36

Zavala zag de lichamen vanuit de eerste helikopter in de schemering liggen. De Huey vloog op boomhoogte en volgde de kronkelende loop van de rivier tot Zavala in een bocht de aangespoelde lijken ontdekte. Hij vroeg de piloot of hij er dichterbij kon komen. De Huey scheerde schuin over het water en bleef hangen. Zavala leunde ver uit de grote deur en inspecteerde de lijken. Vervolgens nam hij via de portofoon contact op met de tweede helikopter die traag boven hen een grote cirkel beschreef.

'Paul en Kurt, voor zover ik het kan zien is dit niets om ons zorgen over te maken. Alle lijken zijn volgens mij mannelijk.' Met andere woorden, Gamay bevond zich niet onder de doden.

'Weet je 't zeker?' vroeg Trout.

'Zo zeker als ik het van hier kan zien.'

Austins stem kwam ertussen. 'Bedankt. Dit hier kunnen we goed als onze uitvalsbasis gebruiken. Is de limo klaar?'

'Volgetankt en klaar voor de start.'

'Prima. Vooruit dan.'

Met de beide, van het Mexicaanse leger geleende helikopters waren ze over de ruïnes gevlogen waar Gamay aanvankelijk was verdwenen. Trout wilde dat zijn maten van het NUMA-team van het begin tot het eind een volledig overzicht hadden van de vluchtweg van Gamay en Chi. Trout was over de watervallen gevlogen en had de rivier stroomafwaarts gevolgd tot ze de lijken zagen.

Zavala bracht de instructies van Austin aan de piloot over. De Huey vloog naar het breedste gedeelte van de rivier, waar hij zachtjes daalde tot het grote voorwerp onder de buik van het toestel het wateroppervlak raakte. Zavala haalde een hendel over, waarop de helikopter bevrijd van het gewicht dat hij bij zich droeg, naar boven schoot. De Huey maakte plaats voor de tweede helikopter met Austin en Trout aan boord.

Austin was er als eerste uit en liet zich vliegensvlug langs een lijn zakken tot hij in een vaartuig stond dat in de verte iets van een banaanvormige badkuip had. Hij klikte de lijn los en drukte een start-knop in, waarna hij het eigenaardige gevaarte zo manoeuvreerde dat ze onder Trout bleven die nu langs de lijn naar beneden kwam.

Hierna volgde een waterdichte tas, die door Trout werd opgevangen.

Het was knap link in de turbulentie van de grote schroef recht onder de heli. Met zijn lengte had Trout het voordeel van een eerste honkman bij het reiken naar het pakket dat de voor hen zo belangrijke voorraden bevatte. Hoewel uit zijn beschaafde manier van doen duidelijk zijn academische achtergrond sprak en hij door zijn slanke lichaamsbouw niet al te sterk leek, had Trout aan de tijd dat hij als beroepsvisser werkte een stel stevige schouders en armen overgehouden. Hij tilde het slingerende pakket zonder problemen van de haak en de Huey vloog weg.

'Normaal gesproken neem ik geen lifters mee, maar je hebt een eerlijk gezicht,' riep Austin boven het kabaal van de motor uit.

Trout glimlachte. Ondanks zijn bezorgdheid over Gamay was hij dolblij dat ze nu eindelijk iets déden. Hij klikte de draagbare mobilofoon van zijn riem en sprak erin.

'Bedankt voor de limo, Joe.'

'Graag gedaan. Maar probeer 'm even uit voordat je ermee op pad gaat.'

De 'limo' was een tweepersoons Seal, een van de kleinste hovercrafts ter wereld. De grasgroene romp van schuimrubber en glasvezel met een ronde achtersteven en een spitse punt was slechts vierenhalve meter lang. Met de gecombineerde kracht van de stuwschroef en het rotorblad dat voor de lift zorgde haalde de Seal op een luchtkussen zowel over water als over land een maximale snelheid van zo'n veertig kilometer per uur. Terugdenkend aan Nina Kirovs ervaring met de gigantische hovercraft had Austin het idee opgevat dat ze het varen met plezierboten niet per se aan de slechteriken hoefden over te laten. De Seal was speciaal ontworpen voor jagers en natuurbeschermers die zich in normaal gesproken ontoegankelijk terrein wilden begeven. Voor de Speciale Eenheid was een standaardmodel van aanpassingen voorzien, zoals een schijnwerper, infraroodkijkers en bevestigingspunten voor een licht machinegeweer.

