendertigduizendachthonderdzesen-zestig franc. Had je ooit kunnen denken dat je zoveel geld had, Leonardo? Wie had dat kunnen denken? En alles vermaak je je oude Charlotte. Ik heb zelf ook nog een aardig centje. Samen is het meer dan vijf miljoen. Wat moet ik met zoveel geld? Ik zal een fijne auto voor Viktor en Eva kopen. Ze kunnen niet rond blijven rijden in die ouwe kar die beneden op het erf stond. Die ziet er levensgevaarlijk uit. Maandag gaan we naar de stad om naar een auto te kijken. Daar zullen ze blij om zijn. Ik ook trouwens, (geeuwt) Nu begin ik me rustig en slaperig te voelen. Ik lees nog een stukje in Adams boek en dan knip ik het licht uit. Het is hier echt stil. Het regent niet meer. (leest) 'Ze gaf hem met stomme waardigheid de rode bloem van haar onschuld. Hij aanvaardde die zonder enthousiasme, hoewel hij de hele ochtend had liggen staren naar haar kleine, stevige borsten en het weelderige, blonde schaamhaar dat net over de rand van haar bikini krulde. ' Jezus, wat een onzin! Eigenlijk was het een echte idioot, die Adam, ook al pleegde hij bijna zelfmoord om wille van mij. (lacht) Als ik nou eens zelf een nieuwe auto kocht
en Eva en Viktor mijn Mercedes gaf. Dan kan ik met het vliegtuig terug naar Parijs en daar een auto kopen, dan hoef ik dat hele eind niet terug te rijden, (geeuwt) Morgen ga ik serieus met Ravel beginnen. Jezus, wat heb ik de laatste weken de kantjes er af gelopen, gewoon onvergeeflijk. (doet haar ogen dicht) Het is een onaangename man, die Viktor, net zo griezelig als Josef, maar onbeduidender. Die raken vast op elkaar uitgekeken, dat spreekt voor zich!
(De deur gaat open. Charlotte wordt erg bang. Plotseling komt Helena de kamer ingerend, werpt zich boven op haar moeder, ze is zwaar en sterk. Na een kort gevecht wordt Charlotte wakker. )
eva Maar mama, wat is er gebeurd? Ik hoorde je schreeuwen en toen ik je kamer in kwam was je er niet. charlotte Het spijt me dat ik je wakker gemaakt heb, maar ik had zo'n nare droom. Ik droomde dat... eva Ja?
charlotte Nee, ik herinner me niet wat het was. eva Ik wil best bij je blijven zitten als je wilt praten. charlotte Nee, dank je, liefje. Ik blijf alleen even zitten om tot mezelf te komen. Ga jij maar naar bed. eva Dat zal ik dan maar doen.
CHARLOTTE Eva! eva Ja, mama?
charlotte Je mag me toch wel graag? eva Natuurlijk. Je bent toch mijn moeder. charlotte Dat was geen eerlijk antwoord. eva Dan wil ik antwoorden met een tegenvraag: mag jij mij graag?
charlotte Ik hou van je. eva Dat is niet waar. (lacht) charlotte Je verwijt mij gebrek aan liefde? eva (antwoordt niet, kijkt haar aan) charlotte Zie je het ongerijmde van zo'n verwijt niet in? eva (kijkt haar aan) Het was geen verwijt. charlotte Verwijt je jezelf gebrek aan liefde tegenover Viktor? eva Ik heb Viktor gezegd dat ik niet van hem hou. Jij doet net alsof. Dat is het verschil.
charlotte En als ik te goeder trouw ben geweest? eva Nu begrijp ik niet wat je bedoelt.
charlotte Als ik er innerlijk echt van overtuigd ben geweest dat ik van jou en Helena hield. eva Dat is onmogelijk.
charlotte Herinner jij je nog dat ik mijn carrière opgaf en besloot voortaan thuis te blijven?
eva Ik weet niet wat het ergste was: de tijd dat je thuis was om echtgenote en moeder te spelen of de tijd dat je op tournee was. Maar hoe meer ik er over nadenk hoe beter ik begrijp dat je het leven voor ons tot een hel maakte, zowel voor papa als voor mij.
charlotte Jij weet niets van de verhouding tussen papa en mij.
eva Papa was net zo onderdrukt en net zo inschikkelijk als ik en alle anderen.
charlotte Dat is niet waar. Papa en ik waren gelukkig samen. Josef was de fijnste, beste, meest tedere man ter wereld. Hij hield van mij en ik zou wat dan ook voor hem hebben kunnen doen.
eva Zeker. Je bedroog hem.
charlotte Ik bedroog hem niet. Ik werd verliefd op Martin en ging acht maanden met hem op reis. Dacht je dat die tijd ro-zegeur en maneschijn was?
eva In ieder geval zat ik 's avonds met papa, ik moest hem troosten, ik was de hele tijd gedwongen te herhalen dat jij ondanks alles toch van hem hield en dat je zo zeker als wat terug zou komen, ik moest jouw brieven voorlezen. Jouw lange, teder liefdevolle, vermakelijke, humoristische brieven, waarin je een soort bloemlezing gaf van je interessante reizen. We zaten daar als simpele idioten, lazen jouw brieven twee, drie keer en vonden dat een zeldzamer mens als jij niet bestond.
charlotte (stil, verbaasd) Eva, je haat me.
eva Ik weet het niet. Ik ben zo in de war. Plotseling kom je na zeven jaar hierheen en ik verheug me er op dat je komt. Ik weet niet wat ik me inbeeldde. Misschien dacht ik dat je een-
zaam en verdrietig was. Ik weet het niet. Ik dacht misschien wel dat ik volwassen was, dat ik jou en mezelf in een juist licht kon zien, net als Helena's ziekte en onze jeugd. Nu begrijp ik dat alles een grote chaos is. (pauze) Welterusten, mama. Het haalt niets uit om over het verleden te praten. Dat doet veel te veel pijn en bovendien is het zinloos. charlotte Je slingert me een massa beschuldigingen in mijn gezicht en dan verdwijn je! eva Omdat het in ieder geval te laat is. charlotte Wat is er dan te laat? eva Niets kan veranderd worden.
(Nu klinkt door de stilte een klagende, langgerekte toon, nauwelijks menselijk. Geschrokken kijkt Charlotte haar dochter aan. )
eva Dat is Helena, ze is wakker geworden. Ik ga even naar haar toe om te kijken of ze iets nodig heeft.
