image
image
image

Collin

image

De lijst van cursisten die vandaag hun eerste les gaan krijgen, neem ik door. Het zijn er acht en dat is een prima aantal om straks in groepjes te gaan werken. Mijn blik blijft hangen bij de laatste naam die op het A4’tje is geprint.

Megan van Laar.

Is het dé Megan met wie ik afgelopen weekend in mijn bed heb gelegen?

Ik heb veel aan haar gedacht. Ze is een vrouw met vele gezichten, letterlijk en figuurlijk. De Megan die mijn roze shirt over een natte bikini droeg, met rode konen van een warme douchebeurt op haar wangen, die zie ik het liefst. Het ligt voor de hand om te vermelden dat ik haar naakt in mijn bed wil.

Het leuke aan haar vind ik dat ik geen hoogte van haar krijg. En die lach, ze lacht niet veel, maar als ze het doet dan toont ze ook veel emotie en dat heb ik Natascha nog niet zien doen.

Waarom ik geen actie heb ondernomen om contact met Megan op te nemen is een goede vraag. Druk met werkzaamheden voor Confirming, het uitwerken van taxatierapporten die Levi steeds meer en meer voor me heeft, voetbaltraining en dan belt Natascha me continu. Of ze staat op de stoep.

Als ze dat doet, ben ik niet thuis. Ik heb de jongens al gewaarschuwd en daarom ben ik ook veel bij Levi. Ik beantwoord niet eens haar berichten. Ze bekijkt het maar, ik wil haar niet. Ik wil Megan.

Het feit dat ik met de donkere schone in bed heb gelegen zonder seksuele handelingen, dringt tot me door.

Fuck!

Het doet me denken aan Josefien. Die avond in het Grandcafé ging ze mee naar huis, lag ze in mijn bed en zei dat Levi haar had gebeld. Ik werd onpasselijk toen ik hoorde dat hij direct contact met haar had opgenomen om een afspraak te maken. Hij belde mij nooit.

Het trieste was dat ze een tijdje met elkaar om zijn gegaan. Ik werd er doodziek van dat ze samen wat hadden en nog altijd heb ik spijt dat ik daaraan bij heb gedragen.

Lang kan ik er niet bij stilstaan want Ingmar komt met de laatste cursist binnen. Uit ervaring weten we dat het voor mensen een belemmering kan zijn om alleen de ruimte te betreden, dus wacht hij ze bij de ingang op.

En jawel, het is mijn Megs.

‘Meike van de Weerd?’ vraagt Ingmar aan haar.

‘Ze is niet alleen mijn vriendin, maar ook mijn therapeut.’

‘Ah, wat leuk. Meike heeft meerdere cliënten naar ons doorgestuurd. Ik mag er niet over praten in verband met beroepsgeheim, maar ik kan je wel zeggen dat haar cliënten onze cursus positief hebben afgerond.’

‘Dat is goed om te weten. Ik heb ook vertrouwen in jullie, het is meer... Het ligt gewoon aan mij.’

‘We komen er samen uit, Megan. Heb vertrouwen in jezelf en in ons. Ga lekker zitten, dan kunnen we starten.’

Ik vind het interessant om van een afstandje te kijken hoe cursisten reageren in groepsverband. Uit non-verbale communicatie kun je veel halen. Niet iedereen wil op de voorgrond treden, maar na een tijdje komen de meesten los en voelen ze zich vrijer om letterlijk te bewegen en dat komt goed uit, want we gaan ook oefeningen doen.

‘Ik herkende je niet met kleding aan,’ fluister ik in Megans oor als ik haar passeer om naast Ingmar voor in de zaal te gaan staan. Haar verleidelijke mond staat open als ik mijn wenkbrauwen onschuldig omhoogtrek.

‘Welkom allemaal.’ Ingmar begint met het infopraatje. ‘Collin en ik geven deze cursus die draait om je eigen persoon. Je wilt wel, maar om de een of andere reden lukt het niet. Geestelijk of lichamelijk, het speelt beide mee en Confirming wil je daarbij helpen. Samen staan we sterk.’

Megan is zenuwachtig, ze kijkt strak voor zich uit en heeft geen oog voor haar omgeving.

Ik zet de laptop aan en check of hij connect met het bord.

‘Goedenavond,’ zeg ik met een brede glimlach en ik stoot mijn compagnon aan. ‘Jij bedankt Ingmar, maar ik kan zelf wel vertellen hoe ik heet.’ Ook dit is zo bedoeld.

Het kan intimiderend zijn als er twee mannen zijn die denken dat ze je in een paar uurtjes even gaan vertellen hoe je beter kan functioneren. Door een luchtig en amicaal praatje te houden, neemt de druk van de ketel bij de meeste cursisten af.

Mijn blik vindt die van Megan. Ze geeft me een aarzelende glimlach terwijl de drie mannen en vier vrouwen een lach produceren.

‘Er zijn genoeg voorbeelden,’ ga ik verder, ‘en aan de hand van een slideshow zal ik mezelf aan jullie laten zien. Volgende keer geeft Ingmar zich bloot. Niet letterlijk, of misschien toch wel,’ zeg ik erachteraan. ‘Zoals jullie zien beoefen ik een sport. Het is mijn lust en leven. Vanaf dat ik een klein jochie was tot nu voetbal ik al bij WWW. Die letters staan voor: Wij Willen Winnen. Het kan toeval zijn, maar toen wist ik al wat voor mentaliteit ik in me had en die gedachte had de voetbalclub bij de oprichting ook. Want wie wil er nu niet winnen?’

