48
De vrijwel ondoorzichtige stofwolk in de kamer met het schip was nu snel aan het optrekken, de stofdeeltjes dwarrelden in het zonlicht dat door een groot gapend gat scheen waar voorheen het plafond was geweest. Enorme rotsblokken hadden de achtersteven van de donkerrode romp als een tomaat onder een pureestamper geplet. De pilaren waren omgevallen en lagen in stukken in het rond. De vloer lag bezaaid met kleinere rotsblokken en alles was met een laagje kalksteenpoeder bedekt. Austin had geen tijd om al te lang over de vernietiging van het schip te treuren. Aan de rand van het gat bungelde een touwladder, waarlangs twee in het zwart geklede lieden in de stofnevel afdaalden.
De eerste die beneden aankwam, pakte de ladder beet om hem strak te houden. 'Excuses voor de troep, Don Halcon,' zei een stem die vlak, ongeëmotioneerd en volstrekt niet verontschuldigend klonk.
'Het kon nou eenmaal niet anders, Guzman,' zei de tengere, donkerharige man, terwijl hij een onderzoekende blik op de ravage om zich heen wierp. 'Het belangrijkste is dat we ons doel hebben bereikt en niet hóe we dat hebben gedaan.' Hij knipte een sterke zaklamp aan en richtte de lichtbundel op de verwoeste boot. 'Mijn God, wat een fantastisch gezicht!'
De indringers baanden zich een weg door het puin en de versplinterde balken van de achtersteven naar het minder zwaarbeschadigde gedeelte van het schip. Even later slaakte Halcon een gil van opwinding. 'Van wat hier aan juwelen ligt kan ik zo een heel nieuw leger financieren.'
Austin stond naast Zavala in de doorgang naar de kamer met het schip en overwoog wat ze konden doen. Afgezien van hun dolken waren ze ongewapend. Halcon en zijn handlanger beschikten op zijn minst over kleine vuurwapens. Als hij en Zavala naar de ladder of het waterbassin zouden rennen, werden ze als eenden tijdens een jachtpartij afgeknald.
Fluisterend richtte hij zich tot Zavala. 'Misschien lukt 't als we ze overbluffen.'
Joe was al tot dezelfde conclusie gekomen. 'Wat hebben we te verliezen?'
Ons leven en dat van een aantal anderen, dacht Austin. 'We moeten hier langs dezelfde route weg zien te komen als we gekomen zijn. Laat de luchtflessen hier maar achter, neem alleen de reservefles en de automaat mee.' Hij tikte op de buidel die om zijn nek hing. 'Ik heb nog iets waarmee we ze misschien kunnen verrassen, maar dat moet dan wel goed getimed zijn. Ze kunnen ons nu ieder moment ontdekken. Als we ze overdonderen, beginnen ze misschien te schieten.'
'Oké, laat ze maar weten dat we er zijn. Ik wacht op een teken van jou,' zei Zavala.
Austin gaf zijn collega een bemoedigend klopje op zijn schouder, haalde diep adem en stapte de kamer met het schip in.
'Goedemiddag, heren,' zei hij luid en duidelijk.
De witharige man met het litteken trok vliegensvlug een pistool uit het holster op zijn heup en richtte het op Austin.
'We zijn ongewapend en we zijn maar met zijn tweeën,' zei Austin snel met zijn blik op de loop gericht. Hij had erop gerekend dat de man voldoende ervaring had om niet meteen in paniek in het wilde weg te gaan schieten.
'Kom dichterbij zodat ik u kan zien.' Austin volgde het bevel op en samen met Zavala verkleinde hij de afstand met een paar passen. De witharige man klom uit het wrak, kwam voorzichtig naar hen toe en ontdeed hen van hun dolken. Zijn grijns maakte het blauwgrijze litteken op zijn gezicht nog opvallender dan het al was.
'Er moest nu maar eens een eind aan deze ontmoetingen komen,' zei hij, terwijl hij de dolken buiten bereik schopte.
