Zich verheugend op een gezellige avond liepen ze het hotel uit en het bruisende avondleven van Calella in.
‘Heb je al iets in gedachten?’ vroeg Rachel. Ze had haar haren opgestoken en zag er fantastisch uit in haar nu licht bruine teint. Ze droeg een zwarte jurk die er veel duurder uitzag dan hij was geweest.
‘Nee, we kijken wel waar het gezellig is. We lopen gewoon ergens binnen en als het leuk is, blijven we en anders gaan we weer verder,’ antwoordde hij.
Al snel vonden ze een gelegenheid dat ’s middags dienst deed als eetgelegenheid en waar ’s avonds de meeste tafels aan de kant werden geschoven zodat er een dansvloer ontstond. Buiten liep een jongen van een jaar of zestien die direct op hen toekwam.
‘Mevrouw mijnheer willen graag drankje, hier binnen? Hier zijn kaartjes voor gratis drankje,’ zei hij in gebroken Engels.
Ze keken elkaar aan, namen de kaartjes aan en liepen naar binnen. Ze dronken hun gratis drankje en besloten daarna weer te vertrekken, omdat er verder weinig te beleven was. De jongen liep achter iedereen aan die hij zag en probeerde zoveel mogelijk klanten naar binnen te lokken. Maar rond deze tijd van het jaar was het niet zo druk in Calella en liepen er voor iedere tent die de muziek wat harder had staan jongens of meisjes rond die mensen naar binnen probeerden te halen.
‘Zo kunnen we de hele avond gratis drinken,’ grapte hij.
‘Jij bent ook echt een Nederlander. Ik wil ergens dansen en ik wil ergens blijven waar het gezellig is,’ antwoordde Rachel.
Na in een tweede gelegenheid een gratis drankje te hebben gehad, leken ze het gevonden te hebben. De muziek was goed, er was volop volk, ze hadden een goede cocktailkaart en er was volk op de dansvloer. Ze genoten van de avond. Ze dronken cocktails, dansten en wisselden dat voortdurend af. Na een tijdje werd de muziek steeds harder in volume gezet en werd de keuze van de muziek steeds meer in stampende dancemuziek veranderd, waar steeds slechter op te dansen was.
‘Zullen we eens ergens anders gaan kijken?’ vroeg Ruud.
‘Ja graag, die muziek bevalt me steeds minder hier.’
‘Oké dan,’ zei Ruud boven het lawaai uit.
Ze liepen naar buiten de donkere straat in. De zon was al lang onder en de sterren fonkelden aan de hemel. Het was een stuk minder druk in de straten. Op dit uur van de avond was alleen nog maar het uitgaansvolk onderweg, de mensen met kinderen en de ouderen waren allemaal al in hun veilige hotel teruggekeerd. Ze liepen onbezorgd door de straten op zoek naar een gelegenheid waar de cocktails smaakten en ze de calorieën er weer af konden dansen, genietend van de alcohol die door hun aderen stroomde.
Ineens kwamen er twee Roma om de hoek gelopen. Het waren dezelfde twee die ze ook al eerder over het strand hadden zien lopen. Ruud en Rachel hadden ze wel gezien, maar besloten er geen aandacht aan te schenken. Tenslotte was er toch niets aan de hand?
‘Daar zijn ze!’ riep een van de twee mannen in het Spaans.
De kennis van de Spaanse taal was de laatste dagen dusdanig verbeterd dat Ruud en Rachel dit verstonden en toen de twee mannen hun koers naar hen toe verlegden, sloeg hen de angst om het hart.
‘Wegwezen,’ siste Ruud.
Ze draaiden zich om en renden de andere kant uit.
Ruud keek om en zag de twee Roma hen op korte afstand volgen. Een van de twee riep hijgend iets in een mobiele telefoon. Dat verontrustte Ruud nog meer. Ze renden de straat door, de volgende straat in en vervolgens lukraak de volgende weer in. De twee Roma volgden onafgebroken, maar slaagden er niet in om hen in te halen.
‘Waar zijn we?’ vroeg Rachel.
‘Ik heb geen flauw idee,’ hijgde Ruud. ‘In dit gedeelte zijn we nog nooit geweest.’
Aan het einde van de straat renden twee andere Roma hen tegemoet en alweer twee bekende gezichten.
Ruuds maag wrong zich samen. Hij trok Rachel blindelings een zijstraat in. De steeg eindigde in een hoge blinde muur van een hotel en op de muur was prikkeldraad gespannen. Ontsnappen was onmogelijk.
De vier mannen kwamen nu dreigend naast elkaar in het donker op hen afgelopen.
‘Wat moeten jullie van ons, we hebben jullie niets misdaan!’ riep Ruud de mannen toe. Hij trok Rachel achter zich.
Niemand antwoordde.
‘Wat moeten jullie nou?’ riep Ruud vertwijfeld uit. In zijn angst had hij helemaal niet in de gaten dat hij in het Nederlands aan het schreeuwen was.
Rachel had een hals van een bierfles gevonden, ging naast Ruud staan en hield hem dreigend voor zich uit.
De mannen vertraagden hun pas, hun blik op het glas gevestigd. Op enkele meters afstand stopten de mannen. ‘Rustig maar. Er is niets aan de hand. Moeder Savina wil graag eens met jullie praten,’ zei een van de mannen in het Engels.
Ruud en Rachel keken elkaar ongelovig aan en Rachel liet het stuk glas een eind zakken.