Austin liet de twintig pk Briggs and Stratton-motor op volle toeren draaien en voelde hoe het voertuig zich op haar luchtkussen uit het water verhief. Hij maakte een paar snelle bochten en cirkels, schoot op volle snelheid vooruit en minderde weer vaart. Tevredengesteld dat hij het nog in zijn vingers had, gaf hij de besturing aan Trout over. Terwijl Trout zich met de wendbaarheid van het voertuig vertrouwd maakte, zocht Austin in hun voorraadtas en haalde zijn pistool en twee CAR-15's, de verkorte karabijnversie van de M-16, tevoorschijn. Behalve dat het als automatisch geweer goed was voor 950 schoten per minuut kon het wapen ook als granaatwerper worden gebruikt.

Austin had het liefste dat er geen schot werd gelost, maar hij zag het somber in. Hij lachte al lang niet meer over Trouts camouflagepak; hij had er nu ook zelf een geleend en zijn felwitte haardos met een gevechtspet bedekt.

Toch hadden ze niets om zich tegen de afgrijselijke stank te wapenen die hen tegemoet walmde toen ze de drijvende lijken naderden. De NUMA-mannen doopten hun halsdoekjes in het water om ze druipnat voor hun neus te binden voordat ze dichterbij kwamen. De lijken zagen eruit alsof er iemand lucht in had gepompt. Trouts mond was tot een smalle streep vertrokken toen hij zijn walging overwon en één voor één de lichamen inspecteerde.

Zodra hij zich ervan had vergewist dat ze er niet bij was, klikte hij de mobilofoon aan. 'Alles oké, Joe. Gamay is er niet bij.'

'Blij dat te horen, maatje.'

'Volgens mij zijn dit de gasten die ons uit de lucht probeerden te schieten.' Hij huiverde bij de herinnering hoe dicht Gamay bij de watervallen was geweest.

'We vliegen nog even snel de rivier af. Misschien zit ze een eindje verderop te wachten tot jij en Kurt haar komen redden.'

'Nogmaals bedankt dat je je plaats hebt afgestaan.'

'No problemo, amigo.'

De vorige avond was er een korte discussie geweest over wie Austin zou vergezellen. Zavala wilde graag mee, maar hij begreep dat Trout erbij moest zijn als ze Gamay vonden, levend of dood. Een praktischer reden was dat ze in de commandopost iemand nodig hadden die Spaans sprak en als contactpersoon met de Mexicanen kon optreden.

Het volgende moment verschenen de beide Huey's boven de boomtoppen. Austin richtte de steven van de Seal stroomafwaarts en gaf gas. De hovercraft kwam het water uit en spoot als uit een katapult weggeschoten vooruit. Toen hij zijn collega's van de Speciale Eenheid vroeg of ze iets voor hem hadden waarmee hij zich op lastig bereikbare plaatsen kon begeven, wist Austin dat je met luchtverkenning in korte tijd een groot oppervlak bestreek, maar in het regenwoud op de grond was zoiets kleins als een mens nauwelijks waarneembaar.

Ze namen de besturing regelmatig van elkaar over, waarbij ze een strakke snelheid van zo'n dertig kilometer per uur aanhielden. In al die tijd dat Gamay en Chi op de rivier waren geweest, hadden ze na de watervallen een afstand van nauwelijks tachtig kilometer afgelegd. Met de aanmerkelijk snellere hovercraft en zonder nachtelijk oponthoud zouden zij diezelfde afstand in een fractie van die tijd overbruggen. Met zijn scherpe ogen zag Trout al van verre iets midden op de rivier glinsteren. Ze stuurden op het eilandje aan en Trout stapte uit. Chi had er heel goed op gelet dat ze absoluut niets op het eiland achterlieten, maar hij had een verpakkingspapiertje over het hoofd gezien. Zwijgend stapte Trout weer in en liet Austin zien wat hij gevonden had. Austin knikte, gaf weer gas en voerde de snelheid op.

De mobilofoon kraakte en Zavala's stem klonk. 'Kurt, dit is krankzinnig!'

'We horen je, Joe. Wat is er?'

'Ik weet 't niet. We hebben de rivier voor jullie uit gevolgd. Hij kronkelt flink en versmalt op een gegeven moment tot een soort ravijn. Geen enkel teken van Gamay of Chi, dus vlogen we door, en toen was de rivier opeens verdwenen.'

'Wat zeg je?'

'De rivier eindigt gewoon. Het ene moment is-ie er nog en het volgende is-ie weg.'

