Een paar dagen na de moord op Pim Fortuyn zat Evelien met Regina in bad. Het was alweer zo’n prachtige, warme dag geweest waar de dood van de politicus een naar randje aan had gegeven. Niemand in Hilversum nam enige reserve in acht, want iedereen voelde zich schuldig aan Pims dood. De stroom halvegaren die hun verontwaardiging, hun haat, hun verdriet en hun grieven mochten uiten was eindeloos, de deskundigen zaten er pips bij en keken ernaar.
Julia sliep al. Eigenlijk kon Evelien niet meer met Regina in bad. Ze pasten er gewoon niet meer samen in. Regina werd te groot, al was ze nog maar tien.
“Ik denk dat ik puber word,” had haar dochter gezegd toen ze net in bad zat. Het schuim was nog vers en stond in grote, witte heuvels op het water.
“Ooh ja, waarom?” Evelien was zich nog aan het uitkleden.
“Ik heb haar op mijn kutje.”
Haar, daar had Evelien haar dochter al vaker over gehoord. Tussen haar billen had ze veel haar; blonde, poezelige haartj es.
Julia liet geen gelegenheid voorbijgaan haar zus ermee te pesten. Regina wilde daarom niet meer met Juul in bad.
“Een zwarte,” zei Regina, “zoals jij hebt. Met een krul.”
Evelien stapte uit haar ondergoed. “Laat eens zien dan,” zei ze. Moest ze bezorgd zijn, net doen alsof het de gewoonste zaak van de wereld was, Regina feliciteren of voorbereiden op de dingen die straks komen gingen? Twee groepen hoger op school liepen al meisjes rond die ongesteld waren. Zelf was Evelien vijftien geweest en wat had ze zich geschaamd.
Regina was gaan staan. “Kijk, hier.”
Evelien inspecteerde de zaak. Er was inderdaad sprake van één echte, krullende, donkere schaamhaar.
“Niet aan trekken, hoor.”
Evelien had de haar al tussen haar vingertoppen. Ze liet hem los en stapte in bad. Ze liet zich in het schuim zakken.
“Cynthia heeft er al vijf,” zei Regina nonchalant. “Hoe lang duurt het voor je zo veel haar hebt als jij, mam?” Cynthia was een vriendinnetje dat ook al bijna borstjes had.
“Een paar jaar,” hoorde Evelien zichzelf zeggen en ze zag ineens voor zich hoe haar kind op een dag geen kind meer zou zijn. Ze slikte.
“Wat is er, mam?”
“Niks, lieverd.”
Regina liet zich diep in het schuim zakken. “Ga je op Groen-Links stemmen?” vroeg ze. “Hans heeft gevraagd of iedereen thuis wil vragen wat de ouders gaan stemmen.” Hans was Regina’s meester, een jonge adonis die al zijn vrije tijd in amateurtoneel en musicals stak, het idool van alle meisjes in zijn klas.
“Dat weet ik nog niet,” antwoordde Evelien. “Ik zweef. Zo noemen ze dat.”
“Weet ik,” zei Regina. “Papa zweeft niet. Hij gaat op Pim stemmen.”
“Ooh,” zei Evelien. Dat was nieuws voor haar.
“Ik vind het wel gek dat mensen op een dood iemand stemmen,” vervolgde Regina, en ze aarzelde even, “ik vond Pim ook helemaal niet leuk.”
Evelien mummelde maar wat. De kinderen konden urenlang doorgaan over Pim Fortuyn. Het was begonnen met dat interview in de Volkskrant waarin hij moslims achterlijk had genoemd. Verontwaardigd hadden Julia en Regina op de donkere kinderen op school gewezen; daar mankeerde niets aan. Daarna hadden ze een hekel gekregen aan Fortuyns brutaliteit en vooral aan zijn blikkerende lach. “Hij lacht zo eng, mam,” zei Julia dan, “en hij heeft hele lelijke tanden.”
“Zeg, jij gaat toch niet op die vreselijke LPF stemmen, hè?” vroeg ze een uur later aan Harko, die televisie zat te kijken. Hij had de kranten naast zich liggen en zijn voeten op tafel.
“Hoeweet je dat?” Meteen in de verdediging.
“Dat zei Regina. Ik dacht dat jij op je vriendje ging stemmen.” Harko was bevriend met iemand uit het campagneteam van de VVD. Hij liet zich daar graag op voorstaan.
“Ik heb me bedacht.” Harko ging ervoor zitten. “De bezem moet er nu maar goed doorheen. Die Haagse kliek, moet je ze nou zien.”
Op televisie was Kok te zien. Hij zag er ontzettend oud uit, maar altijd nog beter dan toen hij bakkebaarden en lang haar had en vakbondsleider was.
“Ach, jongen.” Evelien liep boos naar de keuken om een glas wijn in te schenken.
“Wat ga jij stemmen?” riep Harko haar achterna.
“Groenlinks,” riep ze balorig terug. De kinderen vonden dat ze voor de natuur en de dieren moest stemmen. Eigenlijk stemde ze altijd D66.
De fles was leeg en ze moest een nieuwe openen. De kurkentrekker was nergens te vinden. Ze voelde zich zacht en warm van het lange bad met Regina, maar ze had niet het idee dat het tot iets ging leiden vanavond.
Harko zei niets terug. Evelien hoorde hem langs de zenders zappen. Ze vond in een van haar keukenlaatjes een oud, roestig kurkentrekkertje dat maar moeizaam in de kurk ging. Ze moest de fles tussen haar knieën houden om hem eruit te trekken, maar toch brak de kurk halverwege. Ze viel bijna om. Ze zette de fles terug en pakte een blikje bier uit de koelkast.
“Ooh ja,” zei Harko toen ze naast hem op de bank was gaan zitten, “er belde iemand voor je. Hoe heet ze? Ene Jenny, kan dat?”
Evelien nam snel een slok van haar bier. Jenny Smulders. Wat wilde die nou weer? Gistermiddag op school had ze ook al zo hunkerend naar haar gekeken. Ze had Jenny al twee keer zo nadrukkelijk ontlopen dat ze nou toch wel zou moeten begrijpen dat Evelien even geen contact meer wilde. Ze was niet bang voor Jenny, maar durfde haar ook niet recht in het gezicht te zeggen dat ze geen zin had om nog een keer met haar te vrijen. Dat stomme bakvissengedoe, ze had er spijt van.
Op televisie verscheen Jan Pronk met zijn dikke, natte lippen. Harko vloekte. “Die lui kan ik niet meer zien.” Hij zapte verder en keek opzij, naar Evelien. “Heb je nou het laatste biertje gepakt?”
“Sorry, hoor.”
“Wat is er, schat?”
“Niks.”
“Je moet dat mens even terugbellen. Ze klonk een beetje hysterisch. Het was heel belangrijk, zei ze.”
“Haar dochter zit bij Julia in de klas.”
Harko was al niet meer geïnteresseerd. Balkenende verscheen in beeld. Evelien had met zulke jongens op school gezeten. “En je zus belde. Je hoeft niet terug te bellen. Alles ging goed. Dat was alles.”
Evelien stond op. Haar benen voelden slap. In de keuken bliepte haar mobiele telefoon. Ze liep erheen en zag op het schermpje dat er een bericht voor haar was. Ze wiste het zonder het te lezen en veranderde in haar instellingen het geluid van de SMS-dienst; van bliep op trilalarm. Morgen zou ze Jenny vertellen dat het afgelopen moest zijn.