‘Doe dat glas nu maar weg voordat je je er mee verwondt. We zijn al dagen naar jullie op zoek, maar jullie waren niet gemakkelijk te vinden. Ik ben ik weet niet hoe vaak het strand en de stad afgelopen om jullie te zoeken. We waren bang dat jullie al vertrokken waren uit Calella en we wisten niet in welk hotel jullie verbleven of hoe jullie heetten. Moeder Savina wil jullie graag ontmoeten en heeft wat vragen. Misschien heeft zij ook wel antwoord op jullie vragen. Maar dat weet ik niet,’ vervolgde de man.
Hij stak een hand uit naar Rachel, die hem aarzelend aannam. Ruud en Rachel keken elkaar nog eens niet begrijpend aan.
‘Morgen verwacht ze jullie zo rond een uur of elf op het plein. Geen zorgen, dit keer zal de ontvangst anders zijn.’
Tegen een uur of elf liepen Ruud en Rachel voorzichtig het plein op. Geo zat onder het grote doek voor zijn caravan. Hij stond op en liep op hen toe. Hij zwaaide. ‘Goed dat jullie zijn gekomen. Ga zitten.’
‘We hebben een afspraak met mevrouw Retsno, we willen niet te laat komen,’ zei Rachel.
‘Dat weet ik. Als Moeder Savina jullie kan ontvangen, hoor je het wel, we hebben alle tijd,’ antwoordde Geo.
Ze liepen mee naar Geo’s domein en namen plaats in een van de vele stoelen.
‘Bevalt het strandleven een beetje in Calella?’ vroeg hij belangstellend.
Rachel had de neiging om te antwoorden dat het prima ging zolang je geen slag op je kaak krijgt, maar Ruud was haar voor.
‘Prima, Calella heeft alles wat je nodig hebt. Ik zou hier best willen wonen,’ antwoordde hij in plaats daarvan.
‘We hebben dagenlang met groepjes door Calella gelopen op zoek naar jullie. We waren bang dat jullie weer weg waren naar een andere badplaats of ergens anders heen. Calella is niet zo groot, dus als jullie er nog waren zouden we jullie wel vinden. Nadat jullie de eerste keer hier waren geweest, ben ik met Moeder Savina gaan praten. Zij is wel hier, maar bijna niemand weet dat. Ik ben dus heel erg benieuwd hoe jullie weten wie zij is en dat ze hier is. Het is de eerste keer dat iemand die niet tot de Roma behoort, haar naam noemt. En slechts weinig mensen binnen de Roma weten waar zij werkelijk verblijft. Jullie hebben mijn nieuwsgierigheid dus wel gewekt, begrijp je. Moeder Savina heeft besloten dat ze jullie wil spreken. En nu zijn jullie hier,’ zei Geo. Hij keek van de een naar de ander en verwachtte duidelijk antwoord op zijn vraag.
Rachel vertelde hem in het kort het verhaal achter de adressenlijst.
Geo keek ongelovig, maar het verhaal leek te apart om verzonnen te kunnen zijn.
Iets verderop ging een deur open en dicht en er kwamen voetstappen hun richting uit. Een man kwam bij de ingang van de overkapping staan en knikte naar Geo.
‘Ik heb nog veel meer vragen, maar dat kan wachten. Moeder Savina wil jullie nu graag ontvangen,’ zei Geo.ullie hebben mijn nieuwsgierigheid dus wel opgewekt begrijp je. Moeder Savina jhige ziekten was nu eenmaal niets te dioede. .
Snel stonden ze op en liepen achter Geo aan. De caravan van Moeder Savina was een ouderwets type en stond bijna helemaal achteraan in een hoek van het plein. Voor de wagen was een houten afdak gemaakt en aan het geheel was te zien dat de caravan al jaren niet meer van de plaats was geweest. Van buiten waren kleurige versieringen aangebracht. Het was duidelijk dat de bewoonster een voorname positie genoot binnen de Roma gemeenschap. Het was onmogelijk om de caravan te benaderen zonder dat het hele plein het opmerkte en er was veel werk besteed om de oude caravan er netjes te laten uitzien. Onder het afdak stonden duur uitziende tafels en stoelen op een houten vlonder en hingen verschillende bossen kruiden te drogen. Zoveel verschillende kruiden had ze nog nooit gezien. Ook stonden er vele soorten kruiden in potten verspreid onder het afdak.
Geo klopte op de deur, wachtte even en deed de deur open. ‘Willen jullie zo vriendelijk zijn je schoenen uit te doen? Hier is een rekje waar je ze in kunt zetten,’ vroeg Geo, terwijl hij zich van zijn eigen schoeisel ontdeed.
Ze volgden zijn voorbeeld en liepen op hun kousen de caravan in.
Binnen viel hun mond open van verbazing. De gehele caravan was voorzien van potjes kruiden en alles was opgefleurd met bloemen en gewaden. Door de geur van de kruiden leek het wel of ze een exotisch bos inliepen. Er zijn van die ochtenden in de zomer waarin het hele bos geurt naar frisse bloemen en jonge planten, vermengd met de geuren van oude bomen. De kruiden deden hen daar sterk aan denken. Daartussen stonden vreemde beelden, het leken wel onbekende heiligen, maar sommige zagen er angstaanjagend uit. Er was bijna geen enkel spoor van de moderne tijd te vinden.