Ik verwacht vingers te zien en het zijn er een paar. Ingmar noteert de namen.

‘Winnen kan op diverse vlakken en vanavond proberen wij jullie te laten zien dat in iedereen een vechtersmentaliteit zit. Heel kort door de bocht: het zit in je hoofd. Ik zie dat een aantal van jullie knikken, anderen niet. Dat geeft niet. Wij willen jullie daarmee begeleiden en negen van de tien keer lukt dat ook. Het is voor jezelf al een overwinning dat je het probeert door hier aanwezig te zijn en mocht het niet lukken zoals je voor ogen had... In de voetbalscene zeggen we dan dat je je best hebt gedaan, deze keer was de tegenstander sterker. No big deal. De volgende keer lukt het wel. Je moet proberen door te gaan tot je wel wint. Het doel is dan ook om niet op te geven. Niet terneergeslagen zijn, want dan kom je in een negatieve spiraal. Wat we nu gaan doen is dat je een paar persoonlijke vragen beantwoordt. Waarom je hier bent en wat je verwachting is, want ook dat is de eerste stap van je overwinning. Je hebt je opgegeven voor deze cursus, daar mag je best trots op zijn. Wij gaan het doel vinden dat je wilt bereiken, op de manier die wij denken dat de juiste voor jou is. Die ene stap die je nog voor jezelf wilt nemen, die tot dusver nog niet is gelukt, die kún je nemen.’

Ingmar deelt een vragenlijst uit die op een klembord bijeen wordt gehouden en beantwoordt tevens vragen die worden gesteld. Ik neem plaats naast Megan.

‘Goed om je weer te zien, Megs. Al had ik een idealere plek in gedachten.’

‘Ja. Nee. Ik... Hoi.’ Ze heeft geen seconde haar blik van me afgehouden.

‘Heb je alles gehoord wat ik zojuist vertelde? Of dacht jij ook aan onze eerste kus?’

De kleur op haar wangen zegt meer dan woorden, haar handen liggen op haar benen die ze wanhopig probeert stil te houden.

‘Waarom heb je me niet verteld dat je voor Confirming werkt?’

‘Omdat je dat niet hebt gevraagd.’ De stoel kan niet dichter bij de hare staan. ‘Ik weet jouw kostwinning ook niet. Ik weet wel dat je een ontzettende hete tong hebt die ik nog een keer wil voelen. En niet alleen je tong. Ik wil je helemaal, Megs.’

Haar ademhaling versnelt en helemaal als ik nonchalant vooroverbuig om de onaangeroerde vragenlijst naar haar toe te schuiven.

Na tien minuten heeft ze de meeste vragen beantwoord, en Ingmar vindt het tijd voor een pauze. Met een kop koffie in de hand maak ik een praatje met de overige cursisten. Iedereen zit met een ander issue, het is interessant om daarmee te werken.

Na de pauze help ik waar nodig en daarna gaan ze in groepjes aan een andere opdracht werken. Het levert soms een kleine glimlach op, maar meestal levert het dikke tranen op. Ze mogen iets over hunzelf vertellen, een situatie geven waarin ze niet op hun best waren.

De notities die ik maak, zijn kort en bondig. Het bieden van een luisterend oor, met een doos tissues in de hand, is soms best moeilijk. Niet van alle situaties kan ik een beeld vormen, maar ik leef zeker met ze mee. Vaak horen we meer ins en outs in een persoonlijk onderhoud indien men dat wil.

Megan is de laatste van mijn groepje die met haar verhaal mag afsluiten.

‘Eh, ja. Dit is moeilijk voor mij... Ik weet niet of ik het wel kan.’

De doos tissues overhandig ik haar. ‘Daarvoor ben je hier, Megan. Om doorzettingsvermogen te ontwikkelen. Denk aan die ene stap,’ moedig ik haar aan.

Het gaat haar niet lukken. Ze is te emotioneel, ook door de verhalen van de anderen.

Ingmar en ik vatten nog alles samen, geven de cursisten een boekje met tips en ervaringen mee en laten ze weten wat we volgende week gaan doen.

Bij de deur geven we iedereen een hand en daarna pakt Ingmar zijn laptoptas. We praten nog kort met elkaar en dan stuur ik hem weg. Zijn moeder ligt slecht en hij besteedt elke vrije minuut aan haar.

Megan is de enige die er nog is. Ik plant mijn achterwerk op tafel en vraag wat ze van de cursus vond.

‘Interessant. Moeilijk. Lastig.’

‘Vind je het nu onprettig om je verhaal te delen? Of is het de onpersoonlijke ruimte waardoor je je niet op je gemak voelt?’

Ze haalt haar schouders op. ‘Ik weet het niet. Ik denk dat ik naar huis ga.’

‘Natuurlijk. Voor deze ene minuut zal ik je niets extra’s rekenen.’ Ze kan een glimlach tevoorschijn toveren. ‘Hoe ben je hier eigenlijk gekomen?’

‘Met de bus en die gaat om...’ Ze checkt haar mobiel. ‘De bus gaat over drie minuten.’

‘Die red je niet.’

Ze schudt haar hoofd, de lange haren zwiepen automatisch mee. ‘Nee, dat denk ik ook niet.’ Ze begint op haar mobiel te tikken.

‘Ik wil je ook wel naar huis brengen, geen probleem,’ bied ik aan.

‘Ga jij me weer redden?’

Met een grijns van genoegen omdat ze weer een stuk opgewekter kijkt, pak ik mijn spullen bijeen. ‘Ik ben toch je reddende engel?’