(Ze haast zich door het donkere huis, kent de weg, hoeft het licht niet aan te doen. Buiten voor het raam staat de maan onbeweeglijk. Het is doodstil, geen wind, geen vogels. Voorzichtig doet Eva de deur van Helena's kamer open. Het klagende geluid houdt vrijwel meteen op. Ze doet de lamp op het nachtkastje aan. Helena zit rechtop in het bed met de hoge zijkanten. Het trekt in haar hals en schouders en ze bijt op haar lippen. Haar ogen zijn stevig dichtgeknepen, ze slaapt. Eva maakt haar voorzichtig wakker. Langzaam slaat ze haar ogen op, langzaam komt ze terug tot de werkelijkheid, ze probeert iets te zeggen, maar ziet er vrijwel meteen van af. Eva vraagt haar of ze dorst heeft, ze schudt nee, sluit haar ogen. Slaapt meteen weer in.
Het trekken neemt af, haar gezicht wordt kalm. Eva zit bij haar, kijkt naar haar. Doet de lamp uit, kijkt naar haar. )
14
eva Voor jou was ik een pop, waar je mee speelde als je tijd had. Als ik ziek of lastig werd liet je me over aan het kindermeisje of aan papa. Je sloot je op en werkte en dan mocht niemand storen. Ik stond voor de deur te luisteren. Als je ophield om koffie te drinken waagde ik het om naar binnen te glippen om te zien of je echt bestond. Je was vriendelijk maar afwezig. Als ik je iets vroeg kreeg ik nauwelijks antwoord. Ik zat op de vloer naar je te kijken, je was groot en mooi, de kamer was koel en fris, de markiezen waren naar beneden getrokken, buiten speelde de wind met de bladeren, alles was gehuld in een onwerkelijk groen waas. Soms mocht ik je over het meer roeien, je had een lange, witte zomerjurk aan met een diep decolleté, dat je borsten, die zo mooi waren, goed deed uitkomen, je was op blote voeten en had je haar in een dikke vlecht gedraaid, je hield er van om in het water te kijken, dat was helder en koud, je kon de grote stenen diep beneden op de bodem zien, de planten en de vissen, je haar werd nat en je handen ook. Omdat jij er altijd zo verzorgd uitzag wilde ik dat ook. Ik werd pedant precies op mijn kleren. Altijd bang dat jij iets tegen mijn uiterlijk zou hebben, ik vond namelijk dat ik zo lelijk was, mager en hoekig, grote koeieogen en grote lelijke lippen, geen wenkbrauwen en geen wimpers, mijn armen waren veel te lang, mijn voeten te groot, mijn tenen veel te plat en... nee, ik vond mezelf er bijna weerzinwekkend uitzien. Maar je liet bijna nooit merken dat je je zorgen maakte over mijn uiterlijk. Eén keer zei je: ik vind dat je een jongetje had moeten worden, en toen lachte je om mij natuurlijk niet verdrietig te maken. Maar dat werd ik natuurlijk toch. Een hele week huilde ik als ik alleen was, want jij verafschuwde tranen, andermans tranen. Toen stonden jouw koffers plotseling op een dag beneden
aan de trap en je sprak een vreemde taal aan de telefoon. Ik ging de kamer in en bad God dat er iets zou gebeuren wat jouw reis onmogelijk zou maken, grootmoeder zou doodgaan, er zou een aardbeving komen of alle vliegtuigen zouden niet kunnen opstijgen, maar jij ging altijd gewoon weg, de deuren stonden open en de wind waaide door het huis en iedereen praatte door elkaar heen en toen kwam je op me af, omhelsde me, kuste me, drukte me tegen je aan, kuste me weer, keek me aan en lachte tegen me en je rook heerlijk en vreemd en zelf was je ook vreemd, je was al op weg, je zag me niet, ik dacht nu blijft mijn hart stilstaan, nu ga ik dood, zo'n pijn doet het, ik word nooit meer blij, er zijn maar vijf minuten voorbij, hoe moet ik het uithouden om twee maanden zo'n pijn te hebben en zo huilde ik tegen papa's knie en papa zat doodstil met zijn kleine, zachte hand op mijn hoofd, hij zat zo lang hij maar kon en rookte zijn oude pijp, hij omgaf ons met rook, soms zei hij iets: zullen we vanavond naar de bioscoop gaan of ik geloof dat ijs bij het eten vandaag wel lekker zou zijn. Maar ik interesseerde me noch voor ijs noch voor de bioscoop, omdat ik aan het doodgaan was. Zo verliepen dagen en weken, papa en ik deelden de eenzaamheid erg goed, we hadden elkaar ook niet zo veel te zeggen, maar het was zo rustig met hem en ik stoorde hem nooit, soms zag hij er wat bezorgd uit, ik wist niet dat hij voortdurend in financiële moeilijkheden zat, maar altijd als ik aan kwam klossen lichtte zijn gezicht op en dan kletsten we even of hij streelde me ook wel met zijn kleine, bleke hand of hij zat op de leren bank met oom Otto cognac te drinken en ze mompelden wat tegen elkaar, ik vroeg me af of ze elkaar wel verstonden, of oom Harry was er ook wel om een partijtje te schaken en dan was het als het ware extra stil in huis, dan hoorde je drie verschil-
lende klokken in huis tikken. Al dagen voordat jij weer thuis zou komen kreeg ik koorts van de opwinding, tegelijkertijd was ik bang dat ik echt ziek zou worden omdat ik wist dat jij een hekel aan zieke mensen had. En als je dan kwam kon ik mijn geluk nauwelijks op en iets zeggen lukte me evenmin, daarom werd jij af en toe ongeduldig en zei: 'Eva is vast niet erg blij om haar mama weer thuis te hebben. ' Dan werd ik vuurrood in mijn gezicht en brak het zweet me aan alle kanten uit, maar ik kon niets zeggen omdat ik geen woorden had, aangezien jij alle woorden thuis naar je toe had getrokken. Ik hield echt van jou, dat was een zaak van leven en dood, dat geloof ik in ieder geval, maar ik wantrouwde jouw woorden. Ik begreep instinctief dat je bijna nooit meende wat je zei. Je hebt zo'n mooie stem, mama, toen ik klein was voelde ik het door mijn hele lijf als je tegen me praatte en vaak werd je boos op me omdat ik niet had gehoord wat je tegen me zei. Dat kwam omdat ik naar je stem luisterde, maar ook omdat ik niet begreep wat je zei. Ik begreep jouw woorden niet, ze kwamen niet overeen met de uitdrukking in je ogen of met je intonatie. Het afschuwelijke was dat je lachte als je boos was. Als je papa haatte noemde je hem 'm'n liefste vriend', als je mij beu was zei je 'm'n lieve, kleine meid'. Niets klopte. Nee, mama, wacht even, ik wil uitpraten, ik weet dat ik een beetje aangeschoten ben, maar als ik niet gedronken had zou ik nooit gezegd hebben wat ik gezegd heb. Straks, als ik de moed verlies, niets meer durf te zeggen of zwijg omdat ik me schaam over wat ik gezegd heb, dan kun jij praten en alles uitleggen, ik zal luisteren en begrijpen, precies zoals ik altijd geluisterd heb en begrepen. Ondanks alles ging het prima om jouw kleine meid te zijn. Er zat niets fouts in het feit dat ik van jou hield. Je tolereerde me zo'n beetje, omdat je je reizen
had. Maar er is iets wat ik nooit begrepen heb en dat is jouw verhouding met papa, ik heb de laatste tijd zoveel aan jullie beiden gedacht, maar jullie huwelijk is een raadsel. Soms geloof ik dat jij totaal afhankelijk van papa was, ondanks het feit dat hij zoveel zwakker dan jij was, op de een of andere manier hield je rekening met hem, zoals je nooit met Helena of mij deed. Je verwende papa, je praatte over hem alsof hij van een fijnere materie was. Toch was die arme papa alleen maar een middelmatig mannetje, vriendelijk, onnozel en onschuldig. Voor zover ik het begrepen heb betaalde je meer dan eens papa's schulden, is het niet?
