2

balletjes, en vele andere. Ook kon hij grappige geschiedenissen vertellen, waarom zijn vrouw en dochter Martha tranen lachten. Of die geschiedenissen nu werkelijk allemaal gebeurd waren, doet minder ter zake, maar grappig waren ze altijd. Vaak gebeurde het, dat de een of andere buurman, die een neerslachtige bui had, bij Jan Plezier wat troost ging zoeken. De schoenmaker wees zoo'n bezoeker nooit af, maar terwijl hij ijverig voortwerkte aan de laars, die hij onderhanden had, wist hij door zijn vroolijke gezegden den ander heelemaal op te monteren, zoodat deze na eenigen tijd zelf weer moedig aan 't werk ging.

De vrouw van den schoenmaker was wel zes jaren jonger dan haar man en zij werkte even ijverig in het huishouden als de schoenmaker in zijn werkplaats. Dan was er nog een dertienjarig dochtertje Martha, een klein dametje, die op de normaalschool ging, omdat ze later onderwijzeres wou worden. Martha had wel liever gewild, dat haar vader minister of millionair geweest was, want ze hield erg veel van mooie en dure dingen, maar nu hij een eenvoudig schoenmaker was, vondt ze 't ook goed. En Jan Plezier liet zijn dochter maar haar gang gaan, hij hield dolveel van het meisje en verwende haar. 't Mooiste was, dat moeder al even hard daaraan meedeed, zoodat Martha er als een dametje uitzag en in veel dingen

Chr. van Abkoude, Pietje Bell, of de lotgevallen van een ondeugenden jongen