'Stel me eens aan uw vrienden voor, Guzman.' Halcon stapte met getrokken pistool uit de verwoeste boot.
'Sorry dat ik zo onbeleefd was, Don Halcon. Mag ik u voorstellen: de heer Austin van de NUMA en zijn collega, de heer Zavala, die ik al in Arizona heb ontmoet. Zavala is de man die door onze beveiligingscamera is gefotografeerd.'
'Ach ja, nu herken ik hem.'
'Kunt u mij een kopie van die foto sturen, Halcon?' vroeg Zavala.
Halcon grinnikte. 'Het had me ook verbaasd als vindingrijke lieden zoals u mijn naam niet hadden geweten. Guzman heeft me over u verteld. In feite heb ik hem opdracht gegeven u te doden. U hebt geluk gehad, hij faalt zo goed als nooit in de uitvoering van mijn opdrachten. Voordat hij zijn fout gaat goedmaken, moet ik toegeven dat u me hebt overdonderd met de manier waarop u hier bent binnengekomen.'
'We zijn door de bek van Kukulcan verslonden,' zei Austin.
Halcon nam Austin onderzoekend op zoals een entomoloog een insect in een insectarium bestudeert. 'U vertelt ofwel de waarheid of u probeert gewoon ironisch te zijn,' zei Halcon. 'Maar dat doet er ook niet toe. Uit die bek zult u in ieder geval niet zo snel meer terugkeren.'
'Ik vertel u hoe we hier binnen zijn gekomen als u de vragen van een paar ten dode opgeschreven zielen beantwoordt. Ik ben zo nieuwsgierig of onze theorie klopt.'
Halcon dacht ongetwijfeld dat Austin slechts tijd probeerde te rekken. Austin zag dat iets anders; hij zocht naar een kans om te ontsnappen. Hij was niet van plan om in deze graftombe te sterven.
'Blijft tot het bittere einde onderhandelen,' zei Halcon, duidelijk onder de indruk van het spelletje. 'Ga uw gang.'
'Om te beginnen, hoe hebt u de tempel gevonden?'
'Precies zoals we ook alles over uw expeditie naar de Andrea Doria wisten. Via de Siciliaan van de heer Donatelli.'
'Antonio?'
'Zijn naam doet er niet toe. Toen u de heer Donatelli liet weten dat u naar Midden-Amerika zou gaan, hebben we u door spionnen van ons laten volgen. En met dat belachelijke, gele vliegtuigje hebt u het ons niet moeilijk gemaakt.'
Dat lekker onopvallende laagvliegen van de Beaver kun je dus ook wel vergeten, dacht Austin.
'Ik ben zo gul om u nog een bonusvraag toe te staan; vervolgde Halcon. 'Ik wil uw theorie ook wel eens horen.'
'Misschien is dit een aardige opwarmer,' zei Austin. 'De Feniciërs dreven duizenden jaren geleden al handel met de bewoners van Amerika. Toen de Romeinen Carthago belegerden, hebben de Feniciërs hun rijkdommen naar de andere kant van de oceaan overgebracht. Eeuwen later arriveert Columbus in de Nieuwe Wereld en hoort verhalen over een fabelachtige schat. Hij vindt de sprekende steen, komt tot de conclusie dat die de sleutel tot het geheim bevat en vertrekt voor een laatste reis om de buit binnen te halen. Hij interpreteert de informatie verkeerd, maar komt toch behoorlijk in de buurt.'
'Bijna net zo ver als u, meneer Austin. Wilt u me nu vertellen hoe u hier binnen bent gekomen?'
'Via die trap daar,' zei Austin met een knikje in de richting van de grafkamer.
Halcon glimlachte en wendde zich tot zijn metgezel. 'Guzman...'
'Ik ben nog niet klaar,' onderbrak Austin. 'Columbus onderhield banden met een geheimzinnige organisatie die de Broederschap werd genoemd, dus is het aannemelijk dat zij van de schat afwisten.'
