70

brandstichting. Het is meer dan schande!

De schoenmaker blies zijn buurman een dikken wolk tabaksrook in het gezicht en

vroeg glimlachend:

Heb je nog meer te zeggen?

Of ik nog... uche... uche... die verwenschte rook... daar kan ik... uche... uche... niet tegen... of ik nog meer te zeggen heb? Is het niet genoeg? Is het niet de waarheid? Voor misdadiger groeit-ie op. Let op mijn woorden. Blij dat het mijn jongen niet is. Mijn Jozef...

Joùw Jozef, lachte Jan Plezier, is een lieve, brave, nette, zoete, fatsoenlijke lummel, die nog nooit een scheur in zijn broek heeft gehad en van de bravigheid omvalt. Je moet hem in een doosje met watten pakken en er op zetten: voorzichtig! Niet kantelen! Breekbare waar! Loop jij naar de hei met je Jozef! Daar is geen mensch, waaraan jij je zult ergeren. En hoepel nou asjeblieft op, want ik heb heusch wel wat anders te doen, dan naar jou te luisteren met je driedubbel overgehaalden Jozef. Bonjour hoor, 't beste je mag je wel 's laten scheren, hahahaha! Diep verontwaardigd over zoo'n loszinnigen vader verliet Geelman de

schoenmakerij, maar Jan Plezier greep een hamer en klopte lustig op een laars, terwijl hij vroolijk zong:

Alles kost een dubbeltje!

Morgen zou Pietje jarig zijn! Hij had zich voorgenomen om de circusvoorstelling toch maar te laten

Chr. van Abkoude, Pietje Bell, of de lotgevallen van een ondeugenden jongen