Geo liep vooruit naar een deuropening die was afgesloten door twee kleden met een afbeelding van de maan boven een donker landschap met schitterend geverfde wolken. In het midden werd de afbeelding doorsneden door de opening tussen de kleden. Hij hield een van de twee kleden open en liet hen voorgaan.
Aan de andere kant van het kleed was een ruimte overdadig ingericht met allerlei kleine dingen. Beelden, bloemen, houtsnijwerk, boeken en schotels van porselein. Er stond gewoon teveel om alles ineens goed te kunnen bekijken. Rondom was in een u-vorm een groot bankstel neergezet, met in het midden een grote lage tafel. Aan de andere kant van de ruimte zat de vreemdste figuur die ze ooit hadden gezien. Moeder Savina leek wel honderd jaar oud en was gekleed in oude gewaden met verschillende afbeeldingen. Haar gezicht was een groot lijnenspel van rimpels, maar haar ogen stonden verrassend scherp. Ze leek in eerste instantie sprekend op een heks zoals je die in kinderboeken tegenkomt. Aan haar houding was te zien dat ze gewend was om autoritair te kunnen zijn als dat nodig was en geen tegenspraak zou dulden.
Geo kwam naast Ruud en Rachel staan en boog licht. Ruud en Rachel zagen het hem doen en volgden zijn voorbeeld.
Moeder Savina, die met de handen in elkaar op haar schoot had gezeten, zwaaide met een arm ten teken dat ze konden gaan zitten.
Ze namen alle drie plaats op de enorm grote bank die aan de armleuningen was voorzien van leeuwenkoppen. Ze waren sprakeloos. Om hier te zitten, in deze ruimte met deze fantastische vrouw leek hen onwerkelijk.
Geo nam het woord. ‘Jullie kunnen haar aanspreken als Moeder Savina. Ze spreekt redelijk goed Engels omdat ze met mensen in vele landen contact heeft, maar spreek niet te snel. Als ze het niet kan volgen, zal ik helpen met vertalen. Moeder Savina zal aangeven wanneer het gesprek beëindigd is als ze te moe wordt. Maar ik wil beginnen met jullie te bedanken dat jullie hier kunnen zijn.’
Ruud en Rachel stelden zich voor aan Moeder Savina.
Ze knikte en zei: ‘Allereerst welkom in mijn huis. Ik ben blij dat jullie tijd hebben willen maken om bij mij aanwezig te zijn, want ik denk dat we elkaar veel te vertellen hebben. Ik heb van Geo begrepen dat jullie eerste ontmoeting met ons niet goed is verlopen. Namens de Roma gemeenschap wil ik jullie mijn verontschuldigingen daarvoor aanbieden. De mensen hier hebben slechte ervaringen met buitenstaanders en reageren daarom soms wat te fel. Maar ik zie dat jullie geen grote schade hebben opgelopen. Maar genoeg daarover. Allereerst wil ik graag weten hoe jullie aan mijn naam en verblijfplaats komen. Jullie zijn geen Roma, zie ik?’ vroeg Moeder Savina.
Rachel nam het woord. ‘Nee, we zijn inderdaad geen Roma. We hebben zelfs nog nooit contact gehad met een van de mensen van de Roma.’
Moeder Savina fronste licht verbaasd haar voorhoofd.
Rachel vertelde het hele verhaal, van het overlijden van haar oma, het leeghalen van het huis, het Mariabeeld, de inscriptie daaronder en het kistje met het medaillon en de adressenlijst.
Moeder Savina luisterde geduldig en knikte af en toe. ‘Dat is een heel interessant verhaal,’ zei ze. ‘En nu ben je op zoek naar het verhaal achter het medaillon? Jij bent een erg nieuwsgierige vrouw. Velen hadden het ding verkocht bij de antiquair waar je van vertelde of het gewoon ergens in een kast gelegd waar het nog eens twintig jaar bleef liggen en de adressenlijst in de prullenbak gegooid. Heb je het medaillon bij je? Dan zou ik het graag eens zien.’
Rachel haalde zonder te twijfelen het medaillon onder haar kleding vandaan, en overhandigde het aan Moeder Savina. Die bekeek het nauwkeurig, woog het in haar handen en stond langzaam op. Ze schuifelde naar een grote kast en graaide in een kom. Tot hun grote verbazing pakte ze daar een medaillon uit dat er precies hetzelfde uitzag. Ze hield de twee naast elkaar en vergeleek ze nauwkeurig. Daarna legde ze haar medaillon terug op zijn plek en schuifelde terug op haar plaats. Ze gaf het medaillon terug aan Rachel.
‘Het is erg lang geleden dat ik nog eens iemand hier binnen heb gesproken die eenzelfde medaillon in zijn bezit had. Ze zijn erg zeldzaam en de meeste zijn verloren gegaan in de geschiedenis. Sommige zijn vernietigd, maar van de meeste weet niemand meer waar ze zijn gebleven. Hij lijkt me echt, zeker omdat de adressenlijst erbij zat. Je oma was een bijzonder mens, Rachel. Ik ga je dingen vertellen waarnaar je al lang op zoek bent, maar ook ik heb niet het antwoord op alle vragen, ook al ben ik wat sommigen een mustai noemen, een ingewijde. Ik zal beginnen met wat geschiedenis.