'Waar zijn jullie nu?'

'We werken nu een vast zoekpatroon af om te kijken of we de rivier weer ergens kunnen oppikken. Zo niet, dan komen we naar jullie terug.'

De mini-hovercraft vervolgde haar weg. Ook zij merkten dat de rivier smaller werd en de oevers steiler.

Zavala meldde zich weer. 'Niets, Kurt. We komen terug. De heli's moeten nodig bijtanken.'

Ze hadden extra brandstof meegenomen en die bij de ruïnes achtergelaten. Met hun snelheid zou het niet veel tijd kosten om terug te vliegen, bij te tanken en zich weer bij de zoekploeg te voegen. Austin zei dat hij en Trout de rivier stroomafwaarts zouden blijven volgen tot ze niet verder konden. Daar zouden ze de terugkomst van de Huey's afwachten. Ze zwaaiden toen ze de helikopters zagen overvliegen en vervolgden hun weg.

Ze bevonden zich nu in de kloof, waar ze hun snelheid door de sterkere stroming nog extra konden opvoeren tot ze opeens de praam zagen. Hij lag in de modder langs de oever. Austin stuurde de hovercraft naar het strandje, waar hij en Paul er tegelijk uit sprongen. De praam was volgepakt met dozen en door het gewicht zo stevig vastgelopen dat de stroming er geen vat meer op had.

'Wat denk jij, Paul?'

'Volgens mij hebben zij niet in deze praam gezeten. Ik denk dat ze hem op sleeptouw hadden. Kijk, hij is zo volgepakt dat er geen zitplaats is. Bovendien staat de buitenboordmotor omhoog. En dit touw hier aan de boeg is doorgesneden.'

Austin trok aan een rubberslangetje. 'Je hebt gelijk. Kijk, de brandstofslang van de motor is niet eens met de tank verbonden.'

Ze trokken de praam verder de kant op en zaten even later weer in de hovercraft. Het was nog maar een kort stukje tot de plek waar de rivier eindigde. Austin gaf extra gas om de hovercraft niet te laten afdrijven.

'Dat is het antwoord op Joe's verdwijnende rivier,' zei Trout. 'Geen mysterie dus. Hij gaat hier de grond in.' Via de mobilofoon probeerde hij Zavala te bereiken, maar kreeg geen antwoord en ging ervan uit dat ze te ver van elkaar af waren of dat de zender niet door de hoge rotswanden heen kwam. Zonder enige aarzeling besloten ze door te gaan. Ze voeren langzaam naar binnen zonder het luchtkussen te gebruiken en Trout lichtte met zijn zaklamp bij.

Door de trillingen en de herrie van de stuwschroef schrokken de vleermuizen op. Ze kwamen als door een windvlaag losgeblazen naar beneden gedwarreld, één overweldigende massa flapperende vleugels en blikkerende klauwtjes. Austin voerde hun snelheid op en de hovercraft verhief zich weer op het luchtkussen. Beide mannen zaten diep ineengedoken in de open cockpit en zagen in de wervelende zwerm zwarte, fladderende beestjes haast geen hand voor ogen. Ze botsten verschillende keren tegen de rotswanden, maar zolang ze niet bleven steken, hield Austin het pedaal tot op de bodem ingedrukt.

Ten slotte waren ze er doorheen en was het zicht weer vrij.

Austin nam gas terug tot de motor stationair draaide en ze alleen nog met de stroom meedreven.

'Alles oké?' vroeg hij.

'Mijn haar is waarschijnlijk net zo wit als dat van jou, maar verder is alles goed. Laten we doorgaan.'

Het motorgeluid was oorverdovend in deze afgesloten ruimte waar de echo's tussen de rotswanden heen en weer kaatsten. Austin kon alleen maar hopen dat eventuele tegenstanders die ze hier tegenkwamen stokdoof waren, aangezien ze hun komst op deze manier al van verre aankondigden. Ze voerden hun snelheid weer op en bereikten al snel de grotere grot. Ter oriëntatie maakten ze een wijde cirkel in het bassin en zagen dat de rivier hier opnieuw leek te eindigen, maar dat er wel een zijkanaal was.

Het kanaal leidde naar een door een lamp verlichte steiger. Ze meerden de hovercraft naast de drie pramen af en stapten uit. Met getrokken wapens liepen ze door de verbindingsgang de groeve in. Ze stopten even om in de kisten te kijken, waarna ze meteen doorliepen. In de verte zagen ze daglicht schemeren.