CHARLOTTE Ja.
eva Ik geloof dat papa avontuurtjes had, ik herinner me in ieder geval minstens drie vreemde dames die bij ons thuis kwamen en in de huiskamer zaten als jij op reis was. Een van hen heette, geloof ik, Maria van Eyck, en was een leerling van jou?
charlotte Papa had een verhouding met Maria. Tamelijk kort en tamelijk onnozel.
eva Trok je je niets aan van die avontuurtjes?
charlotte Nee, ik kon echt niet boos op papa worden over zijn avontuurtjes. Bovendien had hij een goede smaak. Je zei dat papa een middelmatig mannetje was. Dat is een hard en onrechtvaardig oordeel, wat bewijst dat jij je vader niet kende. Onder andere omstandigheden was Josef een van de grote architecten van Europa geweest, maar hij was veel te tactvol en veel te fatsoenlijk. Hij moest een stap terugdoen ten gunste van zijn oudere broer, die nog niet half zo begaafd was, en het was een ongelukkig iets dat ze samen het bureau van jouw grootvader erfden. Josef wilde nooit ruzie maken of zijn mening doordrukken. Maar hij had geweldige ideeën,
hij ontwierp bijvoorbeeld een concertgebouw voor Kopenhagen of was het Oslo, nee, het was in feite Lyon, en iedereen was het er over eens dat het een van de mooiste gebouwen was dat in die jaren ontworpen was, maar toen kwam de oorlog en het project ging niet door. Arme Josef, hij had pech met alles wat hij ondernam. Hij was namelijk een echt groot man en helemaal geen middelmatig mannetje. Je ziet er zo sceptisch uit, Eva. Je gelooft me niet? eva Wat heeft dat voor betekenis? Jouw woorden gelden in jouw werkelijkheid, mijn woorden in de mijne. Ruilen we van woorden, dan zijn ze waardeloos.
charlotte Je had het daarnet over mijn zelfbedrog. Ik geloof niet dat je gelijk hebt. Ik hield mezelf nooit voor de gek. De feitelijke gang van zaken was nogal beangstigend: ik had pijn in mijn rug, kon niet goed studeren, mijn concerten werden slecht, ik raakte belangrijke engagementen kwijt. Ik begon te geloven dat mijn leven zinloos was. Tegelijkertijd kreeg ik last van een slecht geweten tegenover jou en Josef. Ik vond het idioot om van de ene stad naar de andere te trekken als ik in plaats daarvan thuis bij jullie kon zijn. Je lacht ironisch. Ik probeer de waarheid te spreken, ik vertel alleen maar hoe ik dacht, daarna interesseert het me niet wat jij denkt. Maar een keer kan dit toch wel eens gezegd worden, daarna praten we er nooit meer over.
eva Ik probeer het te begrijpen.
charlotte Ik was in Hamburg, ik speelde Beethovens eerste pianoconcert, dat is niet bepaald moeilijk en alles was goed gegaan. Na afloop ging ik met de oude Schmiess, je weet wel, de dirigent (hij is nu dood), naar een restaurant om eens lekker te eten, dat deden we altijd. Toen we uitgebreid hadden zitten eten en drinken en ik ontspannen en in een goed humeur was en de pijn in mijn rug nauwelijks voelde zei Schmiess: 'Waarom blijf je niet thuis bij man en kinderen om een respectabel leven te leiden in plaats van je voortdurend bloot te stellen aan vernederingen? ' Ik staarde hem aan en schoot toen in de lach. 'Vond je dat ik vanavond zo slecht speelde? ' 'Nee, dat vond ik niet/ zei hij lachend. 'Maar ik moest steeds terugdenken aan de achttiende augustus 1934. Toen was je twintig en we speelden samen Beethovens eerste pianoconcert in Linz, herinner je je die avond, het was vijfendertig graden, de zaal was afgeladen vol, we speelden als goden, het brandde in het orkest, na het concert stond het
publiek op en stampte en schreeuwde en het orkest gaf een toegift. Je had een rode, erg eenvoudige zomerjurk aan en lang haar tot aan je middel. Je was opgewekt en onberoerd, wat jou betrof hadden we het concert die avond wel vijf keer kunnen spelen, dat had net zo prettig geweest. ' 'Hoe herinner je je dat allemaal? ' vroeg ik. 'Ik heb het in mijn partituur bij geschreven, ' zei Schmiess. 'Ik maak meestal aantekeningen van mijn grote belevenissen. '
Toen ik in mijn hotel kwam kon ik niet slapen. Om drie uur 's nachts belde ik Josef op en vertelde dat ik een besluit had genomen: ik zou verder niet meer reizen, ik zou thuisblijven bij hem en bij jou, we zouden een echt gezin worden. Josef was ontzettend blij. We huilden allebei van ontroering, we praatten bijna twee uur met elkaar. Zo lag die zaak. Bedrog was het in ieder geval niet. Misschien een kinderlijk idee dat het leven een barmhartige uitweg in petto kon hebben, zelfs voor Charlotte Andergast. Dat was natuurlijk dom. Na een maand begreep ik dat ik voor papa en jou een afschuwelijke belasting vormde, dat ik er naar verlangde thuis weg te komen. Na een paar jaar kwam ik wat tot rust, begon les te geven, wijdde me aan jou en je opvoeding, leefde mee met papa's zorgen, 's Zomers woonden we in een huisje op de scherenkust - dat herinner je je nog wel. (Eva knikt, lacht zonder te lachen) We waren erg gelukkig, geloof ik. Of waren we dat niet? Jij was niet gelukkig? eva (schudt haar hoofd) Nee, ik was niet gelukkig. charlotte (zucht) Je zei dat je het nog nooit zo fijn had gehad. eva Ik wilde jou niet teleurstellen.