Eeuwenlang is de positie van de vrouw achtergesteld geweest aan die van de man. Dit is lang zo gedicteerd door verschillende wereldgodsdiensten. Voor de tijd van Christus geloofden vele natuurgodsdiensten in de Moedergod, die de Moeder was van alle leven. De Moedergod werd terzijde gestaan door Nimfen, een soort halfgoden die haar hielpen bij haar taken. In het oude Egypte waren er nog vrouwelijke farao’s, eeuwen later zou daar geen sprake meer van kunnen zijn. De rol van de vrouw was door diverse religies, ook in Europa, naar achteren geschoven en ondergeschikt gemaakt aan die van de man. Kenmerkend voor de wereldreligies zijn de vele leefregels die werden opgelegd door de religieuze leiders. Het geloof werd er met harde hand ingeslagen. Al in de vroege eeuwen zijn er altijd bewegingen geweest die de oude natuurgodsdiensten trouw zijn gebleven en getracht hebben de oude tradities met eer voor het land, het water en de lucht in ere te houden. Onder iedere godsdienst zijn zij vervolgd of in het beste geval opgenomen in de overheersende godsdienst. Maar niemand wil tegenwoordig nog weten dat sommige rituelen uit die tijd afstammen. Vaak waren het vrouwen die de oude waarden verdedigden, vaak ten koste van hun leven. Er zijn in de loop der eeuwen vele pogingen en stromen geweest die allemaal een eigen naam kregen. Vrouwen werden gezien als heksen, omdat ze met hun kennis van geneeskrachtige kruiden het geloof zouden kunnen ondermijnen, want ziekte was immers het gevolg van zonde. In de Katholieke Kerk is de rol van Maria altijd heel anders weergegeven dan die is geweest. De Kerk heeft alleen iedereen die daar kennis over had aan een bloedig einde geholpen. Zo gingen de door overlevering vertelde verhalen verloren.
Door de eeuwen is de tegenbeweging soms sterk, soms nauwelijks aanwezig geweest. Na de verschrikkelijke periode van de Middeleeuwen, de inquisitie en de heksenvervolging kwam er nieuwe hoop toen in Europa langzaam afsplitsingen ontstonden uit de Katholieke Kerk. Maar de positie van de vrouw veranderde nog niet, sterker nog, in de meeste gevallen bleef die gewoon hetzelfde.
Toch zijn er groepen geweest die de oude kennis en tradities levend hebben gehouden. Sommigen noemden zich heksen, sommigen streden radicaal en openlijk en sommigen ondergronds. Een van de grootste ondergrondse bewegingen is ontstaan binnen de Katholieke kloosters. Wanneer precies is onbekend, maar de Ordo Vox Populi had grootste plannen die, indien ze uitgevoerd hadden kunnen worden, de wereldgodsdiensten hadden doen schudden op haar grondvesten. Alleen weet zelfs ik niet wat die plannen waren. De orde had aanhangers in heel Europa en bestond louter uit vrouwen. Mannen werden alleen gebruikt voor zaken die vrouwen in die tijd niet konden regelen, maar werden zo min mogelijk betrokken. Er zijn heel wat leden van de Orde in de loop der tijd opgehangen, op de brandstapel gezet of vervolgd als ketter of heks. Veel kennis is zo verloren gegaan. Vele oude wijsheden zoals oplossingen voor ziektes en kennis van de natuur is zo voor eeuwig verwoest. Naar mij bekend zijn er geen actieve aanhangers meer en het erfgoed en de kennis is praktisch compleet verdwenen. De Katholieke Kerk heeft eeuwenlang de Ordo Vox Populi bestreden en is wellicht nog in het bezit van een deel van die oude kennis.
Veel werd in de vroegere eeuwen door middel van marteling losgepeuterd uit de mensen. Na een paar weken martelen begon je dingen te roepen waarvan je zelf niet eens meer wist dat ze nog in je herinnering zaten. Binnen de Roma zijn er ook enkele aanhangers geweest. Mijn moeder was het laatst mij bekende lid binnen de Roma, zodoende ben ik in het bezit gekomen van het medaillon. Zelf ben ik nooit als lid toegetreden, maar mijn moeder heeft wel getracht me daartoe te bewegen. Vroeger was het vaak zo dat het lidmaatschap werd doorgegeven van moeder op dochter. Nieuwe leden werven was erg riskant. Vaak liep dat fout af en de Katholieke Kerk heeft eeuwenlang ieder mens vermoord waarvan zij ook slechts maar vermoedde dat er sprake was van een lidmaatschap van een vreemde orde. Alles wat naar, in hun terminologie naar heksen rook, moest helemaal worden uitgeroeid. Nog steeds werkt de Kerk alles tegen wat in haar nadeel wordt geschreven of gevonden. Daartoe beschikt men over enorme fondsen en mogelijkheden. Maar nu ben ik wel eens benieuwd wat de rol van je overleden oma is geweest in het geheel.’
Rachel was nog compleet overdonderd door het verhaal van Savina. Haar oma lid van een geheime orde? Ze kon het zich niet voorstellen. ‘Helaas kwamen we dus pas achter het geheel toen mijn oma was overleden. Ze heeft niets aan mij kunnen vertellen, dus alle kennis wat ze had is verdwenen. Wel hebben we nog twee perkamenten gevonden, apart verstopt op zolder.’
