212

Deze begreep, dat de goede, oude man het onderwijs geven niet langer kon volhouden. Hij liet een paar glazen schotten omhoog schuiven, zoodat de tweede en de derde klasse nu één lokaal vormden en nadat hij beide klassen aan den onderwijzer van de derde klas had toevertrouwd, ging hijzelf meester Ster naar diens huis brengen.

Nauwelijks was de school om twaalf uur uit, of Pietje holde naar het huis van meester Ster.

Deze lag te bed en scheen nu rustig te slapen. Zijn vrouw en dochters waren erg bedroefd, want de dokter was dadelijk gekomen en die had gezegd, dat de meester longontsteking had.

Pietje wist niet, wat dat was. Maar hij begreep wel, dat het iets heel ergs moest wezen, anders zouden meesters vrouw en Lize niet zoo bedroefd zijn. En Pietje hield zooveel van zijn lieven meester Ster, dat hij ook begon te huilen en niet naar huis wou om te gaan eten. Hij ging aan meesters bed zitten en kuste hem de hand, die op het dek lag.

Dat deed den goeden man even ontwaken, en toen hij Pietje Bell aan zijn bed

bemerkte, glimlachte hij en streek den jongen over het hoofd.

Met zachten drang wist Lize eindelijk Pietje weg te krijgen, maar ze moest hem

beloven, dat hij vanmiddag na schooltijd weer terug mocht komen.

Maar nu begonnen voor Pietje de droevige dagen. Hij had in het geheel geen lust

meer, om de menschen

Chr. van Abkoude, Pietje Bell, of de lotgevallen van een ondeugenden jongen