charlotte Daar zie je het maar weer eens. (lacht) Wat deed ik fout?
eva Jij deed niets fout! Zoals altijd was je geweldig. Voor mij
was je afschuwelijk. Ik was veertien en bij gebrek aan beter richtte je je hele afgedamde energie op mij. Je had je in je kop gezet dat je mij had verwaarloosd en nu zou je dat verzuim goedmaken. Ik verweerde me zo goed ik maar kon, maar ik had geen enkele kans. Tot overmaat van ramp hield ik van jou en was ik er de hele tijd volkomen van overtuigd dat jij gelijk en ik ongelijk had. Weet je wat jij deed? Je maakte nooit direct een aanmerking, je bediende je altijd van omschrijvingen. Maar ieder uur van de dag kwam je met je lachje, je grapjes, je tedere zorgzaamheid of lichtelijk bezorgde intonatie. Er was geen detail dat gespaard bleef voor jouw liefdevolle energie. Ik had een kromme rug omdat ik te snel groeide. Jij kwam met gymnastiek op de proppen, natuurlijk deden we de oefeningen samen, onder het mom van jouw eigen slechte rug. Ik had puistjes, want ik was in de puberteit, meteen was er een huidspecialist, een huisvriend, hij schreef zalfjes en smeerseltjes voor, die ik slecht verdroeg en die mijn huid nog roder maakten. Jij vond dat ik al te veel problemen had met mijn lange haar, dat ik volgens jou verwaarloosde. Daarom knipte je me kort, het was afschuwelijk, ik vond dat ik er grotesk uitzag. Maar het ergste van alles was dat jij het idee kreeg dat mijn tanden scheef gegroeid waren, jij zorgde er voor dat ik een beugel kreeg, ik zag er uit als een dwaas. Jij legde me uit dat ik een groot meisje was en dat ik niet in broeken en truien moest lopen maar in jurken, die je liet naaien en zelf naaide zonder te vragen wat ik vond en ik kon geen nee zeggen omdat ik jou niet teleur wilde stellen. Je gaf me boeken te lezen waar ik niets aan vond, omdat ze veel te moeilijk voor me waren, ik las en ik las en daarna zouden jij en ik praten over wat ik had gelezen. Jij verklaarde en vertelde, ik begreep niet waar je het over had,
was alleen maar bang dat je op een dag mij en mijn grenzeloze domheid aan de kaak zou stellen. Ik werd als verlamd, maar éen ding begreep ik scherp en duidelijk: er was geen millimeter van wat ik werkelijk was waar je van zou kunnen houden of wat je zelfs maar kon accepteren. Jij was als bezeten en ik werd banger en banger, meer en meer tot niets gereduceerd. Ik wist niet meer wie ik was, omdat ik elk ogenblik jou ter wille moest zijn. Ik werd net een houterige marionet, die jij hanteerde, ik zei wat jij wilde, ik maakte jouw gestes en bewegingen opdat je me maar aardig zou vinden, ik durfde geen moment mezelf te zijn, niet eens als ik alleen was, omdat ik een enorme hekel had aan alles wat van mezelf was. Het was afschuwelijk, mama, en ik ril nog over mijn hele lijf als ik over die jaren praat. Het was afschuwelijk, maar het zou nog erger worden. Want ik begreep niet dat ik jou haatte, omdat ik er volkomen van overtuigd was dat we van elkaar hielden en dat jij alles het beste wist. Dus kon ik jou niet haten en op die manier werd de haat een waanzinnige angst. Ik had afschuwelijke dromen, beet op mijn nagels en trok grote plukken uit mijn haar, ik probeerde te huilen, maar ik kon het niet, kreeg geen geluid over mijn lippen, ik probeerde te schreeuwen maar bracht er alleen wat verstikt gereutel uit, wat me nog meer schrik aanjoeg. Op een dag nam je me in je armen, ging naast me op de bank zitten, huilde een beetje en zei dat je niet gerust was over mijn ontwikkeling en dat we eens met een aardige dokter over mijn situatie moesten praten. Ik begreep dat je eigenlijk bedoelde dat ik bezig was krankzinnig te worden. Ik had een soort melancholiek gevoel van tevredenheid als ik aan die mogelijkheid dacht. Zo kwam ik dan bij een psychiater, een oude, vermoeide man in een witte jas, die de hele tijd dat we
samen praatten met een grote briefopener in zijn dikke buik prikte. Hij begon te vragen naar mijn seksuele leven, maar omdat ik niet wist waar hij het over had - ik had nog niet eens voor het eerst gemenstrueerd - werd ik gedwongen het een en ander te verzinnen. Ik geloof dat hij nogal verbaasd was over mijn geavanceerde smaak en mijn perverse fantasieën. Of misschien doorzag hij me ook wel en wilde hij me geen pijn doen. Hij was aardig en hij bedoelde het goed en hij zei dat ik er aan moest denken dat mijn mama van me hield en het beste met me voor had, maar dat wist ik immers al.
charlotte En toen vertrok ik met Martin. Dat heb je nooit begrepen?
eva Dat heb ik nooit zo opgevat.
