image
image
image

Megan

image

‘Ik heb altijd al je broer willen zoenen.’ Zo, daar kan hij het mee doen.

Maar Collin doet niets. Hij zegt niets.

Collin verrekt geen spier.

Hij trekt wit weg.

In tegenstelling tot Levi, die meer kleur op zijn wangen heeft gekregen dan gewoonlijk.

Shit. Ben ik te ver gegaan?

Nee, ik ben er niet mee begonnen. Het is actie, reactie.

Ik voel aan mijn lippen, ze tintelen nog na. Niet zo hevig als vanochtend toen Collin ze onfatsoenlijk lekker behandelde, maar toch.

Natascha is de eerste van ons vieren die wat zegt. ‘Meggie, ik had het er al met je vriend over. Binnenkort samen een hapje en een drankje doen?’ Ze lacht en schudt haar lange haren naar achteren. ‘Komt het toch nog goed met onze vriendschap.’ Er volgt een knipoog. ‘Ik heb het je al vergeven, hoor.’ Haar hand legt ze op mijn arm en die zou ik zo graag hardhandig wegmeppen. ‘Hé, zal ik Romy bellen en Collin, jij Mike? Gaan we alvast proosten op jullie overwinning. Waar zijn je vrienden eigenlijk? Wat een doetjes. Daarom ben ik ook zo blij met Collin. Hij is zo sterk als een beer en papa heeft grote plannen met hem. In Rusland komen we goede keepers tekort en... Wat doe je, Collin?’

Wat hij doet?

Hij pakt mijn hand en neemt me mee naar de gang. Ik denk even dat we weer naar boven gaan, maar dat is niet het geval. Hij drukt me tegen de muur en neemt me op, zijn ogen glijden over me heen.

Wat denkt hij? Wat wil hij eigenlijk? Waarom zegt hij niets?

Ik bekijk hem ook. Met een hand naast mijn hoofd houdt hij zichzelf staande. Zijn bruine ogen staren naar mijn mond, mijn lippen gaan door die intense blik automatisch van elkaar.

Zijn oogopslag verandert. Het verlangen erin is weg. Het is omgezet in wat lijkt op een... trieste blik?

‘Waarom?’ zegt zijn zware stem zacht. ‘Waarom, Megan?’

Megan? Geen Megs?

Dit gaat de verkeerde kant op.

Ik voel het. Ik merk het. Ik hoor het.

‘Waarom wat?’ Mijn stem trilt.

‘Uit zoveel mannen die hier zijn, waarom hij? Waarom mijn broer, Megan!’ Ik krimp ineen als zijn geblesseerde hand tegen de muur slaat en daar blijft liggen. ‘Weet je wat het me deed? Hoe ik me voelde? Wat er door me heen ging?’

Donker haar waar mijn vingers zich uren in konden verstoppen is mijn uitzicht. Hij laat zijn hoofd hangen.

Collin verwacht een antwoord, maar ik heb ook een vraag aan hem. ‘Waarom heb je je door haar laten kussen?’

Zijn ogen gaan langzaam open, ze gloeien als kooltjes. ‘Ik hou van jou, Megs. Ik heb het vanochtend nog tegen je gezegd.’

‘En ik heb het meerdere malen tegen je gezegd toen je in me was.’ Ik word nu boos. Ik ben niet begonnen met deze onzin. ‘Ik hou van jou, Collin. Ik snap niet dat jij toeliet dat ze haar mond op de jouwe kon leggen.’

‘Het was een aanraking van haar lippen.’

‘Je had haar weg moeten duwen.’

‘Weet je wat jij had moeten doen?!’ Hij roept nu, zijn donkere blik staat scherp.

‘Ik ben niet doof, hoor. Ik sta voor je en als je publiek wilt, dan moet je op het voetbalveld staan. Daar krijg je je applaus. Ze weten wie je bent, wat je doet en je doet het zeker goed. Ik weet hoe je het doet en ik genoot er elke keer van.’

‘Wat is jouw probleem, Megan?’

‘Mijn probleem? Weet je wat mijn fucking probleem is? Heb je gehoord wat Natascha zei? Is het waar? Of verzon ze het? Ik hoef het niet te herhalen, is het wel?’

‘Ze zei zoveel, de helft heb ik niet gehoord.’

‘Je weet verdomd goed wat ze heeft gezegd.’

