Vrijdagochtend, toen Evelien de kinderen naar school had gebracht en thuiskwam, zat Harko haar breed grijnzend op te wachten. “Ik heb vrij. We gaan een weekendje samen weg,” zei hij, “dat is goed voor ons.” Hij vertelde wat hij allemaal had geregeld. De bruidssuite in een idyllisch hotel in het prachtige heuvellandschap van Overijssel. Tickets voor de Efteling zodat zijn ouders goeie sier konden maken bij de kleinkinderen. En opa die na school de meiden op kwam halen.
“Waar hebben we dit aan te danken, Hark?” vroeg Evelien. “Is er wat? Heb je wat goed te maken?”
“Gewoon leuk, gezellig. Met z’n tweetjes.” Harko liet zich niet van de wijs brengen, ‘s Middags stond zijn vader met zijn grote, blinkende Mercedes bij het schoolplein te wachten.
“Ik wil helemaal niet logeren,” zei Julia toen Evelien haar uitgelegd had wat de bedoeling was.
“Jullie gaan naar de Efteling,” riep Harko enthousiast. Zijn vader keek daar ook van op.
Julia haalde haar schouders op. Haar onderlip trilde al.
“Kom op, Juul, we gaan opa lekker pesten,” riep Regina, die al in de Mercedes was geklommen en op de achterbank de tas aan het uitpakken was die Evelien een uur geleden nog zo zorgvuldig had ingepakt.
“Eerst knuffelen,” piepte Julia.
Evelien tilde haar op. Julia sloeg meteen haar armen en benen om haar heen. Ze wordt te groot, dacht Evelien, ik hou haar niet meer. “Kom, schatje, twee nachtjes maar,” fluisterde ze in Julia’s oor, “en mama zal je vanavond bellen.” Julia kuste haar en liet zich toen op de grond zetten. Langzaam klom ze opa’s auto in.
“Nou, jongens, veel plezier, hè,” zei opa terwijl hij om de auto heen liep om in te stappen. Hij knipoogde schalks naar zijn zoon, en Evelien kon hem wel schieten.
De Holterberg kon je nauwelijks een berg noemen, hoewel van enige glooiing wel sprake was. Hij lag vlak bij een klein dorpje dat Holten heette, ver achter Deventer. Terwijl ze erheen reden, scheen de zon, maar toen ze er waren, begon het te regenen. En dat was nog maar het begin.
Wat volgde was dat er iets mis was gegaan bij Harko’s reservering. De bruidssuite was daardoor niet beschikbaar. Wel was er een andere, mooie kamer, zei de mevrouw van het hotel. Die namen ze ongezien. Het bleek een kamer achteraf, in een aan het hotel gebouwde vleugel. Het grote raam bood schitterend uitzicht op een net aangelegd parkeerterrein. Terwijl Harko de minibar opende, ging Evelien naar de badkamer om haar handen te wassen. De kraan liep nog niet of ze werd ineens ontzettend ongesteld. Ze improviseerde met toiletpapier een soort maandverband in haar slipje.
“Wil je een glaasje champagne, schat?” riep Harko.
Ach, waarom niet. Laat ik eens dronken worden, dacht Evelien. “Ja, lekker,” riep ze.
Ze hoorde de bekende knal, gevolgd door een harde kreet van Harko. Ze was gelukkig net klaar en holde de badkamer uit. Haar man had de kurk van de champagne in zijn oog gekregen en danste vloekend door de kamer, waarbij hij ook nog wreed tegen het tafeltje met de tv aan stootte.
“Moeten we niet toch even een dokter bellen?” Ze zaten tegenover elkaar aan tafel in wat je met enige moeite een knusse eetzaal kon noemen. De amuse was gearriveerd en ze hadden de eerste slokjes van hun aperitief genomen. Harko’s oog was blauw en gezwollen en het wit was bloeddoorlopen.
“Hou nou op, schat, het gaat wel,” mompelde Harko. Hij sloeg dapper de menukaart open. “Kom, we gaan lekker eten.”
Evelien opende haar kaart. Op hetzelfde moment ging haar telefoon. Ze rommelde in haar tas. Of er mankeerde iets aan de tas of het lag aan haar Nokia. Het kreng wist zich altijd te verstoppen. Ze wilde al ongezien de beller wegdrukken, toen ze het kengetal van Harko’s ouders herkende. Ze nam op.
Julia.
“Mama, we zijn naar de McDonald’s geweest! En we mogen opblijven om een video van Disney te zien.”
Evelien kon bijna voelen hoe aan de andere kant iemand de telefoon uit Julia’s hand trok. Ze verwachtte opa, maar het was oma. “Eef? Het gaat hartstikke goed, hoor. We hebben gezellig bij de McDonald’s gegeten. En ze zijn samen in bad geweest. En ze hebben een kussengevecht met opa gehad…Nu gaan ze nog even lekker tv kijken. Maar ze wilden even bellen. Sorry. Hoe hebben jullie het?”
Het regent hier, wilde Evelien zeggen. Want het plensde buiten. “Het is hier heerlijk,” zei ze enthousiast, “we zitten net aan tafel.”
“Nou, meid, dan hang ik meteen op. Zeg dag, jongens, papa en mama zitten te eten.” Op de achtergrond hoorde ze Julia en Regina wat roepen. Evelien hing op.
“Hoe ging het?” vroeg Harko.
Evelien vertelde wat de meiden hadden gedaan, maar Harko luisterde nauwelijks. “Wat is er, schat?” vroeg ze bezorgd.
“Ik ben nogal duizelig,” mompelde hij, “en ik heb koppijn.”
Een ober arriveerde bij hun tafeltje. “Heeft u een keus kunnen maken?”
Evelien aarzelde niet. “Mijn man moet naar bed,” zei ze. “Misschien kom ik straks nog wel wat eten.” Ze stond op en hielp Harko uit zijn stoel.