Moeder Savina veerde op. ‘Dan zijn er verschillende mogelijkheden,’ zei ze. ‘Mijn moeder heeft vroeger gesproken over verschillende boeken die in de loop der tijd zijn geschreven en verdwenen. Zelf heb ik er nooit iets van mogen aanschouwen. Het schijnt, maar nu moet ik afgaan op verhalen die altijd mondeling doorgegeven zijn van moeder op dochter, dat er naar aanleiding van vroeger onderzoek is gebleken dat er alternatieve evangeliën hebben bestaan. Ook waren er boeken geschreven die de kennis der natuur vastlegden. Boeken schrijven was het werk van monniken en niet van nonnen of zusters, maar toch zijn er geweest die konden schrijven en verschillende dingen hebben vastgelegd. Alles in het geheim natuurlijk. Om te voorkomen dat een boek verloren zou gaan, werd het soms verdeeld onder verschillende personen die elk als taak kregen een stuk over te schrijven. Het nadeel hiervan was dat delen zijn ontdekt, in beslag genomen zijn door de Kerk of vernietigd. Na enige jaren wist niemand meer waar het complete boek was, omdat sommige van de schrijvers een voortijdig en pijnlijk einde hadden gevonden. Men kende alleen de persoon aan wie een document was doorgegeven, dus als er één schakel uitviel, was de ketting verbroken. Zo zijn de paar boeken waarin ooit zaken zijn vastgelegd, verloren gegaan in de loop van de geschiedenis. Uiteraard is door de Kerk altijd ontkend dat zij dit soort zaken bezaten. Wie weet bezitten ze het ook werkelijk niet, en is alles in het verleden vernietigd. Maar wie weet wat er nog allemaal in archieven ligt in het Vaticaan of elders in de wereld. Ik vermoed dat jullie een uniek document bezitten wat veel waard is en wellicht een van de delen van een eeuwenoud boek zou kunnen zijn. Heb je de documenten bij je?’
‘Nee,’ zei Rachel. ‘Ik heb ze verstopt in Nederland. We hadden al zo’n vermoeden dat we iets kostbaars hadden gevonden en zoiets ga je niet meenemen op vakantie. Maar een alternatief evangelie? Hoe is dat mogelijk? En wat voor andere boeken?’
‘Al eeuwenlang wordt de legende van de verschillende evangeliën doorgegeven. Mijn moeder heeft me er een paar keer over verteld. Maar nooit heeft iemand er iets van gezien. Met name de rol van de vrouw is altijd door de Christelijke Kerk naar achteren geschoven. In de meeste oude natuurreligies heeft de vrouw een leidende rol, als draagster van het leven. Al in de eerste eeuwen van het Christelijke geloof zijn deze oude wijsheden uit de natuurreligies weggedrukt. Hierdoor bestaan er alleen nog maar legenden over de methoden van de zogenaamde heksen, die al tweeduizend jaar zo negatief mogelijk zijn neergezet. Kennis van kruiden, oeroude gezegden en rijmen en wie weet wat voor kennis nog meer is verdwenen.’
Nu mengde Ruud die het geheel stil had aangehoord, zich in het gesprek: ‘Maar Moeder Savina, hoe kan het dan zijn dat dit nooit is uitgekomen en hoe is het mogelijk dat daar niets van terug te vinden is?’
Moeder Savina glimlachte eens naar hem en zei: ‘Eeuwenlang heeft de Kerk met harde hand alles stil gehouden of uitgeroeid wat niet in haar doctrines paste. De legenden vertellen dat er verschillende versies zijn geweest van de evangeliën. Sommige daarvan zijn in latere eeuwen aangepast of volledig in het niets verdwenen. Veel van de oorspronkelijke tekst is aangepast naar voor de Kerk meer acceptabele maatstaven.’
‘Maar wat is de rol van de Roma dan geweest? Jullie waren nou niet bepaald bevriend met kloosters of de Kerk,’ vroeg Ruud.
‘Precies,’ antwoordde Moeder Savina. ‘Op een gegeven moment kregen we een gezamenlijk doel. Ook wij zijn in het verleden vervolgd geweest. Maar wij kwamen overal, hadden door heel Europa contacten en zwierven van land tot land. Zo werden boodschappen doorgegeven waar anderen dat niet konden. Ergens is er samenwerking ontstaan tussen de Ordo Vox Populi en de Roma, maar niemand weet meer wanneer en door wie.’
‘Er is nog iets Moeder Savina,’ zei Rachel. ‘Ik heb het medaillon laten zien aan een professor die op een universiteit werkt. Hij kreeg interesse in het medaillon, heeft er onderzoek naar verricht en is kort daarna verdwenen. Ik heb nooit meer iets van hem vernomen.’
‘Dan vrees ik dat hij ergens informatie heeft opgevraagd waar hij dat niet had moeten doen of er is iets heel anders gebeurd wat hier niets mee te maken heeft. Wees dus gewaarschuwd, waarschijnlijk zijn er krachten losgemaakt die gevaarlijk kunnen zijn en op de hoogte zijn van het opduiken van het medaillon. Zolang je niet zeker weet wie je tegen je hebt en waarom, kun je niemand, maar dan ook niemand vertrouwen. De Kerk is nog steeds machtiger dan menigeen denkt.’
Rachel voelde een rilling vanuit haar benen door haar ruggengraat omhoog trekken die haar nekharen overeind zette. Haar gevoel dat haar de afgelopen tijd trachtte te waarschuwen voor gevaar, kreeg wellicht toch gelijk. ‘Denkt u dan dat hij dood is?’ vroeg ze bijna fluisterend, bang om het antwoord te horen.