charlotte Maar je vond dat ik je in de steek liet.
eva Ja.
charlotte Heb je nooit eens... (houdt in, pauze)
EVA (zwijgt)
CHARLOTTE (zwijgt) eva Herinner je je Stefan?
charlotte En of ik me Stefan herinner! Jullie hadden het nooit gered met een kind!
eva Mama! Ik was achttien, Stefan was volwassen, we hielden van elkaar, we hadden het gered... charlotte Jullie hadden het nooit gered.
eva We hadden het gered, we wilden het kind, maar jij, jij maakte onze relatie kapot.
charlotte Dat is niet waar. Dat is verdomme niet waar! Ik zei zelfs tegen papa dat we begrip moesten opbrengen, dat we moesten afwachten. Snapte je dan niet dat jouw Stefan een domkop was, een half criminele klootzak, die jou de hele tijd
bedroog?
eva (vol haat) Jij haatte hem vanaf het eerste moment, omdat je zag dat ik van hem hield, dat ik bezig was van jou los te komen. Je deed alles wat je maar kon om onze verhouding kapot te maken, maar tegelijk speelde je de begrijpende en vertrouwde moeder.
charlotte En het kind?
eva Stefan veranderde helemaal toen hij hoorde dat ik in verwachting was.
charlotte Jouw Stefan zoop een stuk in zijn kraag, leende mijn auto, reed de sloot in en kreeg een procesverbaal wegens dronkenschap achter het stuur, dat was zijn reactie op jouw zwangerschap.
eva (razend) Denk je dat jij alles weet? Was je bij de gesprekken tussen Stefan en mij, lag je onder het bed als we bij elkaar waren, weet je eigenlijk wel waar je het over hebt? Heb je je er ooit om bekommerd om achter iemands gedachten of gevoelens te komen? Kan een ander levend wezen dan jezelf jou eigenlijk wel iets schelen?
charlotte Ik heb die beschuldigingen al een paar keer gehoord.
eva Stefan was niet zoals anderen, hij was veel beter en veel eerlij ker.
charlotte Daarom stal en beleende hij dus dat etsje van Rem-brandt, daarom beloog hij je dus over zijn jeugd, de tijd en de tragische familieomstandigheden waarin hij opgroeide, daarom brak hij dus, samen met zijn fijne vrienden, in ons zomerhuis in, zoop alle drank op en maakte de hele boel smerig.
eva Dat gebeurde allemaal daarna. Ben je dat vergeten? Ben je vergeten dat je er in slaagde mij in een psychiatrische kliniek te laten opnemen na de abortus en dat je Stefan bij de politie aangaf toen hij zich toegang tot de villa verschafte
om met jou te kunnen praten?
charlotte Als je echt een kind had gewild had ik je nooit tot een abortus kunnen dwingen.
eva En wat had ik er tegen in te brengen? Jij had me vanaf mijn kinderjaren een hersenspoeling gegeven. Ik had altijd jouw zin gedaan. Ik was bang en onzeker en ik had hulp en steun nodig gehad.
charlotte (vol angst) Ik dacht echt dat ik je hielp. Ik was er van overtuigd dat abortus de enige oplossing was. Ik ben daar tot op dit moment van overtuigd geweest. Het is afschuwelijk dat je al die jaren gebukt onder die haat bent blijven rondlopen. Waarom heb je nooit wat gezegd?
eva Omdat jij nooit luistert! Omdat jij een notoire wegloopster bent, omdat jij qua gevoel invalide bent, omdat jij eigenlijk Helena en mij verafschuwt, omdat jij hulpeloos in jezelf bent opgesloten, omdat jij altijd jezelf in de weg staat, omdat jij me in je koude schoot hebt gedragen en me met walging hebt uitgestoten, omdat ik van je hield, omdat jij vond dat ik weerzinwekkend, mislukt en onbegaafd was. En je slaagde er in me voor het leven te verminken, precies zoals je zelf verminkt bent, alles wat gevoelig en kwetsbaar is ging je te lijf, al het levende dat je tegenkwam probeerde je te verstikken. Je hebt het over mijn haat. Jouw haat was niet minder. Jouw haat is niet minder. Ik was klein, nog te vormen en vol liefde. Jij bond me, je had mijn liefde nodig, net zoals je het nodig hebt dat alle andere mensen ook van je houden. Ik was zonder bescherming overgeleverd. Alles gebeurde immers in naam van de liefde, je zei de hele tijd dat je van mij en van papa en van Helena hield. En je beheerste de intonatie en de gebaren van de liefde. Mensen zoals jij... mensen zoals jij zijn levensgevaarlijk, die moesten opgesloten en onschadelijk gemaakt worden. Een moeder en een dochter, wat een afschuwelijke combinatie van gevoelens, verwarring en vernietiging. Alles is mogelijk en alles gebeurt in naam van de liefde en de zorgzaamheid. De verminkingen van de moeder zullen door de dochter geërfd worden, voor de misrekeningen van de moeder zal de dochter boeten, het ongeluk van de moeder moet het ongeluk van de dochter worden, het is alsof de navelstreng nooit is doorgeknipt. Het ongeluk van de dochter is de triomf van de moeder, het verdriet van de dochter is het heimelijke genot van de moeder.
(Helena wordt wakker van Eva's stem. Ze wordt bang, de intonatie en de toonhoogte jagen haar schrik aan. Ze werkt zich omhoog uit bed, over de hoge zijkant heen en glijdt op de vloer, sleept zich op ellebogen en knieën naar de deur, valt opzij, blijft trillend en buiten adem liggen. )
eva (stem) Wij leefden op jouw voorwaarden, op jouw zuinig toegemeten bewijzen van genegenheid. Wij dachten dat het leven zo moest zijn, een kind is altijd overgeleverd, begrijpt niet, is hulpeloos, kan niet begrijpen, weet niet, niemand zegt iets, er is afhankelijkheid, vernedering en dan afstand, die muur waar je niet overheen kunt, een kind roept, niemand antwoordt, niemand komt, begrijp je dat niet? charlotte Jij hebt je in je afschuwelijke haat een beeld van mij gevormd, maar is dat beeld echt? Geloof je zelf in alle ernst dat dit de hele waarheid is?
eva (verbergt haar gezicht in haar handen, schudt haar hoofd) charlotte Herinner jij je mijn moeder? Nee, natuurlijk niet, je was net zeven toen ze stierf. Maar grootvader herinner je je beter, ik geloof zelfs dat jij en hij een nogal goed contact
hadden.
