90

Achtste Hoofdstuk.

Meester Ster. - Ondankbare menschen.

H et was al door de heele stad bekend geworden, welk een deugniet Pietje Bell was. De menschen zeiden, dat het zijn vaders eigen schuld was, omdat de schoenmaker de grappen van zijn jongen zoo ontzettend aardig vond en er steeds om lachte. De drogist had van zijn zoon gehoord, hoe Pietje zich gedragen had en daarover had Geelman bij den schoenmaker weer een heele boetpredikatie gehouden.

Niettegenstaande de ernstige woorden van den drogist had Jan Plezier weer de beenen in de lucht gegooid en gelachen, dat buren nieuwsgierig kwamen aanloopen om de aardigheid óók te hooren.

Het werd een verbazende vroolijkheid onder de buurtgenooten en dadelijk ging

het verhaal van Pietje

Chr. van Abkoude, Pietje Bell, of de lotgevallen van een ondeugenden jongen