WWW. Die drie letters staan voor Wij Willen Winnen en behoren tot mijn voetbalclub, maar het zou net zo goed mijn motto kunnen zijn. Al is het niet altijd haalbaar, toch probeer ik in alles wat ik doe dat doel te bereiken.
De trainer heeft mij ooit aangesteld als aanvoerder en dat bevalt hem en ook mij nog altijd. Het is een eer om aanvoerder van een team te zijn, maar het heeft zijn voor- en nadelen. En dan heb ik het niet over jaloezie die soms opspeelt als ik mijn leidinggevende kwaliteiten laat zien en horen. De druk die ik heb om mijn team te laten focussen op het spel is niet zwaar, maar ik moet ze wel blijven motiveren.
Van nature schiet ik niet gauw uit mijn slof, maar ik heb wel momenten waarbij ik indien nodig uit mijn dak kan gaan. Er is vaak genoeg een aanleiding om mijn stem te verheffen en de maatregel die ik daarvoor neem, lost in de meeste gevallen de desbetreffende moeilijkheid op.
‘Wakker worden, jongens!’ roep ik hard door de bus. ‘’s Nachts een vent, overdag ook een echte kerel! Kom op!’
Liam zit naast me, maar sliep niet. Toch schiet hij naar voren door mijn harde stem en hij ontwijkt mijn hand als ik hard op de bovenkant van zijn stoel sla.
‘Bereid je voor, we gaan ze inmaken!’ brul ik erachteraan.
Gemompel en vooral geklaag nemen de overhand, maar algauw staat iedereen op om de bus uit te gaan.
‘Dat jij niet als een beest tekeer bent gegaan, daar kan ik ook niks aan doen.’ Kai geeuwt. ‘Jij hebt meer uren gedraaid dan wij met z’n allen bij elkaar.’
‘Dat denk jij, Willems. Maar bedankt dat je hoe ze ook heet mijn slaapkamer hebt gewezen.’
Geregeld wordt er een feestje bij ons gegeven, of dat nu doordeweeks of in het weekend is. Muziek, drank en vrouwen voerden de boventoon. Ik had een paar biertjes genomen, gepraat met een paar lui. Uiteraard kreeg ik het nodige commentaar dat ik saai was toen ik naar boven ging, maar er wachtte iets anders dan slaap op me.
‘Lekker wijffie was het, of niet?’ vraagt Dex als we naar de kleedkamers lopen. ‘Ik zag haar wel naar je lonken, handyman. Flinke borsten, ronde billen, alles erop en eraan.’
‘Dat had ze zeker, mijn handen waren bijna te klein voor haar tieten.’
Ik kwam uit de badkamer en een volslanke donkerblonde dame lag op mijn bed. Naakt. Woorden waren overbodig toen ze me verleidelijk aankeek en haar benen spreidde. Ze zei niets toen ik me uitkleedde en op haar kroop. In de keuken was ze al met me aan het flirten, maar ik houd van de jacht. Blijkbaar kon het me niet schelen, ik was moe van een intensieve begeleiding op een van de cursussen en nam het voor lief dat ze de leiding nam. Er komt in ieder geval geen tweede keer met haar. Ze kreunde alleen, te hard naar mijn idee, maar we hebben bereikt wat we beiden wilden en daar ging het uiteindelijk om.
Als de trainer klaar is met de techniekbespreking, sla ik mijn handen tegen elkaar.
‘Nogmaals, jongens. Wij zijn een sterk team, een topteam. Teamspirit, elkaar aanvoelen, samenspel. Daardoor winnen we en blijven we aan de top!’
De tegenpartij zou ons kunnen gaan verrassen. Die spits van hen is niet vaak aan de bal, maar zodra hij hem tegen zijn voet voelt, moet ik hem scherp in de gaten houden. Net zoals Dex kan hij in één keer uithalen en voordat ik het weet raast de bal met hoge snelheid langs me heen. Mijn taak is om de bal tegen te houden en dat gaat me, al zeg ik het zelf, goed af. We staan niet voor niets al jaren in de top drie in de competitie, waarvan we meestal als kampioen eindigen, waardoor we weer een stapje hoger in de Divisie komen en dat willen we als team graag zo houden.
Met z’n allen staan we even later op het veld. Ik snuif het groene gras op en kijk voordat de wedstrijd begint mijn teamleden een voor een aan. ‘We grijpen ze allemaal, we willen maar één ding. Het winnen van de Bokaal!’ We grauwen en grommen en nemen dan onze posities in.
De scheidsrechter blaast op zijn fluit en geeft het sein om te beginnen. We mogen aftrappen na de tos te hebben gewonnen.
In het eerste kwartier wordt de bal door beide teams rondgespeeld, maar daarna is de bal vaker in ons bezit. Het eerste doelpunt valt na een klein halfuurtje en die wordt niet door ons gemaakt. Dat betekent dat de verdediging gefaald heeft en ik ook. Ik neem het ze kwalijk en schreeuw van alles naar ze toe. Natuurlijk dook ik de juiste hoek in, maar door onoplettendheid van onder anderen John en Mike voerden de aanvallers de druk op en knalde de bal hoog in de linkerhoek. Onbereikbaar voor mij, tenzij ik op stelten stond.
Ik baal zo enorm dat we achterstaan en roep dat Kai direct de bal naar Dex moet schieten. Dat weet hij zelf ook wel, maar het kan niet vaak genoeg worden herhaald.
Tijdens de pauze worden we ook snauwend toegesproken door de veelal relaxte trainer. Komt het doordat mijn teamgenoten gisteren lang hebben doorgefeest dat ze niet kunnen scoren en niet goed verdedigen?
Een kopje thee brengt iedereen weer bij zinnen en dan zijn de vijftien minuten rust weer voorbij en gaan we ervoor. Moeten we ervoor gaan, verdomme.
In de tweede helft heb ik minder te doen en de tegenpartij verslapt, wat ons ten goede komt. We komen beter door de verdediging heen en Liam ontvangt de bal, rent de longen uit zijn lijf, maar dan moet hij de bal weer terugspelen en is het ritme uit het spel.
Als Dex na tien minuten eindelijk goed wordt aangespeeld, schiet hij de bal er dan toch in en staan we weer gelijk.
‘Yes!’ Het went nog steeds niet om in mijn eentje van blijdschap voor het gewonnen doelpunt te springen terwijl mijn teamgenoten op elkaar storten.
Op de tribune wordt er ook gejuicht en kreten als ‘sexydexy’ zijn niet van de lucht. Het enthousiasme van Mila, Charlize en Stella, die hun mannen luidkeels aanmoedigen, is inmiddels een vertrouwd gezicht bij wedstrijden, ook al is het uit of thuis.
De vuist die ik in de lucht stak laat ik zakken, het concentratievermogen stroomt automatisch door mijn lijf. Je kunt op je sloffen aanvoelen dat er een aanval, althans een poging, op mijn doel wordt getracht.
En ze komen, maar ik weet ze tegen te houden. Geen bal komt langs me. Het blijft 1-1 en daar moeten we het mee doen.