'Méér dan dat.' Halcon hield de hand van zijn trawant tegen. 'Ik ben echt onder de indruk, meneer Austin. De Broederschap is een van de bestbewaarde geheimen op deze wereld. Zelfs toen we een van de beroemdste oceaanstomers tot zinken wisten te brengen heeft niemand ook maar iets van ons bestaan vermoed.'
'Wilt u mij vertellen dat de Broederschap voor de ondergang van de Andrea Doria verantwoordelijk was?' vroeg Austin.
'Guzman in eerste instantie. Terwijl mijn vader en de anderen de bewakers van de pantserauto in het ruim voor hun rekening namen, deed Guzman op de brug van het schip wat er van hem werd verlangd.'
'Het was een ongeluk,' wierp Austin tegen.
'Dat zeggen ze, ja. Het was niet zo moeilijk als u misschien denkt. We wisten dat de schepen elkaar die nacht op korte afstand zouden passeren. Guzman was er op voorbereid om iedereen op de brug van de Stockholm om zeep te brengen en het Zweedse schip midscheeps in de Doria te planten. Toen het erop aankwam, kon hij zijn voordeel trekken van de fouten van anderen.'
'Als het inderdaad waar is wat u zegt en dat de Broederschap wist dat de sprekende steen de sleutel tot de schat bevatte, waarom brachten ze hem dan tot zinken.'
'Helaas was de ware betekenis van de steen tot voor kort nog niet bekend. Mijn vader gaf opdracht om de steen te laten verdwijnen. Hij gaf gevolg aan het oorspronkelijke mandaat van de Broederschap om alles te vernietigen dat de ontdekkingen van Columbus in diskrediet kon brengen.'
Zavala grinnikte en zei iets in het Spaans.
'U hebt volkomen gelijk, meneer Zavala, dat was van mijn vader inderdaad een geweldige miskleun, zoals u het noemt. Maar hij heeft niet kunnen voorzien dat ik het mandaat van Los Hermanos zou wijzigen.'
'Van wanneer stamt die overgang van het zinken van schepen naar het opzetten van revoluties?' vroeg Austin.
Het smalle, bleke gelaat van Halcon versomberde even, waarna hij in lachen uitbarstte en in zijn handen klapte. 'Bravo, meneer Austin. U hebt weer wat tijd gewonnen voor de voltrekking van uw doodstraf. Vertel eens wat de NUMA van mijn plan afweet.'
'Dat zal ik doen als u voor mij eerst een paar leemtes invult.'
'U wordt beslist een stuk loslippiger als ik wat leemtes in de armen en benen van uw collega schiet,' zei Halcon glimlachend.
'Dat kunt u doen, maar ik heb een ander voorstel. Als u me vertelt wat u van plan bent, zal ik u een geheim onthullen dat nog niemand anders op deze aardbol kent. Dat zweer ik u.'
'Daar ga ik op in.' Austin had Halcon terecht als een megalomaan ingeschat die zijn idiote ideeën maar al te graag met anderen wilde delen. 'Ik kan mijn plan in één woord samenvatten: Angelica. Het nieuwe land dat uit de zuidwestelijke staten en Zuid-Californië zal bestaan. De mensen van Spaanse afkomst zullen terugpakken wat hen met geweld is afgenomen.'
Joe verkneukelde zich hoorbaar. 'Veel succes, makker. Ik ken een supermacht die zich daar wellicht tegen zal verzetten.'
'Gelooft u mij, alstublieft. Ik ben me heel goed bewust van de militaire sterkte van de V.S. en ik ben beslist niet op een rechtstreekse confrontatie uit.'
'Dus alle wapens die u aan het aanschaffen bent zijn voor een sportvereniging van amateurschutters?'
'O nee, die zullen voor militaire doeleinden worden ingezet. U bent toch ook van Spaanse afkomst, meneer Zavala, dus u weet wat ik in de stierenarena heb geleerd. Met behendig voetenwerk en wat geflapper en gezwaai met een cape is het heel goed mogelijk om een veel grotere en sterkere tegenstander te verslaan.'