eva Ik was bang voor grootmoeder, ze was zo overweldigend, zowel lichamelijk als geestelijk. Grootvader was aardig. charlotte Ja, zo was het voor jou. eva Maar niet voor jou?
charlotte Nee, dat kun je nauwelijks zeggen. Vader en moeder waren vooraanstaande mathematici, ze waren bezeten van hun wetenschap en van elkaar. Ze waren dominant, lichtzinnig en goedgehumeurd. Ons kinderen bekeken ze met verbaasde welwillendheid, maar zonder warmte of echte belangstelling. Ik kan me niet herinneren dat een van hen mij of mijn broers ooit aanraakte, hetzij als liefkozing, hetzij als straf. In feite was ik volledig onkundig in alles wat met liefde te maken had: tederheid, elkaar aanraken, nabijheid, warmte. Alleen via de muziek kreeg ik de kans mijn gevoelens te tonen. Soms, als ik 's nachts wakker lig, vraag ik me af of ik eigenlijk wel geleefd heb. Wat een geweldig leven leidt u toch, mevrouw Andergast, zegt iemand die vriendelijk wil zijn. Stel u eens voor dat u mensen zo gelukkig kunt maken. En ik denk: Ik leef niet, ik ben nooit geboren, ik werd uit mijn moeders lijf geperst, dat zich sloot en zich meteen weer tot vader wendde, ik besta niet. Soms heb ik me afgevraagd of dat voor alle mensen zo is of dat sommigen een grotere begaafdheid hebben om te leven dan anderen, of sommigen nooit leven, maar alleen maar bestaan. eva Hoe lang heb je dit allemaal geweten? charlotte Drie jaar geleden was ik ziek, dat wist je misschien niet, ik had een bloedvergiftiging opgelopen en lag twee maanden in een ziekenhuis in Parijs. Leonardo zei al zijn concerten af en bleef de hele tijd bij me. Ik was bezig... ja, ik zweefde wel bijna op het randje van de dood. Daarna nam
het erg veel tijd om... ja, ik had een of andere depressie, of hoe je dat ook moet noemen. eva Maar mama, daar had ik geen idee van. charlotte Er was geen reden om jou ongerust te maken. Nou, hoe dan ook begonnen Leonardo en ik met elkaar te praten, omdat we zo ongewoon veel tijd hadden. Dat wil zeggen, Leonardo praatte. Ik luisterde en probeerde hem te begrijpen. Dat was in het begin erg moeilijk. Ik kan echt wel bezield zijn, als dat nodig is. Maar om de ziel zelf heb ik me nooit bekommerd, (zucht) Het waren net lessen uit de eerste klas en ik was niet zo'n goede leerling. Voor het merendeel vond ik dat Leonardo onzin praatte, tegelijkertijd vond ik het prettig om hem bij mijn bed te hebben zitten, (lacht) Hij had een oneindig geduld. Hoewel, hij zei soms gewoon dat ik een grote, domme meid was en dat hij niet kon begrijpen hoe ik zo'n goede pianiste kon zijn. (pauze) Uiteindelijk kreeg ik een soort beeld van mezelf: Ik ben nooit volwassen geworden, mijn gezicht en mijn lijf worden ouder, ik verschaf mezelf herinneringen en ondervindingen, maar binnen die concrete feiten ben ik als het ware ongeboren, (pauze) Ik herinner me geen gezichten, zelfs mijn eigen niet. Soms probeer ik me mijn moeders gezicht te herinneren, ik herinner het me niet - dat is duidelijk - ik zie in dat ze groot en donker was, dat ze blauwe ogen had, een grote neus, een volle mond en een breed voorhoofd, maar ik slaag er niet in die verschillende stukken tot éen geheel te maken, ik zie haar niet. Op dezelfde manier is het me onmogelijk jouw gezicht of Helena's of Leo-nardo's te herinneren. Ik herinner me dat ik jou en je zus ter wereld bracht, maar ik herinner me niets meer van de bevallingen dan dat het pijn deed — maar de pijn, hoe die aanvoelde, dat herinner ik me niet. (pauze) Leonardo zei eens dat...
nee, ik herinner het me niet. 'Werkelijkheidsgevoel is een kwestie van begaafdheid, ' zei hij, 'de meeste mensen missen die begaafdheid en dat is misschien gelukkig. ' Begrijp je wat hij bedoelde? eva Ik geloof van wel. charlotte Ja, het is echt... (zwijgt) eva (na een pauze) Wat? charlotte Het is echt merkwaardig. eva Merkwaardig?
charlotte Ik ben altijd bang voor jou geweest, (verbaasd) eva Dat kan ik niet begrijpen.
charlotte (stille verbazing) Ik wilde echt dat je voor mij zou zorgen, ik wilde dat je mij in je armen zou houden en me troosten.
eva Maar ik was nog maar een kind. charlotte Is dat van belang? eva Nee.
charlotte Ik zag dat je van me hield en ik wilde van jou houden, maar ik kon het niet, omdat ik bang was voor jouw eisen.
eva Ik stelde geen eisen.
charlotte Ik dacht dat jij eisen stelde, waaraan ik niet kon voldoen. Ik voelde me onhandig en gebrekkig. Ik wilde jouw moeder niet zijn, ik wilde dat je zou weten dat ik net zo hulpeloos was als jij, maar armer, banger. eva Is dat waar?
charlotte Ik hoor mezelf dingen zeggen die ik nog nooit heb gezegd. Lieg ik, speel ik toneel, spreek ik de waarheid, ik weet het niet, Eva. Ik weet het niet. Ik voel me opgewonden en in de war. Misschien komt het door Leonardo's dood. Misschien door Helena's ziekte. Misschien door jouw af-
schuwelijke haat. (vol angst) Eva, wees lief voor me. Het doet zo'n pijn!
eva Ik weet dat het pijn doet. charlotte Waarom kijk je me zo aan. eva Dat zal ik je zo vertellen.
