Meike spreekt me moed in, wat niet nodig is. Met een pil op die ik al vroeg heb ingenomen, voel ik me relaxed.
‘Ik ben er klaar voor.’ Ik meen het, ik heb zin om te gaan werken.
Toen ik gisteren wakker werd, voelde ik me best goed. Meestal lig ik zondags een groot gedeelte van de dag op bed, dus het was een fijn begin.
Zou het komen door de obstakels die ik dacht niet aan te kunnen? Ik heb tenslotte een woning gekocht, natuurlijk onder de bekende bepaalde voorwaarden.
Of komt het doordat ik Levi na tien jaar weer heb gezien? Hij is goed opgedroogd. Het iele mannetje dat ik me herinnerde zag er fit uit. En erg aantrekkelijk.
Of komt het door Harold? Toen Kenneth en ik zaterdagmiddag terugkwamen en ik aan Meike en Harold vertelde dat ik niet meer zo lang bij hen blijf wonen, was hij zo blij. Hij sprong enthousiast van de bank en tilde me op. Ik gilde en toen hij een draai maakte, hield ik mijn benen strak tegen elkaar aan gedrukt. Gelukkig weet hij precies hoe ver hij kon gaan en met beleid zette hij me weer neer.
‘Ik help je verhuizen, zeg maar wanneer je vertrekt.’ Ik wist dat hij een grapje maakte. ‘Je weet dat ik van je hou Megan, maar ik ben er echt aan toe om alleen met mijn vrouw op de bank te zitten.’ Hij kuste me op mijn wang. ‘Je kunt altijd bij ons terecht.’
Hoe dan ook, ik hoop dat ik dit positieve gevoel kan doorzetten en dat deelname aan de cursus van Confirming me net dat laatste stapje geeft om een streep onder mijn doemdenken te zetten.
Opgetogen door de betrokkenheid van mijn collega’s neemt de directeur me mee nadat de bel is gegaan en praten we mijn werkzaamheden door.
De afgelopen maand ben ik begonnen met het opbouwen van een paar uurtjes, naar een middag tot een dag in de week. Het gaf me de perfecte afleiding van het up- en downgevoel dat ik niet helemaal kwijt lijk te raken.
Ik houd van mijn baan, al zal fulltime niet meer gaan. Het gekke is dat ik dat niet erg vind. Die rust heb ik letterlijk en figuurlijk nodig. Die drie dagen zijn precies goed voor mij. Als intern begeleider zijn er genoeg taken om op te focussen.
‘Nu je vierentwintig uur gaat werken heb ik een en ander moeten schuiven, maar het is gelukt,’ zegt Henry. ‘En je had al een keer laten vallen dat je in de commissie wilde, maar toen gebeurde...’ Met een blik van medeleven die ik zo goed herken, wacht hij even voordat hij weer spreekt. ‘Sorry. Het spijt me dat ik het weer naar boven haal.’
‘Maakt niet uit,’ zeg ik stilletjes. ‘Elke dag denk ik eraan, het gaat niet weg en dat hoeft ook niet. Mijn ouders zouden trots op me zijn dat ik weer meedraai in de maatschappij en op deze gerenommeerde school.’
‘Goed, Megan. Heel goed.’ Een dikke stapel papier schuift hij over het bureau. ‘Dit zijn de dossiers die voorrang hebben en er zijn vanochtend al een paar mailtjes van ouders binnengekomen. Dus ik zeg: hup aan het werk, jongedame.’ Henry staat lachend op. Hij is een lieverd, een betrokken persoon die mij zelfs les heeft gegeven toen ik hier op de basisschool zat. ‘Welkom terug.’
Door de gang kijk ik naar links en rechts en zie de opgewonden koppies van de leerlingen in de onderbouw die graag willen leren. Ze weten nog helemaal niets van social media en hebben godzijdank nog geen mobiel.
Het lokaal naast de kantine is mijn werkplek, waar ik eerst de mailtjes doorlees en beantwoord. Het zijn veelal verontruste ouders die denken dat hun kind niet goed mee kan komen in de klas. Aan de hand van de prestaties en toetsen die het hele jaar door plaatsvinden, monitoren we deze. Ik coördineer dit systeem. Tevens ondersteun ik leerlingen die leer- en of gedragsproblemen hebben en geef ik die de nodige begeleiding.
In de pauze word ik gebeld, het is een nummer dat ik niet herken. Ik neem op. ‘Megan van Laar.’
‘Goedemiddag, u spreekt met Ingmar van Confirming. Via ons contactformulier heeft u zich opgegeven voor een van onze cursussen, waarvoor dank,’ zegt hij met een prettige stem. ‘Bij dezen wil ik u een datum voorstellen voor deelname.’
Wat correct dat hij belt. Het maakt het persoonlijker dan via de mail een bevestiging te krijgen.
‘Zeg maar je, hoor. Zo oud ben ik niet. Ik pak mijn agenda erbij.’ Nog altijd heb ik een papieren agenda waar Meike me om pest, maar ik vind het makkelijker. Hij is zo goed als leeg. Enkel dokter-, therapeut- en fysioafspraken staan erin. O, ja. De makelaar, daar heb ik vrijdagochtend een afspraak mee om het koopcontract te ondertekenen.
De naam Levi staat met een rode stift omcirkeld.
En drie dikke strepen eronder.
Ik vind mannen in een pak een heerlijk tijdverdrijf om naar te kijken. Het liefst zou ik een kantoorbaan hebben, waar alle mannelijke collega’s een kostuum of tenminste een colbert dragen. Ik val spontaan voor zulke mannen.