'De V.S. kun je moeilijk met een stier vergelijken,' zei Austin.
'Toch gaat hetzelfde principe op. Ik heb het voorbereidende werk goed aangepakt. Ik heb miljoenen illegale immigranten naar het oude Spaanse territorium, dat nu illegaal door de Verenigde Staten wordt bezet, overgebracht en ze vormen er nu al vrijwel een meerderheid. Ik heb mijn vermogen aangewend om de belangrijke industrieën als gas, olie en mijnbouw in handen te krijgen. Met mijn winsten heb ik mensen die zich naar mijn hand lieten zetten, gesteund bij het verwerven van politiek belangrijke posten en heb ik anderen omgekocht. Nu ben ik zo ver dat ik mijn plan kan uitvoeren. Zodra ik hier weg ben, zal ik het startsein geven. Het leger dat ik heb opgeleid, zal naar de grenssteden optrekken. Anderen zullen in het binnenland in actie komen. Dit zal tot verzet tegen de Spaanssprekenden leiden, op eenzelfde manier zoals dat in de Tweede Wereldoorlog tegen de Amerikanen van Japanse afkomst het geval was. Alleen zullen we ze deze keer van de middelen voorzien om zich tegen hun Engels-Amerikaanse kwelgeesten teweer te stellen én van een reden: het herstellen van de nationale trots die door Amerika zo vaak is gekrenkt.'
'U hebt het over bloedvergieten en chaos.'
'Dat is exact geformuleerd! Wat kan de V.S. doen? Albuquerque en Phoenix bevrijden door ze met atoombommen te bestoken? Grondgevechten op de boulevards van San Diego? Ze weten dondersgoed dat er op ieder gewapend conflict een politieke oplossing volgt en die zal ik dan aandragen. De door mij gekozen gouverneurs zullen voor vrede pleiten en voorstellen dat de V.S. een van haar burgers van Spaanse afkomst als bemiddelaar aanwijst. Ten slotte zal ik de feitelijke afscheiding van de Unie aan de onderhandelingstafel afdwingen.'
'U hebt geen enkele garantie voor een succesvolle afloop van uw plan, dat honderdduizenden mensen volstrekt zinloos het leven zal kosten.'
'Ze hebben zich ingezet voor de verwezenlijking van een doel.'
'Daar zullen veel Latino's bij zijn,' zei Zavala.
'Wat dan nog?' snauwde Halcon. 'Mijn voorouders de conquistadores hebben vijandige indiaanse groepen als bondgenoten gebruikt bij de vernietiging van het Azteekse rijk om ze vervolgens tot slaven te maken. Ik zal degenen die het overleven in staat stellen de grootsheid van het verleden weer op te pakken door de glorie van twee machtige beschavingen in ere te herstellen: de indiaanse en de Spaanse.'
'De glorie van bloedige balspelen en de inquisitie?' zei Austin.
'En nog heel andere dingen waar u nooit van hebt durven dromen, meneer Austin. Héél andere dingen.' Hij klonk onheilspellend. 'Ik ben dit spelletje zat,' zei hij ongeduldig. 'Wat is dat voor een groot geheim? Ik zal 't u niet kwalijk nemen als u hebt gelogen, maar het levert u niets op.'
'Ik lieg niet. Het bevindt zich in de andere kamer.'
Halcon wisselde een snelle blik met Guzman. 'Geen geintjes. Guzman heeft zijn vinger aan een zeer gevoelige trekker. Ga maar voor.'
Austin liep als eerste de trap op, gevolgd door Zavala met Guzman en Halcon op zijn hielen, waarna ze aan de rand van de grafkuil bleven staan.
'Bent u hierlangs binnengekomen?' vroeg Halcon, terwijl hij vergeefs naar een doorgang zocht.
'Dat was inderdaad gelogen, maar dit niet.'