‘Alles is mogelijk. Helaas ben ik geen helderziende,’ antwoordde Moeder Savina. ‘In ieder geval ben je op iets groots gestuit, waarvan jullie nog niet eens het topje van de ijsberg kunnen zien. Maar jullie lopen gevaar. Jullie tegenstanders zullen vast niet willen dat wat ik vertel uit komt,’ vervolgde ze.
‘Maar waarom is dit nooit eerder wereldkundig gemaakt?’ vroeg Ruud.
‘Kijk, zonder bewijzen kun je veel roepen. Een medaillon van een oude orde bewijst niets en je haalt je alleen de toorn van de Kerk op de hals. Verhalen die van moeder op dochter zijn doorverteld, kunnen in de loop der jaren zijn veranderd, stukken weggelaten zijn of juist toegevoegd. Zonder tastbare bewijzen wordt het van de tafel geveegd. Er is veel onderzoek geweest naar dit soort zaken en er is veel bewezen van de misstanden van de Kerk. Maar is er veel veranderd? Nee, de machtige lobby houdt alles zoveel mogelijk in stand. Regeringen en onderzoekers lopen allemaal aan de leiband en veel kritische geluiden worden met man en macht tegengehouden of gebagatelliseerd. Mensen kunnen eenvoudigweg ook niet geloven dat wat hen tweeduizend jaar is verteld, gebaseerd is op interpretaties, ingestelde leefregels en vele onwaarheden. Soms is de waarheid te pijnlijk. Ik zal kijken wat ik voor jullie voor informatie uit de Romagemeenschap kan vissen. Zoals gezegd zal de informatie bestaan uit verhalen die van moeder op dochter zijn verteld en geen vastliggende documenten. Wij houden geen archieven bij. Als ik meer informatie heb dat de moeite waard is, zal Geo of iemand anders van de Romagemeenschap contact met jullie opnemen.’
‘Wat ik om mijn nek heb hangen, is dus een icoon uit een ver verleden dat men hardhandig heeft proberen uit te roeien,’ zei Rachel, terwijl ze het medaillon vastpakte. ‘Nu snap ik ook waarom mijn oma, die ten slotte niet gelovig was, sommige religieuze symbolen had. Waarschijnlijk is er toch een link geweest met andere leden of mensen die lid zijn geweest. De symbolen waren een dekmantel voor de echte activiteiten. Ik had nooit gedacht dat er zoveel achter zou zitten en misschien vinden we nog wel meer. Nu ben ik helemaal nieuwsgierig geworden naar het complete verhaal achter het medaillon.’
Moeder Savina sloot haar ogen een moment, leek even in slaap te vallen en zei ineens: ‘Ik wens je veel wijsheid, kind. Wees voorzichtig met wat je vindt. En zonder bewijs sta je nergens. Als je hulp nodig hebt, wendt je tot de Roma. Ik zal ervoor zorgen dat jullie bij iedere Romafamilie hulp kunnen vragen of boodschappen kunnen doorgeven voor mij.’
Met haar hand gebaarde ze dat het onderhoud was beëindigd.
Ruud en Rachel bedankten haar uitvoerig.
Geo volgde hun voorbeeld. Vervolgens liep hij voorop de caravan uit. De geur van de onbekende soorten kruiden geurde mee naar buiten en vermengde zich met de vele potjes die buiten stonden. Het was een aroma om nooit te vergeten. Ze trokken hun schoenen weer aan. Met hun drieën liepen ze over het plein. Bij zijn eigen caravan aangekomen stopte Geo. Hij gaf Ruud en Rachel een hand.
‘Als jullie hulp nodig hebben, hoor ik het wel. Het gaat jullie goed. Zorg dat je nog een fijne vakantie krijgt in Calella. Mag ik jullie mobiele nummers hebben?’ vroeg Geo. ‘Dan kunnen we gemakkelijker contact houden.’
Ze wisselden hun nummers uit en namen uitgebreid afscheid.
Rachel liet zich met een plof op het hotelbed vallen. ‘Wat een verhaal! Ik begon al sterk te twijfelen aan het geheel en had het bijna opgegeven. Nu blijkt dat er zoveel meer achter zit. Hadden we die perkamenten maar meegenomen, dan had ik ze aan Moeder Savina kunnen laten zien.’
‘Ja, maar toch ben ik blij dat ze veilig bij je zus liggen. Ik rijd niet graag half Europa door met belangrijke historische relikwieën in de auto. Wat een ongelofelijk mens die Moeder Savina. Volgens mij beschikt ze over ongelofelijk veel kennis. Ik denk ook dat ze inderdaad een heel belangrijke figuur is binnen de Romagemeenschap. Ik zou wel eens willen weten met wie zij allemaal contact heeft en nog meer; wat ze allemaal weet over haar kruiden. Ze is een wandelende encyclopedie. En dat alles staat niet op schrift. Als ze haar kennis niet heeft overgedragen, verdwijnt alles als ze ooit overlijdt. Met haar uiterlijk en haar kruidenkennis was ze een paar eeuwen geleden op de brandstapel geëindigd.’
‘Nou, nou zeg,’ viel Rachel in. ‘Jij durft nogal wat te zeggen over een respectabele vrouw. Zouden we werkelijk het bewijs van het bestaan van een oude geheime Orde in ons bezit hebben? Eentje waar ook nog familie lid van was? Ik vraag me af of mijn moeder dit ooit heeft geweten. Ze heeft me er nooit iets over verteld. Was ze er nog maar …’ verzuchtte Rachel.