(Helena heeft met grote moeite de deur boven opengedaan en zichzelf de gang op gewerkt, ze heeft zich naar de trap gesleept, ligt voorover in het donker, luistert naar het gesprek tussen de beide vrouwen. )
charlotte Je moet zeggen waar je aan denkt. eva Ik denk aan Helena en Leonardo. charlotte Dat begrijp ik niet. eva Niet?
charlotte Ze kenden elkaar nauwelijks. eva Mama!
charlotte We waren ooit samen met Pasen op Bornholm. eva Jij vertrok na drie dagen.
charlotte Ik herinner me dat het regende. Ik geloof zelfs dat het sneeuwde. eva Mama!
charlotte Ik moest in Genève het eerste pianoconcert van Bar-tok spelen onder leiding van Ansermet. Er was me veel aan gelegen om er op tijd te zijn. Ik wilde in alle rust en kalmte het concert met de oude baas doornemen. Daarom is het best mogelijk dat ik wat eerder wegging. Het was immers beestachtig slecht weer. (lange pauze) Leonardo had een slechte bui. En jij was ook niet zo vrolijk. eva Mama!
charlotte Ik weet niet waarom je me wil dwingen me die idiote
Pasen te herinneren. Ik begrijp uit je intonatie dat ik me over iets zou moeten schamen. Je moet het me niet kwalijk nemen, maar...
eva Jij en Leonardo kwamen op donderdag, we hadden een geweldige avond samen, we maakten muziek, zongen, dronken wijn, lachten en speelden een oud spel dat we in een kast hadden gevonden. Helena was er ook bij, ze was toen nog niet zo ziek, ze was blij, warm en gelukkig. Leonardo werd door haar blijdschap aangestoken, hij praatte en maakte grapjes met haar, ze werd op slag verliefd, ze zaten samen tot diep in de nacht. De volgende ochtend vertelde Helena me in het diepste vertrouwen dat Leonardo haar had gekust, 's Ochtends maakten Leonardo en Helena een tochtje met de auto, dat was op Goede Vrijdag, het was een milde, stille, echte lentedag, dat je dat vergeten bent, mama! Toen ze opgewekt en bruin terugkwamen van hun tochtje zat jij bij de telefoon, je had de hele ochtend zitten bellen. Toen ze de hal inkwamen en Leonardo Helena op een stoel zette onderbrak jij je gesprek en zei: 'Bedank Leonardo nu maar eens heel goed dat hij zo aardig voor je is geweest. ' Helena lachte en zei: 'Mama praat tegen me alsof ik acht ben. Is dat niet roerend? ' Toen zei jij op een heel andere toon: 'Fijn dat je je gevoel voor humor niet kwijt bent. ' Daarna ging je verder met je gesprek alsof er niets gebeurd was. 's Middags had Leonardo een boek uit zijn koffer gehaald. Het was een biografie van Mozart, hij las Helena voor en ze bekeken samen de illustraties. Jij studeerde een paar uur Bartok. Tegen vieren kwam je bij mij in de keuken om thee voor jezelf te zetten. 'Heb je Helena gezien? ' zei je. 'Is het niet roerend? ' We hadden gasten te eten. Leonardo werd dronken en speelde alle solosuites van Bach, hij was in geen enkel opzicht zich-
zelf, als het ware groter, zwaar, mild en stomdronken, hij speelde slecht maar mooi. Helena zat daar in het halfdonker en straalde, ik heb nooit zoiets gezien. De gasten verdwenen, doodop en wat melancholiek. Jij en ik maakten een nachtwandeling, jij praatte onafgebroken over een of andere fantastische reis die je in Kenia had gemaakt, ik weet het niet meer zo precies, ik luisterde niet, ik dacht alleen maar aan die twee mensen. Toen we terugkwamen zaten ze nog net zoals we hen hadden achtergelaten, ieder in hun hoek van de kamer, de haard en de kaarsen waren bijna opgebrand. Ik zag dat Leonardo gehuild had, hij deed niet de minste moeite zijn opwinding te verbergen. Helena beheerste zich beter, ze praatte over van alles en nog wat met ons op een rustige, wat onverschillige toon. Jij ging naar bed en ik moest Leo de trap op helpen. We bleven voor de deur van jullie gemeenschappelijke slaapkamer staan, hij draaide zijn gezicht naar me toe, keek me aan en zei toen: 'Kun je je dat indenken, er zit daar een vlinder die tegen het raam slaat. ' Toen ik beneden bij Helena kwam zat ze rechtop op haar stoel, volkomen ontspannen, volkomen rustig, er was geen spoor van haar ziekte te bekennen. Ik zal haar gezicht nooit vergeten, mama, ik zal haar gezicht nooit vergeten. De volgende dag vertrok jij naar Genève, vier dagen eerder dan we afgesproken hadden. Er was een sneeuwstorm. De vlucht ging niet door, maar je slaagde er in een plaats op de veerboot te krijgen. Ik reed je naar de haven. Vlak voordat je aan boord ging zei je in het voorbijgaan: 'Ik heb Leonardo gevraagd om wat langer te blijven, omdat ik zie dat het Helena goed doet. ' Je lachte en we omhelsden elkaar. Leonardo werd plotseling onrustig en ongelukkig. Hij was steeds in gedachten en onhoffelijk, zat op zijn zolderkamer te werken. Op de
ochtend van eerste paasdag was hij dronken en viel hij van de trap af, dat verbeterde zijn humeur, hij maakte een lange wandeling in de regen, toen hij terugkwam was hij nuchter. Hij ging naar Helena toe en zei dat hij over een paar uur weg moest, dat ze elkaar weer zouden zien en dat hij haar de Mozart-biografie als aandenken wilde geven. Daarna belde hij Genève en sprak een half uur met jou. Diezelfde avond vertrok hij met de laatste vlucht, 's Nachts werd ik wakker van een afschuwelijk geluid. Helena huilde. Ik ging naar haar toe. Ze klaagde dat ze zo'n verschrikkelijke pijn in haar heupen en haar rechterbeen had. Ze dacht dat ze het niet tot de ochtend uit zou houden, ik zocht alles wat we aan pijnstillende middelen hadden bij elkaar, maar niets hielp. Vijf uur 's ochtends was ik gedwongen een ziekenauto te bellen. charlotte Het was dus mijn fout dat Helena ziek werd. eva Ik geloof van wel.
charlotte Je bedoelt dus dat Helena's ziekte... eva Ja.