Het lichaam in de sarcofaag had Halcons aandacht getrokken.
'Wie is dat?' vroeg Halcon.
'Als u mij toestaat?'
Met zijn kille ogen volgde Guzman angstvallig iedere beweging van Austin, die zich over de stenen doodskist boog en het glimmende voorwerp uit de knokige handen van de mummie pakte. Hij gaf het aan Halcon, die het met gefronst voorhoofd bestudeerde.
'Ik begrijp hier niets van,' zei hij argwanend.
'U moet het zo zien,' zei Austin. 'Stel dat u de Maya bent die al honderden jaren op een berg kostbaarheden zit te wachten op het moment dat de man die de schat heeft gebracht terugkomt om zijn eigendom weer voor zich op te eisen. Op een dag staat er een blanke man uit het oosten bij u op de stoep die zegt dat hij zijn goud wil hebben. Hij sterft voordat u het hem kunt geven. U vraagt zich af of hij misschien een incarnatie van de god Venus is, de gevederde slang Kukulcan, maar u twijfelt. Dus u neemt het zekere voor het onzekere, begraaft hem bij zijn schat en hakt in steen een kaart uit die alleen de god Venus zal kunnen ontcijferen. De perkamentrollen die hij vasthoudt zijn tekeningen van de inscripties op de steen. Voor het geval u nu nog niet overtuigd bent, vertel me dan wat dat christelijke kruis in een Mayatempel doet?'
'Dat kan toch niet!' reageerde Halcon vol ongeloof.
'Don Halcon, mag ik u voorstellen aan de Admiraal van de Oceanen, Christophorus Columbus.'
Halcon staarde een ogenblik naar de mummie, barstte in een vreugdeloze schaterlach uit en smeet het kruis in de sarcofaag terug. 'Hou 't maar, arme dwaas.'
Terwijl alle ogen nog op de doodskist waren gericht, kneep Austin in het buideltje om zijn hals. Een paar seconden later klonk er in de verte een knal, gevolgd door meerdere knallen.
'Wat is dat?' vroeg Halcon om zich heen kijkend.
Guzman liep naar de trap en luisterde. 'Het lijkt onweer.'
Terwijl de aandacht van de handlanger was afgeleid, raapte Austin met een razendsnelle beweging een van de scherpe speerpunten op die Zavala en hij bij hun pogingen om het deksel open te schuiven hadden gebruikt. Vervolgens sloeg hij zijn gespierde arm om Halcons slanke nek en drukte de scherpe punt diep in zijn huid.
Guzman zwaaide met zijn pistool.
'Achteruit jij of dit gaat zijn ader in!' waarschuwde Austin. Hij drukte nog harder en er druppelde bloed langs Halcons nek.
Ondanks dat hij met zijn samengeknepen keel nauwelijks een woord uit kon brengen, siste Halcon: 'Doe wat hij zegt.'
'Doe dat pistool in de holster terug,' beval Austin. Hij wist dat Guzman zijn wapen nooit zomaar zou opgeven, dat hij op zijn hoofd zou mikken of snel Zavala nog te grazen zou nemen.
Guzman glimlachte met iets van bewondering in het trekje om zijn smalle lippen en gehoorzaamde. Daarna beval Austin aan Halcon dat hij zijn wapen moest laten vallen.
Met Zavala aan zijn zijde liep Austin achterwaarts het vertrek uit en sleurde zijn menselijk schild met zich mee de trap af naar het hoofdvertrek. Guzman volgde op enige afstand, terwijl ze langs en over het puin hun weg vervolgden tot ze in het licht dat door het gat in het plafond scheen, bleven staan.
Halcon was enigszins van de schrik bekomen. 'Een aardige patstelling, nietwaar,' zei hij op een gesmoorde maar uitdagende toon.
Vanboven spatte er een golf water over hen heen. Iedereen keek omhoog, behalve Austin.