‘Wat gaan we nu doen?’
‘Kijk, daar wilde ik het nu net met je over hebben,’ zei Rachel, terwijl ze rechtop op bed ging zitten. ‘We hebben twee mogelijkheden. We gaan op het strand liggen en vergeten de hele zaak of we gebruiken onze vakantie om meer te weten te komen. Je zult wel begrijpen waar mijn voorkeur naar uit gaat.’
Hij ging zuchtend op een stoel zitten en was even stil. Vervolgens keek hij haar aan en zei strijdlustig: ‘We gaan ervoor. Ik wil weten hoever we kunnen komen met dit verhaal. Op het strand liggen, kunnen we altijd nog.’
Ze sprong op en viel hem in zijn armen. ‘Ik wist dat ik op je kon rekenen! Daarom ben je ook mijn vriendje. We gaan samen op ontdekkingsreis en zullen de waarheid aan het licht brengen. De onderste steen komt boven, zowaar ik Rachel heet.’
Hij duwde haar van zich af en zei: ‘Oké, maar waar beginnen we? Moeder Savina heeft wel veel verteld, maar alles berust op algemene kennis of zaken die niet onderbouwd kunnen worden. Zoals ze zelf heeft gezegd, moeten we met bewijzen komen. Maar wat gaan we eigenlijk bewijzen? Dat de Kerk misstanden heeft begaan? Dat de Orde heeft bestaan?’
Daar moest ze even over nadenken. ‘Het is een ontdekkingsreis. Kijk eens naar wat we allemaal al weten. Er zit een hele geschiedenis achter het medaillon en ik ben benieuwd waar die naar toe leidt. We zien wel.’ Ze pakte de adressenlijst uit haar koffer en bekeek die nog eens. Ze ging naast hem zitten en zei: ‘We kunnen de laatste adressen nog eens checken, maar ik heb zo’n vermoeden dat de kans dat we raak schieten erg klein is. De lijst is te oud. De mensen die erop staan vermeld, zijn overleden, verhuisd of hoe dan ook spoorloos. Toch kunnen we het proberen. Wat hebben we verder nog voor aanwijzingen?’
‘Eens denken,’ antwoordde Ruud. ‘We hebben het Mariabeeld, we hebben de inscriptie en we hebben de schilderijtjes. Tenzij we nog iets over het hoofd hebben gezien met verhuizen, was het dat.’
Ze stond op en pakte hun fototoestel. Ze zette hem aan, ging naar het menu om de digitale foto’s te zien en begon ze door te lopen. ‘Ik heb verschillende foto’s van de schilderijtjes gemaakt. Ik heb zelfs de achterkant gefotografeerd waarop de namen van die abdijen stonden. We zijn naar de abdij van Maubuisson geweest, maar er was er nog één.’ Ze bekeek de foto’s uitgebreid. ‘Ja, hier heb ik hem, de abdij van Fontevraud. Wellicht dat we daar eens langs kunnen gaan?’
‘Dan moeten we eerst weten waar die abdij ligt. We kunnen het in het dorp opzoeken op internet. Ik wil wel er naar toe gaan. Met wat geluk vinden we daar een aanwijzing waar we iets mee kunnen.’
‘En als we niets vinden?’ vroeg ze.
‘Dan hebben we het in ieder geval geprobeerd. Dan kijken we wel weer verder. We doen het stap voor stap. De schilderijtjes zijn niet voor niets weg. Mogelijkerwijs bevatten ze toch aanwijzingen die we misschien nog niet hebben gezien. Met de foto’s komen we een heel eind.’
Rachel popelde van ongeduld en stapte het liefst meteen in de auto. ‘Kom, we gaan naar een internetcafé en dan zoeken we wat informatie over de abdij en waar die ergens ligt. Ik hoop niet te ver, dan kunnen we er met de auto heen.’
‘Prima, kom maar, ik heb verschillende internetcafés gezien. In de straat richting het dorp is er een.’
Rachel pakte haar spullen bij elkaar. Hij volgde haar voorbeeld en al gauw hadden ze bij elkaar wat ze nodig hadden en liepen de hotelkamer uit. Het liep al tegen het einde van de middag toen ze het hotel verlieten. De straat was gevuld met mensen die al dan niet rood verbrand terug kwamen van het strand.
Geen strand meer voor ons. Rachel glimlachte tevreden. Wij hebben iets veel beters!
Het internetcafé in de volgende straat bleek reeds halfvol te zitten met jongeren die druk aan het mailen waren. De jongen achter de balie gebaarde dat ze plaats konden nemen aan een van de beschikbare pc’s. Ze kozen de computer in de hoek, waar ze nog een beetje privacy hadden. De internetverbinding bleek erg snel en het zoekprogramma wat ze gebruikten had in korte tijd gevonden wat ze zochten.
‘Eens kijken,’ zei Ruud. ‘De abdij bestaat nog en ligt in de buurt van Tours. De crypte is gedeeltelijk verwoest in 1789 tijdens de Franse Revolutie. Het schijnt nogal een toeristische trekpleister te zijn. Dan kunnen we dus ook veel informatie opvragen met een beetje geluk.’
‘Ja, het ziet er goed uit. Ik ben eens benieuwd. Kijk eens naar de route, als je wilt?’
