32

Vierde Hoofdstuk.

Naar de Zondagsschool. - Strengere Opvoeding.

O mdat de schoenmaker heelemaal niet naar hem wilde luisteren, was de drogist een ernstig gesprek begonnen met moeder over Pietje. Wat moet er van den jongen terechtkomen, had hij gezegd, als het op die manier doorging? De knaap was nog geen zeven jaar en nu reeds was hij door heel de buurt bekend als een kwajongen. Moest hij een spitsboef worden? Het zou niet lang meer duren, of hij zat in de gevangenis. Het was tegenwoordig een verschrikkelijke tijd. Men liet de kinderen maar doen, wat ze wilden.

Moeder moest den drogist gelijk geven. Zij zou om te beginnen niet meer lachen om de dwaze streken van Pietje. En dan zou ze er wel eens met vader over spreken. Geelman zei ook nog, dat hij zoo'n

Chr. van Abkoude, Pietje Bell, of de lotgevallen van een ondeugenden jongen