'Dat is geen regen, voor het geval u zich dat afvroeg. De knallen die u een paar minuten geleden hebt gehoord waren explosieven. Met afstandsbediening heb ik de dam opgeblazen die het rivierwater tegenhield. Nu stroomt dat water met miljoenen liters tegelijk het meer in.
'Ik geloof er niets van,' snauwde Halcon.
'Misschien toch wel, Don Halcon,' zei Guzman. 'Zo te zien heeft meneer Austin over die afstandsbediening niet gelogen.'
'U kunt dit alles niet hebben voorzien,' zei Halcon.
'Dat klopt. Oorspronkelijk was ik van plan om de dam pas na ons vertrek op te blazen, zodat de tempel voor u moeilijker te vinden zou zijn. Op deze manier overleven we het tenminste geen van allen.'
Onverwachts kregen ze een nieuwe, ditmaal veel krachtigere douche over zich heen.
'Volgens mij was dat pas de eerste vloedgolf van de explosie. Het reservoir zal ondertussen helemaal zijn opengescheurd. Er komt nog veel meer. Het gat dat u in de tempel heeft gemaakt zal bij het minste of geringste afbrokkelen. Ik heb geen flauw benul hoe lang het nog duurt voordat het hier is volgelopen, maar ik zou er niet al te lang op blijven wachten als ik u was.'
Guzman keek naar de ladder en leek iets van zijn ijskoude kalmte te verliezen. 'We moeten hier weg.'
'Niet zonder die schat.'
'Mij maakt 't niet uit,' zei Austin. 'Zoals u al zei, we zijn toch ten dode opgeschreven.'
Weer kletterde er water naar beneden; deze keer was het geen golf, maar bleef het zonder onderbrekingen doorstromen.
'Don Halcon...' In Guzmans stem klonk nu onmiskenbaar angst door.
'Hij bluft, idioot,' antwoordde Halcon van afschuw vervuld.
'Aan die schat heeft niemand iets als hij gelijk heeft,' zei Guzman.
In Halcons ogen flikkerde pure haat. 'Je bent een moordzuchtig misbaksel en dat ben je altijd geweest, al vanaf de dag dat mijn vader je in dienst nam,' zei hij met diepe minachting. 'Jij ziet de glorie er niet van in!'
Er gleed een kil glimlachje over Guzmans lippen.
Het water kwam nu in bakken naar beneden, precies op de plek waar zij stonden, waardoor ze elkaar nauwelijks nog konden zien en moeite hadden om overeind te blijven. Toch maakte niemand aanstalten om te vluchten.
'Best een lastig dilemma, nietwaar Guzman,' spotte Austin en hij moest schreeuwen om verstaanbaar te blijven. 'Uw trouw aan uw maniakale baas en de Broederschap verloochenen of de dood door verdrinking. Ik hoop oprecht dat u uw familievete nog bijtijds kunt bijleggen, maar daarbij zult u het wel zonder mij moeten doen. Nu of nooit, Joe!'
Zavala rende naar het bassin aan het andere uiteinde van het vertrek en dook erin. Austin liet de speerpunt vallen, greep Halcon bij zijn achterwerk en smeet hem met een krachtige zwaai naar Guzman die door Zavala's spurt was afgeleid. Ze sloegen samen tegen de grond, maar nog tijdens de val wist Guzman zijn pistool te trekken. Austin vloog op het bassin af. Guzman krabbelde razendsnel weer overeind en schoot, maar Austin was in het halfduister een lastig doelwit en de kogel miste doel. Austin dook het water in.
Guzman vloekte en spurtte achter Austin aan. Terwijl hij door het rond zijn enkels snel stijgende water ploeterde, realiseerde hij zich al na een paar passen dat het pure zelfmoord was om hier nog langer te blijven. Deze conclusie werd nog versterkt toen hij zich omdraaide en zag dat Halcon hem in de steek liet en op de ladder afstormde. Halcons overlevingsinstinct bleek uiteindelijk toch sterker dan zijn dromen van aardse glorie. Hij ploegde uit alle macht tegen de stroom op tot hij zich recht onder het gat bevond waardoor het water nu als een mini-Niagara omlaag kletterde. Verblind door de kracht van de waterval greep hij naar de ladder, maar zijn hand gleed uit. Vastberaden klemde hij zijn kaken op elkaar en probeerde het opnieuw. Deze keer kreeg hij een sport te pakken.