Jezus, ik heb Levi maar één keer gezien.
In kostuum.
‘Hallo? Megan? Mevrouw Van Laar? Bent u daar nog?’
‘Ja, natuurlijk, Ingmar van Confirming. De agenda zat in mijn tas,’ verzin ik ter plekke.
Shit. Mijn gedachten gingen een heel andere kant op. Zo ongebruikelijk.
Ingmar noemt een datum, mijn agenda geeft aan dat het op een woensdagavond is. ‘Ik hoop dat u dan kunt?’
‘Ja, dan kan ik.’
‘Uitstekend. We kijken uit naar uw komst.’
‘Ik ook, ik ben benieuwd wat je voor mij kunt betekenen.’
‘Nou, dat komt helemaal goed, dat kan ik u verzekeren. Wij zijn gespecialiseerd en halen het beste in u naar boven.’
We nemen afscheid en ik geef mezelf een pluim.
De dossiers die ik doorneem vergen veel tijd, maar toch kan ik het zo managen dat ik nog met leerkrachten over hun leerlingen kan praten en is mijn eerste werkdag zo om. Het lijkt alsof ik nooit ben weggeweest.
Moe maar voldaan kom ik dan ook thuis. Meike en Harold zijn er nog niet en ik besluit om voor hen te gaan koken. Het gaat me goed af totdat ik de lasagne in de oven heb gezet en ik me te snel omdraai. Mijn been die niet meewerkt vervloek ik en onmiddellijk zakt mijn vrolijke humeur. Het valt rauw op mijn dak.
Zonder twijfel storm ik naar boven, neem ik opnieuw een pil in en ga op bed liggen. Voorzichtig draai ik me op mijn zij, leg mijn handen onder mijn wang en denk aan mijn moeder die me zou troosten.
Een pluk haar veeg ik uit mijn gezicht, samen met de tranen die ik niet kan binnenhouden.
Van jongs af aan borstelde ze altijd mijn haar en zei ze dat ik gouden lokken had. Ze vlocht het regelmatig op de ingewikkeldste manier totdat ik mijn haren zelf kon verzorgen. We gingen altijd samen naar de kapper, ook de dag voor de diploma-uitreiking van Kenneth.
Meer tranen vloeien over mijn wangen, ik proef ze op mijn lippen. Mijn moeder zei altijd dat wanneer ik verdrietig was, alles goed kwam.
Het kan niet meer goed komen.
Het komt nooit meer goed.
Ze kan me nooit meer troosten.
~~~~~
‘ZO TROTS OP JOU, MENEER de jurist!’ De omhelzing die ik Kenneth gaf was een stevige. ‘Zo knap van je, ik had het je niet na kunnen doen.’
‘Ja, ja, nu weet ik het wel. Maar ik ben nog lang niet waar ik wezen wil.’
‘Waarom moet dat dan zo ver weg?’ Uiteraard wist ik het antwoord, toch liet ik het hem zelf voor de zoveelste keer zeggen.
‘Ik wil me specialiseren in de advocatuur en dat ga ik doen op het beste advocatenkantoor in Nederland en ja, dat is niet om de hoek, Meggie.’
‘Ik pik mooi jouw kamer in, die is veel groter dan die ik nu heb.’ Het scheelde niet veel qua oppervlak, maar het was gewoon leuk om te zeggen. ‘Ik kan er mijn kantoortje van maken.’
‘Nee, dame.’ Mijn moeder, die continu een glimlach op haar gezicht had, was het er niet mee eens. ‘Daar komt niets van in. Na al die jaren kan ik dan eindelijk mijn knutselkamer inrichten.’
‘En hoe moet dat dan als ik in het weekend thuiskom?’ Kenneth grijnsde naar me, wetend dat het zelden voorkwam.
Mijn vader die ons aanhoorde pakte de hand van mijn moeder en drukte hem tegen zijn mond. ‘Als je wacht totdat Megan een eigen paleisje heeft gevonden, hebben wij binnenkort ons huis weer voor onszelf en dan kun je van elke kamer je hobbykamer maken.’
Ze greep ons bij elkaar en daar stonden we dan in de universiteit in een familiehug. ‘We zullen de kinderen gaan missen, schat. Toch vind ik het niet erg dat ze hun eigen weg gaan, al blijft Meggie dicht bij ons in de buurt.’
Het klopte wat ze zei, ik had ook plannen om uit huis te gaan om met mijn beste vriendin te gaan samenwonen. Alleen lukte het nog niet echt met de huizenjacht. We hadden al een aantal appartementen en huizen op het oog, maar telkens als we een keuze hadden gemaakt was de desbetreffende woning al verkocht of was het na een bezichtiging toch niet wat we zochten.
‘Nou, dan gaan we maar.’ Kenneth wreef over zijn maag. ‘Leuk zo’n diploma-uitreiking, maar ik heb enorme trek.’
‘Jij trakteert.’ Pa legde zijn hand op Kenneths schouder. ‘Ik heb genoeg geld voor je studie betaald. Nu ben jij aan de beurt.’
In het restaurant genoten we met z’n vieren van het heerlijke eten en de nodige drank, behalve ik dan. Ik had aangeboden om de Bob te zijn.
Blijmoedig omdat ik een telefoontje van Sophie had gekregen dat mijn zonnebril was gevonden, stapte ik nietsvermoedend achter het stuur. Kenneth zat te geinen, waar we allemaal om moesten lachen, we hadden lol, maar dat verging ons niet veel later.
Het veranderde mijn leven voorgoed.