Ruud raadpleegde een routeplanner op internet. In een oogwenk stond de route voor hun neus. ‘Het is vanuit Calella ongeveer 900 kilometer. We rijden terug naar Frankrijk, langs Bordeaux en Poitiers naar Fontevraud.’
‘Verdorie, dat ziet er niet slecht uit. Het is niet eens zoveel om als we terug rijden naar Nederland. Dat valt mee.’
‘Maar wil je dan na het klooster terug rijden naar Nederland?’ vroeg Ruud.
‘Ik weet het niet. We zien wel. Als we wat interessants vinden, kunnen we de plannen bijstellen, vinden we niets dan kunnen we ook ergens in Frankrijk blijven. We kunnen nog naar Parijs, naar de Atlantische kust of ergens in het binnenland een leuk hotel opzoeken. We kijken wel, oké?’
Hij knikte instemmend en zei: ‘Daar kan ik mee leven.’
Ze sloten af en gingen naar de jongen aan de balie om te betalen. Zonder zijn mond open te doen wees hij achter de balie naar zijn beeldscherm, waar per computer het bedrag stond wat betaald moest worden. Ruud rekende af en gaf de jongen een kleine fooi. De jongen was blijkbaar zoveel toeristen gewend die geen Spaans konden, dat hij zich nog niet meer de moeite nam om hen aan te spreken. Het te betalen bedrag aanwijzen op het scherm was duidelijk genoeg.
Rachel bedacht zich dat de jongen eigenlijk veel te jong was om achter de balie te zitten. Hij zag er uit alsof hij de jaren waarop hij vreemde talen zou leren op school nog allemaal voor zich had.
‘Ik stel voor dat we onze plannen eens goed gaan bespreken tijdens een dinertje in een restaurant hier. Wat denk je er van?’ vroeg Ruud.
‘Dat lijkt me een prima idee.’
Ze bekeken bij wat restaurants de kaart en besloten een klein visrestaurant binnen te stappen waar weinig toeristen zaten, maar wel een aantal mensen die er als lokale Spanjaarden uitzagen. Meestal was dat wel een garantie dat het eten betaalbaar en goed was. De wanden van het kleine restaurant waren beschilderd met watertaferelen, zodat je de indruk kreeg dat je midden in zee tussen de nog levende waterbewoners zat te eten. De schilder die zich op de wanden had uitgeleefd, verstond zijn artistieke vak uitstekend. De ober wees hen een klein tafeltje aan de zijkant van het restaurant en gaf hen direct de kaart. Ze bestelden allebei de witte huiswijn en bekeken de kaart. Hun keuze viel uiteindelijk op een grote schotel voor twee personen waar diverse vissoorten op waren vertegenwoordigd.
‘Ik heb het gevoel dat het avontuur nu pas gaat beginnen,’ zei ze. ‘We hebben nu iemand gevonden die weet waar we het over hebben en die ons wil helpen. Weet je zeker dat je dit met mij wilt voortzetten?’
‘Ja, nou en of. Het wordt nu pas interessant. Hopelijk vinden we in Fontevraud weer iets waar we wat aan hebben, een aanwijzing of iets concreets. Ik denk dat we van het netwerk van Moeder Savina ook nog wel wat te verwachten hebben. Zij heeft door heel Europa haar mensen zitten. Als er iets te vinden is, dan vindt zij dat. Ik ben ervan overtuigd dat ze ons echt wil helpen. Ik weet niet precies welk belang zij daar bij heeft, maar eigenlijk doet dat er ook niet toe. We moeten iedere hulp aannemen die we kunnen krijgen.’
‘Ja, dat vind ik ook,’ zei Rachel. ‘Maar dat betekent dan wel dat je het strand kunt vergeten.’
‘We hebben het er al over gehad en ik blijf bij mijn mening.’ Hij hief zijn glas en zei: ‘Op het nieuwe avontuur!’
Rachel klonk met hem mee.
Even later kwam de ober met twee enorme schotels, een met de diverse vissoorten en een met groenten, gebakken aardappels en diverse vissauzen.
‘Dan wil ik graag morgen vertrekken naar Frankrijk. Zodoende gebruiken we de tijd die we hebben maximaal. We kijken wel wat we vinden. We kunnen ter plekke beslissen hoe lang we blijven. Daarna liggen nog alle mogelijkheden open. We kunnen naar Parijs of de Franse kust of terug naar Nederland of op weg naar de volgende aanwijzing,’ zei Rachel.
Hij glimlachte en ze klonken hun glazen nogmaals stilzwijgend.
Die avond meldden ze bij de receptie dat ze de volgende morgen zouden vertrekken. Vol goede moed pakten ze hun spullen weer in. Hun zwemkleding bleef nog even uit de koffers voor een laatste avond in het heerlijke zwembad op het dak. Nadat ze hadden ingepakt genoten ze voor de laatste keer van de zon die boven het toeristische dorp onderging.
De volgende ochtend reden ze de grote autobaan op die langs de Spaanse kust liep.
‘Tot Narbonne kan het wat drukker zijn, daarna buigen we naar het westen af en verwacht ik helemaal niet veel verkeer. Het is ruim honderdtien kilometer tot aan de Spaanse grens. Als het even kan, wil ik graag zeker doorrijden tot in Frankrijk en ergens tussen de grens en Toulouse een keer stoppen. Verder zien we dan wel weer wanneer we willen pauzeren,’ zei Ruud.
Rachel knikte. ‘Ik hoop dat Fontevraud iets van het duistere verleden kan prijsgeven.’