Toen hij begon te klimmen, pakte een hand hem bij zijn enkel en trok hem terug. Guzman sloeg zijn armen om Halcons knieën en gebruikte zijn volle gewicht om hem in de kamer terug te trekken. Halcon wist zich met één hand aan de ladder overeind te houden, terwijl hij met de andere zijn pistool, dat hij had teruggehaald, uit de holster trok om er met alle kracht die hij in zijn onhandige positie kon opbrengen mee uit te halen. De loop sloeg met een krakende klap tegen Guzmans schedel, maar Guzman bleef zich wanhopig vastklampen. Opnieuw haalde Halcon uit en hakte nog twee keer, en nu met het gewenste resultaat, op het hoofd van Guzman in.
Guzmans greep verslapte. Hij verloor zijn evenwicht en werd door het ziedende water meegesleurd tot zijn lichaam tussen de brokstukken van het schip tot stilstand kwam. Maar hij was nog niet geveld. Hij zat op zijn knieën en probeerde op te staan toen een dekbalk hem midden in het gezicht trof. Meegesleurd in de stroom had de balk het effect van een stormram. In zijn hersenpan gilde een stekende pijn. Verdoofd en aan één oog blind hapte hij met zinloos om zich heen maaiende armen naar adem met als enig gevolg dat zijn longen zich met het vuile water vulden. Zijn razende bewegingen verzwakten al snel tot ze hun kracht geheel verloren hadden en de stroming hem tot diep in de duistere kamer dreef.
Halcon had zo zijn eigen problemen. Hij was pas een paar meter omhoog geklommen toen er een nieuwe golf over de rand langs het gat in het plafond gulpte en als een reusachtige natte vuist net zo lang op hem inbeukte tot hij zich nauwelijks nog kon vasthouden. Door een volgende golf werd hij van de ladder gerukt. Omdat hij besefte dat een ontsnapping langs deze route er niet meer inzat, vocht hij zich een weg naar de trap onder aan de grafkamer. Met het water op zijn hielen kroop hij op handen en voeten de trap op.
Zavala had al watertrappend gewacht tot ook Austin het bassin indook. Net toen Guzmans kogel over hen heen floot, doken ze onder en zwommen naar de schacht, waarbij ze samen uit dezelfde reserve-fles ademden. Een paar minuten later doken ze uit de bek van Kukulcan op. Na een oriënterende blik op hun kompas zwommen ze naar open water en daarbij hadden ze alle kracht van hun beenspieren nodig om niet door de stroming van het in de tempel stortende water te worden meegesleurd. Ze kwamen boven bij de inham waarin ze het vliegtuig hadden verborgen. Binnen enkele minuten hadden ze de takken en het camouflagenet verwijderd, waarna ze de motor startten en over het water scheerden om vaart te maken voor het opstijgen. Zodra het toestel in de lucht was en snel aan hoogte won, maakte Zavala nog een wijde bocht over het meer.
Het eiland dat zich rond de top van de tempel had gevormd, was verdwenen. Er gaapte nog slechts een zwart gat. Het water in het meer kolkte eromheen alsof het wegliep in de afvoer van een badkuip, en rukte aan het ankertouw van een watervliegtuig dat ongetwijfeld van Halcon was.
Ze hadden genoeg gezien. Voor een laatste blik op de draaikolk doken ze nog eenmaal laag over het meer. Zavala kon de verleiding niet weerstaan. Hij leunde uit het raam en schreeuwde: 'Tot ziens, Columbus!'
Vervolgens zetten ze koers naar de Nereus.