‘En jij had je tong niet in de keel van Levi moeten douwen!’

Het ritme van onze hartslagen gaat gelijk op, qua ademhaling heb ik er de meeste moeite mee, maar het lichaam van Collin trilt het meest van razernij.

Beiden geven we niet toe dat we een fout hebben gemaakt of hadden kunnen voorkomen. Allebei zijn we eigenwijs en ik geef niet toe.

Ik heb niet echt gelogen. Ik heb Levi altijd willen kussen, maar niet nu en op deze manier. Het was voordat Collin in beeld kwam. Het voelde ook niet goed en ik heb er spijt van. Maar Collin heeft meer met Natascha uitgevreten dan de vrij langdurige tongzoen die ik Levi gaf. Het maakt me jaloers.

‘Heb je seks met haar gehad?’ Ik wil het uit zijn mond horen, ik wil alles weten wat ze hebben gedaan. ‘Wanneer was dat? Waarom ben je hier met haar? Ik heb zoveel vragen voor je, Collin...’ Ik schud mijn hoofd. Ik snap niet hoe we in deze situatie zijn beland.

‘Dat hoorde bij het plan,’ geeft Collin als antwoord. ‘Weet je nog? Het plan?’ Dat toontje bevalt me niet. ‘De deal met Levi?’

‘Je moet nou niet doen alsof ik stom ben. Natuurlijk weet ik dat we als we elkaar in het openbaar zouden zien ruzie moesten maken. Maar seks was er niet bij inbegrepen.’

‘Ik heb mijn pik niet in haar gestoken. Er zijn orale dingen gebeurd voordat wij samen waren, daar hebben we het eerder over gehad, maar dat is niet waar het nu om gaat.’

‘Nou, toch staan we hier te bekvechten en ik weet niet wat jij wil, maar ik ben er klaar mee.’

‘Met mij?’

‘Met wie anders? Ik zie hier niemand in een straal van vijf centimeter die me aanstaart.’ Ik voel de blikken van omstanders en ik kijk opzij en zie een bekende. ‘O, mooi is dat,’ zeg ik op sarcastische toon. ‘De getuige heeft ons ook gezien. Dimitri is in the house. Nou heel fijn, dan is deze vreselijke scène ook afgelopen.’

Ik denk dat Collin me op welke manier dan ook zal laten merken dat hij opgelucht is dat het klaar is. Aan de manier waarop hij rechtop gaat staan en hoe hij me opnieuw bekijkt... Shit, toch niet. Zijn armen kruist hij voor zijn indrukwekkende borst.

‘Waarom, Megan?’ vraagt hij opnieuw.

‘Waarom, waarom, waarom? Waarom wat? Als het de man was die naast Levi aan de bar stond was er niets aan de hand? Vond je het minder erg? Je broer was mijn eerste keus. No big deal. Vergeet het, Collin, het betekende niks.’

Zuchtend wrijf ik over mijn voorhoofd. Ik kan niet geloven dat in een paar minuten dit is gebeurd. Ik moet het laten bezinken en Collin ook.

De rimpels op zijn voorhoofd, de wenkbrauwen dicht bij elkaar, zijn ogen vernauwd, de boosaardige blik van de man om wie ik zoveel geef... Hij buigt zich voorover. Zijn stoppels raken mijn wang, zijn lippen vlak bij mijn oor. Hij fluistert iets en dan zet hij zich van de muur af en is hij weg.

Geschrokken, vermoeid, maar bovenal verdrietig blijf ik alleen in de gang achter. Ik frummel met mijn vingers, niet wetende wat te doen. De woorden die hij me zei waren niet wat ik wilde horen. Nooit. Niet van hem.

Het zinkt meer en meer in en dan begin ik te huilen.

Het liefst wil ik me laten zakken, op de grond gaan zitten, mijn knieën opgetrokken met mijn armen eromheen. Dat heb ik al meer dan een halfjaar niet gedaan.

Ik weet niet hoelang ik daar heb gestaan, maar ik ben blij als Kenneth me vindt en naar huis brengt.

Mijn broer troost me en ik ben blij dat hij er is en bij me blijft, want als ik alleen was had ik mijn prullenmand omgekiept of was ik nog naar een nachtapotheek gegaan om daarna alle voorhanden pijnstillers in één keer in te nemen.