charlotte Je bedoelt toch niet dat je serieus... eva (zwijgt) charlotte (sprakeloos)
eva Toen ze éen jaar was liet je haar in de steek. Daarna liet je haar en mij onafgebroken in de steek. Toen Helena echt ziek werd stuurde je haar naar een verpleegtehuis. charlotte Het kan niet waar zijn dat jij... eva (kalm) Wat kan niet waar zijn? Kun je het tegendeel bewijzen? Laat me dan maar horen. Kijk naar mij, mama. Kijk naar Helena. Er valt niets weg te redeneren, mama. Er is alleen een waarheid en een leugen. Er is geen vergiffenis. charlotte Bewust heb ik nooit... eva Dat dacht ik niet.
charlotte Dan kun je mij ook niet de schuld geven. eva Jij wilt altijd dat er bepaalde uitzonderingen voor jou gelden. Jij bent een soort kortingsysteem met het leven overeengekomen, maar eens moet je wel tot de ontdekking komen dat jouw overeenkomst eenzijdig is. Je moet inzien dat je een schuld draagt, jij net als alle anderen. charlotte Wat voor schuld? eva Dat weet ik niet. Een schuld. charlotte Onherroepelijk? eva (antwoordt niet)
charlotte Kun je niet bij me komen? Kun je je armen niet om me heen slaan? Ik ben zo afschuwelijk bang. Liefje, kun je me niet alles wat ik fout heb gedaan vergeven. Ik zal proberen me te veranderen. Jij moet me dat leren, we moeten met elkaar praten, lang en vaak. Maar help me! Ik kan niet meer, jouw haat is zo ontzettend. Ik heb nooit iets begrepen, ik ben egoïstisch, kinderlijk en bang geweest. Raak me dan tenminste aan, sla me als je wilt. Liefste, help me!
(Nu klinkt een kreet door het stille huis. Helena roept haar moeder. De beide vrouwen haasten zich de hal in en de donkere trap op. Eva is het eerst boven, maar haar zus duwt haar weg en strekt haar handen naar haar moeder uit, die haar hoofd tegen de schoot van de zieke vrouw drukt. )
charlotte (aan de telefoon) Sorry, lieve Paul, dat ik al zo vroeg op de ochtend bel. Ik moet zacht praten zodat niemand me hier kan horen. Wil je zo goed zijn om me een grote dienst te bewijzen. Als je op je kantoor komt moet je me een telegram sturen waarin je me vraagt om onmiddellijk naar Parijs of god mag weten waar te komen. Ik hou het hier geen dag meer uit, maar ik kan niet zo maar vertrekken, ik moet een reden hebben. Bedenk maar iets, lieve Paul, jij bent toch zo goed in uitvluchten. Nu moet ik ophangen, anders wordt het erg duur. Tot ziens en bedankt voor je hulp.
(Charlotte sluipt voorzichtig naar haar kamer en trekt de deur dicht. Onopgemerkt heeft Eva het gesprek gevolgd. )
charlotte (in de trein) Dat was lief van je, Paul, om met me mee te gaan naar Bretagne. Ik had het niet kunnen verdragen om alleen te zijn. Ik weet het niet, ik geloof dat ik in Bindal een kleine shock heb opgelopen. Mijn dochter Helena was daar, heel verrassend, en ze was zieker dan ooit, waarom mag ze niet doodgaan? Vind je het wreed van me om zoiets te zeggen? Je kent me vrij goed, is het niet? Ik heb je nog nooit in de steek gelaten, nog nooit een concert afgezegd. Je kunt op mij rekenen, niet waar? eva (alleen) Je moet jezelf troosten, je kunt er niet steeds op rekenen dat er andere mensen in de buurt zullen zijn als je verdrietig bent. Eerder is het wel zo dat je bijna altijd in stilte moet huilen, zodat niemand je kan horen. charlotte (in de trein) Paul, luister eens. Nee, val nou niet in slaap. De kritieken zeggen toch altijd dat ik een diep doorvoelend pianiste ben. Niemand speelt Schumanns pianoconcert met een warmere toon. Of de grote sonates van Brahms. Ik ben niet gierig met mezelf. Of ben ik dat wel? Al die idiote gedachten die plotseling in mijn hoofd rondspoken, Paul, het is toch niet zo dat je het alleen met me eens bent omdat je het lastig vindt om tegen te spreken? eva (alleen) Arme mama, die hals over kop verdween, wat zag ze er bang uit en ineens zo oud en zo moe, haar gezicht werd zo klein en haar neus was rood van de tranen. Nu zie ik haar nooit meer, ik heb haar zo laten schrikken dat ze weg blijft. charlotte (in de trein) Paul! Zie je dat kleine dorpje daar, er schijnt al licht vanuit de huizen, iemand is eten aan het klaarmaken, kinderen maken hun huiswerk. Ik voel me overal zo buiten staan, verlang altijd naar huis, maar als ik thuiskom begrijp ik dat het iets anders moet zijn waar ik naar verlang.
eva (alleen) Nu is het gauw donker en het begint koud te worden, ik moet naar huis om eten voor Viktor en Helena te maken. Ik kan nu niet doodgaan. Ik ben bang om zelfmoord te plegen, misschien wil God mij op een dag gebruiken en dan bevrijdt hij me uit mijn gevangenis. Ik moet bereid zijn.
charlotte (in de trein) Weet je, Paul, mijn dochter Helena heeft mooie ogen, een heel heldere, pure blik, ze heeft Josefs ogen en als je haar hoofd in je handen houdt kan ze je met haar blik vasthouden. Snap jij hoe ze verder met haar lijden kan leven? Mijn leven is over het geheel genomen toch fantastisch geweest, maar het hare? Ik heb het goed, dat is natuurlijk een wat melancholiek gevoel, dat kan ik niet ontkennen, maar tegelijkertijd is het een goed gevoel, ik bekommer me niet om enig inzicht in mezelf, ik mag toch leven.
eva (houdt even in) Streel je mijn wang? Fluister je in mijn oor? Ben je bij me? We laten elkaar nooit in de steek, jij en ik.
charlotte (lacht) Je bent lief, Paul, wat zou ik zonder jou moeten beginnen. En wat zou jij zonder mij moeten beginnen. Je weet toch hoe moeilijk je het hebt met je violisten, hoe ze jeremiëren. En bedenk eens hoe gruwelijk het klinkt als ze studeren.
eva Er brandt licht in Helena's kamer. Viktor zit daar met haar te praten, dat is goed, hij is lief, hij vertelt haar dat mama vertrokken is.