49

je wratten kon afbinden. Met een gewoon draadje garen legde je een stevigen knoop om de wrat en trok die zoo hard mogelijk aan. Na een paar dagen viel de wrat dan vanzelf af. Hij vond het wel een mooi idee om tante op die eenvoudige manier van dat leelijke ding op haar neus af te helpen. Nu zij sliep was de gelegenheid daartoe al bijzonder gunstig. De eindjes van de knoop zou hij zoo kort mogelijk afknippen, dan bemerkte zij er niets van, ook niet als ze wakker was. En als dan na eenige dagen het ding afviel, zou hij zeggen: Tante, dat heb ik nu gedaan.

Ja het was een mooi en goed plan. Hij haalde een draad garen, strikte daar een losse knoop in en schoof die voorzichtig over den knobbel op den neus van de slapende tante Cato. Toen trok hij hard aan, heel hard, want de knoop moest stevig zitten, anders ging het niet.

Opeens vloog tante met een ruk overeind en schreeuwde, alsof zij vermoord werd. Met beide handen greep zij haar neus, en toen zij voelde, dat zij nog in het bezit was van dat sierlijke pronkstuk, begon zij tegen Pietje uit te varen.

Jou, akelig, schandelijk kind! Jou misdadige jongen! Oude menschen bespotten en mishandelen. Wat doe je hier? Hier is mijn kamer. Ga weg, oneerbiedige jongen, laat ik je niet meer zien.

Maar tante...

Ga weg, ik ben je tante niet! Hemel wat heb je toch met mijn neus uitgevoerd?

Hangt er een draad aan?

Chr. van Abkoude, Pietje Bell, of de lotgevallen van een ondeugenden jongen